Suriname blijft het zorgenkind.
Regeering ziet weinig perspectieven.
Oude vrouw zeer
zwaar mishandeld
Prinselijk Paar te
Boedapest.
Voor een verblijf van drie
of vier dagen.
Koninklijke bank in
kerk te Baarn.
WOENSDAG 10 FEBRUARI 1937
TWEEDE KAMER
DEN HAAG Dinsdag.
Nadat de poging van Ir. Albarda om hot
artikel inzake het in buitengewone omstan
digheden langer onder de wapenen blijven
en houden van dienstplichtigen anet toe-hulp
van een tweetal amendementen te „verbete
ren" mislukt was, hield onverwachts een niet
onaardige kwestie de Kamer nog een uurtje
op. Wat 'toch was het geval? De Regeering
had nu voor liet eerst in onze parlementaire
geschiedenis de herzieningsvoorstellen inge
diend in wetsontwerpen, die elk op zichzelf
één logisch geheel vrinden, nl. op één bepaal
de materie betrekking hadden. Alleen ten
aanzien van één ontwerp was dit systeem niet
gevolgd, nl. bij 't „verzamel-ontwerp", waarin
allerlei zeer uiteenloopende aangelegenheden
zijn ondergebracht en o.m. ook de gedeelte
lijke aantasting der parlementaire onschend
baarheid. Ir. Albarda (s.-d.) nu drong er
op aan, dat Minister De Wilde alsnog ook
hierbij aan het overigens door hem gekozen
systeem trouw zou zijn. Trek het „.verzamel
voorstel"' in en dien het daarna weer in, dan
echter verdeeld in eenigie ontwerpen, die ieder
afzonderlijk ook weer één geheel zullen uit
maken. Aldus raad en verlangen van den
s.-d. woordvoerder, die er op wees. dat men
op deze wijze straks een veel zuiverder stem
ming zou kunnen houden, dan thans het ge
val izou zijn, terwijl hij voorts aanstipte, dat
er geen tijdverlies van eenige beteekenis zou
ontstaan, indien men aan dit verzoek gevolg
zou geven. Wanneer dit echter niet zou ge
beuren, was de kans al 'heel groot, dat of -het
verzamel-ontwerp er door zou gaan alhoewel
een ze-er groot aantal afgevaardigden tegen
enkele belangrijke onderdeelen er van zou
den zijn, óf het verzet daartegen tot verwer
ping tevens van verschillende wel geschikt
geachte bepalingen zou leiden.
Minister D e W i 1 d e bleek echter geen ge
volg aan het tot hem gerichte verzoek te
willen geven. Hij verschool zich in hoofd
zaak -achter het- argument van bedenkelijke
vertraging, wel-ke aldus zou ontstaan, waar
tegenover Ir. Albarda betoogde, dat hiervan
in werkelijkheid geen sprake zou zijn. Deze
afgevaardigde za,g zich na het verzet van
den Minister genoodzaakt een motie in -te
dienen, waarin hij de Kamer zijn verzoek
wilde doen ondersteunen.
Maar hiervoor -bleek deze niet te vinden
te zijn. Wel waren Mi'. Joekes (v.-d.) en
Mr. Wendelaar (lib.) het in den grond
der zaak volkomen eens met hun s.-d. col
lega en zouden zij ook veel liever gezien heb
ben, dat de Minister door aan den werisch
gevolg te geven het -zijne had gedaan om
een onzuivere stemming te voorkomen. Nu
zij echter reeds vernomen hadden, dat Mi
nister De Wilde het verzoek -afwees, achtten
zij het ibeter hun stem te onthouden aan de
motie, die dan ook alleen de stemmen der
sociaal-democraten, der communisten, van
Mr. Westerman (ex-nat. herst.)Mr. Duys (ex
s.-d.V 3Vfv. Arts (K.D.P.) en den R.-K. van
IJsr- 'u'den haalde.
Hierna -ging de verdere middag heen met
de beraadslagingen over de .begrooting van
Surina me. Als steeds kon -men bij dit hoofd
stuk vrijwel uitsluitend treurzangen aan-
hooren. 'Wat niet -weg
nam. dut de heer v.
Poll (R.-K.) op ver
schillend gebied voor
uitgang [meende Ite
bespeuren en o.m.
goede hoop scheen ite
koesteren, dat -er heel
wat Surinaamse he
grond anet kans op
succes in cultuur ite
brengen -zou zijn. Mr.
Joekes (v.-d.) len
d e heer LJ z e r m a n
(s.-d.) namen het op *"óCk'.'"su»tspT
voor de koloniale sta
ten. die het vorige jaar de -begrootin-g ver
worpen hadden, boos als zij waren over 't
feit, dat men in het moederland buiten die
Staten om beslissingen over den landsvaar-
tuigendienst en de rechterlijke organisatie
had getroffen. Optreden, dat de anti-revolu-
tionnair v. D ij k juist staatsrechtelijk en
staatkundig uit den booze achtte. Overigens
kwam de naam van dezen afgevaardigde
heden voortdurend in het debat voor.
Er is n.l. een mijnheer v. Dijk, die in Suri
name ijvert voor invoering van een mechanisch
groot-rijst-bedrijf, waarin z.i. veel muziek zou
zitten. Anderen daarentegen voelen meer voor
wat de heer Brandon
op zijn rijst-hoeve be
proefd en ondernomen
heeft. Pro van Dijk
waren h.v. Mr. Joekes
en Mr .Wendelaar (lib.)
daarentegen bleek de
heer v.Kempen (lib.)
pro-Brandon te zijn.
Als ik nog vermeld heb,
dat evenals haar partij
genoot IJzerman, Mevr.
de Vr i esBruins
(s.d.) over gebrekkige
hygiënische toestanden
in Suriname klaagde,
moet ik thans een en ander van het betoog
van den Minister van Koloniën vermelden, die
met een verwijzing naar de sterke daling van
het sterftecijfer sinds 1912 (daling 50%!), de
onjuistheid van de grieven over den gezond
heidstoestand demonstreerde.
Dr. Colijn stak het niet onder stoelen of
banken, dat Suriname toch wel een heel be
denkelijk zorgenkind is en dat het verre van
aangenaam is de begrooting te verdedigen van
dit gewest, dat in zijn eigen middelen steeds
zulk een groot tekort vertoont. Sedert 1867
heeft het moederland ver over de 100 millioen
aan bijdragen verstrekt: naast 75 millioen ge
wone bijdragen, nog eens 25 millioen aan lee
ningen en voorschotten en bovendien van 't
begin dezer eeuw af ongeveer 16 millioen aan
extra-bijdragen (b.v. f 125.000 voor het rijst
bedrijf-experiment v. Dijk, 3 ton voor grens-
regelings-kosten, verder koffie-steim enz. enz.).
Stelt men hier tegenover de vraag, of een en
ander profijt heeft opgeleverd, dan is 't ant
woord neen. In het begin der vorige eeuw be
zat Suriname 105, thans 2 suikerfabrieken,
welke laatste alleen met steun van Nederland
kunnen bestaan. Te niet gegaan is de suiker
cultuur doordat men nu eenmaal elders voor
veel geringer kostprijs (in Java de helft) kan
produceeren. Cacao is dood, de koffie op ster
ven na dood. Alleen de rijstproductle vertoont
een, zij 't ook langzaam, stijgende lijn: 2000
ton hi 1911, nu 20.000 ton.
Wat nu het rijstbedrijf-v. Dijk betreft, wees
[der hem toegezegde subsidie, wat hij tot nu
I toe nog niet ontvangen heeft, ook zal krijgen
en dat eerst eind 1938 het oogenblik aanbreekt,
waarop het mogelijk zal zijn tot gegronde con
clusies te komen. Was van meet af de opzet
geweest voor deze aangelegenheid subsidie te
verleenen, anders lag het met de rijsthoeve-
Brandon. Uit sympathie had de Minister het
vorige jaar 1' 5000 voor hem los gekregen, maar
thans zou hij hiervoor niet bij zijn .ambtgenoot
op den Kneuterdijk aanbellen, zonder eerst
met overtuigende cijfers aangetoond te krijgen,
dat, het werkelijk de moeite en het geld zou
loon en.
Tot besluit zij vermeld, dat de Minister op
kwam tegen de voorstelling van zaken als zou
er reden bestaan tot klagen over al te veel
gemis aan goede samenwerking tusschen kolo
niale Staten en den Gouverneur. Deze laatste
brengt het er z.i. juist heel aardig af.
Z.h.st. nam de Kamer de begrootmg van het
.zorgenkind" aan.
E. v. R.
i A a <r«lD hUk (A.RJ
Door een 23-jarigen man.
Dader deed zelf aangifte van
het gebeurde.
Dinsdagmorgen te ongeveer tien
uur werden te Budel omwonenden
gewaarschuwd dat een 69-jarige
vrouw het slachtoffer was geworden
van een brutalen em wreeden
overval.
De brenger van de jobstijding was
een 23-jarige man, die vertelde, dat
hij in de woning van de vrouw een
kerel had ontmoet, die de vrouw had
mishandeld en met wie hij in een
worsteling geraakte.
De marechaussee, gemeente-politie en bur
gemeester waren weldra bij de woning van
de vrouw, die alleen was haar zoon werkte
op de zinkfabriek aangekomen. Hier von
den zij de vrouw in deerniswekkenden toe
stand.
Het bleek, dat de dader in het wilde weg
met een zwaar broodmes op zijn slachtoffer
had ingehakt, waardoor zeer ernstige hoofd-
wonden waren ontstaan, terwijl ook -een arm
was gebroken. In levensgevaarlijken toestand
is de vrouw naay het ziekenhuis te Weert
vervoerd, waar zij des middags om vier uur
van de Sacramenten der Stervenden is voor
zien.
De 23-jarige man, die volgens zijn
zeggen van de misdaad getuige was
geweest, werd ter ondervraging naar
de marechaussee-kazerne medegeno
men, doch weldra liep hij door zijn
eigen verklaringen vast, zoodat hij
van getuige verdachte werd.
Bij verder verhoor viel hij door dien
mand en bekende hij zelf den over
val te hebben gepleegd.
De oude Koninklijke Bank, ciie reeds in 1674 in de Baarnsche Hervormde Kerk
werd aangebracht en die thans een ingrijpende verandering zal ondergaan.
Gevangenbewaarder aan
gevallen.
Door een gedetineerde mishandeld.
Maandagmiddag heeft een gedetineerde in
strafgevangenis te Arnhem den gevangenbe
waarder Kuik ernstig mishandeld. Toen Kuik
een celdeur opende,, heeft de gedetineerde hem
met een looden voorwerp, afkomstig van de
breimachine, waaraan hij werkte, op het hoofd
geslagen, zoodat de bewaarder bloedend werd
gewond. Hij is per auto naar zijn woning ge
bracht. Zijn toestand was Dinsdag gunstig.
Wielrijder door vrachtauto
gegrepen en gedood.
Dinsdagmiddag omstreeks vier uur is nabij
Oudewater de 50-jarige wielrijder Van den
Boogaard uit. Willeskop door een vrachtauto
gegrepen. De aanrijding was zeer hevig. Van
den Boogaard werd op slag .gedood.
Overeenkomst met Turksche
regeering.
Voor uitvoering van groote
werken.
Bedrag van 35 millioen gulden er mee
gemoeid.
De onderhandelingen, die waren
aangeknoopt tusschen een groep
Nederlandsche industrteelen en de
Turksche regeéring, hebben tot een
gunstig resultaat geleid. Er is e.en con-
tract opgesteld', dat deze week zal
worden geparafeerd. In dit contract
wordt bepaald, dat een bedrag van
vijf en dertig millioen gulden geïn
vesteerd zal worden in irrigatïewer-
ken, installatie van radioposten en in
richting van de havens, Heraclea,
Adana en Mersina. De rekening zal
vereffend worden door graanleve-
ringen.
Dinsdagochtend is het prinselijk
paar per auto van Kryniea naar
Boedapest vertrokken. Het afscheid
van Kryniea was bijzonder hartelijk.
De directeur der hotel- en badonder-
neming Nowotarski, de zanger Jan
Kiepura en diens vrouw Martha
Egigerth, boden prinses Juliana
bloemen aan.
De schoolkinderen stonden voor het
hotel opgesteld. Zij wenschten het
prinselijk paar een goede reis.
Prinses Juliana en Prins Bernhard
werden tot de grens vergezeld door
den vertegenwoordiger van het Pool-
sche ministerie van buitenlandsche
zaken, Zaleski.
Dinsdagavond om half negen is
het Prinselijk Paar te Boedapest aan
gekomen. De tocht van .Kryniea naar
de hoof dstad van Hongarije hadden
de vorstelijke personen onderbroken
voor een kort bezoek aan de Hongaar-
sche badplaats Lilla—Fuered, waar
zij van half drie tot half vijf vertoef
den in hotel Palsta. Vervolgens werd
de autotocht naar Boedapest voort
gezet.
Het Prinselijk Paar denkt drie tot
vier dagen in Boedapest te blijven.
SCHILDERKUNST
ie Minister er op, dat genoemde heer dat deel
Cunst in Haarlem en daarbuiten.
In het Museum Boymans is Zaterdag een
tentoonstelling geopend, die van het levens
werk van den schilder-lithograaf Simon Mou
lijn,. die verleden jaar zeventig jaar werd, in
ruim honderd nummers een overzicht geeft.
Voor zoover ik mij herinner, werd een show
van die uitgebreidheid nog nimmer van Mou-
lijn's arbeid gegeven. En daar de tentoonstel
ling deze^geheele maand Februari geopend
blijft, is het niet ondienstig er de aandacht op
te vestigen.
Simon Moulijn, in 1866 in Rotterdam ge
boren en leerling der Rotterdamsche en Am-
sterdamsche Akademies, is meer als graficus
dan als schilder op den voorgrond gekomen.
Hij heeft voor de prentkunst buitengewone
verdienste gehad en groote werkzaamheid
ten toon gespreid. Die niet altijd naar behoo-
ren beloond is, want de groep, waartoe hij be
hoorde, was in feite een reactionnaire groep,
die tegen de publieke successen der Haagsche
Schoolschilders sputterde en daardoor aan
vankelijk weinig weerklank vond. Noch Mou
lijn noch Veldheer en hun vrienden waren als
schilders sterke figuren, die na een bloeiperio
de der zuivere peinture nog een voortzetting
van dien bloei konden beloven. In dien tijd
waren andere ideeën getreden, sierkunst, meu
belkunsten grafiek eischten in de jaren tus
schen 1890 en 1900 publieke belangstelling voor
zich op en deden dat niet steeds zonder eeni-
gen animositeit tegen de schilderijkunst die
inderdaad ook al veelzijdige teekenen van
verval was gaan geven.
Het was de tijd en het waren de artisten,
die weer veel over het „ambacht" gingen na
denken. Tegen allerlei bedriegelijke schijnver-
siering in de gebruiksmeubelen ageerde de ar
tist door zelf het handwerk op te vatten en
naar ambachtelijke zuiverheid te streven. On
der Engelschen invloed kreeg het druk-werk
een beurt, men ging typographisch verzorgen,
wat even te voren nog fantastisch-smakeloos
in elkaar gezet was. En ook voor de prent
kunst kwam een nieuwe belangstelling. Al had
de Nederlandsche Etsclub een tiental jaren
geprobeerd voor de ets en de litho belangstel
ling te wekken, daar waren toch nog in hoofd
zaak de schilder-etsers aan het woord geweest
die de grafiek als ontspannend amusement
beoefenden. In de door Veldheer en Moulijn
gestichte Vereeniging van Graphische kunste
naars is dan de geest met den tijd gewijzigd;
het graphisch vakmanschap wordt zelfs nu en
dan meer op den voorgrond tredend dan de
picturale inspiratie.
Zoo kan men wel zeggen, dat noch de his
torie, noch de beoefening van het vak van
den steenteekenaar voor Moulijn iets verbor
gens behouden heeft. In een land als het on
ze, waar de ware waardeering voor iets in
tiems, als het eenvoudige wit-en-zwart nog
steeds tot een kleinen kring beperkt bleef,
heeft het zeker beteekenis, dat een artist zijn
leven lang wijdt aan een kunstbeoefening, die
hem slechts sporadisch wat lof bezorgt, en
hem steeds op het tweede plan van den
schouwburg der kunstenaars vastgenageld
houdt. Daarvoor is de verbeten vasthoudend
heid van een waakhond, het enthousiasme van
een fox-terrier en de berustende wijsheid van
een ouden poedel noodig. En over al deze no
bele qualiteiten onzer trouwe huisvrienden be
schikt de kunstenaar Moulijn, naar het mij
voorkomt, in hooge mate.
Het was mijn bedoeling onze lezers op zijn
Boymans-tentoonstelling te wijzen en wij re-
produceeren daarbij een zijner daar geëxpo
seerde litho's een gezicht op den Rijn bij
Arnhem, van het terras van den Dunoberg af
gezien. Het is één dier prenten in 1905 ge
maakt die, naar mijn inzicht, Moulijn's we
zen en kunst heel stellig doen kennen.
Er is een weerklank in van de kunst uit het
begin der 19e eeuw, doch met een litterairen
inslag, die aan het laatste kwart dier eeuw
niet vreemd is. Het is niet hartstochtelijk neer
geschreven, veeleer mediteerend bekeken en
weergegeven met die deftige zorgvuldigheid,
waarmee een douairière hare vitrine met
kleine kostbaarheden rangschikt. Dat maakt
ook het verschil met die teekenaars van 1830
uit: zoo'n prent van Moulijn mist het burger
lijke van dien tijd; ze is ingetogen-voornaam;
ze is niet pietluttig, maar vol fijn gevoèl voor
nuances; ze is bedaard registreerend, maar vol
afwisseling. Het is in één woord een kunst
waarvan men de bekoring eerst bij een aan
dachtiger beschouwing ondergaat en er dan
den fijnen geest in onderkent. Dat zijn ze
ker geen dingen voor de massa, die graag door
krachtsvertoon gepakt wil zijn en die ten on
rechte een gesteldheid als van dit werk voor
slap verslijt. Moulijn's beste werk zal altijd
iets voor de fijnproevers blijven, die weten te
onderscheiden tusschen oppervlakkige drukte
en bezonkenheid in een werk van kunst. Voor
een marktartikel bleek het steeds ongeschikt.
Toen Moulijn deze prent maakte had hij in
den eigenaar van de Duno, den ex-fabrikant
Scheffer een man gevonden, die zijn werk be
greep. Hij had den artist opdracht gegeven
van zijn prachtig buiten een serie van tien
litho's te maken, die de landheer voor zijn
vrienden in een portefeuille verzamelde. Te
zelden zijn in ons land voor de grafici zulke
opdrachtgevers voorhanden. Hetgeen jammer
is voor de landheeren, de artisten en de kunst.
J. H. DE BOIS
Moeilijkheden bij de verbouwing.
Zeldzame grafsteen uit de 17e eeuw.
Later voortzetting der kerkrestauratie.
(Van een specialen verslaggever).
Door welwillendheid van den ar
chitect, den heer G. van Bronkhorst,
beschikken wij thans over enkele
gegevens, betreffende de specifieke
moeilijkheden, welke zich voordoen
bij de restauratie en verbouwing van
de Koninklijke bank in de Ned. Her
vormde kerk te Baarn, waarover wij
dezer dagen reeds enkele bijzonder
heden mededeelden.
Reeds bij de verbouwing der kerk in het
jaar 1888 werd geconstateerd, dat zich on
der den vloer voor de Koninklijke bank een
uitzonderlijk mooi geconserveerde grafzerk
bevond, dateerende uit het jaar 1635 of
1638, toebehoorende aan de familie van Dirk
van Zuilen van der Haer, Heer van Draken-
borch, overleden in eerstgenoemd jaar en
van zijn vrouw, Agnes van Brakel, gestorven
in 1638. Van den kant van Agnes van Brakel
stamde deze faanilie af van Hendrik de
Voogt van Rijnevelt, die overleed in 1578 en
burgemeester was van de stad Utrecht. Deze
steen heeft de kapitale afmetingen van 2.60
bij 1.44 Meter en weegt volgens de bereke
ningen van den architect ongeveer 1800
Kilogram,
•Wanneer men de kerk thans betreedt,
trekt het de aandacht, dat deze verbouwing
van de jaren tusschen 1880 en 1890 geen
buitengewone verfraaiing voor het kerkge
bouw heeft opgeleverd. Deze periode was arm
aan kunstgevoel. Geeai wonder dus, dat men
de decoratieve waarde van deze oude graf
zerk over het hoofd zag en niets beter wist
te doen dan haar maar weer te bedekken
met een vloer, juist zooals men haar had
gevonden,
Verwoestingen in den
Fransclien tijd.
Overigens is het feit, dat de grafzerk
steeds onder den vloer gelegen heeft, het
behoud geweest voor dit fraaie werkstuk.
In den Franschen tijd werden namelijk alle
blazoenen van de in de kerk gelegen graf
zerken vernield. Alleen de namen bleven in
tact. De bedoelde grafzerk werd dus klaar
blijkelijk niet ontdekt. Het feit dat de in
hoog relief gebeeldhouwde blazoenen vrijwel
onbeschadigd bleven, verhoogd de histori
sche waarde van de zerk in belangrijke
mate.
Het oorspronkelijke plan van den archi
tect was nu dez'e grafzerk te lichten en haar
verticaal tegen een der muren van het kerk
gebouw te metselen waardoor zij niet alleen
tot verhooging van het decorum der kerk
zou bijdragen., maar ook definitief van ver
dere 'beschadigingen verschoond zou blijven.
Maar helaas is deze grondige verandering
op het oogenblik, door gebrek aan tijd en
aangeld, onmogelijk. Het gewicht van
den zwaren steen vereischt nl. een verrollen
in horizontalen stand. Dat zou met zich
brengen, dat een groot aantal banken, zij.
het ook tijdelijk, zou moeten worden wegge
broken. Bovendien zijn de plannen tot ver
bouwing van de Koninklijke bank natuurlijk
pas na de verloving van de Prinses en den
Prins ontstaan. In alle haast moesten tee-
keningen, plannen enz. worden uitgewerkt,
daar men gisteren reeds met de werkzaam
heden moest beginnen.
Een compromis.
Er is nu een voorloopig compromis geslo
ten men zal den steen nog verder den grond
in doen zakken en den vloer er boven als een
luik opklapbaar maken, waardoor even-
tueele geïnteresseerden toch de blazoenen
en opschiften zullen kunnen bekijken.
Eerst wanneer de beniooddgde gelden bijeen
zullen zijn, om weer een gedeelte van de
kerk te restaureeren, zooals met het voorste
gedeelte van het schip is gebeurd, waar de
zware eikenhouten banken met haar eenvou
dige strakke lijnen veel beter passen in 't
stemmige kader, dan de hardgeel geschil
derde vormlooze banken van de verbouwing
van 1888, zal men er toe overgaan de zerk
definitief te lichten en te verrollen.
Intussohen is het een gelukkig feit te noe
men, dat de nu te beginnen verbouwing ook
onder leiding van architect van Bronkhorst
zal geschieden, waardoor de zekerheid ver
kregen wordt, dat liet resultaat geheel in
harmonie zal zijn met de gunstige verande
ringen, welke door de restauratie van het
vorige jaar reeds tot stand zijn gekomen.
Prijzen van kuikens.
Binnenkort zal een prijsregeling worden
getroffen.
Simon Moulijn Gezicht op den Rijn bij Arnhem»
Naar wij vernemen, zal binnenkort
een Koninklijk Besluit in werking tre
den, krachtens hetwelk ale houders
van broedvergunningen zich tegen
over de Nederlandsche Centrale voor
eieren en pluimvee zullen moeten
verbinden aan deze centrale op haar
eerste aanvraag een bedrag te zullen
betalen van f 0.05 per broedei.
Van deze verplichting- wordt evenwel ont
heffing verleend aan de houders van broed-
vergunnhigen, die zich hebben verbonden hun
kuikens ten verkoop te zullen aanbieden en
te zullen verkoopen tegen ten hoogste door
den minister van Landbouw en Visscherij
vastgestelde prijzen.
Deze prijzen bedragen voor kippenkuikens
f 0.16 per stuk en voor vrouwelijke eenden-
kuikens. indien deze geleverd worden in het
tijdvak van 31 Februari tot 21 Maart f 0.60,
21 Maart tot 1 April f 0.50, 1 April tot 11
April f 0.45, 11 April tot 21 April f 0.40 per
stuk.
Voor eendenkuikens, die geleverd worden
op of na 21 April 1937 bedraagt de prijs ten
hoogste f 0.30 per stuk.
Doel van deze regeling is een onredelijke
stijging van de kuikenprijzen te voorkomen.
Kuikens, die geleverd worden aan fokkers
of houders van vermeerderingsbedrijven, val
len buiten deze prijsregeling, evenals de
kuikens van sier- en dwergrassen.