Beste Vriendinnetjes en Vriendjes Lezeressen en lezers van de IJmuider Courant. Leest allen het briefje aan Polly gericht en doet mede aan de prijsvraag geplaatst aan het slot van de rubriek. Voor de clubleden en andere trouwe leze ressen en lezers van de kinderrubriek, dus die Woensdag niet bij de prijsuitreiking aan wezig waren, wordt onderstaand lijstje ge plaatst,» Prijzen Kleurwedstrijd. Berenman, groote zak met knikkers. Sparretje, gezelschapsspel, getiteld „Weer mis". Neptunus, groote zak met knikkers. Pollie, groote zak met knikkers Kalfje, kleurboek. Willeke, kleurboek. Kleine Zus, kleurboek Handwerkstertje, luxe doosje met kleur krijt. Troostprijsjes kleurwedstrijd. Sneeuwvlokje, Veronika, Flippie Flink, Zus- jesbeschermstertje, Rozeknopje, allen plaat met harlekijn om in elkaar te maken. Denkt er aan plaatjes, geschikt om te kleu ren, te knippen uit de kindercourant. Over eenige weken wordt weer een kleurwedstrijd uitgeschreven waaraan dan ook niet-rubrie- kertjes mogen deelnemen. De deelnemende kinderen mogen niet jonger dan 5 en niet ouder dan 14 jaar zijn. DE LAATSTE CLUBMIDDAG '36—'37 De laatste clubmiddag is 1.1. Woensdag ge houden. Na de prijsuitreiking werden ver schillende wedstrijdspelen gedaan o.a. het zoeken naar een verstopt Paaschei; het raden van een kleur of getal; blokjes loopen om een Paaschei; in zilverpapier verpakte Paasch eieren verstopt onder op den grond liggende hoofddeksels; de hoofddeksels waaronder een ei lag aanwijzen, enz. Tusschen de bedrijven door traktatie. Tot slot van de pret allen naar Roggeveenstraat 27 om het Paaschstukje in ontvangst te ne men. Dit Paaschstukje was vervaardigd van serpentine. Op de club hadden de leden de serpentine gerold. Thuis had de leidster van deze rollen bakjes op voetstukjes gevormd en ze met waterglas bestreken. De bakjes wa ren gevuld met Paascheitjes terwijl op den rand van ieder bakje een eigenwijs rondneu zend kuikentje was geplaatst. Allen gingen opgewekt en blij naar huis met de belofte tot hervatting van het club werk trouw te zullen blijven schrijven. Het was een goed geslaagde middag dien de rubriekertjes niet spoedig zullen vergeten. Beste POLLIE. Hqp of ik het. maak? Wel vriend springlevend, maar druk. Druk met de voorbereiding voor de collecte die op Woensdag 31 Mei, Donderdag Vrijdag 2 en Zaterdag 3 April in de gemeente Velsen ge houden wordt ten bate van de Schoolvoeding. Je weet dat 1.1. winter (we hebben immers thans lente) pl.m. 500 kinderen 4 x per week een warm middagmaal op school ontvingen. Ondanks het zeer zuinige beheer is de kas van het Comité „Schoolvoeding" zoo onge veer leeg en moet, wil men a-s. zomer den kinderen die volgens den Dir. van den Gem. Geneesk. en Gezondh. Dienst melk noodig hebben, melk geven, genoemde kas weer ge vuld worden. Wil je meer van de collecte we ten, dan moet je maar aan je vader vragen of hij eens wil zien of er een propaganda stuk je in de courant staat en of je het even mag lezen'. Wil je op de collectedagen eens voor het welslagen duimen? Men zegt dat het helpt. De collecte moet slagen. De inwo ners van Velsen die tot heden gezorgd heb ben dat het Comité de eens op zich genomen taak naar behooren heeft kunnen volbren gen, zullen zeker ook thans een offertje wil len geven tot heil van de kinderen die de extra voeding zoo hoog noodig hebben. Wat mij betreft, na vier collectedagen wil ik heusch nog wel vier dagen centen tellen. Zeg vriend, 'k hoop dat niet alleen jij dit briefje leest maar ook alle lezeressen en lezers van de IJmuider Courant. Jij zeker ook? Prettig dat je herstellende bent. De titel van het ver haal dat je momenteel schrijft, vind ik zeer interessant. Veel succes met je werk. Dag Pollie. Beste BERENDMAN. Jij denkt ook gerui- men tijd voor St. Nicolaas zal ik m'n naam een lettertje meer doen bevatten. We waren anders juist zoo mooi aan het letter bezuini gen b.v. zo inplaats van zoo, stro inplaats van stroo enz. Enfin ik vind het best. Je schuilnaam luidt dus voortaan „Berendman". Je vraagt me om een groot briefje? Mag ik bij je in het krijt blijven en later m'n schuld inlossen. Er wacht zooveel werk, zoodat ik genoodzaakt ben dit keer m'n briefjes wat kort te maken, uitgezonderd het briefje aan Polly, dat ten slotte de zaak, waarvoor ik het momenteel zoo heel druk heb, ten goede komt. 'k Dank je voor je teekeningen. Dag Berendman. Best KALFJE. Hoe ik den door je ge- teekenden zeerob vind? Jongen, schitterend. Een echte stoere, stevige klant die niet bang is voor de zee met haar vele luimen en gril len. Hoe vonden je ouders je prijs en het Paaschstukje? Prettig dat je van den zomer ook m'n vriend blijft Hoe meer vriendinnen en vrienden ik onder de jeugd heb, hoe liever het mij is. Dag Kalfje. Beste KLEINE ZUS. Je kunt je nu thuis goed oefenen in het kleuren. Prettig hè, zoo'n mooi kleurboek? Aan den volgenden wedstrijd doe je natuurlijk weer mee. Dag Kleine Zus. Lief ROZEKNOPJE. Prettig dat je na de vacantie weer naar school mag. Nu maar niet meer ziek worden hoor. Heb je je Paasch stukje dat je verleden jaar op de club ge maakt hebt nog? Dat vind ik prettig Over eenige jaartjes heb je een heele verzameling en kan je een winkeltje beginnen in zelf ver vaardigde Paasehstukjes. Dag Rozeknopje. DE PAASCHHAAS door W. B.Z De Paaschhaas staat daar, kant en klaar, Hij zou naar 't Duinland gaan, Je ziet hem met zijn hoed en tasch Bij den kastanje staan. Hij wacht daar op de autobus Die rijdt naar het station Ja hij verlangt naar strand en duin En naar de lieve zon. Klein Hansje gaat er ook op uit Hij is lang ziek geweest, Moes zei: 'k denk dat de lieve zon Je heelemaal geneest. Hans nam zijn proppenschieter mee. Maar: wat ziet hij daar staan? Een haasje in een ruitjespak En met een pofbroek aan. Ze schrikken, geloof ik, allebei Het haasje zegt: „Meneer, Ik ga heusch naar mijn duinen toe Dus schiet me niet terneer." „Welnee," zegt Hans, „ik schiet je niet, 't Is Paschen, 'k ben zoo blij 'k Wensch je in 't duinland veel plezier En groet je vrouw van mij. Beste FLIPPIiE FLINK. Ja, jij behoorde dit keer tot de gelukkigen. Een anderen keer is Rina misschien-wel een prijswinstertje. Ze moet maar heel goed haar best doen. Je maakt je harlekijn maar keurig in elkaar. Veel succes. Dag Flippie Flink. Lief DUINVIOOLTJE. Je betreurt het nog steeds dat ons clubwerk voor eenige maanden stil staat? Maar meisjelief we scheiden toch niet voor goed? Je mag me toch iedere week schrijven en ik schrijf je terug. We zien bovendien elkander heusch nog vaak genoeg. Denk eens aan de visite uurtjes, enz. Neen, nu maar niet treuren, maar met mooi weer flink van de buitenlucht gaan genieten en mij geregeld schrijven. Dag Duinviooltje. Lief TEEKENAARSTERTJE. Hartelijk dank ik je voor de teekening en het schrijf werk. Prettig hè, dat je nu vacantie hebt en eens flink kunt buiten spelen. Geniet maar volop, zoodat je na de vacantie weer opge- frischt aan het werk kunt gaan. Dag Teeke- naarstertje. Best KRULLEKOFJE. 'k Dank je voor je goede wenschen en felicitatie. Wil je ook je grootmoeder en ouders namens mij voor hun attentie dank zeggen? Als je wilt, mag je voor één keer schrijf vacantie nemen. Kom je, wanneer je programma's van .de vereeni- ging „Kleine Kracht" te koop hebt, even bij me aan? Ben ik niet thuis, gooi er dan twee in m'n brievenbus, 'k Laat je het geld na ontvangst spoedig brengen. Dag Krullekopje. Best KLIMROOS JE. Prettig dat ook je zus rubriekertje, dus vriendinnetje, van me wil worden. Als je me van den zomer trouw schrijft, kan je met October clublid worden. Dag Klimroosje. Lief BOTERBLOEMPJE. Je bent dus het zusje van Klimroosje? Nu meisje, je bent van harte welkom en ik hoop dat je me trouw blijft schrijven en dat je aan de komende wedstrijden steeds mededoet. Met October word je dan clublid en mag je 's Woensdags middags aan het clubwerk deelnemen. Dag Boterbloempje. Lief SPARRETJE. Ook ik was blij, dat je evenals zooveel andere vriendinnetjes en vriendjes van me, voor een prijsje in aan merking kwam. Dat de H.'s Zondagmiddag niet bij je zijn geweest weet ik. 'k Zag ze 's middags loopend en fietsend langs m'n huis gaan en dacht toen „jammer voor H. Ze heeft nu geen visite". Maar je hebt je toch geluk kig best geamuseerd. Aan het slot van de rubriek plaats ik een prijsraadsel, 'k Hoop dat je weer mede doet. Dag Sparretje. Lief DOORNROOSJE. Waarom ben je niet op het clubwerk gekomen? 'k Heb je toch 's morgens nog gevraagd? Het was heel prettig en alle leden hebben zich best ge amuseerd. 'k Vond het heusch jammer dat je er niet was. Hoe gaat het thans met je zus ters en hoe maakt je grootmoeder het? Kan je het nog steeds zoo goed met haar vinden? Wil je m'n groeten aan Miep doen en denk je om 6 April? Zorg er voor dan aanwezig te zijn. Dag Doornroosje. Best DUINSPARRETJE. Is het feestje van de club je goed bevallen? Is je Paasch stukje goed overgekomen? In een volgend briefje geef je me maar antwoord op m'n vragen. Ja nu staat de reis van Santpoort naar IJmuiden weer voor eenige maanden stil. Je hebt je anders kranig geweerd. Je hebt een flinke dosis doorzettingsvermogen wat je in je leven heusch nog wel te pas zal komen. Prettige vacantie. Dag Duinsparretje. Lief STERRETJE. Ook ik hoop dat je met den volgenden wedstrijd tot de gelukki gen zult behooren. Je moet je maar flink oefenen en trachten, steeds met je kleurkrijt binnen de lijnen te blijven. Prettig dat je nu 'acantie hebt. Ook ik hoop op mooi, althar droog weer. Coliecteeren in den regen is min der aangenaam. Is je Paaschstukje goed over gekomen? Dag Sterretje. Lief SNEEUWVLOKJE. Ons clubwerk is momenteel voor eenige maanden onderbro ken en daarmede je geregelde Woensdagmid dagfietstocht van Santpoort naar IJmuiden vice versa. Je hebt Je kranig geweerd, even als zoovele andere Santpoortertjes. Ik mag zulk doorzetten wel. Je blijft me nu natuur lijk geregeld schrijven en bent met October dan weer van de partij. Als je de briefjes van je zelf, je zus en broer en van Cor Vogel in één envelop doet behoef je er maar één 3 cents postzegel op te plakken. De post bezorgt den brief dan aan mijn huis, Roggeveenstraat 27, IJmuiden, tenminste als je op de couvert m'n naam en adres schrijft. Dag Sneeuw vlokje. Tot m'n spijt moesten alle briefjes, die Donderdagmorgen na 10 uur aan m'n huis bezorgd werden tot de volgende week blij ven liggen. Met het oog op den Goeden Vrijdag moest de rubriek Donderdag, voor 12 uur op het bureau van de courant bezorgd zijn. Na 10 uur ingekomen briefjes kon ik dus niet meer beantwoorden. Alle vriendinnetjes en vriendjes wensch ik met him ouders en andere familieleden pret tige feestdagen toe. PRIJSVRAAG. Hoeveel tijd zal een commissie, bestaande uit 4 personen noodig hebben, om de op brengst van de a.s. collecte ten bate van de schoolvoeding te tellen? Er wordt gevraagd, per lid van het gezin, 1 cent te willen offeren. Gecollecteerd wordt: op Woensdag 31 Maart, te IJmuiden ten Wes ten van de Evertsenstraat; op Donderdag 1 April te IJmuiden-Oost; op Vrijdag 2 April te Driehuis en Santpoort; op Zaterdag 3 April te Velsen-Noord. Er wordt niet op straat, doch alleen langs de huizen gecollecteerd. Voorwaarden: 1. Aan deze prijsvraag mag iedere lezeres lezer (jong of oud) van de IJm. Courant mede doen. 2. De antwoorden moeten uiterlijk Zaterdag 3 April, bezorgd zijn Roggeveenstraat 27: IJmuiden. 3. Op het blad waarop de geschatte tijd is geschreven moet tevens naam en adres van de inzendster, inzender geplaatst zijn. 4. Na de geldtelling, worden de brieven opengemaakt. 5. Er worden minstens 3 prijzen beschikbaar gesteld. 6. Bij meer dan 3 goede oplossingen be slist het lot. 7. De uitslag wordt in de Kindercourant van Zaterdag 10 April bekend gemaakt. Veel succes. E. VULBRIEF, Roggeveenstr. 27, IJmuiden TWEE KLEINE PAASCHHAZEN TROKKEN DE WERELD IN. De avonturen van Boudewijn en Tobias. Ze wilden alle menschen en kinderen het Paaschwonder laten zien, maar. Er waren eens twee Paaschhazen. Ze heet ten Boudewijn en Tobias. Boudewijn was de oudste en flinkste van de twee: hij keek pienter de wereld in met z'n kraaloogen en stapte er lustig op los. Zijn neefje Tobias was wat kleiner en keek een beetje droomerig uit z'n oogjes. De haasjes waren geboren in het land van het Wonder, waar de kabouters en de elfjes, de tooverfeeën en de sprekende dieren wónen, waar de watervallen mooie liedjes ruischen en de armoedige hutjes uit zichzelf in schitterende paleizen veranderen. En daar hadden ze in het vroege voorjaar het Paaschwonder zien gebeuren. Ze hadden gezien, hoe het groote Paaschei dat den heelen winter als een schijnbaar doode, witte bol op de Paaschwei had gele gen, was opengebarsten en hoe de fee van het nieuwe leven, blinkend wit en goudblond met haar tooverstafje in de hand eruit was gestapt. De fee had toen, terwijl alle jonge Paasch haasjes met wijdopen oogen en met gespitste ooren hadden toegekeken, alle struiken rond om de Paaschwei en alle kleine dorre grasjes met haar tooverstafje aangeraakt, en kijk. de knopjes waren opengebarsten, de heele Paaschwei was groen en frisch geworden en duizenden witte en gele lentebloempjes wa ren uit de zacht geworden aarde opgebloeid. De kleine fee had een rond mondje ge trokken en haar adem in de lucht geblazen.... en de noordenwind was hals over kop ge vlucht naar de streken van de eeuwige koude en had plaats gemaakt voor het jonge stoeiende Zuidenwindje, dat de kleine bloe men liefkoosde en zachtjes aaide langs de pluizige ooren van al de Paaschhaasj es. Zoo'n groot, echt wonder was het geweest! Boudewijn en Tobias waren er vol van en daarom besloten zij, de menschenwereld in te trekken en aan iedereen te gaan vertellen, wat daar op de Paaschwei gebeurd was. Op een zonnigen lentemorgen trokken ze erop uit. Ze hadden van de fee ieder een too verstafje gekregen, waarmee ze kleine won dertjes konden doen Ze konden daar alle gewone kippen-, eenden- en kievitseieren mee aanraken, zóó dat het echte Paasch- eieren werden. En de oogen van de menschen en de kinderen zouden ze aanraken, opdat die ook het lentewonder konden zien. Zoo trokken twee dappere Paaschhazen de wereld in. Ze begonnen hun tocht in een groote stad. Vlug als haasjes glipten ze tus schen al de menschen en auto's en fietsen en agenten door en raakten snel de oogen van de menschen en kinderen aan met hun too- verstafjes. Maar die schenen niets te merken. Ze spoedden zich nog haastiger voort, sommige met de handen in de zakken en met gefronst voorhoofd. „We tikken niet hard genoeg", maende Tobias. „Dat zal 't zijn!" zei Boudewijn. En meteen gaf hij een klein meisje een flink tikje op een van haar blauwe poppenoogen. Het meisje keerde zich verontwaardigd om „Moeder, dat jongetje stompt me in m'n oog!" huilde ze. En toen kwam er een groote donkerblauwe agent aan met twee harde handen en die nam de beide Paaschhazen mee naar 't poli tiebureau. Of ze al uitlegden dat ze heusch Paaschhazen waren, die uit het land van het Wonder kwamen en dat ze alle menschen en kinderen en eieren moesten betooveren 't hielp allemaal niets! De agenten lachten hen uit en sloten hen op in een donker hok met een tralieraampje. Tobias veegde een traantje van zijn neus en Boudewijn liet zijn ooren slap hangen. „Wat nu?" zuchtten de haasjes. „Onze tooverstafjes", zei Boudewijn. En hij raakte eventjes de tralies aan en die werden zoo week als koek. De haasjes klommen uit het raampje en stonden op straat. En.., vreugde, wat zagen ze daar vlak vóór zich? Een groote, groote winkel van bontgekleurde eieren, van suiker en van chocolade en met prachtige glinsterende papiertjes er omheen. Er stonden ook kleine Paaschhaasjes voor het raam, maar die waren niet echt. „Zouden die het Wonder gezien hebben?" fluisterde Boudewijn zachtjes, terwijl hij zijn neefje aan den mouw trok. „Ik denk het niet!" fluisterde Tobias „Onze tooverstafjes!" zei Boudewijn opeens weer. Ja, ja, dat was een goed idee. De twee dap pere haasjes wandelden parmantig den win kel in en vóór de juffrouw, die achter de toon bank stond er erg in had, waren ze al in de etalage geklommen en raakten een voor een alle eitjes met hun stafjes aan. Dat was een heel werk, en zoo ijverig waren ze bezig, dat ze niet eens merkten, hoe er langzamerhand een heele oploop voor het raam ontstond. „O kijk eens, kijk eens, twee levende Paasch hazen!" jubelde een kleine jongen. „En ze maken al die andere haasjes ook levend. Zie je wel? „Ben je mal, jó, dat is alles electx-a" verbeterde zijn eigenwijze zusje en de andere kinderen begonnen het jongetje uit te lachen en te beweren, dat de hazen „van electra" of „van mechaniek" waren. Allemaal schreeuw den ze tenslotte door elkaar en toen het ru moer zijn hoogtepunt had bereikt en de straat heelemaal zwart van de kinderen was, kwam een groote dikke agent aangestapt en liep regelrecht den winkel in. „Hmhm" zei de agent. „U veroorzaakt een verkeersstagnatie, juffrouw." „Ik, agent?" vroeg de juffrouw doodver- baasd. „Ja, juffrouw, U met uw electrische haas jes. Dat kan zoo niet." „Haasjes? Ik „ik, ik hèb geen haasjes" Maar na een blik in de étalage begon zij plotseling te gillen en holde de straat op on der luid geroep van „O, o, wie heeft die vieze beesten in m'n kast gezet! O, o! wat een bru tale, vieze beesten! Help, help, help!" Je begrijpt dat de oploop toen nog veel grooter werd en dat de kinderen nog veel harder lachten en schreeuwden. Na een half uurtje waren er in de straat vijf agenten aan het werk om de oploop uiteen te drijven en reed een ziekenhuisauto voor om de juffrouw uit den winkel, die flauw gevallen was, weg te brengen, 't Werd zoo'n vreeselijke herrie dat niemand meer naar de arme Paaschhaasjes omkeek. Die zaten midden in de étalage op hun staartje en wisten niet hoe ze 't hadden. „Hoe komen we hier uit?" bibberde Tobias. „Onze tooverstafjes!" zei Boudewijn. Ze raakten even de ruit aan enweer ston den de haasjes op straat. „Hollen!" riep To bias. En meteen zetten ze het op een loopen, tusschen de beenen van een lange agent door, langs menschen en fietsen en auto's weg weg, de stad uit! Toen het avond werd gingen ze even uit rusten aan den grooten weg, in een klein boschje, waar het een beetje beschut was. Er woei een scherpe voorjaarswind. De beide haasjes huilden van teleurstelling en van kou en Boudewijn sloeg zijn arm om Tobias heen om hem te troosten. „Hazen van mechaniek, Hazen van electra" bromde Tobias. „Brutale vieze beesten", zei Boudewijn ver ontwaardigd Ze zuchtten nog eens diep en vielen toen van vermoeidheid in slaap. En toen kwam de fee van het nieuwe leven voorbij en zij nam de kleine vriendelijke haasjes in haar armen en droeg ze voorzichtig terug naar het land van het Wonder. R. DE RUYTER-V. d. FEER. DE GEFOPTE WOEKERAAR. De Duitsche balladendichter Gottfried August Bürger leefde in groote armoede. Al tijd zaten hem de schuldeischers op de hielen. Bijzonder erg maakte het een woekeraar wien hij een leening niet op den be paalden tijd had kunnen terug betalen. Toen Bürger op zekeren dag bij den barbier zat en al ingezeept was, kwam ook de woekeraar binnen. Hij zag den dichter en liep op hem toe om hem aan de terugbetaling van het geld te herinneren. „Kunt u tenminste niet wachten tot ik geschoren ben", vroeg Bürger. „Natuurlijk, met genoegen!", zei de woeke raar. „Dan bent u mijn getuige!", riep Bür ger den barbier toe, waschte zich de zeep weder van het gezicht, verliet den barbiers winkel en liet zijn baard groeien tot hij het geld terugbetalen kon! DE WRAAK VAN DEN TOONEELSPELER Een van onze groote Nederlandsohe too- neelspelers, die wij maar Pieterse zullen noe men, kreeg eens van een vriend een onge- frankeerden brief, waarin niets anders stond dan: „Het gaat mij goed. Met vriendelijke groeten." Pieterse ergerde zich over het dub bele port. dat hij voor den brief moest betalen en besloot zich te wreken. Hij nam een sterke kist, deed er een enormen keisteen in en zond die zijn vriend ongefrankeerd toe. Deze be taalde natuurlijk voor zulk een groot zwaar cadeau graag de hooge vracht! Maar zijn ge zicht werd voortdurend langer en langer, toen de onverwachte inhoud van de kist te voor schijn kwam en hij het schrijven van Pieterse las: „Beste vriend! Van blijdschap dat het U goed gaat is mij bijgaande steen van het hart gevallen! Vele groeten! Pieterse." EEN KOUDE PASCHEN Dat was het in 't jaar 1845. Het was toen nog even vroeger Paschen dan van 't jaar n.l. 23 Maart en 't water was toen nog overal met ijs bedekt. Men at toen Paascheieren op 't ijs en men verkocht toen eieren met het op schrift: „Gekookt op het ijs, 23 Maart 1845". PAASCHEIEREN KLEUREN. 1 Je kunt tegenwoordig in den winkel aller lei verf koopen om paascheieren te kleuren. Maar je kunt ze ook zonder verf mooi kleu ren en wel op de volgende manier. Vraag aan moeder een katoenen lapje, waar een vroolijk patroontje op staat en bindt dat ste vig om een ei. Leg dan het ei in kokend wai ter en laat het dan een kwartiertje door ko ken, waarna je het in koud water laat af koelen. Als je dan het lapje er voorzichtig fdoet. zul je eens zien. hop mooi je eJ ge sleurd is. Denk er om niet te veel eieren met allerlei gekleurde lapjes tegelijk koken, want dan heb je kans dat het doorloopt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 9