Vlammende Schoonheid
Een oud gebruik. In de week voor
Paschen gaat de jeugd van Helvoirt
volgens traditie door het dorp en de
huizen langs om eieren te verzamelen.
Een aardig snapshot
In de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam is Woens
dag aan L. Smit Co's Internationalen Sleepdienst de _De
Ruyter-medaille uitgereikt, welke eens in de vijf jaar verleend
wordt aan hem, die zich in dien tijd voor de zeevaart of het
zeewezen bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt
Het paleis van H. K. H. Prinses Juliana aan den Kneuterdijk
te den Haag, waarin ook het Nationaal Crisis Comité ge
vestigd was, is verkocht en zal als kantoorgebouw worden
ingericht
Op het Sparta-terrein te Rotterdam speelde het voorloopig Nederlandsch elftal Woensdag een oefenwedstrijd tegen
de Engelsche prof-club Ipswich Town. Een spelmoment
Na de officieele in dienst stelling der nieuwe rioleeringsinstallatie te Beilen door minister J. A. de Wilde,
werd den autoriteiten door Drentsche schoonen koffie geserveerd
De directeur der K L M.. de heer A. Plesman, arri-
veeide Woensdag met de .Europa" uit Amerika te
Cherbourg, vanwaar hij onmiddellijk met de .Sperwer"
naar Rotterdam doorvloog en op Waalhaven landde
Ter gelegenheid van de Wereld
jamboree 1937 zullen in Nederland
zoowel als in Ned. Indiê speciale post
zegels worden uitgegeven, waarvan
hierboven een der exemplaren
Voor het eerst na 13 jaar heeft Oxford V/oensdag de groote traditioneele bootrace
Oxford-Cambridge gewonnen. Een spannend moment uit dezen zwaren wedstrijd
FEUILLETON
Naar het Engelsch van
TEMPLE BAILY.
(Nadruk Verboden.)
40)
Hij aanvaardde haar zorgen als de natuur
lijkste zaak ter wereld. Zij pookte het kachel
tje wat op en liet het bad dat zij met de Bar
lows deelde, volloopen.
Eindelijk lag hij gemakkelijk en rustig op
zijn schoone witte kussens. Zij had nog niets
van zichzelf verteld. Haai- gedachten waren
alleen voor hèm geweest. Hij zag er zoo bleek
uit-, zoo uitgeput; hij moest maar gaan sla
pen. Zij draaide het licht uit en ging in het
donker bij zijn bed zitten.
Hij lag erg stil en na een oogenblik zei hij
Ik heb het boek gelezen.
En? vroeg zij en haar stem verried haar
schrik.
Ja, het is goed werk, Jinny.
Vind je dat werkelijk, Rickey?
Het is goed werk. dat weet je wel, zeide
ni] eenigszins geïrriteerd. Maar het is mijn
boek, Jinny, ook nu nog. en niet van jou.
Zij dacht aan de weken, dat zij er aan had
gewerkt, maar ze antwoordde kalm:
Natuurlijk is het jouw boek. En Michael
wil het hebben.
Hij sloeg haar hand van zich af en kwam
overeind.
McMillan?
Ja.
Denk je werkelijk, dat ik het hem zal
geven? Er zijn nog wel andere uitgevers in de
wereld Jinny.
Dat weet ik wel. Maar dit verhaal Rickey
daarvoor beeft hij al betaald.
Die ellendige duizend dollars! Ik zal ze
hem wel terugbetalen, als ik het boek ergens
anders heb verkocht. Och, het is noodeloos
daar nog over te redeneeren. Jinny. Het boek
is van mij. Wat je er ook aan gedaan mag
hebben.
Zij zag hoe opgewonden hij raakte.
Rickey, lieveling, ga nu liggen. We zullen
er morgen wel verder over spreken. Je hebt
nu rust noodig.
Hij was dan ook doodop en toen hij einde
lijk sliep, ging Virginia naar de andere ka
mer en overdacht den toestand. Rickey was
weer thuis, ongelukkig, en meer dan ooit had
hij aan haar behoefte en haatte hij Michael.
Wat moest zij doen? Zou zij Rickey weer over
haar leven laten heersehen, zooals hij er altijd
over geheerscht had? Zij zou veel kracht noo
dig hebben om zichzelf vrij te maken. Zou zij
die kracht aanwenden? Of moest ze zich weer
laten vangen in de netten van Rickey's
egoïsme?
Zij had haar broer niet durven vertellen,
wat Michael van het manuscript had gezegd.
Hij had er een paar bladzijden van gelezen
en gezegd:
Het is werkelijk van jou, dit boek, lieve
ling. Hij had ook gezegd:
Ik wil het hebben
En nu kwam Rickey daartegen in verzet.
Maar Rickey had dien nacht in Annapolis
zijn woord gegeven en dat mocht hij niet
breken. De Farquhars waren menschen van
eer geweest. Dat zou zij hem zeggen. Zij zou
het hem wel duidelijk makenNatuurlijk,
natuurlijk zou hij alles begrijpen als een
verplichting waaraan hij zich niet onttrekken
kón.
Morgenvroeg zou zij Michael even opbellen.
Zij had beloofd met hem te lunchen, maar
dat kon nu niet doorgaan. Misschien zou zij
hem later op den dag wel kunnen ontmoeten
misschien zou zij mrs. Barlow en Mary Lee
kunnen vragen hem wat gezelschap te hou-
de: dan zou zij naar Michael kunnen gaan.
Ze voelde dat het niet verstandig was Rickey
alleen te laten.
Zij had voor dien nacht de canapé als bed
ingericht en van waar zij lag kon zij uit het
venster zien. De regen had opgehouden en de
wind blies den hemel schoon; groote wolken
dreven uiteen. In de stad was het leven nog in
vollen gang. Zij zou wel eens willen weten of
ze op het jacht der Van Duyne's nog op wa
ren. En zou Marty Rickey missen? Wat was
dat voor een vrouw, dat zij een jongen zóó
kon behandelen?
Maar hoe kon zij weten dat Marty op dat
zelfde oogenblik op het dek stond, gehuld in
een grijzen bontmantel en dat zij wachtte op
het opgaan van de zon. Jane Bleecker, in rose
négligée, was bij haar komen staan, haar
bloote voetjes in rose muiltjes.
Marty, als je zoo doet. komt er aan het
geklets geen eind.
Laat ze maar kletsen. Ik wil hem terug
hebben, Jane.
Roep hem dan terugen laat je uit
lachen.
Ik zal hem niet terugroependat weet
je. Maar m'n heele leven zal ik van hem
houden.
Toen was zij opgestaan, naar de reeling ge
gaan en had over het water gestaard. De zon
ging op in rood en goud en straalde over het
rimpellooze vlak.
Marty huiverde en wrong haar handen in
een.
Een nieuwe dag. maar alleen, zonder
hèm!
XXV.
De reactie.
Toen Rickey den volgenden morgen wakker
werd, zag hij zijn zuster door de openstaande
deur in haar groene jurkje bezig het ontbijt
klaar te maken.
Eieren en ham, Rickey, zei ze, toen ze
naar binnen keek. Ik zal het bij je brengen,
zoodra je je een beetje hebt opgefrischt.
Ik voel er niets voor om iets te eten. zei
hij en keerde zijn aezicht naar den muur. Zij
kwam naderbij en ging naast zijn bed staan.
Rickey, beste, een kopje koffie dan?
Nee.
Maar jongen.
Ik sta niet op. Waarom zou ik opstaan?
Zijn stem klonk wanhopig, maar zij was ge
duldig.
Kleed je maar eerst aan en kom dan in
de andere kamer; de regen heeft opgehouden
en het is mooi en heerlijk buiten.
Niets is „mooi en heerlijk". Laat me met
rust Jinny.
sloeg ze weg. Toen ging ze weg en sloot de
sloeg zeweg. Toen ging ze weg en sloot de
deur en zat bleek, eenzaam en met sombere
oogen aan het ontbijt. Na enkele oogenblikken
kwam de kleine Roger binnen met de ochtend
post. Hij deed erg gewichtig.
Twee brieven voor u. Mag ik één, minuut
je blijven? Moeder vindt het goed.
Jawel, maar dan moet je heel stil zijn.
Mijn broer is hier en moet slapen.
Roger fluisterde:
O, ik zal heelemaal geen leven maken.
En terwijl Virginia de brieven las speelde
Roger met het katje. De eerste was van
Michael en deed haar oogen stralen. Zij las
hem twee keer en nam toen den langen brief
van haar moeder, die haar erg verraste. Vader
was beter en verlangde naar huis terug.
„Naar Annapolis met jou en Rickey bij
ons. Rickey zou kunnen schrijven en jij en ik
zouden voor het huishouden kunnen zorgen.
Ik weet wel, dat er geen meubilair is, maar
vader zegt, dat hij liever in het oude huis kam
peert, dan ergens anders in weelde leeft. Wij
zijn er zóó aan gehecht, liefste, we zouden den
lieven dierbaren grond, waar we geboren zijn,
wel kunnen kussen; we houden van lederen
steen van de ruwe trottoirs daar in die oude
stad, van ieder arm huisje en tuintje.
Daarom willen we terug. Kun je niet eens
alles voor ons overleggen? Jinny, lieveling,
het lijkt wel, of we al onze lasten op jouw
schouders moeten laden. Schrijf me eens over
Rickey. Hoe staat het met zijn boek? En is hij
nog in Florida? Den laatsten tijd hebben we
niets meer van hem gehoord En jij vertelt zoo
niets over jezelf. Je brieven zijn lang en zoo
als jij bent: verstandig en opgewekt. Maar er
staats niets in van wat we zoo graag zouden
willen weten. Ik ben ongerust, Jinny. Ben je
gelukkig? Je bent zoo ver weg, lieveling. Ik
zou mijn armen om je heen willen slaan."
De kleine Roger was weggegaan en had het
katje met zich meegenomen en Virginia was
blij, dat er niemand was, die haar tranen kon
zien, toen ze den brief van haar moeder be
ëindigd had.
„Je bent zoo ver weg, lieveling, ik zou mijn
armen om je heen willen slaan".
O, hoe verlangde zij naar de beschutting van
die armen, naar de kracht van die kalmeeren-
de tegenwoordigheid.
Toen zij opstond om aan haar werk te gaan,
ging de deur tusschen de beide kamers open
en Rickey kwam binnen. Virginia had zijn
oude ochtendjas over het voeteneind van zijn
bed gelegd, maar hij had er de voorkeur aan
gegeven zijn Japansche aan te trekken, die hij
op het jacht had gedragen, met de schitteren
de blauwe vlinders tegen een zwart fond. Het
flatteerde zijn blondheid bijzonder.
Hij wierp zich op den divan en duwde de
kussens in zijn rug.
Je kunt me wel wat koffie geven, Jinny.
Zij gaf het hem en maakte met zorg zijn ont
bijt klaar: brood met een gekookt eitje.
Ik heb er nog eens over gedacht, zei hij
toen hij klaar was. Over „Vlammende Schoon
heid". Maar er bestaat absoluut geen reden om
het aan McMillan af te staan.
Tenzij, dat je je door een belofte gebon
den hebt. „T.
Belofte!? Rickey lachte kort en luid. Wie
maakt zich daar nu dik om? Die zijn gemak
kelijk genoeg te breken. Vraag het maar aan
Marty van Duyne.
Ik weet het. lieveling.
Rickey begroef zijn gezicht in de kussens
van den divan.
Je weet het niet!
Na een langdurig zwijgen sprak zij hem
kalm en rustig over de toekomst, over roem,
fortuin.
- Je hebt het in je macht iets te bereiken!
Hij luisterde begeerig.
(Wordt vervolgd.)