Terug naar de bewoonde wereld.
Hermann Thimig met een Weensch
ensemble in Nederland.
LITTERAIRE
KANTTEEKENINGEN
Hollanders in Canada.
Consul van Riemsdijk en zijn Hollandsehe vrienden bij Winnipeg.
(Op den achtergrond een deel van den uienoogst.)
Wij boffen al weer, niet alleen om het
prachige zonnetje, dat boven de sparrentop-
pen verschijnt, maar ook omdat de bevers
/annacht een boom geveld hebben juist naast
de stellage van boomtakken, waarop onze
boot den nacht heeft doorgebrachten niet er
boven, in welk laatste geval de zware populier
ons bootje zou hebben verpletterd, zooals ver
leden jaar met Grey Owls' eigen kano ge
beurde. Een gevaarlijke buurt om te logeeren
blijkbaar! Onze gastheer begeleidt ons een
eind in zijn eigen wankele kano en helpt over
dragen naar het groote meer. Dan klinkt een
hartelijk tot weerziens en wij zeilen weg,
weer over krullende schuimende golftoppen,
lang nageoogd door de forsche en toch lenige
gestalte aan den boschrand. Dan trekken weer
parelduikers, eenden en vliegende pelikanen
onze aandacht en wordt het uitkijken naar
een wit X-teeken in den boschrand, dat de
plaats aanduidt, waar Kingsmere river de
verbinding tusschen het Groote Zalmmeer en
het Waskesiu meer vormt. De deinende golf
toppen naast ons maken plaats voor biezen
en lischdodden en waterleliebladeren. Op de
zandplaat bij de eerste kromming staat
vriend oeverlooper al weer op ons te wachten,
één van die merkwaardige vogeltjes, die over
de heele aarde verspreid voorkomen, want ik
herinner ze mij precies zoo uit Himalaya, uit
de Anden in Bolivia, van het strand van
Curacao en van de kanalen van de Amster-
damsche Duinwaterleiding. Bij de derde bocht
vliegen een paar eenden op uit de egelskoppen
vandaan, de gewone wilde eend en even verder
staat pijlkruid, allemaal oude bekenden uit
Holland, maar dan springen weer een paar
herten weg, nu ja, zooals ik ze aan den Din-
kel ook wel heb gezien. We hebben nu stroom
mee, glijden snel over de rotsige gedeelten
heen en bereiken spoedig het kleinspoor, dat
ons hier het moeizame overdragen bespaart.
Al duwende achter het karretje schiet het
mij te binnen, hoe de eerste spoorweg, die in
Canada gebouwd werd, ook zoo'n stukje rails
van een paar kilometer lang was, dat twee ri
vieren verbond om den weg tusschen Montreal
en New-York te bekorten. Twee jaar lang
werkte deze rail-road met paarden, die de
vrachten en kano's van de St. Laurens rivier
naar Lake Ghamplain moesten overbrengen.
Daarna werd een locomotief uit Engeland be
steld en dit was het begin van de beroemde
Grand Trunk Railway. Wat had ik dit land
graag bezocht vóór die eerste rails gelegd wer
den, maar we moeten erg blij zijn, dat, dank
zij de zorgen van het Gouvernement nog zoo
veel van het vroegere romantische Westen,
menschen, dieren en landschap is blijven be
staan en nu wel voor goed voor ondergang zal
zijn bewaard.
Met zulke gedachten vlot het werk snel,
maar toch is ondertusschen de wind gaan
liggen en moeten wij dus maar eens aan den
lijve ondervinden, dat het honderd jaar ge
leden nog iets minder gemakkelijk reizen was
dan nu. Maar ondertusschen maakt ons licht
bootje in het stille water door vier krachtige
armen voortbewogen gemakkelijk zijn kleine
10 K.M. ptt- uur en wanneer het landschap
zoo afwisselend is met baaien en landtongen
met sparrebosch bedekte heuvels en groote
moerassige vlakten, waar de witte stammen
der populieren oprijzen uit meterhoog gras,
waar nu eens een stekelvarken langs den kant
trottelt en dan een hert wegspringt over het
lage struikgewas heen, dan zijn 30 K.M. nog.
een te kort genot. Ons mooie plekje onder
de drie sparren is nog vrij. Er staan groote
'berensporen, maar de wachter vertelt ons, dat
gisteren een kleine fox-terrier zich vastge
beten heeft in den staart van een grooten
bruinen beer en zich zoo een mijl ver heeft
laten meesleuren en de schrik er nu wel een
beetje in zal zitten. Net als hij het zegt, zie
ik in de verte twee zwarte beren rustig een
tent binnen wandelen, waar blijkbaar niets
van hun gading te vinden was. Ze worden
lastig en vervelend, die zwarte beren in de
Nationaal parken, omdat de toeristen ze voe
ren en daardoor aanlokken, maar wanneer ze
weggeschoten zouden worden, zou de verkoop
van fotografie artikelen in Canada met onge
veer 98 pCt. afnemen en dat zou een oorlog
met de Vereenigde Staten tot gevolg kunnen
hebben.
Den volgenden morgen stroomende regen!
Een groot houtvuur aangemaakt in één van
de kachels der kookgelegenheden in het kamp
en drie uur later waren onze tenten, onze
Berger vouwboot, keuken, slaapzak, enz. de
heele kampeer- en kano-uitrusting kurkdroog
verpakt in twee hutkoffers en twee canvas
tasschen op weg naar de boot in Montreal.
Een autorit van een paar uur bracht ons naar
Prince Albert, waar de brave Canadian Pa
cific Railway een trein voor ons had klaar
staan om ons dwars door het prairieland naar
Winnipeg te brengen. Dat is te zeggen, dit is
prairieland geweest. Op deze groote licht-
golvende vlakten hebben duizenden Indianen
in der tijd de millioenen buffels gejaagd, die
toen plaats vonden in de uitgestrekte gras
vlakten. De wilde buffel is verwenen en de
Indiaan met hem. Mooie en interessante
exemplaren van beiden zijn in Reservations
en Nationaal Parken opgeborgen en thans
groeit slechts één grassoort meer op de uit
gestrekte prairie en dat gras heet tarwe en
moet in het voedseltekort van overbevolkt
Europa voorzien. Het koren staat in schoven
op eindelooze rijen. De rechte lijn van de
horizont wordt slechts onderbroken door
groote gele hoopen tarwestroo en door meer
dan huizenhooge elevatoren, schuren, in
rijen van tien en meer naast elkaar, waarin
het,graan bij de spoorlijn wordt opgeslagen.
Hief en daar stijgt rook op. Dan rijden
wagens rond langs de schovenrijen en bren
gen de gouden vracht naar een rookende
locomobiel of een tractor, die onder veel
drijfriemengeklap een groote dorsohmachine
in beweging brengt, waar aan den eenen
kant de eene zak na den andere wordt af
getapt en aan den anderen kant een stui
vende schoorsteen het stroo opspuwt naai
de groote hoop, die goudgeel glinstert in den
zonneschijn. Er wordt druk en vroolijk ge
werkt; niettegenstaande de groote droogte is
de oogst goed in het Noordelijk deel der
prairieprovincies. De aren zijn wat klein mis
schien, maar de korrel is prachtig en de
prijzen stijgen. Verder naar het Zuiden, bij
Lethbridge en Calgary, waar ook veel Hol
landers zitten, is de toestand veel slechter,
maar het ergste is het rond Winnipeg en
Toronto, welke districten aansluiten bij de
door de droogte zoo geweldig geteisterde
streken van Noord-Amerika. En daar, rond
Winnipeg, moeten ook een paar duizend Hol
landers zitten, echter gelukkig niet in het
graanbedrijf, dat is maar een enkele, maar
in de slatuintjes zouden we in Amsterdam
zeggen.
Mr. van Riemsdijk, de welwillende Holland
sehe consul, was dadelijk bereid ons met zijn
auto de stad uit te brengen, tot waar overal
kleine nette houten huisjes eenzaam in groote
vlakke velden staan. Een schuur, een garage,
een ingegraven voorraad aardappelen en an
dere veldvruchten, een waterput en dan vel
den en velden met asperges en uien, tomaten
en mais. erwten en boonen, aardappels'en wat
dies meer zij. Een gezellige stevige tante, die
gauw efkes een kopje thee zal zetten, een
lange magere boer, die meteen een paar groote
sigaren voor den dag haalt, de schoenen uit
en naar de mooie kamer, waar een koperen
theelichtje in de glazen kast staat, geflan
keerd door wat oud blauwe kopjes. Zoo komen
de verhalen gauw los, hoe goed het hier is
en hoe prettig en hoe'n vrij leventje en wat
een plezierige onderlinge waardeering tus
schen allerlei rang en stand. En dat de zaken
goed gaan op dezen grond van de droogte
niks geen last. En een zoon hier en een doch
ter daar, ook al op een eigen bedrijfje. Een
rustige, vredige en toch werkzame oude dag.
Na 27 jaa-r in den vreemde de Hollandsehe
taal en het kleine landje over de zee niet
vergeten. De kinders, ja, die praten meer
Engelsch dan Hollandsch, maar hun kinderen
moeten straks ook naar de Engelsche school,
daar is niets aan te doen. Dus graag de
groeten overbrengen in Dordrecht voor de
één, in Deventer voor een ander, rond Bos
koop voor nummeró 3 en „vertelt ze maar
in Holland, dat we het best hebben en na
de eerste moeilijke jaren nooit spijt hebben
gehad, dat we den grooten stap over den
Oceaan hebben gewaagd". Daar was het nu
om te doen. Ik wist genoeg. Mr. van Riemsdijk
had het al gezegd: „De Hollanders slagen
hier, behalve een dood enkele, die nergens
terecht kan!Menschen zonder fut, zonder her
sens, of handen kunnen we zelfs in Canada
niet gebruiken".
VAN DER SLEBN.
De tewaterlating van de
„Nieuw Amsterdam".
H. M. de Koningin zal de doopplechtigheid
verrichten.
's-GRAVENHAGE, 9 Maart. Naar men
ons meldt, heeft H. M. de Koningin zich be
reid verklaard in den namiddag van 10 April
de doopplechtigheid te verrichten en de te
waterlating bij te wonen van het zich op één
der hellingen van de Rotterdamsche Droogdok
Maatschappij in aanbouw bevindend stoom
schip „Nieuw Amsterdam" van de Holland-
Amerika lijn.
DAMES-HOCKEY.
Het Nederlandsch B-elftal.
Op 4 April wordt te Miilheim a. Ruhr de
jaarlijksche wedstrijd tusschen West-Duitsch
land en Nederland B gespeld.
Een voorloopige B-ploeg, die Zondag a s.
op het Bloemendaal-terrein te half twaalf
zal oefenen tegen een team van B.M.H.C., is
thans samengesteld en bestaat uit de vol
gende speelsters:
Doel: Eggels (Union).
Achter: L. Houtappel (Amsterdam) en C.
Breukelman-Oostrijk (Victoria).
Midden: H. Smithuysen (Amsterdam),
Keip (Gooi) en J. Goeting (Rood Wit).
Vóór: B. Ingenhousz v. Schaick (H.D.M.),
E. Meyer (Togo), O. Kok (Hilversum), T.
Richter (Be Fair) en E. Exalto (H.H.IJ.C.)
WIELRIJDEN.
WIELERCRITERIUM TE SCHEVENINGEN
GAAT NIET DOOR.
Wegens de hooge kosten.
's-GRAVENHAGE, 9 Maart (A.N.P.) Het
wielercriterium te Scheveningen, dat op 5
Juni a.s. gehouden zou worden, gaat niet
door. Van de zijde der Exploitatie Maat
schappij Scheveningen vernemen wij, dat
deze maatschappij het niet verantwoord acht
te, den wedstrijd te laten doorgaan wegens
de hooge kosten er aan verbonden. Het is
haar niet mogelijk gebleken, zich tegen de
kosten te dekken, zooals verleden jaar het ge
val was.
Het programma voor Zondag.
Om den Ned. Voetbalbeker.
Eerste ronde:
XerxesHFC
EDO—DHC
Kennemers—THB
ZSGOKinheim
ZandvoortWA
DFC—Velox
StormvogelsExcelsior
ZeeburgiaCW
DIOZeemeeuwen
RipperdaWategr.meer.
Alkm. BoysBeverwijk
VDLHaarlem
UVSHillegom
KFC—Quick (H.)
SchotenRVC
Hermes-DVSDCL
HillinenCromvliet
HW—VSV
HBS—BEC
WEDSTRIJD ZWALUWEN—ROODE DUIVELS
UITGESTELD.
De wedstrijd ZwaluwenRoode Duivels,
die Woensdagavond zou worden gespeeld op
het V.U.C.-terrein te 's-Gravenhage, is uitge
steld tot Woensdag 17 Maart.
De reeds in voorverkoop genomen biljet
ten blijven geldig.
Het muzikale blijspel Schneider im Schloss'
WEENEN, 2 Maart
(Van onzen correspondent)
Leeg gaapt de zaal van het Weensche Rai-
mund-theater in het halfduister. Buiten staat
de vale winterdag en binnen branden hier en
daar electrische lampjes. Ook het tooneel is
verlicht en daar heerscht groote bedrijvig
heid. Er wordt generale repetitie gehouden van
het stuk „Schneider im Schloss", waarmede
de bekende Weensche tooneelspeler Hermann
Thimig en een ensemble van Weensche ac
teurs en actrices naar Holland zal reizen om
daar in verschillende steden voorstellingen te
geven. (Het ensemble heeft inmiddels zijn eer
ste opvoering in ons land gegeven. Red.).
Twee maal zal men in Rotterdam, in
den Grooten Schouwburg optreden, een opvoe
ring zal in den Koninklijken Schouwburg in
Den Haag plaats vinden en vijf maal zal men
in den Hollandschen Schouwburg in Amster
dam spelen. Ook zullen er enkele opvoeringen
in kleinere steden van ons land gegeven wor
den, o.a. Haarlem.
Het is vandaag de laatste dag, dat men nog
te Weenen is. Vanavond speelt het troepje al
te Presburg, niet ver hier vandaan, aan den
anderen kant van de Tsjecho-Slowaaksche
grens. Dan wordt nog een opvoering in KJa-
genfurt in het zuidelijke gedeelte van Oosten
rijk, in Karinthië, gegeven, en vervolgens gaat
het naar Holland. Vijftien tooneelspelers en
-speelsters ondernemen deze reis en twee pia
nisten, want „Schneider im Schloss" is een
blijspel, waarin verscheidene muzikale gedeel
ten voorkomen. Aardige, vlotte melodieën, die
het zeker bij het publiek in Holland zullen
„doen"! De geheele muzikale begeleiding be
staat uit slechts twee piano's, waarvan de eene
de andere soms „antwoord geeft". „Schneider
im Schloss" is te Weenen een reusachtig suc
ces geweest. Niettegenstaande het pas op den
vijftienden Juni van het vorige jaar in het
Akademietheater, het filiaal van het ver
maarde Weensche Burgtheater, zijn première
beleefde, werd het sindsdien, in deze beide
schouwburgen, al over de honderd maal op
gevoerd. In het Burgtheater werd het in den
Oudejaarsnacht gespeeld, toen, zooals gebrui
kelijk, alle Weensche schouwburgen stukken
op de planken brachten, die het best in den
smaak van het publiek vielen.
Ik denk, dat u het thema van „Schneider
im Schloss" wel kent, wanneer u indertijd
tenminste de alleraardigste film met Maurice
Chevalier „Love me to-night", een Para-
mount-product, gezien hebt, want de hande
ling is ongeveer dezelfde. Het thema werd aan
hetzelfde Fransche stuk van Paul Armont en
Leopold Marchand ontleend en door den be
kenden Weenschen acteur van het Burg
theater Karl Eidlitz in het Duitsch bewerkt.
De muziek werd geschreven door Alexander
Steinbrecher, die bekendheid verworven heeft
door zijn muziek van het Weensche ballet „Der
liebe Augustin", dat hier zoo vaak in de groo
te opera uitgevoerd werd. Ook is hij de com
ponist van verschillende populair geworden
„Schlagers". In het Burgtheater heeft hij bij
opvoeringen van „Schneider im Schloss" vaak
aan het klavier gezeten.
„Schneider lm Schloss" behelst de geschie
denis van een Parijschen kleermaker, die op
een oud kasteel verschijnt om daar een jongen
graaf, die tot zijn buitengewoon voorname
cliëntèle behoort, een nogal hoog geworden
rekening te presenteeren. De jonge graaf heeft
geen geld en zegt, dat hij op dit oogenblik
ook niet bij zijn oom, den markies en bezitter
van het slot, kan aankloppen. De kleermaker
blijft echter op zijn stuk staan en wil het slot
niet verlaten vóór hij zijn geld gekregen heeft
en er ontstaan nu alle mogelijke dolle toe
standen, want de graaf geeft den kleermaker
voor een van zijn adellijke vrienden en club-
genooten uit de hoofdstad uit en de kleerma
ker blijft logeeren. De man speelt zijn rol
uitstekend, hij is een charmant causeur en hij
blijkt een veelzijdig ontwikkeld mensch te
zijn, die op haast alle vragen antwoord weet
te geven. Hij is weldra de favoriet van alle
dames en alles schijnt om hem te draaien. Ten
slotte blijkt toch, dat hij geen „groote hans
en adellijke meneer", doch „maar een kleer
maker" is.
Het is een stuk, dat van het begin tot het
eind boeit en vol grappige momenten is. Ik
geloof niet, dat Thimig een beter stuk had
kunnen uitkiezen. Hij zelf speelt de rol van
den charmanten kleermaker en doet dit op
meesterlijke wijze. Hij vertelde mij, dat hij
zich reeds buitengewoon op het bezoek aan
ons land verheugt. Hij heeft de aangenaamste
herinneringen aan ons land van vroeger be
houden. Drie jaar geleden is hij er voor het
eerst geweest met een Weensch ensemble van
het toenmalige Reinhardt-theater, dat Gol-
donis „Diener zweier Herren" ten tooneele
bracht. „Overal", zoo zeide hij mij, „werden
wij buitengewoon hartelijk ontvangen!"
Men kent trouwens Thimig in Nederland ook
van zijn films, evenals zijn tegenspeelster, die
ook meekomt, Dagny Servaes, die vooral be
roemd geworden is door haar optreden gedu
rende de Festspiele te Salzburg. Tot het en
semble behooren verder o.a. nog Karl Ehmann
van het Deutsches Volkstheater, Ruth von
Teschenbruck van het Burgtheater, Helene
Lauterböck en Paul Horn van het Scalathea
ter, Daisy Solms en Rober Horky van het
Josefstad ter-Theater
Toen Prinses Juliana en Prins Bernhard te
Weenen vertoefden, hebben zij een voorstel
ling van „Der lacherliche Sir Anthony" in het
Akademietheater bijgewoond, waarvan de
hoofdrol door Hermann Thimig vervuld
werd. Zij waren beiden opgetogen over Thi-
mig's spel.
W. M. BEKAAR
Een souvenir voor Toscanini.
Het volgende jaar opnieuw in Nederland.
's-GRAVENHAGE, 9 Maart. In de pauze
van het gisteravond in het gebouw voor
Kunsten en Wetenschappen door Toscanini
gedirigeerde concert is den maestro namens
de orkestleden een teekening aangeboden.
Toscanini dankte hiervoor hartelijk en zeide
zeer tevreden over het Residentieorkest te
zijn.
„Volgend jaar kom ik bij u terug", voegde
hij er nog aan toe.
In Maart loopt het contract, dat de beroem
de dirigent naar Amerika roept, af, en het
bestuur van het Residentieorkest ontving van
Toscanini de verzekering, dat hij- dan in ieder
geval einde Maart in ons land zal zijn.
Waar en wanneer Toscanini met het orkest
zal concerteeren staat nog niet vast.
Conflict in de Amerikaansche
vakorganisaties duurt voort.
Green's laatste zet.
WASHINGTON, 9 Maart (A.N.P.) William
Green, voorzitter van de American Federation
of Labour, geeft den strijd tegen zijn grooten
tegenstander Lewis van het comité voor in-
dustrieele organisatie niet op. Naar het schijnt
treft hij thans voorbereidingen voor een defi
nitieven strijd met zijn concurrent op het ge
bied der arbeidersorganisaties. Zijn laatste zet
op het schaakbord is de mededeeling, die hij
gisteravond heeft doen publiceeren en waarin
hij arbeiders, die zich losmaken van de orga
nisaties, welke onder Lewis staan, en zich
aansluiten bij vakvereenigingen, die aangeslo
ten zijn bij de Amerkaansche federatie van
den arbeid, steun toezegt.
Het vergaan van de Kantoeng.
Nog geen beslissing over den bouw van een
nieuwen molen.
's-GRAVENHAGE, 9 Maart. Omtrent de
gevolgen van het ongeluk met den tinbagger
molen „Kantoeng" kan het volgende uit zeer
bevoegde bron worden gemeld:
Na een heden gepleegd overleg tusschen de
betrokken instanties in Nederland en Indië
is gebleken, dat bij de leiding van het Ban-
ka-tinbedrijf het volle vertrouwen bestaat
dat gedurende het jaar 1937 en het jaar 1938
de volle toegewezen productie van het
Banka-tinbedrijf, ook na dit ongeluk met de
„Kantoeng" kan worden opgeleverd. Het is
duidelijk, dat speciale maatregelen in dit
geval moeten worden getroffen met de voor
bereiding waarvan de leiding van het bedrijf
reeds is begonnen. Zoo zal de productie ver
der voorloopig moeten geschieden met klei
nere werktuigen en door handen-arbeid.
Dit laatste brengt de noodzakelijkheid
mede om de Immigratie van werklieden uit
China op te voeren, waarvoor men reeds
bezig is maatregelen te treffen. Verder zul
len de mijnen, welke in de afgeloopen jaren
werden verlaten als gevolg van de doorge
voerde mechaniseering doch die daarom nog
niet uitgeput waren, wederom worden be
werkt.
Inzake de bestelling van een nieuwen tin
baggermolen is nog geen beslissing genomen,
daar nog niet met zekerheid kan worden
vastgesteld of van het wrak nog iets te red
den valt. Wel kan gezegd (zooals wij reeds
meldden) dat de bergingskansen gering moe
ten worden geacht. Zoodra vaststaat dat de
Kantoeng geheel verloren is, zullen maat
regelen worden genomen inzake herbouw.
MARKT BODEGRAVEN (Dinsdag).
Aangevoerd 50 partijen Goudsche kaas,
alle met Rijksmerk. Totaal 2250 stuks
wegende 20.250 K.G.
Prijs R.M. Ie soort f 22—23V2..
2e soort f 20 1/2—21 1/2.
Handel matig
De geschiedenis van mijn Vader
door Daphne Du Marnier. Den
Haag. Zuid-Holl. Uitg. Mij.
Dit gezellig-dikke, smakelijk uitziende boek
men kent het formaat van de boeken de
zer uitgeverij nu langzamerhand wel door
haar succesnummers van de Tryge Gull-
branssen-serie bracht me iets anders dan
waarop ik was afgestevend. Dat wil ik, om te
-beginnen, eerst even vastleggen doch er met
een aan toevoegen dat ik door dat andere
geenszins me benadeeld voel. Trouwens dan
nog zou het mijn eigen schuld gewèest zijn:
de ondertitel vermeldt duidelijk dat hier het
leven van Gerald du Maurier, den tooneel
speler, directeur en tenslotte filmartist ver
haald wordt en niet dat van zijn vader
George, den beroemden teekenaar van
„Punch" die als schrijver van „Trilby" bo
vendien een wereldsucces behaalde. In plaats
van een schildersbiografie uit het Engeland
van het midden der negentiende eeuw las
ik een acteursleven van een generatie later,
en al zou de eerste mijn nieuwsgierigheid
aneer bevredigd hebben, met het andere heb
ik mij al lezende verzoend omdat ook dat mij
ging boeien en tot velerlei nieuw inzicht aan-
leiding gaf.
De eerste zeventig, tachtig bladzijden zijn
trouwens aan Daphne's grootvader, den tee
kenaar, gewijd. Deze oude Du Maurier had in
Parijs gestudeerd in den tijd van de roman
tische school. In Londen verkeerde hij in
den kring van Whistler en had omgang met
Leighton, Millais en Burne Jones; tot de
vrienden behoorden William Morris en Swin
burne en nog meer artistieke beroemdheden
van die dagen: een prachtig milieu uit de
nieuwere kunsthistorie om er iets meer van
te weten. Maar Daphne blijft, over haar
grootvader vertellend, wat dat betreft aan
de oppervlakte en is uit den aard der zaak
uitvoeriger over zijn gelukkig huiselijk leven.
Dat was een echt Engelsch huishouden,
voor een artist buitengewoon solide gegrond
vest, eenvoudig begonnen en zoo langzamer
hand als de welstand toeneemt, een beetje
meer met luxe en comfort versierd. In den
beginnen kon Du Maurier slechts nu en dan
ergens iets van zijn teekeningen kwijt raken,
maar toen in 1865 de beroemde Punch-tee-
kenaar Leech gestorven was, werd Du Mau
rier zijn opvolger aan de teekentafel van dat
wereldweekblad. Punch is wel een zeer eigen
aardige onderneming en is dat op den hui-
digen dag gebleven. Wat er de laatste eeuw
aan teekenaars van belang in Engeland ge
weest mag zijn heeft bijna zonder uitzon
dering korter of langer tijd aan Punch mee
gewerkt zoodat een serie jaargangen van
dat blad voor de geschiedenis der Europee-
sche caricatuur en humor onmisbaar is. Het
is er nog altijd, als voor vele jaren, een soort
regentenfamilie onder de medewerkers, die
bij den dood of het vertrek van één hunner
zichzelf aanvult. Daardoor is er in ejeest en
in presentatie een regelmatigheid bereikt die
onovertroffen bleef, terwijl het tot medewer
king uitverkoren worden nog steeds een
groote eer beduidt. Afgezien nog van de ho
noraria, die even eerbiedwaardig zijn als de
leeftijd van - Europa's oudste spotblad. Du
Maurier was een geestig man, opgewekt ook
in het dagelijksch leven, een leuke vader
voor zijn vijf kinderen, een prachtig echtge
noot, zoodat het leven in dat gezin, in een
tijd waarin ook aan pretjes en ontspannin
gen minder opgeschroefde eischen werden
gesteld dan tegenwoordig, op rolletjes liep.
Hij had ook al eens geschreven: een roman
„Peter Ibbetson" had de aandacht getrok
ken, maar een volgend boek zou dat nog veel
sterker doen.
Dat was Trilby, de roman waarin de hyp
nose gebruikt wordt om spanning in de han
deling te brengen. Trilby heeft Du Maurier
een fortuin bezorgd, eerst als boek, later als
tooneelstuk. Want nadat het boek door een
zekeren Paul Potter voor het tooneel be
werkt was, bracht de groote Beerbohm Tree
het in 1895 voor het eerst op de planken en
van dat moment af begon de wereldreis van
het stuk, dat overal een successtuk werd.
Ouderen onder onze lezers zullen zich Trilby
nog herinneren, zooals het met Royaards
als Svengali op het Leidsche Plein' avond
aan avond gespeeld is.
Een der jongste kinderen van Du Maurier
Gerald, speelde in de eerste opvoering bij
Beerbohm Tree in een kleine rol mêe. Gerald
had eindelijk toestemming gekre°:en aan het
tooneel te gaan en het is eigenijk zijn leven
dat door zijn dochter Daphne ons verhaald
wordt. Hij had vele qualiteiten van zijn va
der geërfd, was een groot regisseur en met-
teur-en-scène, zooals zijn vader groot was
als teekenaar van groepen van menschen,
en had ook diens onuitputtelijke fantasie.
Wij zullen Gerald's leven hier nu niet verder
volgen. Hij was directeur nu eens van die,
dan weer van een der andere groote Lon-
densche schouwburgen en had een bijzon
dere begaafheid speciale talenten te ontdek
ken onder de medewerkenden, die niet op
den voorgrond stonden. Hij heeft groote po
pulariteit gekend en groote sommen ver
diend, maar in den regel met die echt-En-
gelsche stukken, waarvan de kunstwaarde
belangrijk minder was dan de aantrekkings
kracht die er van aankleeding en spel als
zoodanig uitging. Het waren echte show
stukken met eminente acteurs, waardoor een
gemiddeld weinig litterair ontwikkeld pu
bliek maanden en maanden lang geboeid
bleeif. Voor wie in tooneeltoestanden. zooals
die vroeger in een stad als Londen moge
lijk waren, belang stelt is dit boek amusante
en instructieve lectuur. Voor acteurs in dezen
tijd om van te watertanden. Het minste sa
laris dat Du Maurier zijn belangrijken mede
werkers aanbiedt als hij ze engageert is
twintig pond in de week (240 gld.) en
hi~ kar het ze uitbetalen ook, dat is het
aardigste. Maar ook hij heeft deh ommekeer
beleefd, zijn zalen leeger zien worden en
schouwburgen in bioscooppaleizen zien me-
tamorphoseeren. Geen nood. Gerald heeft
zich „aangepast" en is óók voor de film gaan
werken. Hij heeft zelfs als filmspeler succes
sen behaald, zoodat ook onder onze lezers er
wel zullen zijn die zich zijn naam van het
witte doek herinneren. Maar het was toch
het oude niet meer Een beetje moe, een
beetje teleurgesteld in het leven, is Gerald
een paar jaar geleden gestorven, even zestig
jaar oud.
Dat laatste hoofdstuk van Daphne's boek
bevat wel de beste, de gevoeligste bladzijden
van haar vader's biographie. Het zijn niet de
eenige waardoor het boek mij getroffen
heeft. De dochter, die als romanschrijfster
reeds eenigen naam in Engeland heeft, be
wees van het goede artistenbloed der fa
milie haar deel te hebben meegekregen.. Zij
kan thans een ongeveer dertigjarige vrouw
zijn en dit levensverhaal van haar vader
boeide mij onverwachts meer dan ik ver
moedde om de zekerheid, de bewustheid, de
gevoelige zakelijkheid zou men kunnen zeg
gen. waarmee het geschreven werd. Zij ont
leedt het karakter en de eigenschappen van
den vader zonder sentimentaliteit, zonder
ophemelarij, maar tevens niet zonder eer
bied, niet zonder genegenheid, alsof het een
sympathieken vreemde gold. Zij ziet zóó ook
de broers en zusters, rustig en zuiver, en
blijft zelve waarneemster, uitbeeldster. Met
dat al is zij onbewust de vertegenwoordig
ster eener derde generatie, het kind van de
zen tijd, een tijd die de wijze van zien der
familierelaties grondig wijzigde. Dat lijkt
mij een der interessante kanten van dit
zeer goede boek. dat, naar het mij voorkomt,
door Clara Asscher-Pinkhof uitstekend be
werkt is.
J. H. DE BOIS.