Steiger met zes man neergestort Korting Indische pensioenen duurt tot 1 Januari 1938. Koningin ontmoet Prinses en Prins. Collectieve propaganda Héél alleen door de duinen. WOENSDAG 17 FEBRUARI 1937 Allen gewond, één van hen overleden. In het In aanbouw zijnde Bosbad aan de Amalia van Solmsstraat te 's-Gravenhage, is Dinsdagmiddag een noodlottig ongeval gebeurd, dat aan één arbeider het leven heeft gekost, terwijl vijf anderen werden gewond. Te ongeveer kwart over vier is een stelling, waarop de zes mannen aan het werk waren, van zeven meter hoogte neer gestort. De schilder C. Schafthuizen, uit Schiedam* werd zoo zwaar gewond, dat hij enkele uren later in het ziekenhuis Zuidwal is over leden. De toestand van den 46-jarigen Kleingeld was gisterenavond vrij ernstig. De stelling, waarop de werklieden aan den arbeid waren, was een hangstelling van vier bij drie meter. Drie schilders en drie opperlie den waren er met- hun werkzaamheden op be zig, toen door het breken van een van de ha- iken, welke aan het plafond waren bevestigd, de stelling met hevig gekraak neerstortte in het drie nieter diepe gedeelte van het bassin. De stelling bevond zich op vier meter hoogte boven den beganen grond, zoodat de val zeven meter bedroeg. In het bassin, waarvan de vloer is samengesteld uit cement met gegla zuurde tegels, bevond zich geen water, zoo dat de gevolgen van den val zeer enstig waren. Enkele andere werklieden, die zich in de zwemzaal bevonden, snelden onmiddellijk door de stofwolken op de ruïne toe en troffen hun kameraden met gebroken armen en beenen en diverse verwondingen aan. Zij waarschuw den onmiddellijk den G. G. D. die met drie auto's spoedig ter plaatse was om de eerste hulp te verleenen. Hartelijk weerzien te Zeil am Seegemeen schappelijk souper. Vorstelijk echtpaar thans te Winterzell. iPrinses Juliana en Prins Bemlmrd zijn Dinsdagavond om zes uur uit Weenen te Zeil am See aangekomen, waar H.M. Koningin Wilhelmina in -hotel „Excelsior" verblijft. -Het weer- zien tusschen het jonge vorstelijke, echtpaar en zijn koninklijke moeder' was zeer hartelijk, In intiemen kring gebruikten de hooge gasten het souper in de kamers van H.M. de Koningin. Het vorstelijk echtpaar heeft 's avonds om ruim half negen Zeil am See weer verlaten. Koningin Wilhelmina begaf zich met de jong gehuwden naar beneden en onderhield zich nog met haar kinderen, toen deze in de auto plaats namen. Toén de wagen naar Mitter- zell wegreed wuifde zij hen nog lang na. Mitterzell ligt ongeveer een uur Tijdens ten westen van Zeil am See. Daar staat een oud kasteel, dat tegenwoordig is ingericht als pension voor voorname buitenlandsche gas ten. Sedert eenige dagen zijn daar kamers voor de vorstelijke jonggehuwden in gereed heid gehouden. Dit pension staat onder leiding van Frau Toni Ott, een bekende fguur in de Oostenrijk- sche hotelwereld. Omstreeks tien uur kwam het prinselijk echtpaar behouden op het slot Mitterzell aan, en begaf zich terstond naar de voor de vor stelijke gasten gereserveerde vertrekken. MET ELECTRISCHEN STROOM IN AAN RAKING GEKOMEN EN GEDOOD. Dinsdagmiddag is te Gelselaar (gem. Bor- culo) de ongeveer 30-jarige landbouwer J. Bannink bij het schoonmakenvan een kip penhok met de in het hok aanwezige lamp in aanraking gekomen en door den electri- schen stroom getroffen. De man was op slag dood. De getroffenen waren de 20-jarige Thomas Borst, wonende Rozeveldstraat 55 c, te Rotter dam, die een gebroken arm en een waarschijn lijk gebroken schouder had, de 46-jarige Adriaan Kleingeld, wonende Wolfaartsbocht 67, te Rotterdam, die er zeer ernstig aan toe bleek te zijn, daar hij een gecompliceerde breuk van den linkerarm een gebroken linker been en waarschijnlijk een bekkenfractuur had opgeloopen terwijl de tanden hem vrij wel alle uit den mond waren geslagen en bo vendien zijn gelaat bloedende verwondingen had. Voorts werden gewond de 17-jarige E. Overbeke wonende aan de Hooglandstraat lb te Rotterdam, die eenige kwetsuren in de len denen had, de 25-jarige J. Spee, wonende Hooftskade 45 te 's-Gravenhage, de 32-jarige B. van der Wel, wonende Laakweg 169 eveneens te 's-Gravenhage en de ongeveer 35-jarige C. Schafthuizen, wonende Galilëïstraa i. 20, te Schiedam. Alle getroffenen werden overgebracht naar het gemeentelijke ziekenhuis aan den Zuidwal. De schilders waren in dienst van 1 een Rotterdamsche, de opperlieden in dienst van een Haagsche firma. Omtrent de oorzaak van de haakbreuk kon nog geen positieve me- dedeeling worden verstrekt. Wel staat vast dat de stelling door de bouwpolitie te voren was goedgekeurd. Het onderzoek is in handen van den politie commissaris Hol, die onmiddellijk verschillen de situaties fotografisch, heeft doen vastleg gen, en voor zoover mogelijk de gewonden en enkele andere personen verhoord- heeft. - Het voorloopig technisch onderzoek is in handen van Bouw- en Woningtoezicht. De ge broken haak was de middelste van een viertal waaraan de steiger was opgehangen. De schilder C. Schafthuizen, is enkele uren na zijn opneming in het ziekenhuis Zuidwal overleden. De toestand van den 46-jarigen A. Kleingeld, die verschillende verwondingen had bekomen, was Dinsdagavond vrij ernstig. De overige gewonden maakten het naar omstan digheden'redelijk Wel. slaagt door dagbladreclame De Spoorwegmaatschappijen in de Westelijke Staten van Ame rika begonnen in .1934 hun eerste collectieve compagne met advertenties in 350 couranten. Hun inkomsten stegen dat jaar met 9 Aangemoedigd door dit succes adverteerden zij vorig jaar in 850 couranten. Hun inkomsten stegen met 21 Aan ophouden denken zij na tuurlijk niet; integendeel, voor 1937 staat een nog intensievere reclame op het programma, waarmee zij 1936 nog met 25 meenen te kunnen overtreffen. Van groot, belang is ook de doel matige wijze waarop de spoor wegmaatschappijen individueel eveneens met courantenreclame op de campagne wisten aan te sluiten. Twee broers trekken het mes. De oudste vrij ernstig gewond. Dinsdagavond te ongevèèr acht uur heeft in de Herderstraat te 's Gravenhage na een twist de 22-jarige H. B., wonende aan de Ko ninginnestraat. zijn 3:6-jarigen broeder J. B„ wonende aan het Hoogezand aldaar, en van beroep loodgieter, met een aardappelmes een zoodanigen steek in de linkerzijde toege bracht, dat de getroffene naar het ziekenhuis Zuidwal moest worden vervoerd, waar hij ter verpleging is opgenomen. CORRESPONDENTIE VOOR HR. MS. KRUISER „JAVA". Correspondentie voor deopvarenden van Hr. Ms. kruiser „Java", welk oorlogsschip op 6 Maart van Tandjong -Priok vertrekt en op 8 April in Den Helder zal aankomen, wordt verzonden: naar Colombo op ,19 Februari met den trein van 12.59 uur uit Rotterdam naar Aden op -3 Maart imet den trein van 19.15 uur uit Amsterdam. Naar Port Said op 18 Maart met den trein van 6.50 uur uit Amsterdam. Naar Algiers op 28 Maart met den Itrein van 10.42 uur uit Rotterdam en op 29, 30 en 31 Maart met den trein 'van 10.04 uur uit Amsterdam. Correspondentie ontvangen na deze laat ste verzending op 31 Maart wordt naar Den Helder gezonden. Alle stukken voor dezen oorlogsbodem moeten, om in vorengenoemde zendingen te worden: opgenomen,.-voorzien .zijn van 2elkaar snijdende lijnen over. het,geheele adres. Koningin betuigt haar deel neming. Met het ongeluk in Zandvoort gebeurd. De Noord- en Zuidhollandsche Redding maatschappij heeft een schrijven van HM. de Koningin uit Zeil am See ontvangen, waar in H. M. haar deelneming betuigt met het ongeluk, dat met de strandreddingboot te Zandvoort is gebeurd. Hare Majesteit ver zoekt haar deelneming over te brengen aan de nagelaten betrekkingen. Gemeenteontvanger ver duisterde zes mille. Eisch: een jaar gevangenisstraf, waarvan drie maanden voorwaardelijk. De officier van justitie bij de recht bank te Roermond eischte Dinsdag tegen den geschorsten gemeente-ont vanger te Gemert. den 48-jarigen J, P., wegens verduistering van een bedrag van ongeveer zesduizend gulden een gevangenisstraf van een jaar. waar van drie maanden voorwaardelijk. Verdachte gaf toe, dat hij in de jaren '34. *35 en '36 verscheiden malen geld uit de ge meentekas had genomen en dit voor privé- doeleinden had gebruikt. Deze tekorten zui verde verd. aan, o.m. door girobewijzen te ver- valschen en uitgelote obligaties, die hij uit het gemeente-archief haalde, aan de kas toe te voegen. De verdediger pleitte op juridische gronden vrijspraak. Kunst in Haarlem en daarbuiten. De Onafhankelijken vieren hun vijfentwintig jarig bestaan. Met een feestelijke tentoonstel ling in het Stedelijk Museum van de hoofdstad. Met die der Italiaansche gasten mee, kan men er bij de vierhonderd kunstwerken.bekij ken. Er is dus niet de minste reden, zich voor zijn dertig centen entrée bekocht te achten. De feestcatalogus, een waar boekdeel op kunst drukpapier, met tallooze portretten der onaf- li ankelijké artisten1 met hun biographische no tities en van velen hunner nog buitengewoon interessante confidenties over hun kunst, is daarentegen,de twee kwartjes meer dan dub bel en dwars waard. Een dusdanig boekwerk komt men niet zoo spoedig nóg eens tegen. Het is jammer dat niet alle schilderijen even interessant zijn, het meerendeel zelfs zeer wei nig interessant, en een bepaald te hoog per centage hopeloos onbenullig is. Dat is nu op zich zelf zoo heel erg niet, daar dat alles een gevolg der onafhankelijkheid geacht mag wor den en dus in de bedoeling der vereeniging ligt Alleen blijft het mij duister hoe men, aldus wanden vol prullaria toonend, wil voor komen dat artisten van een formaat van een Van Gogh bijvoorbeeld in den vervolge mis kend ten grave dalen. Zoo al onder deze on af hankelij ken een miskend genie mocht schui len zal het hem zeker niet, door de meer dan burgerlijke omgeving waarin hij verzonk, ge makkelijker gemaakt worden, de verdiende aandacht te trekken. Want de boven drijvende herinnering aan een tentoonstelling als deze, is die eener ont zettende burgerlijkheid. Dat woord dan ge bruikt in den meest ongunstigen zin van anti- kunstzinnig en begriploos. Men begrijpt dat ik daarmee een totaal-indruk wil weergeven, dat ik niet ontkennen zal dat er hier en daar iets goeds te zien valt en dat Ikgeen namen noe men ga, van wie naar mijn inzicht de repre sentanten dier oer-burgerlijkheid zijn. De lijst zou trouwens te lang worden. Het komt niet bij mij op welken burgerlijken knutselaar dan ook zijn plezier te vergallen of misschien zelfs hem in zijn boterham te benadeelen al kan die laatste overweging nu eenmaal niet bij voortduring door een serieus criticus in acht genomen worden maar er dringen zich toch, na het bezoek aan het Museum, wel een paar pijnlijke gedachten aan ons op, die meer het algemeen welzijn dan het persoonlijk belang raken en dus preferent zijn. Namelijk deze: Wat helpt het of Volksuniversiteiten en Pers door cursussen, lezingen en artikelen, of Mu seumdirectie door rondgangen en verkla ringen al trachten het algemeen begrip voor dingen van kunst omhoog te werken, het ge nieten ervan zuiverder en begrijpender te maken, als al die moeite en arbeid zoo ge makkelijk geneutraliseerd kan worden door een onverantwoordelijk exhibitionisme van wat met kunst niets te maken heeft. En is er, voor het algemeen alweer, niet iets mislei- dends in, dat zulks in een museum waar aan toch immers een cultureel, een opvoe dend karakter wordt toegekend geschiedt en het niet binnen de ruimten van de „kunst"- afdeeling der warenhuizen beperkt blijft? Pijnlijke dingen om uit te spreken, maar het kan misschien zijn nut hebben. Ik heb het gevoel dat de feestvierende vereeniging met haar onafhankelijkheid speelt, zoolang ze blijft weigeren onderscheid te maken tusschen artisten en namaak-artisten. Als zij den durf mist die scheidingslijn te trekken, kan ze wel afbellen. Als zij alleen maar vreest misschien een nieuwen Van Gogh buiten te sluiten toont zij zich slap van inzicht en zwak van herin nering. Want zij vergeet dat het bijzondere in Van Gogh door „artisten" in zijn omgeving onmiddellijk herkend is (Aurier b.v.) en dat de venera tie van den later en tijd volstrekt niet altijd zoo echt geweest is als de directe erken ning, door wie hem na stonden. Men verwart daarbij wederom de artistieke waarde-erken- ning én de publieke (gelds) waarde schatting, welke niets met elkaar te maken hebben. De onaf hankelij ken hebben ontegenzeggelijk in den aanvang goéd werk verricht. In die kort-voor-oorlogsche jaren waren er in de wereld der schilderkunst nog al eens revolutie- tjes uitgebroken, nieuwe kunst-ismen uitge vonden; serieus en niet-serieus had men nieuwe inzichten verdedigd of alleen maar van zich doen spreken. Uit de roerigheid dier dagen is heel veel interessants te voorschijn gekomen en in den loop -der jaren tot „offi- cieele" kunst gepromoveerd, die men nu zoo langzamerhand de musea ziet binnenkomen. Ook in Holland waar het contact met Parijs steeds levendig was, werden jonge schilders gevonden, die aan de nieuwe geluiden dier picturale inventies ijverig aandacht schonken en er de burgers, als het laatste woord in zake kunst, op vergastten. Maar zij kwamen in de bestaande genootschappen niet aan 't woord en zij stichtten toen hun „onafhankelijk" mi lieu, waar zij ook de verwante zielen onder de buitenlanders konden introduceeren. Toch was ook in die dagen al het symtoom van verblinding aanwezig, waaraan, naar ik vrees, de jubilaresse van vandaag na nog enkele ja ren bezwijken zal. De tijd is zoo geheel anders van aspect ge worden. Wij leven niet meer in den royalen tijd van voor den oorlog, toén men zich een pretje kón veroorloven; de serieuse artisten van thans hebben het al moeilijk genoeg daar zijn er bij de Onafhankelijken ook zeer zeker eenigen zoodat hèt mijuitzinnig lijkt, dat een groote schare 'prutsers ze nog voor de voeten blijft loopen. Een strenge revisie zal mijns inziens voor de onafhankelijkheid noodzakelijk wezen. Zon der die zal de beteekenis der Vereeniging voor het kunstleven gelijk nul worden. De gasten op deze jubileum-expositie zijn een vijftiental Italianen, die met ruim dertig werken een eere-wand vormen. Laat daarvan niet alles even belangrijk zijn, men heeft daar ten minste een ensemble binnengebracht, dat zijn vak verstaat; ieder dezer heeren is stuk voor stuk „schilder" en dat moet een epithe ton ornans blijven. Men zal een. artist als Gino Severini zijn beteekenis niet afstrijden, noch de qualiteiten van een Samsoni Tato ontken nen. Evenmin de kennismaking met de lucht- schilderingen van Ambrosi betreuren, al zijn die dan sensationeel, óf in de beide Tozzi's weigeren artisten te zien, mén-zal bewonde ring kunnen hebben voor de „Klóosterdienst- maagd" van Vagnetti en zoo, over het geheel gezien, de Onafhankelijken voor de introduc tie dankbaar kunnen zijn. En het betreuren dat wij over henp als organisatie dan, niet vriendelijker kunnen denken. Over de expositie van onzen stadgenoot Boot in de parterrezalen kunnen, wij kort zijn, daar ons in de volgende maand een show van diens werk in het Frans Halsmuseum wacht. Voor wie het nog niet wist blijkt ook in Am sterdam dat Boot bij tijden tot dé belangrijke figuren der Hollandsche peinture gerekend behoort te worden.. Er is hier één wand, met slechts drie schilderijen: in het midden één dier groote, rijpe#, over vulde stillevens en ter zijde de twee grootestaande figuren, één ge kleed, één naakt met rose sluier, en daarvoor staande licht men beleefd zijn petje en zegt „Et voila un peintre". r J. H. DE BOIS TWEEDE KAMER Gewijzigd herberekeningsontwerp aangenomen. Extra-uitvoerrecht niet verhoogd. Kr. A. M. Joekes (V.D). DEN HAAG Dinsdag. Bij het begin der vergadering leefden vrijwel allen, die de beraadslagingen over het ont werp tot herberekening der Indische pensioe nen hadden bijgewoond, in .de stellige overtui ging, dat er er aan zou gaan. Maar ziet, van middag stapelden zich de surprises op. Het begon er mee, dat Mr. J.oek.es (v.d.) er met een. hand omdraaien in slaagde, door middel van amendeeering duidelijk te onderstreepen, dat het karakter van het ter tafelliggende voorstel eigenlijk veel meer dat van. een kor tingsregeling was, en dan nog slechts van tijdelijken aard. dan van een herberekening- Minister Colijn had tenslotte geen bezwaar hiermee accoord te gaan.. Ook in andere opzichten ontbrak het hem allerminst aan meegaandheid. Met het gevolg, dat hij inging op het denkbeeld van Mr. R ut. g ersvanRo- z en burg (c.h.) om een mildere bepaling in het ontwerp op te nemen voor de op of na 1 Februari 1925 „afgevloeiden" (degenen, die wegens bezuiniging met pensioen., waren ge stuurd); zelf was hij zoo vriendelijk het betref fende amendement wat te verbeteren en daar na over te nemen. Toen brak Mr. Joekes een lans voor de tusschen 1920 en 1925 gepension- neerde kapiteins, aangezien hun pensioenen in ongunstige verhouding stonden tot die van de andere officiersrangen. Daarom stelde hij voor hen niet in de korting te-betrekken. De Minister, die zelf oud-kapitein van het Indische leger is, kon natuurlijk wat voelen voor het lot van zijn, ook in zijn oogen, er destijds bekaaid afgekomen rang-genooten, maar hij dorst toch-niet. op eens een dergelijke wijziging te aanvaarden,, aangezien .momenteel niet viel na. te gaap in hoeverre daardoor weer tegenover aiideren onbillijkheden zouden worden begaan. Nadat de heeren van D ij k. (a.r.) enS.ur in g. (r.k.),; die evenmin rauwelijks voor- -het-amen - dëment-Joekes wilden stemmen den Minister hadden aanbevolen de Indische Regeering te verzoeken de zaak in gunstige overweging te nemen om. na rustige berekening en bestudee ring, een regeling als Mr. Joekes bepleitte, latei- eventueel alsnog, en dan met terugwerkende kracht, in het leven te roepen, kon de v.d.- woordvoerder, nu minister Colijn beloofde dien te zullen inslaan, hiermee vrede hebben, zoodat het amendement op,der de .tafe^/yer- dwèen.:- - :i- En< ..toen- kwam J-héfc1 belangrijke, .yei-résV sendste moment van den middag, waarop, we al even voorbereid warén, doordat we op de perstribune een amendement-De Geer rondgedeeld kregen, dat deze afgevaardigde thans op heldere en knappe wij-ze verdedigde. Zijn voorstel had ten doel de werking der wet, die aanvankelijk tot 1 Januari 1.940 zou duren, slechts tot 1 Januari 1938 te. laten gelden Weldra bleek, dat de Minister bereid, was .deze reddingsboei te aanvaarden.-. En daarmee stond toen wel meteen vast. dat onder deze [omstan digheden ihet ontwerp een flinke meerder heid zou krijgen, doch tevens, dit valt niet te ontkennen, was er nu van het oorspron kelijke Regeerings- voorstel ook heel wei nig meer overgeble- yen. n,. o~> De woordvoerder der l Chr. fractie bracht in herinnering hoe er „eenige" neiging aan den dag was getreden om het wetsontwerp te verwerpen. Dit ten deele o.p grond van ,het door sommige afge vaardigden aangehangen beginsel van on aantastbaarheid van pensioenen, terwijl voor een veel grooter deel het verzet kwam van leden, die een optimistis ch eren kijk op den toestand van de Indische, schatkist hebben dan de Minister. Mr. De Geer had in 1933 zelf het standpunt ingenomen, dat men van pensioenen moet afblijven, dat een pensioen als ihet ware gelijk staat met een lijfrente. Toen had echter de tot dien door den wet gever niet gekoesterde maar van de Regee- ringstafel verdedigde opvatting gezegevierd, <lat pensioen beteekent de verzekering van den daartoe gerechtigde op een redelijk le vensonderhoud. Nu-eenmaal deze laatste zienswijze het had gewonnen, was de conse quentie daarvan, -dat de voor 1920 gepension- neerde militairen een betere regeling zouden krijgen en wel een van blijvenden aard. Dit was dan ook hetgeen de Regeering voorstond. Doch wanneer men thans dit ontwerp zou afstemmen, in hoofdzaak wegens verschil van inzicht tusschen Kamer en Regeering over de financieele vooruitzichten, zouden die oud-gepensionneerden hiervan de slacht offers worden. Want dan kwam ook de te vens in dit ontwerp voor hem opgenomen verbetering niet tot stand, terwijl, blijkens een ook heden nog. eens onderstreepte ver klaring van Minister Colijn, 'in geval van aanneming van het ontwerp meteen het ver beterd pensioen der 10.000 een blijvend -ka rakter zou verwerven, Het verdiende dus de voorkeur het wetsvoorstel na aanvaarding van het amendement, waardoor het tot 1 Januari 1938 van kracht zal zijn (dus ook de daarin nog opgenomen korting voor andere groepen) aan te nemen. Vrijwel terstond na de uiteenzetting van Mr. de Geer nam de Minister diens amendement over. Dr. C o 1 ij n kon de Kamer nl, mededeelen, dat hij zeif Kamerwaarts was gewandeld met in zijn portefeuille een wijziging van precies den- zelfden inhoud als het nu ingediende amen dement! Achtereenvolgens kwam ten nog even de communist Roestam Ef f endi en de so ciaal-democraat Ter Laan verklaren, dat zij niettemin tegen-het ontwerp, Dr. Bie- r e m a (lib.) en Mï. Joekes' (v.-d.) dat zij, bovenal met het oog op de lotsverbetering der vóór 1920 gepensioneerde militairen, voor zouden stemmen. Waarop het voorstel er met 5129 doorging: met de sociaal-democraten plus jMr. iDuys, de communisten en 'Mr. Arts (K.D.P.) bleken een zestal Katholieken, on der wie de President, Mr. Aalberse, in d-e op positie te zijn, aangezien deze heeren ook nu niet bereid waren over hun principieele be^ z war en tegen elke korting op pensioen heen te stappen. Nauwelijks was de beslissing gevallen of op de gereserveerde tribune, die gezucht had on der zware pensioenlasten de belangstel ling van Indische gepensionneerden was nl. buitengewoon groot trad daar weer de ge bruikelijke leegte in. Zelfs voor de stemming over het amendement-v. D ij k (a.-r.) op de conclusie der betreffende commissie i.z. het interpellatierecht van den Volksraad (dank zij dit amendement verdween de zinsnede die het verzoek behelsde bij de eerstkomende herziening der Indische staatsregeling dit recht ten volle aan het in het Hertogspark zetelende -college toe te kennen) ontbrak elke interesse. De door den heer v. Dijk aange voerde anti-interpellatoren wonnen het pleit met 4234; de verslagenen bestonden uit de socialisten, do communisten, de vrijzin nig-democraten, Mr. Arts (K.D.P.)alsmede Mr. de Geer (c.-h.) met drie fractiegenoo- ten. In het begin van den middag, die verder .gewijd was aan de verschillende onderdeelen der Indische -begroeting, waarbij niets van belang voorviel, waren een aantal ihamer- .stukken aangenomen. Ook zij nog vermeld, dat de Kamer de motie-Cramer (s.-d.) i.z. verhooging van het tijdelijk extra-uitvoer recht van 2 op 4 pet. met 5528 (communis ten, vrijzinnig-democraten, socialisten plus Mr. Duys en Mr. Arts/,.(KD.P.) verwierpen. E. v. R. Hij was zoo ziek als een hond en hij stierf al-s een-mensch. Met groote, bruine, verdrietige pogen/. Tóen is er een man gekomen in een Fordje met een kist, een ongevoelige man vo.or wién het' dagwerk is, die heeft hem in de kist- gelegden hem weggebracht en ergens onder den grond.gestopt en nu hebben wij geen hond meer. En het was zoo'n béste hond. Zoo'n groote zwarte bouvier met een dikken kop en flap- ooren en een staartje dat verschrikkelijk wie belde als de baas thuiskwam en dat nóg ver schrikkelijker wiebelde als de baas een suiker klontje meebracht. Zóó'n suikerklontje waar voor zóó'n béést van een hond een lawaai maaktè';ddt de oude dame van de buren ef' tóch 's over klagen kwam. Een- béste hond met flapoor-en- én, allemaal-, haar, tot zelfs een baardje toe, dat hem wel eens het uiterlijk gaf van een peinzenden meneer van middelbaren leeftijd met een hang naar melancholie. En dikke logge pooten en een hart vol liefde voor den baas, het vrouwtje en suikerklontjes. En een gemoed vol haat tegen de. oude altijd korzelige buurmevrouw, vol afschuw tegen de witte poes Mikkie van den overkant en vol schrik voor de vier rumoerige, fél-keffende malthezer-leeuwtjes van vijf., huizen verder. Eén b.èste „hond. Die rende door het bosch met zijn neus langs den grond en hapte naar vliegen en speéide met andere honden, rennend in steeds wijder cirkels, tot ze er met z'n drieën aemecli- tig hij néérlagen te hijgen met zulke rose lap pen van tongen plat op het weilandje, met de vier pooten gestrekt. Die blafte tegen de zee en rollebolde over het strand dat hij proesten moest van het zand in zijn oogen en zijn baard en dan weer plassen en plassen in de branding en dan nóg eens rollebollen tot hij één klomp modder op vier dikke modderpooten was. Wij kregen hem toen hij eigenlijk alleen nog maar kóp was en niet wist van „vies!" en „foei!" en „mag niét!" Wij zagen hem opgroeien tot allemaal poot en oor en haar, die wel wist van „foei" en „mag niet", maar zich lachend van den domme hield. Ja, lachend. Want jonge honden künnnen lachen. Spotlachen en uitlachen. En toen hij hond begon te worden, nette, brave, welopgevoede hond, een deftig heer met een zwarten baard, die nog wel eens heel dol driftig dwars kon doen, maar óók ging peinzen en sentimenteel kon zijn met zijn kop op mijn knie en twee oogen die mij tusschen al die haren door konden aankijken zooals een jon gedame dat doen kan vóór ze met u getrouwd istoen kreeg hij hondenziekte en dat was te erg om er over te schrijven. Hij ligt nu ergens in het weilandje vain den onverschilligen main met -de Ford en de lente gaat komen -en die ga ik zoeken in het bosch, alléén. Het is heerlijk alleen te zijn zonder menschen en mét een hond. Maar nu loop ik alléén door het bosch zónder hond en dat is héél alleen. En langs de kruivende, ruisohende branding van de zee spelen en blaffen hon den, ouwe kameraden van hém, die hem ver geten hebben en vroolijk zijn. De oude norsche buurdame van ons is zeer verheugd dat de nare hond dood is, maar wij missen hem. Ik steek .nog wel eens gedachtenloos een klontje vaii bij de koffie in -mijn zak voor hem. Maar dan leg iik het maar stilletjes weer'terug op 't schoteltje. En wanneer ik de sleutel in het slot steek dan verbeeld ik mij wel eens dat ik hem springen hoor tegen de tochtdeur van de vesti bule Zijn mand staat in het kolenhok. En het kussen waar op hij een week kreu nend en bewegingloos heeft liggen doodgaan Is ontsmet en hangt zonder doel of zin. op zolder. Vandaag heb ik een lange wandeling door de duinen gemaakt en daarom schrijf ik nu een stukje over hem. Gij, die geen hond hebt, noemt dit senti menteel en kinderachtig. Maar wie dit lezen met een rustig-adeniend beest aan hun voeten, dat dadelijk zal opsprin gen en blaffen, wanneer de baas „ga je mee uit?" zegt, zullen dit niet kinderachtig vinden. „Een dier is maar een dier" zei 'de oude nor sche buurdame laatst. Maar oudé norsche buurdames kunnen niet weten wat een dier kan zijn. Wannéér ze het wisten, zouden ze niet zoo norsch wezen. Mr. E. HLIAS.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 2