Terug naar de bewoonde wereld. Hermann Thimig met een Weensch ensemble in Nederland. LITTERAIRE KANTTEEKENINGEN Hollanders in Canada. Consul van Riemsdijk en zijn Hollandsehe vrienden bij Winnipeg. (Op den achtergrond een deel van den uienoogst.) Wij boffen al weer, niet alleen om het prachige zonnetje, dat boven de sparrentop- pen verschijnt, maar ook omdat de bevers /annacht een boom geveld hebben juist naast de stellage van boomtakken, waarop onze boot den nacht heeft doorgebrachten niet er boven, in welk laatste geval de zware populier ons bootje zou hebben verpletterd, zooals ver leden jaar met Grey Owls' eigen kano ge beurde. Een gevaarlijke buurt om te logeeren blijkbaar! Onze gastheer begeleidt ons een eind in zijn eigen wankele kano en helpt over dragen naar het groote meer. Dan klinkt een hartelijk tot weerziens en wij zeilen weg, weer over krullende schuimende golftoppen, lang nageoogd door de forsche en toch lenige gestalte aan den boschrand. Dan trekken weer parelduikers, eenden en vliegende pelikanen onze aandacht en wordt het uitkijken naar een wit X-teeken in den boschrand, dat de plaats aanduidt, waar Kingsmere river de verbinding tusschen het Groote Zalmmeer en het Waskesiu meer vormt. De deinende golf toppen naast ons maken plaats voor biezen en lischdodden en waterleliebladeren. Op de zandplaat bij de eerste kromming staat vriend oeverlooper al weer op ons te wachten, één van die merkwaardige vogeltjes, die over de heele aarde verspreid voorkomen, want ik herinner ze mij precies zoo uit Himalaya, uit de Anden in Bolivia, van het strand van Curacao en van de kanalen van de Amster- damsche Duinwaterleiding. Bij de derde bocht vliegen een paar eenden op uit de egelskoppen vandaan, de gewone wilde eend en even verder staat pijlkruid, allemaal oude bekenden uit Holland, maar dan springen weer een paar herten weg, nu ja, zooals ik ze aan den Din- kel ook wel heb gezien. We hebben nu stroom mee, glijden snel over de rotsige gedeelten heen en bereiken spoedig het kleinspoor, dat ons hier het moeizame overdragen bespaart. Al duwende achter het karretje schiet het mij te binnen, hoe de eerste spoorweg, die in Canada gebouwd werd, ook zoo'n stukje rails van een paar kilometer lang was, dat twee ri vieren verbond om den weg tusschen Montreal en New-York te bekorten. Twee jaar lang werkte deze rail-road met paarden, die de vrachten en kano's van de St. Laurens rivier naar Lake Ghamplain moesten overbrengen. Daarna werd een locomotief uit Engeland be steld en dit was het begin van de beroemde Grand Trunk Railway. Wat had ik dit land graag bezocht vóór die eerste rails gelegd wer den, maar we moeten erg blij zijn, dat, dank zij de zorgen van het Gouvernement nog zoo veel van het vroegere romantische Westen, menschen, dieren en landschap is blijven be staan en nu wel voor goed voor ondergang zal zijn bewaard. Met zulke gedachten vlot het werk snel, maar toch is ondertusschen de wind gaan liggen en moeten wij dus maar eens aan den lijve ondervinden, dat het honderd jaar ge leden nog iets minder gemakkelijk reizen was dan nu. Maar ondertusschen maakt ons licht bootje in het stille water door vier krachtige armen voortbewogen gemakkelijk zijn kleine 10 K.M. ptt- uur en wanneer het landschap zoo afwisselend is met baaien en landtongen met sparrebosch bedekte heuvels en groote moerassige vlakten, waar de witte stammen der populieren oprijzen uit meterhoog gras, waar nu eens een stekelvarken langs den kant trottelt en dan een hert wegspringt over het lage struikgewas heen, dan zijn 30 K.M. nog. een te kort genot. Ons mooie plekje onder de drie sparren is nog vrij. Er staan groote 'berensporen, maar de wachter vertelt ons, dat gisteren een kleine fox-terrier zich vastge beten heeft in den staart van een grooten bruinen beer en zich zoo een mijl ver heeft laten meesleuren en de schrik er nu wel een beetje in zal zitten. Net als hij het zegt, zie ik in de verte twee zwarte beren rustig een tent binnen wandelen, waar blijkbaar niets van hun gading te vinden was. Ze worden lastig en vervelend, die zwarte beren in de Nationaal parken, omdat de toeristen ze voe ren en daardoor aanlokken, maar wanneer ze weggeschoten zouden worden, zou de verkoop van fotografie artikelen in Canada met onge veer 98 pCt. afnemen en dat zou een oorlog met de Vereenigde Staten tot gevolg kunnen hebben. Den volgenden morgen stroomende regen! Een groot houtvuur aangemaakt in één van de kachels der kookgelegenheden in het kamp en drie uur later waren onze tenten, onze Berger vouwboot, keuken, slaapzak, enz. de heele kampeer- en kano-uitrusting kurkdroog verpakt in twee hutkoffers en twee canvas tasschen op weg naar de boot in Montreal. Een autorit van een paar uur bracht ons naar Prince Albert, waar de brave Canadian Pa cific Railway een trein voor ons had klaar staan om ons dwars door het prairieland naar Winnipeg te brengen. Dat is te zeggen, dit is prairieland geweest. Op deze groote licht- golvende vlakten hebben duizenden Indianen in der tijd de millioenen buffels gejaagd, die toen plaats vonden in de uitgestrekte gras vlakten. De wilde buffel is verwenen en de Indiaan met hem. Mooie en interessante exemplaren van beiden zijn in Reservations en Nationaal Parken opgeborgen en thans groeit slechts één grassoort meer op de uit gestrekte prairie en dat gras heet tarwe en moet in het voedseltekort van overbevolkt Europa voorzien. Het koren staat in schoven op eindelooze rijen. De rechte lijn van de horizont wordt slechts onderbroken door groote gele hoopen tarwestroo en door meer dan huizenhooge elevatoren, schuren, in rijen van tien en meer naast elkaar, waarin het,graan bij de spoorlijn wordt opgeslagen. Hief en daar stijgt rook op. Dan rijden wagens rond langs de schovenrijen en bren gen de gouden vracht naar een rookende locomobiel of een tractor, die onder veel drijfriemengeklap een groote dorsohmachine in beweging brengt, waar aan den eenen kant de eene zak na den andere wordt af getapt en aan den anderen kant een stui vende schoorsteen het stroo opspuwt naai de groote hoop, die goudgeel glinstert in den zonneschijn. Er wordt druk en vroolijk ge werkt; niettegenstaande de groote droogte is de oogst goed in het Noordelijk deel der prairieprovincies. De aren zijn wat klein mis schien, maar de korrel is prachtig en de prijzen stijgen. Verder naar het Zuiden, bij Lethbridge en Calgary, waar ook veel Hol landers zitten, is de toestand veel slechter, maar het ergste is het rond Winnipeg en Toronto, welke districten aansluiten bij de door de droogte zoo geweldig geteisterde streken van Noord-Amerika. En daar, rond Winnipeg, moeten ook een paar duizend Hol landers zitten, echter gelukkig niet in het graanbedrijf, dat is maar een enkele, maar in de slatuintjes zouden we in Amsterdam zeggen. Mr. van Riemsdijk, de welwillende Holland sehe consul, was dadelijk bereid ons met zijn auto de stad uit te brengen, tot waar overal kleine nette houten huisjes eenzaam in groote vlakke velden staan. Een schuur, een garage, een ingegraven voorraad aardappelen en an dere veldvruchten, een waterput en dan vel den en velden met asperges en uien, tomaten en mais. erwten en boonen, aardappels'en wat dies meer zij. Een gezellige stevige tante, die gauw efkes een kopje thee zal zetten, een lange magere boer, die meteen een paar groote sigaren voor den dag haalt, de schoenen uit en naar de mooie kamer, waar een koperen theelichtje in de glazen kast staat, geflan keerd door wat oud blauwe kopjes. Zoo komen de verhalen gauw los, hoe goed het hier is en hoe prettig en hoe'n vrij leventje en wat een plezierige onderlinge waardeering tus schen allerlei rang en stand. En dat de zaken goed gaan op dezen grond van de droogte niks geen last. En een zoon hier en een doch ter daar, ook al op een eigen bedrijfje. Een rustige, vredige en toch werkzame oude dag. Na 27 jaa-r in den vreemde de Hollandsehe taal en het kleine landje over de zee niet vergeten. De kinders, ja, die praten meer Engelsch dan Hollandsch, maar hun kinderen moeten straks ook naar de Engelsche school, daar is niets aan te doen. Dus graag de groeten overbrengen in Dordrecht voor de één, in Deventer voor een ander, rond Bos koop voor nummeró 3 en „vertelt ze maar in Holland, dat we het best hebben en na de eerste moeilijke jaren nooit spijt hebben gehad, dat we den grooten stap over den Oceaan hebben gewaagd". Daar was het nu om te doen. Ik wist genoeg. Mr. van Riemsdijk had het al gezegd: „De Hollanders slagen hier, behalve een dood enkele, die nergens terecht kan!Menschen zonder fut, zonder her sens, of handen kunnen we zelfs in Canada niet gebruiken". VAN DER SLEBN. De tewaterlating van de „Nieuw Amsterdam". H. M. de Koningin zal de doopplechtigheid verrichten. 's-GRAVENHAGE, 9 Maart. Naar men ons meldt, heeft H. M. de Koningin zich be reid verklaard in den namiddag van 10 April de doopplechtigheid te verrichten en de te waterlating bij te wonen van het zich op één der hellingen van de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij in aanbouw bevindend stoom schip „Nieuw Amsterdam" van de Holland- Amerika lijn. DAMES-HOCKEY. Het Nederlandsch B-elftal. Op 4 April wordt te Miilheim a. Ruhr de jaarlijksche wedstrijd tusschen West-Duitsch land en Nederland B gespeld. Een voorloopige B-ploeg, die Zondag a s. op het Bloemendaal-terrein te half twaalf zal oefenen tegen een team van B.M.H.C., is thans samengesteld en bestaat uit de vol gende speelsters: Doel: Eggels (Union). Achter: L. Houtappel (Amsterdam) en C. Breukelman-Oostrijk (Victoria). Midden: H. Smithuysen (Amsterdam), Keip (Gooi) en J. Goeting (Rood Wit). Vóór: B. Ingenhousz v. Schaick (H.D.M.), E. Meyer (Togo), O. Kok (Hilversum), T. Richter (Be Fair) en E. Exalto (H.H.IJ.C.) WIELRIJDEN. WIELERCRITERIUM TE SCHEVENINGEN GAAT NIET DOOR. Wegens de hooge kosten. 's-GRAVENHAGE, 9 Maart (A.N.P.) Het wielercriterium te Scheveningen, dat op 5 Juni a.s. gehouden zou worden, gaat niet door. Van de zijde der Exploitatie Maat schappij Scheveningen vernemen wij, dat deze maatschappij het niet verantwoord acht te, den wedstrijd te laten doorgaan wegens de hooge kosten er aan verbonden. Het is haar niet mogelijk gebleken, zich tegen de kosten te dekken, zooals verleden jaar het ge val was. Het programma voor Zondag. Om den Ned. Voetbalbeker. Eerste ronde: XerxesHFC EDO—DHC Kennemers—THB ZSGOKinheim ZandvoortWA DFC—Velox StormvogelsExcelsior ZeeburgiaCW DIOZeemeeuwen RipperdaWategr.meer. Alkm. BoysBeverwijk VDLHaarlem UVSHillegom KFC—Quick (H.) SchotenRVC Hermes-DVSDCL HillinenCromvliet HW—VSV HBS—BEC WEDSTRIJD ZWALUWEN—ROODE DUIVELS UITGESTELD. De wedstrijd ZwaluwenRoode Duivels, die Woensdagavond zou worden gespeeld op het V.U.C.-terrein te 's-Gravenhage, is uitge steld tot Woensdag 17 Maart. De reeds in voorverkoop genomen biljet ten blijven geldig. Het muzikale blijspel Schneider im Schloss' WEENEN, 2 Maart (Van onzen correspondent) Leeg gaapt de zaal van het Weensche Rai- mund-theater in het halfduister. Buiten staat de vale winterdag en binnen branden hier en daar electrische lampjes. Ook het tooneel is verlicht en daar heerscht groote bedrijvig heid. Er wordt generale repetitie gehouden van het stuk „Schneider im Schloss", waarmede de bekende Weensche tooneelspeler Hermann Thimig en een ensemble van Weensche ac teurs en actrices naar Holland zal reizen om daar in verschillende steden voorstellingen te geven. (Het ensemble heeft inmiddels zijn eer ste opvoering in ons land gegeven. Red.). Twee maal zal men in Rotterdam, in den Grooten Schouwburg optreden, een opvoe ring zal in den Koninklijken Schouwburg in Den Haag plaats vinden en vijf maal zal men in den Hollandschen Schouwburg in Amster dam spelen. Ook zullen er enkele opvoeringen in kleinere steden van ons land gegeven wor den, o.a. Haarlem. Het is vandaag de laatste dag, dat men nog te Weenen is. Vanavond speelt het troepje al te Presburg, niet ver hier vandaan, aan den anderen kant van de Tsjecho-Slowaaksche grens. Dan wordt nog een opvoering in KJa- genfurt in het zuidelijke gedeelte van Oosten rijk, in Karinthië, gegeven, en vervolgens gaat het naar Holland. Vijftien tooneelspelers en -speelsters ondernemen deze reis en twee pia nisten, want „Schneider im Schloss" is een blijspel, waarin verscheidene muzikale gedeel ten voorkomen. Aardige, vlotte melodieën, die het zeker bij het publiek in Holland zullen „doen"! De geheele muzikale begeleiding be staat uit slechts twee piano's, waarvan de eene de andere soms „antwoord geeft". „Schneider im Schloss" is te Weenen een reusachtig suc ces geweest. Niettegenstaande het pas op den vijftienden Juni van het vorige jaar in het Akademietheater, het filiaal van het ver maarde Weensche Burgtheater, zijn première beleefde, werd het sindsdien, in deze beide schouwburgen, al over de honderd maal op gevoerd. In het Burgtheater werd het in den Oudejaarsnacht gespeeld, toen, zooals gebrui kelijk, alle Weensche schouwburgen stukken op de planken brachten, die het best in den smaak van het publiek vielen. Ik denk, dat u het thema van „Schneider im Schloss" wel kent, wanneer u indertijd tenminste de alleraardigste film met Maurice Chevalier „Love me to-night", een Para- mount-product, gezien hebt, want de hande ling is ongeveer dezelfde. Het thema werd aan hetzelfde Fransche stuk van Paul Armont en Leopold Marchand ontleend en door den be kenden Weenschen acteur van het Burg theater Karl Eidlitz in het Duitsch bewerkt. De muziek werd geschreven door Alexander Steinbrecher, die bekendheid verworven heeft door zijn muziek van het Weensche ballet „Der liebe Augustin", dat hier zoo vaak in de groo te opera uitgevoerd werd. Ook is hij de com ponist van verschillende populair geworden „Schlagers". In het Burgtheater heeft hij bij opvoeringen van „Schneider im Schloss" vaak aan het klavier gezeten. „Schneider lm Schloss" behelst de geschie denis van een Parijschen kleermaker, die op een oud kasteel verschijnt om daar een jongen graaf, die tot zijn buitengewoon voorname cliëntèle behoort, een nogal hoog geworden rekening te presenteeren. De jonge graaf heeft geen geld en zegt, dat hij op dit oogenblik ook niet bij zijn oom, den markies en bezitter van het slot, kan aankloppen. De kleermaker blijft echter op zijn stuk staan en wil het slot niet verlaten vóór hij zijn geld gekregen heeft en er ontstaan nu alle mogelijke dolle toe standen, want de graaf geeft den kleermaker voor een van zijn adellijke vrienden en club- genooten uit de hoofdstad uit en de kleerma ker blijft logeeren. De man speelt zijn rol uitstekend, hij is een charmant causeur en hij blijkt een veelzijdig ontwikkeld mensch te zijn, die op haast alle vragen antwoord weet te geven. Hij is weldra de favoriet van alle dames en alles schijnt om hem te draaien. Ten slotte blijkt toch, dat hij geen „groote hans en adellijke meneer", doch „maar een kleer maker" is. Het is een stuk, dat van het begin tot het eind boeit en vol grappige momenten is. Ik geloof niet, dat Thimig een beter stuk had kunnen uitkiezen. Hij zelf speelt de rol van den charmanten kleermaker en doet dit op meesterlijke wijze. Hij vertelde mij, dat hij zich reeds buitengewoon op het bezoek aan ons land verheugt. Hij heeft de aangenaamste herinneringen aan ons land van vroeger be houden. Drie jaar geleden is hij er voor het eerst geweest met een Weensch ensemble van het toenmalige Reinhardt-theater, dat Gol- donis „Diener zweier Herren" ten tooneele bracht. „Overal", zoo zeide hij mij, „werden wij buitengewoon hartelijk ontvangen!" Men kent trouwens Thimig in Nederland ook van zijn films, evenals zijn tegenspeelster, die ook meekomt, Dagny Servaes, die vooral be roemd geworden is door haar optreden gedu rende de Festspiele te Salzburg. Tot het en semble behooren verder o.a. nog Karl Ehmann van het Deutsches Volkstheater, Ruth von Teschenbruck van het Burgtheater, Helene Lauterböck en Paul Horn van het Scalathea ter, Daisy Solms en Rober Horky van het Josefstad ter-Theater Toen Prinses Juliana en Prins Bernhard te Weenen vertoefden, hebben zij een voorstel ling van „Der lacherliche Sir Anthony" in het Akademietheater bijgewoond, waarvan de hoofdrol door Hermann Thimig vervuld werd. Zij waren beiden opgetogen over Thi- mig's spel. W. M. BEKAAR Een souvenir voor Toscanini. Het volgende jaar opnieuw in Nederland. 's-GRAVENHAGE, 9 Maart. In de pauze van het gisteravond in het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen door Toscanini gedirigeerde concert is den maestro namens de orkestleden een teekening aangeboden. Toscanini dankte hiervoor hartelijk en zeide zeer tevreden over het Residentieorkest te zijn. „Volgend jaar kom ik bij u terug", voegde hij er nog aan toe. In Maart loopt het contract, dat de beroem de dirigent naar Amerika roept, af, en het bestuur van het Residentieorkest ontving van Toscanini de verzekering, dat hij- dan in ieder geval einde Maart in ons land zal zijn. Waar en wanneer Toscanini met het orkest zal concerteeren staat nog niet vast. Conflict in de Amerikaansche vakorganisaties duurt voort. Green's laatste zet. WASHINGTON, 9 Maart (A.N.P.) William Green, voorzitter van de American Federation of Labour, geeft den strijd tegen zijn grooten tegenstander Lewis van het comité voor in- dustrieele organisatie niet op. Naar het schijnt treft hij thans voorbereidingen voor een defi nitieven strijd met zijn concurrent op het ge bied der arbeidersorganisaties. Zijn laatste zet op het schaakbord is de mededeeling, die hij gisteravond heeft doen publiceeren en waarin hij arbeiders, die zich losmaken van de orga nisaties, welke onder Lewis staan, en zich aansluiten bij vakvereenigingen, die aangeslo ten zijn bij de Amerkaansche federatie van den arbeid, steun toezegt. Het vergaan van de Kantoeng. Nog geen beslissing over den bouw van een nieuwen molen. 's-GRAVENHAGE, 9 Maart. Omtrent de gevolgen van het ongeluk met den tinbagger molen „Kantoeng" kan het volgende uit zeer bevoegde bron worden gemeld: Na een heden gepleegd overleg tusschen de betrokken instanties in Nederland en Indië is gebleken, dat bij de leiding van het Ban- ka-tinbedrijf het volle vertrouwen bestaat dat gedurende het jaar 1937 en het jaar 1938 de volle toegewezen productie van het Banka-tinbedrijf, ook na dit ongeluk met de „Kantoeng" kan worden opgeleverd. Het is duidelijk, dat speciale maatregelen in dit geval moeten worden getroffen met de voor bereiding waarvan de leiding van het bedrijf reeds is begonnen. Zoo zal de productie ver der voorloopig moeten geschieden met klei nere werktuigen en door handen-arbeid. Dit laatste brengt de noodzakelijkheid mede om de Immigratie van werklieden uit China op te voeren, waarvoor men reeds bezig is maatregelen te treffen. Verder zul len de mijnen, welke in de afgeloopen jaren werden verlaten als gevolg van de doorge voerde mechaniseering doch die daarom nog niet uitgeput waren, wederom worden be werkt. Inzake de bestelling van een nieuwen tin baggermolen is nog geen beslissing genomen, daar nog niet met zekerheid kan worden vastgesteld of van het wrak nog iets te red den valt. Wel kan gezegd (zooals wij reeds meldden) dat de bergingskansen gering moe ten worden geacht. Zoodra vaststaat dat de Kantoeng geheel verloren is, zullen maat regelen worden genomen inzake herbouw. MARKT BODEGRAVEN (Dinsdag). Aangevoerd 50 partijen Goudsche kaas, alle met Rijksmerk. Totaal 2250 stuks wegende 20.250 K.G. Prijs R.M. Ie soort f 22—23V2.. 2e soort f 20 1/2—21 1/2. Handel matig De geschiedenis van mijn Vader door Daphne Du Marnier. Den Haag. Zuid-Holl. Uitg. Mij. Dit gezellig-dikke, smakelijk uitziende boek men kent het formaat van de boeken de zer uitgeverij nu langzamerhand wel door haar succesnummers van de Tryge Gull- branssen-serie bracht me iets anders dan waarop ik was afgestevend. Dat wil ik, om te -beginnen, eerst even vastleggen doch er met een aan toevoegen dat ik door dat andere geenszins me benadeeld voel. Trouwens dan nog zou het mijn eigen schuld gewèest zijn: de ondertitel vermeldt duidelijk dat hier het leven van Gerald du Maurier, den tooneel speler, directeur en tenslotte filmartist ver haald wordt en niet dat van zijn vader George, den beroemden teekenaar van „Punch" die als schrijver van „Trilby" bo vendien een wereldsucces behaalde. In plaats van een schildersbiografie uit het Engeland van het midden der negentiende eeuw las ik een acteursleven van een generatie later, en al zou de eerste mijn nieuwsgierigheid aneer bevredigd hebben, met het andere heb ik mij al lezende verzoend omdat ook dat mij ging boeien en tot velerlei nieuw inzicht aan- leiding gaf. De eerste zeventig, tachtig bladzijden zijn trouwens aan Daphne's grootvader, den tee kenaar, gewijd. Deze oude Du Maurier had in Parijs gestudeerd in den tijd van de roman tische school. In Londen verkeerde hij in den kring van Whistler en had omgang met Leighton, Millais en Burne Jones; tot de vrienden behoorden William Morris en Swin burne en nog meer artistieke beroemdheden van die dagen: een prachtig milieu uit de nieuwere kunsthistorie om er iets meer van te weten. Maar Daphne blijft, over haar grootvader vertellend, wat dat betreft aan de oppervlakte en is uit den aard der zaak uitvoeriger over zijn gelukkig huiselijk leven. Dat was een echt Engelsch huishouden, voor een artist buitengewoon solide gegrond vest, eenvoudig begonnen en zoo langzamer hand als de welstand toeneemt, een beetje meer met luxe en comfort versierd. In den beginnen kon Du Maurier slechts nu en dan ergens iets van zijn teekeningen kwijt raken, maar toen in 1865 de beroemde Punch-tee- kenaar Leech gestorven was, werd Du Mau rier zijn opvolger aan de teekentafel van dat wereldweekblad. Punch is wel een zeer eigen aardige onderneming en is dat op den hui- digen dag gebleven. Wat er de laatste eeuw aan teekenaars van belang in Engeland ge weest mag zijn heeft bijna zonder uitzon dering korter of langer tijd aan Punch mee gewerkt zoodat een serie jaargangen van dat blad voor de geschiedenis der Europee- sche caricatuur en humor onmisbaar is. Het is er nog altijd, als voor vele jaren, een soort regentenfamilie onder de medewerkers, die bij den dood of het vertrek van één hunner zichzelf aanvult. Daardoor is er in ejeest en in presentatie een regelmatigheid bereikt die onovertroffen bleef, terwijl het tot medewer king uitverkoren worden nog steeds een groote eer beduidt. Afgezien nog van de ho noraria, die even eerbiedwaardig zijn als de leeftijd van - Europa's oudste spotblad. Du Maurier was een geestig man, opgewekt ook in het dagelijksch leven, een leuke vader voor zijn vijf kinderen, een prachtig echtge noot, zoodat het leven in dat gezin, in een tijd waarin ook aan pretjes en ontspannin gen minder opgeschroefde eischen werden gesteld dan tegenwoordig, op rolletjes liep. Hij had ook al eens geschreven: een roman „Peter Ibbetson" had de aandacht getrok ken, maar een volgend boek zou dat nog veel sterker doen. Dat was Trilby, de roman waarin de hyp nose gebruikt wordt om spanning in de han deling te brengen. Trilby heeft Du Maurier een fortuin bezorgd, eerst als boek, later als tooneelstuk. Want nadat het boek door een zekeren Paul Potter voor het tooneel be werkt was, bracht de groote Beerbohm Tree het in 1895 voor het eerst op de planken en van dat moment af begon de wereldreis van het stuk, dat overal een successtuk werd. Ouderen onder onze lezers zullen zich Trilby nog herinneren, zooals het met Royaards als Svengali op het Leidsche Plein' avond aan avond gespeeld is. Een der jongste kinderen van Du Maurier Gerald, speelde in de eerste opvoering bij Beerbohm Tree in een kleine rol mêe. Gerald had eindelijk toestemming gekre°:en aan het tooneel te gaan en het is eigenijk zijn leven dat door zijn dochter Daphne ons verhaald wordt. Hij had vele qualiteiten van zijn va der geërfd, was een groot regisseur en met- teur-en-scène, zooals zijn vader groot was als teekenaar van groepen van menschen, en had ook diens onuitputtelijke fantasie. Wij zullen Gerald's leven hier nu niet verder volgen. Hij was directeur nu eens van die, dan weer van een der andere groote Lon- densche schouwburgen en had een bijzon dere begaafheid speciale talenten te ontdek ken onder de medewerkenden, die niet op den voorgrond stonden. Hij heeft groote po pulariteit gekend en groote sommen ver diend, maar in den regel met die echt-En- gelsche stukken, waarvan de kunstwaarde belangrijk minder was dan de aantrekkings kracht die er van aankleeding en spel als zoodanig uitging. Het waren echte show stukken met eminente acteurs, waardoor een gemiddeld weinig litterair ontwikkeld pu bliek maanden en maanden lang geboeid bleeif. Voor wie in tooneeltoestanden. zooals die vroeger in een stad als Londen moge lijk waren, belang stelt is dit boek amusante en instructieve lectuur. Voor acteurs in dezen tijd om van te watertanden. Het minste sa laris dat Du Maurier zijn belangrijken mede werkers aanbiedt als hij ze engageert is twintig pond in de week (240 gld.) en hi~ kar het ze uitbetalen ook, dat is het aardigste. Maar ook hij heeft deh ommekeer beleefd, zijn zalen leeger zien worden en schouwburgen in bioscooppaleizen zien me- tamorphoseeren. Geen nood. Gerald heeft zich „aangepast" en is óók voor de film gaan werken. Hij heeft zelfs als filmspeler succes sen behaald, zoodat ook onder onze lezers er wel zullen zijn die zich zijn naam van het witte doek herinneren. Maar het was toch het oude niet meer Een beetje moe, een beetje teleurgesteld in het leven, is Gerald een paar jaar geleden gestorven, even zestig jaar oud. Dat laatste hoofdstuk van Daphne's boek bevat wel de beste, de gevoeligste bladzijden van haar vader's biographie. Het zijn niet de eenige waardoor het boek mij getroffen heeft. De dochter, die als romanschrijfster reeds eenigen naam in Engeland heeft, be wees van het goede artistenbloed der fa milie haar deel te hebben meegekregen.. Zij kan thans een ongeveer dertigjarige vrouw zijn en dit levensverhaal van haar vader boeide mij onverwachts meer dan ik ver moedde om de zekerheid, de bewustheid, de gevoelige zakelijkheid zou men kunnen zeg gen. waarmee het geschreven werd. Zij ont leedt het karakter en de eigenschappen van den vader zonder sentimentaliteit, zonder ophemelarij, maar tevens niet zonder eer bied, niet zonder genegenheid, alsof het een sympathieken vreemde gold. Zij ziet zóó ook de broers en zusters, rustig en zuiver, en blijft zelve waarneemster, uitbeeldster. Met dat al is zij onbewust de vertegenwoordig ster eener derde generatie, het kind van de zen tijd, een tijd die de wijze van zien der familierelaties grondig wijzigde. Dat lijkt mij een der interessante kanten van dit zeer goede boek. dat, naar het mij voorkomt, door Clara Asscher-Pinkhof uitstekend be werkt is. J. H. DE BOIS.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 7