Zandvoortsclie Reddingboot omgeslagen. Spelverruwing bij Voetbal. H'i Schipper J. Molenaar en roeier Engel Schuiten omgekomen Een enquete over de remedie. Oefentocht met ongelukkigen afloop. Een oefentocht van de Zandvoortsche roeireddingsboot, welke tocht door den secretaris der N. Z. H. R. M. werd meegemaakt, heeft Woensdagmiddag een noodlottigen afloop gehad. In de branding is de boot omgeslagen, waardoor alle inzittenden te water raakten. Verschillenden van hen kwamen onder de boot terecht. De schipper, de heer 3. Molenaar, die waarschijnlijk met het hoofd ergens tegen aan is geslagen en bewusteloos geraakt, kon niet meer onder de boot uit komen en is verdronken. Een ander lid der brigade, Engel Schuiten, bij wien men nog de levensgeesten heeft weten op te wekken, is 's avonds overleden. Woensdagmiddag 2 uur zou de Zandvoortsche Reddingboot uitgaan voor een oefening. De zee stond vrij hol en in verband met de vloed was de stroom zeer sterk. Schipper en beman ning, die de zee door en door kennen, zagen wel dat hun taak dezen keer hier niet gemakke lijk zou zijn, doch zonder aar zelen stapten zij in de boot. Angst is een woord, dat in het woordenboek van deze dappere mannen niet voorkomt. In geval van nood zouden zij toch immers ook uitvaren, al was de zee nog veel onstuimiger? Nagestaard door honderden schoot de boot van den wagen de schuimende golven in. Het was een indrukwekkend schouwspel, te zien, hoe de ranke boot door de hooggaan de golven sneed. Hoog spatte het schuimende water tegen den boeg en over de zwoegen de mannen, die met hun volle kracht op de riemen lagen. Schipper Jan Molenaar. Alles ging prachtig tot op de eerste bank. Dan slaat plotse ling een geweldige roller over de boot. De schipper, die voor op staat, wordt achterover in de boot geslagen. De riemen wor' den uit de dollen geslagen. Een tweede, geweldige golf slaat de boot met ontzettende kracht achteruit. De boot die thans roerloos is, begint te snij den en een derde aanrollende golf kantelt de boot zonder eenige moeite. Mt alles gebeurde zoo razend snel, dat de h manning geen tijd had om uit de boot te springen. Bijna allen kwamen dan ook on der de boot terecht. Een huivering va,n ontzetting liep door de toeschouwers. Eén o ogen blik stonden allen sprakeloos, als verstijfd, toen draafde en schreeuwde plotseling alles door elkaar. Van de dichtbij zij nde garnalen- boatjes werden lange lijnen gehaald en dertig, veertig menschen liepen achter elkaar met deze lijnen tot hun hals in het water. Hoog sloegen de golven over hun hoofden, doch dat deerde hun niet. Zij hielden de lijn en vonden steun bij elkaar. Op een van de voorste, dus gevaarlijkste plaatsen, stond een van de dappere vrouwelijke leden der Zandvoortsche Reddingsbrigade, Jansje Dorsman. Wel kwam men zoo tot dicht bij de boot, doch loopende was deze niet te bereiken. Men kon dus niets anders doen, dan wachten tot de boot door de golven wat dichter naar het strand was gedreven. Doch in tijden van nood werkeloos toezien ligt niet De reddingboot na het ongeluk op het strand. in den aard van onze Zandvoortsche bevolking en zeker niet van de leden der Zandvoortsche Reddingsbrigade. Onvervaard greep Jaap Dorsman het eindie der lijn en gekleed, zelfs met zijn schoenen aan, bond hij den strijd aan tegen de wilde golven en het gelukte hem, zoo de boot 'te be reiken. Intusschen was het grootste deel der be manning onder de boot uitgekomen. Enkelen bereikten zwemmende den wal. De anderen klommen op de omgekeerde boot. Veilig was deze zitplaats allerminst, want op een ge geven moment werden allen door een golf er afgevaagd. De omgeslagen boot vorderde slechts uiterst langzaam, 't Was of het water vastzoog. De oorzaak was evenwel de sleepzak. Deze was na het omslaan der boot in werking getre den en belette thans een snelle beweging der boot. De in normale omstandigheden zoo nuttige werking van den sleepzak bracht thans onheil. Ook onder de boot bevonden zich nog menschen en dus was iedere mi nuut, zelfs iedere seconde kostbaar. De heer De Booy, de secretaris van de N.Z.H.R.Mij., die deze onfortuin lijke reis als passagier meemaakte, liet zicli van de omgekeerde boot glijden. Vervolgens dook hij naar de lijnen van den sleepzak om deze met zijn zakmes door te snijden. Terwijl hij hiermede onder water bezig was werd hij door een geweldigen roller opgenomen en met onweerstaan bare kracht, meters ver van de boot geslingerd. Toen hij weer boven kwam was zijn zakmes in de diepte verdwenen. De bemanning, die op de boot zat hield zoo veel mogelijk de kleppen, die in den bodem van de boot zijn aangebracht, open om de kameraden die er nog onder lagen zooveel mogelijk van lucht te voorzien. Twee .van deze menschen voelden, ,toen ze dichter bij den wal kwamen grond onder hun voeten en kropen toen onder de boot uit. Zoodra de boot zoo dicht het strand was genaderd, dat de toegeschoten redders, de boot konden oplichten, werden de laatste twee menschen, de schipper Jan Molenaar en de roeier Engel Schuiten onder de boot uitge haald. Onder leiding van Dr. Van Fraassen en Dr. Gerke werd bij bei den onmiddellijk kunstmatige adem haling toegepast. Ook de roeiers Evert Koper en Leen Koper moesten aan wal gedragen worden. Zij kwa men evenwel spoedig weer bij en konden daarna onder geleide op eigen gelegenheid thuds komen. Na ongeveer een half uur gelukte het, de levensgeesten bij iEngel Schuiten weer op te wekken. In al lerijl werd hij toen per rijwielbran- card naar Badhuis Zeeduin vervoerd, waar men geen moeite spaarde om zijn leven te redden. Toen Schuiten na ecnigen tijd weer flink warm was geworden, voelde hij zich tamelijk wel. Omstreeks zes uur sprak hij zelfs even met Dr. Van Fraassen. Nog geen half uur daarna zakte hij echter plotseling in en gaf den geest. Schuiten is 41 jaar en laat een vrouw en een dochtertje on verzorgd achter. De schipner Jan Molenaar heeft waarschijnlijk een klap van een riem of de boot tegen zijn hoofd gekre gen. De linkerkant van zijn hoofd vertoonde althans wonden. Hoeveel moeite men zich getroostte, het ge lukte niet de levensgeesten bij hem op te wekken. Na ongeveer drie kwartier alle middelen tot opwekking te hebben toegepast, konden de doc toren slechts den dood constateeren. Met den waigen van de Z.R.B. werd zijn stoffelijk overschot thuis gebracht, nadat zijn vrouw door Dr. Van Fraassen voorzich tig was voorbereid De heer J. Molenaar is ruim 47 jaar. Zijn beide kinderen zijn reeds gehuwd. De heer J. Molenaar werd ongeveer ander half jaar geleden als opvolger van W. Paap tot schipper van de reddingboot benoemd. Hij was een zeer ervaren zeeman, die de gevaren der zee kende en niet onderschatte. Bij den eersten oefentocht, dien hij als schipper van de reddingboot maakte, was de zee nog onstuimiger dan dezen keer. Toen bracht hij de boot behouden aan wal. Thans viel hij als slachtoffer van zijn menschlie- vend werk. Hulde, driewerf hulde aan deze dappere mannen der zee, die steeds klaar staan om hun leven te wagen om dat van anderen te redden; die zelfs hun leven wagen, om zich te bekwamen voor hun moeilijke vrijwillige taak. Een woord van hulde ook. aan allen die zonder aarzelen de golven trotseerden en tot hun hals in het water liepen, om hun mede- menschen de helpende hand te reiken. Hulde aan de mannen, die na dit ijskoude bad in hun doorweekte kleeren, nog onge veer drie kwartier werkten om den drenke lingen hulp te bieden. Hiervoor is meer dan moed, hiervoor is volkomen zelfopoffering en diep gewortelde menschenliefde noodig. Al bracht deze stralende Februaridag ook rouw en onzegbaar verdriet over .Zandvoort, een toost is het dat de mannen vielen als slachtoffer van hun menschlievende baak en dat ze werden bijgestaan door tientallen anderen, die het zich een plicht rekenden hun leven op hun beurt voor deze dappe ren te wagen. Een onderhoud met den heer H. Th. de Booy. Wij hebben Woensdagmiddag nog een on derhoud gehad met den secretaris van de Noord- en Zuid-Hollandsche Redding Maat schappij. den beer H. Th. de Booy, die zelf met de reddingboot was uitgevaren en dus het ongeluk geheel heeft meegemaakt. „De schipper", zoo zeide hij ons, „vond het juist in verband met de nogal onstuimige zee bij uitstek ge schikt weer om te oefenen en hij heeft het geen moment gevaarlijk geacht om zee te kiezen. Dit was ook de algemeene opinie. Men kan dan ook niet zeggen, dat het besluit tot het houden van de oefening niet ver antwoord zou zijn geweest. Er blijft nu eenmaal een algemeen risico aan dergelijke oefeningen met roeired- dingbooten verbonden en dat zal nooit zijn te vermijden1". De heer De Booy vertelde ons daarna, hoe 't ongeluk precies in zijn werk is gegaan. Aan het begin van de tweede bank, op ongeveer honderd vijftig meter van het strand ver wijderd, is een zware golf in de boot gebro ken, waardoor deze vol water liep. Hoewel het water door de kleppen weer kan weg- loopen, kreeg de boot door dit stortbad een groote snelheid en dreef zij in de richting van het strand. Zij ging toen „snijden" en even later volgden twee korte zeeën dadelijk na elkaar, welke de boot langzaam naar bak boordzijde deden omslaan. Van de veertien inzittenden vielen er aanvankelijk vijf of zes uit, die er spoedig in slaagden op de omgekeerde boot te kruipen en zich daaraan vast te klemmen. Ook de heer De Booy be hoorde tot dit groepje mannen. Van de ove rigen lagen er toen nog verscheidenen on der de boot, terwijl anderen op korten af stand in zee ronddreven. De meesten wisten onder de boot vandaan te komen, klommen er toen ook bovenop of wisten zich zwem mende en wadende te redden. De roeier Ko per bleek evenwel in groot gevaar te ver- keeren, aangezien hij bewusteloos ronddreef op enkele meters van de boot verwijderd. Met vereende krachten slaagde men er in hem te grijpen en op de boot te krijgen. De schipper en waarschijnlijk ook Engel Schui ten lagen toen nog steeds onder de boot. De mannen, die op den naar boven giedraaiden onderkant zaten, waren natuurlijk niet in staat hulp te verleenen. Het eenige, waartoe zij bij machte waren, was het openhouden van de wateruitlaatkleppen, om zoodoende lucht te doen stroomen in de ruimte onder hen. Schuiten is later losgeslagen en korten tijd voordat dit met de boot het geval was, aan land gespoeld. Hij was er toen zeer ern stig aan toe. Hoewel men er na een half uur in slaagde, zijn levensgeesten op te wekken, was zijn tóestand zoodanig, dat hij wiet naar zijn woning kon worden gebracht. Hij is toen vervoerd naar het Badhuis irZeeduin", waar hij verder werd behandeld. Schipper Molenaar is, toen de 'boot een maal bet strand had bereikt, bevrijd, doch de kunstmatige ademhaling heeft niet meer mogen baten. De roeier Engel Schuiten. De toestand van Koper was in den laten middag vrij gunstig. De heer De Booy heeft tot de mannen in het bootenhuis een korte toespraak ge houden, waarin hij zeide te hopen, dat zij door het gebeurde niet zouden zijn ontmoedigd. Zij antwoordden toen allen, dat men steeds op hen zou kunnen blijven rekenen, Volgens den heer De Booy zijn er bij het roeien geen fouten gemaakt, de branding, werd goed recht getroffen. Op de mannen viel niets aan te merken, zij vormden een goede roeiploeg, maar ongelukken als deze, zijn nu eenmaal niet te voorkomen, al be- hooren ze gelukkig tot de zeldzaamheden. Uit de geschiedenis der laatste vijf-en-twin- tig jaar, waren den heer De Booy slechts tien ongevallen van dezen aard bekend. De oefening werd bijgewoond door den burgemeester van Zandvoort, den heer H. van Alphen, den secretaris van de plaatse lijke commissie van de Reddingmaatschap pij. den heer v d. Werf en door den heer Hollander van de Noordwijksche commissie. Zij hebben bij het reddingswerk onnriddelïjk de leiding genomen, Van het strand af heb ben zich vele Zandvoorters in zee begeven om den drenkelingen te hulp te komen. De teraardebestelling. Het stoffelijk overschot van schipper Jan Molenaar zal a.s. Zaterdagmiddag één uur op de Algemeene Begraafplaats te Zandvoort ter aarde worden besteld; de begrafenis van Engel Schuiten is te twee uur op dezelfde begraafplaats. 5 DEN geven wij onze derde publica tie in bovengenoemde enquête: De heer H. Scheen, voorzitter van R.C.H. en lid van het afdeelingsbestuur van den K.N.V.B. is van meening, dat het spel niet ruwer, doch eerder feller is dan vroeger. Dat vindt zijn oorzaak in de omstandigheid, dat er, vooral voor de eerste klasse clubs, zulke ontzaglijke belangen, zooals de mogelijkheid van degradatie, op het spel staan. Er zijn een aantal clubs, wier spel zich altijd door een zeer forsch optreden blijft kenmerken, door dat de jongere spelers dit van de ouderen afzien en het navolgen. Een onaangenaam speler steekt anderen aan en moet uit de club worden verwijderd. Het optreden van de spelers is dikwijls afhankelijk van de lei ding der clubbestuurderen; meestal blijkt, dat, wanneer het eerste elftal goed speelt, de lagere teams dit speltype overnemen. Promotie- en degradatiewedstrijden heb ben geen invloed op de verruwing van het spel, dit bepaalt zich tot enkele types in een ploeg, terwijl er ook clubs zijn, die van meet af aan een harde speelwijze hebben gehul digd. Uitwassen komen echter zeer spora disch voor. Wat de voetbalrechtspraak betreft, een scheidsrechter moet in hoofdzaak paedagoog zijn en dat zijn er helaas maar heel weinigen. Slechts een gering aantal ziet onmiddellijk, wat voor vleeseh het in de kuip heeft en be schikt over voldoende overwicht. Het is hier mede precies als in andere zaken, bij de één vlot het, bij de meesten niet. Er zijn zelfs arbiters, die er ten onrechte eon eer in stel len, ten koste van alles een wedstrijd met 22 spelers te beëindigen. Daartegenover dient echter te worden ge constateerd, dat de taak van den scheids rechter aan allerlei invloeden onderhevig is, zoodat het soms voor den besten referee on doenlijk is om de baas te blijven. Het controle-systeem der rapporteur's werkt goed, daardoor worden vele fouten ontdekt, doch ook een aantal veel belovende scheids rechters. Het nut van neutrale grensrechters is maar beperkt, want dikwijls bekommert de arbiter zich in het geheel niet om zijn beide helpers langs de lijn Hoewel tegenwoordig iedere scheidsrech ter zijn kans op promotie krijgt, kunnen uit blinkers toch nog wel wat sneller naar vo ren worden gebracht. Of het recht tot protesteeren het prestige van den arbiter ondermijnt wilde de heer Scheen in het midden laten; hij zelf is er geen voorstander van. De heer J. Keppels, lid van de Westelijke sub-technische commissie, lid van de Alge meene Vergadering van den K.N.V.B., die vijftien jaar voorzitter van den Twentschen Voetbalbond en zeven jaar praeses van Tu- bantia (Hengelo) is geweest, was van mee ning, dat er niet ruwer gespeeld wordt dan vroeger, doch dat deze kwestie soms te veel wordt opgeblazen. Van derde en vierde klasse clubs kan men nu eenmaal geen goed tech nisch, spel verwachten. Het is dus voor alles zaak, de techniek te verbeteren, waardoor het ruwe spel verdwijnt. Een goed middel om ruwe spelers tot rede te brengen zou zijn, hun na een tweede waar schuwing in hetzelfde seizoen een kennis geving te doen toekomen, waarbij zij voor waardelijk worden gestraft. Na een derde waarschuwing in dat seizoen zou dan auto matisch uitsluiting gedurende één wedstrijd moeten volgen. Een tweede doeltreffend middel zou zijn, de promotie en degradatie gedurende één seizoen stop te zetten, waardoor de clubs in de gelegenheid zouden zijn, jonge spelers op te stellen en een kans te geven. Ruw spel zou op deze wijze tot een minimum beperkt wor den. Voorts zou men in de plaatselijke bonden een maximum-leeftijdsgrens moeten stellen, zoodat voorkomen wordt, dat jonge spelers in den strijd tegen veel ouderen en zelfs veteranen lichamelijk gehandicapt worden en zich technisch niet volledig kunnen ont wikkelen. De opleiding van de scheidsrechters kan men niet zoo inrichten, dat ruwer spel uit geroeid wordt, want het leiden van een voet balwedstrijd is een kwestie van flair en tact. Het intellect speelt daarbij ee-n voorname rol, terwijl een practise he demonstratie er zeer veel toe bijdraagt, om den arbiter voor zijn taak te bekwamen. Ook de reputatie van den referee is van grooten invloed op het spelverloop en het gedrag van de spelers; er zijn prominente scheidsrechters, onder wier oog niemand iets gewaagds durft te ondernemen, doch bij on bekende functionarissen, die even goed flui ten, durven ze dat wel. Daarom is de leiding van een scheidsrechter niet altijd de oor zaak van ruw spel. Het aanstellen van neutrale grensrechters, waarvoor jonge scheidsrechters in aanmer king komen, zou een verbetering van de rechtspraak beteekenen; evenwel late men de gelegenheid tot protesteeren bestaan. Al of niet automatische promotie en de gradatie speelt bij het ruw spel-vraagstuk geen rol, doch het zou het peil van het voet bal in ons land ten goede komen, indien men de 50 eerste klasse clubs in twee dis tricten verdeelde, waarbij dan 25 clubs in elke af deeling een competitie speelden, wel ker volledige afwerking twee seizoenen in beslag zou nemen. De heer N. Twisterling, bestuurslid van „Haarlem", secretaris van de schcidsrecbters- commissie van den H.V.B. en eerste klasse scheidsrechter van den K.N.V.B. zegt het vol gende Het spel is tegenwoordig wel iets ruwer, wat wellicht aan de demoraliseerende wer king van de werkloosheid te wijten is. Het zijn meestal dezelfde clubs en dezelfde spe lers, die er zich aan schuldig" maken. De be- stuurderen eener vereeniging kunnen hierop wel invloed uitoefenen, doch het karakter van den voetbalier speelt de grootste rol. Daarbij komt, dat hij op het moment van overtreding niet aan straf denkt. Hoe beter de technische kwaliteiten, hoe minder ruw spel, waaraan overigens de mentaliteit van den speler veel toe of af kan doen. Goede arbitrage kan zeer veel onaange naamheden voorkomen, waarbij opgemerkt dient te worden, dat sommige scheidsrech ters zich door ondoordachte publicaties la ten beïnvloeden. Er zijn matches waarin een oudere referee door zijn routine en er varing meer kan uitrichten dan een jongere collega. Aan de opleiding van den scheidsrechter wordt de grootste zorg besteed; de K.N.V.B. stelt als eisch, dat eandidaten minstens een geheel seizoen in de eerste klasse van den plaatselijken bond hebben gefungeerd. Even wel is het niet gemakkelijk, de „zwakke broeders" door een voldoende aantal gerou tineerde krachten te vervangen. In den re gel is de theoretische kennis niet zoozeer het struikelblok, immers men doet alles, om de arbiters door middel van cursussen wegwijs te maken. Veel hangt van den arbiter zelf af, hij is zich dikwijls niet voldoende van zijn taak bewust en geeft zich niet ten volle. Met wat meer activiteit zou hij veel meer kunnen bereiken, waardoor de kans op pro motie voor hem vergroot wordt, zeer zeker in den plaatselij ken bond, waar allen gelij ke kansen krijgen en waar de beoordeeling van hun capaciteiten niet van één onfortuinlij- ken wedstrijd afhangt, doch van meerdere goede dan wel slechte rapporten. De statis tieken wijzen overigens in dit opzicht uit, dat slechts dertig a veertig procent van het aantal scheidsrechters de capaciteiten bezit om snel promotie te kunnen maken. Voor het tegen gaan van ruw spel zou het zeer veel nut hebben, jongere arbiters als neutrale grensrechters bij belangrijke wed strijden te laten fungeeren, omdat ze op die wijze veel van hun gerou tineer der collega's kunnen leeren. Hierdoor worden zoowel de belangen van de vereenigingem als van de scheidsrechters gebaat, een zeer voornaam punt, waaraan de grootste aandacht dient te worden besteed. VOETBAL IN ENGELAND. Uit Londen: De uitslagen van de Woensdag voor de eerste divisie der Engelsche league gespeelde wedstrijden waren: Wolver hampton—Brentford 4—0; Sunderland Bolton Wanderers 3—0. Onmiaüemjk na hei oekenu worden van de noodioLtige tijding spoedden zich talrijke Zandvoorters, waaronder leden van de Reddingsbrigade, naar de plaats des onheils om de behulpzame hand te bieden. KORFBAL. BIJZONDERE WEDSTRIJDEN NED. KORFBALBOND. In de dezer dagen gehouden bestuursver gadering van den Ned. Korfbalbond zijn de volgende bijzondere wedstrijden voor dit seizen vastgesteld: 11 April: Wedstrijd om den A. K. B.-beker en OverijselGelderland. 25 April: RotterdamAmsterdam en Noord- Oost. 9 Mei: NoordZuid te Haarlem. 30 Mei: 6 Juni: G.U.K.B.-twaalftal—Roode Duivels. 13 Juni: België—Nederland.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 5