Beste Vriendinnetjes en
Vriendjes
Lezeressen en lezers van
de IJmuider Courant.
Leest allen het briefje aan Polly gericht en
doet mede aan de prijsvraag geplaatst aan
het slot van de rubriek.
Voor de clubleden en andere trouwe leze
ressen en lezers van de kinderrubriek, dus
die Woensdag niet bij de prijsuitreiking aan
wezig waren, wordt onderstaand lijstje ge
plaatst,»
Prijzen Kleurwedstrijd.
Berenman, groote zak met knikkers.
Sparretje, gezelschapsspel, getiteld „Weer
mis".
Neptunus, groote zak met knikkers.
Pollie, groote zak met knikkers
Kalfje, kleurboek.
Willeke, kleurboek.
Kleine Zus, kleurboek
Handwerkstertje, luxe doosje met kleur
krijt.
Troostprijsjes kleurwedstrijd.
Sneeuwvlokje, Veronika, Flippie Flink, Zus-
jesbeschermstertje, Rozeknopje, allen plaat
met harlekijn om in elkaar te maken.
Denkt er aan plaatjes, geschikt om te kleu
ren, te knippen uit de kindercourant. Over
eenige weken wordt weer een kleurwedstrijd
uitgeschreven waaraan dan ook niet-rubrie-
kertjes mogen deelnemen. De deelnemende
kinderen mogen niet jonger dan 5 en niet
ouder dan 14 jaar zijn.
DE LAATSTE CLUBMIDDAG '36—'37
De laatste clubmiddag is 1.1. Woensdag ge
houden. Na de prijsuitreiking werden ver
schillende wedstrijdspelen gedaan o.a. het
zoeken naar een verstopt Paaschei; het raden
van een kleur of getal; blokjes loopen om
een Paaschei; in zilverpapier verpakte Paasch
eieren verstopt onder op den grond liggende
hoofddeksels; de hoofddeksels waaronder een
ei lag aanwijzen, enz.
Tusschen de bedrijven door traktatie. Tot
slot van de pret allen naar Roggeveenstraat
27 om het Paaschstukje in ontvangst te ne
men. Dit Paaschstukje was vervaardigd van
serpentine. Op de club hadden de leden de
serpentine gerold. Thuis had de leidster van
deze rollen bakjes op voetstukjes gevormd en
ze met waterglas bestreken. De bakjes wa
ren gevuld met Paascheitjes terwijl op den
rand van ieder bakje een eigenwijs rondneu
zend kuikentje was geplaatst.
Allen gingen opgewekt en blij naar huis
met de belofte tot hervatting van het club
werk trouw te zullen blijven schrijven.
Het was een goed geslaagde middag dien
de rubriekertjes niet spoedig zullen vergeten.
Beste POLLIE. Hqp of ik het. maak? Wel
vriend springlevend, maar druk. Druk met
de voorbereiding voor de collecte die op
Woensdag 31 Mei, Donderdag Vrijdag 2 en
Zaterdag 3 April in de gemeente Velsen ge
houden wordt ten bate van de Schoolvoeding.
Je weet dat 1.1. winter (we hebben immers
thans lente) pl.m. 500 kinderen 4 x per week
een warm middagmaal op school ontvingen.
Ondanks het zeer zuinige beheer is de kas
van het Comité „Schoolvoeding" zoo onge
veer leeg en moet, wil men a-s. zomer den
kinderen die volgens den Dir. van den Gem.
Geneesk. en Gezondh. Dienst melk noodig
hebben, melk geven, genoemde kas weer ge
vuld worden. Wil je meer van de collecte we
ten, dan moet je maar aan je vader vragen
of hij eens wil zien of er een propaganda
stuk je in de courant staat en of je het even
mag lezen'. Wil je op de collectedagen eens
voor het welslagen duimen? Men zegt dat
het helpt. De collecte moet slagen. De inwo
ners van Velsen die tot heden gezorgd heb
ben dat het Comité de eens op zich genomen
taak naar behooren heeft kunnen volbren
gen, zullen zeker ook thans een offertje wil
len geven tot heil van de kinderen die de
extra voeding zoo hoog noodig hebben. Wat
mij betreft, na vier collectedagen wil ik
heusch nog wel vier dagen centen tellen. Zeg
vriend, 'k hoop dat niet alleen jij dit briefje
leest maar ook alle lezeressen en lezers van
de IJmuider Courant. Jij zeker ook? Prettig
dat je herstellende bent. De titel van het ver
haal dat je momenteel schrijft, vind ik zeer
interessant. Veel succes met je werk. Dag
Pollie.
Beste BERENDMAN. Jij denkt ook gerui-
men tijd voor St. Nicolaas zal ik m'n naam
een lettertje meer doen bevatten. We waren
anders juist zoo mooi aan het letter bezuini
gen b.v. zo inplaats van zoo, stro inplaats
van stroo enz. Enfin ik vind het best. Je
schuilnaam luidt dus voortaan „Berendman".
Je vraagt me om een groot briefje? Mag ik
bij je in het krijt blijven en later m'n schuld
inlossen. Er wacht zooveel werk, zoodat ik
genoodzaakt ben dit keer m'n briefjes wat
kort te maken, uitgezonderd het briefje aan
Polly, dat ten slotte de zaak, waarvoor ik het
momenteel zoo heel druk heb, ten goede
komt. 'k Dank je voor je teekeningen. Dag
Berendman.
Best KALFJE. Hoe ik den door je ge-
teekenden zeerob vind? Jongen, schitterend.
Een echte stoere, stevige klant die niet bang
is voor de zee met haar vele luimen en gril
len. Hoe vonden je ouders je prijs en het
Paaschstukje? Prettig dat je van den zomer
ook m'n vriend blijft Hoe meer vriendinnen
en vrienden ik onder de jeugd heb, hoe liever
het mij is. Dag Kalfje.
Beste KLEINE ZUS. Je kunt je nu thuis
goed oefenen in het kleuren. Prettig hè,
zoo'n mooi kleurboek? Aan den volgenden
wedstrijd doe je natuurlijk weer mee. Dag
Kleine Zus.
Lief ROZEKNOPJE. Prettig dat je na de
vacantie weer naar school mag. Nu maar niet
meer ziek worden hoor. Heb je je Paasch
stukje dat je verleden jaar op de club ge
maakt hebt nog? Dat vind ik prettig Over
eenige jaartjes heb je een heele verzameling
en kan je een winkeltje beginnen in zelf ver
vaardigde Paasehstukjes. Dag Rozeknopje.
DE PAASCHHAAS
door W. B.Z
De Paaschhaas staat daar, kant en klaar,
Hij zou naar 't Duinland gaan,
Je ziet hem met zijn hoed en tasch
Bij den kastanje staan.
Hij wacht daar op de autobus
Die rijdt naar het station
Ja hij verlangt naar strand en duin
En naar de lieve zon.
Klein Hansje gaat er ook op uit
Hij is lang ziek geweest,
Moes zei: 'k denk dat de lieve zon
Je heelemaal geneest.
Hans nam zijn proppenschieter mee.
Maar: wat ziet hij daar staan?
Een haasje in een ruitjespak
En met een pofbroek aan.
Ze schrikken, geloof ik, allebei
Het haasje zegt: „Meneer,
Ik ga heusch naar mijn duinen toe
Dus schiet me niet terneer."
„Welnee," zegt Hans, „ik schiet je niet,
't Is Paschen, 'k ben zoo blij
'k Wensch je in 't duinland veel plezier
En groet je vrouw van mij.
Beste FLIPPIiE FLINK. Ja, jij behoorde
dit keer tot de gelukkigen. Een anderen keer
is Rina misschien-wel een prijswinstertje. Ze
moet maar heel goed haar best doen. Je
maakt je harlekijn maar keurig in elkaar.
Veel succes. Dag Flippie Flink.
Lief DUINVIOOLTJE. Je betreurt het
nog steeds dat ons clubwerk voor eenige
maanden stil staat? Maar meisjelief we
scheiden toch niet voor goed? Je mag me
toch iedere week schrijven en ik schrijf je
terug. We zien bovendien elkander heusch
nog vaak genoeg. Denk eens aan de visite
uurtjes, enz. Neen, nu maar niet treuren,
maar met mooi weer flink van de buitenlucht
gaan genieten en mij geregeld schrijven. Dag
Duinviooltje.
Lief TEEKENAARSTERTJE. Hartelijk
dank ik je voor de teekening en het schrijf
werk. Prettig hè, dat je nu vacantie hebt en
eens flink kunt buiten spelen. Geniet maar
volop, zoodat je na de vacantie weer opge-
frischt aan het werk kunt gaan. Dag Teeke-
naarstertje.
Best KRULLEKOFJE. 'k Dank je voor
je goede wenschen en felicitatie. Wil je ook je
grootmoeder en ouders namens mij voor hun
attentie dank zeggen? Als je wilt, mag je
voor één keer schrijf vacantie nemen. Kom
je, wanneer je programma's van .de vereeni-
ging „Kleine Kracht" te koop hebt, even bij
me aan? Ben ik niet thuis, gooi er dan twee
in m'n brievenbus, 'k Laat je het geld na
ontvangst spoedig brengen. Dag Krullekopje.
Best KLIMROOS JE. Prettig dat ook je
zus rubriekertje, dus vriendinnetje, van me
wil worden. Als je me van den zomer trouw
schrijft, kan je met October clublid worden.
Dag Klimroosje.
Lief BOTERBLOEMPJE. Je bent dus het
zusje van Klimroosje? Nu meisje, je bent van
harte welkom en ik hoop dat je me trouw
blijft schrijven en dat je aan de komende
wedstrijden steeds mededoet. Met October
word je dan clublid en mag je 's Woensdags
middags aan het clubwerk deelnemen. Dag
Boterbloempje.
Lief SPARRETJE. Ook ik was blij, dat je
evenals zooveel andere vriendinnetjes en
vriendjes van me, voor een prijsje in aan
merking kwam. Dat de H.'s Zondagmiddag
niet bij je zijn geweest weet ik. 'k Zag ze
's middags loopend en fietsend langs m'n huis
gaan en dacht toen „jammer voor H. Ze heeft
nu geen visite". Maar je hebt je toch geluk
kig best geamuseerd. Aan het slot van de
rubriek plaats ik een prijsraadsel, 'k Hoop
dat je weer mede doet. Dag Sparretje.
Lief DOORNROOSJE. Waarom ben je
niet op het clubwerk gekomen? 'k Heb je
toch 's morgens nog gevraagd? Het was heel
prettig en alle leden hebben zich best ge
amuseerd. 'k Vond het heusch jammer dat
je er niet was. Hoe gaat het thans met je zus
ters en hoe maakt je grootmoeder het? Kan
je het nog steeds zoo goed met haar vinden?
Wil je m'n groeten aan Miep doen en denk je
om 6 April? Zorg er voor dan aanwezig te
zijn. Dag Doornroosje.
Best DUINSPARRETJE. Is het feestje
van de club je goed bevallen? Is je Paasch
stukje goed overgekomen? In een volgend
briefje geef je me maar antwoord op m'n
vragen. Ja nu staat de reis van Santpoort
naar IJmuiden weer voor eenige maanden
stil. Je hebt je anders kranig geweerd. Je
hebt een flinke dosis doorzettingsvermogen
wat je in je leven heusch nog wel te pas zal
komen. Prettige vacantie. Dag Duinsparretje.
Lief STERRETJE. Ook ik hoop dat je
met den volgenden wedstrijd tot de gelukki
gen zult behooren. Je moet je maar flink
oefenen en trachten, steeds met je kleurkrijt
binnen de lijnen te blijven. Prettig dat je nu
'acantie hebt. Ook ik hoop op mooi, althar
droog weer. Coliecteeren in den regen is min
der aangenaam. Is je Paaschstukje goed over
gekomen? Dag Sterretje.
Lief SNEEUWVLOKJE. Ons clubwerk is
momenteel voor eenige maanden onderbro
ken en daarmede je geregelde Woensdagmid
dagfietstocht van Santpoort naar IJmuiden
vice versa. Je hebt Je kranig geweerd, even
als zoovele andere Santpoortertjes. Ik mag
zulk doorzetten wel. Je blijft me nu natuur
lijk geregeld schrijven en bent met October
dan weer van de partij. Als je de briefjes van
je zelf, je zus en broer en van Cor Vogel in
één envelop doet behoef je er maar één 3
cents postzegel op te plakken. De post bezorgt
den brief dan aan mijn huis, Roggeveenstraat
27, IJmuiden, tenminste als je op de couvert
m'n naam en adres schrijft. Dag Sneeuw
vlokje.
Tot m'n spijt moesten alle briefjes, die
Donderdagmorgen na 10 uur aan m'n huis
bezorgd werden tot de volgende week blij
ven liggen.
Met het oog op den Goeden Vrijdag moest
de rubriek Donderdag, voor 12 uur op het
bureau van de courant bezorgd zijn. Na 10
uur ingekomen briefjes kon ik dus niet meer
beantwoorden.
Alle vriendinnetjes en vriendjes wensch ik
met him ouders en andere familieleden pret
tige feestdagen toe.
PRIJSVRAAG.
Hoeveel tijd zal een commissie, bestaande
uit 4 personen noodig hebben, om de op
brengst van de a.s. collecte ten bate van de
schoolvoeding te tellen?
Er wordt gevraagd, per lid van het gezin,
1 cent te willen offeren. Gecollecteerd wordt:
op Woensdag 31 Maart, te IJmuiden ten Wes
ten van de Evertsenstraat;
op Donderdag 1 April te IJmuiden-Oost;
op Vrijdag 2 April te Driehuis en Santpoort;
op Zaterdag 3 April te Velsen-Noord.
Er wordt niet op straat, doch alleen langs
de huizen gecollecteerd.
Voorwaarden:
1. Aan deze prijsvraag mag iedere lezeres
lezer (jong of oud) van de IJm. Courant mede
doen.
2. De antwoorden moeten uiterlijk Zaterdag
3 April, bezorgd zijn Roggeveenstraat 27:
IJmuiden.
3. Op het blad waarop de geschatte tijd is
geschreven moet tevens naam en adres van
de inzendster, inzender geplaatst zijn.
4. Na de geldtelling, worden de brieven
opengemaakt.
5. Er worden minstens 3 prijzen beschikbaar
gesteld.
6. Bij meer dan 3 goede oplossingen be
slist het lot.
7. De uitslag wordt in de Kindercourant
van Zaterdag 10 April bekend gemaakt.
Veel succes.
E. VULBRIEF,
Roggeveenstr. 27, IJmuiden
TWEE KLEINE PAASCHHAZEN TROKKEN
DE WERELD IN.
De avonturen van Boudewijn en Tobias.
Ze wilden alle menschen en kinderen het
Paaschwonder laten zien, maar.
Er waren eens twee Paaschhazen. Ze heet
ten Boudewijn en Tobias. Boudewijn was de
oudste en flinkste van de twee: hij keek
pienter de wereld in met z'n kraaloogen en
stapte er lustig op los. Zijn neefje Tobias was
wat kleiner en keek een beetje droomerig uit
z'n oogjes. De haasjes waren geboren in het
land van het Wonder, waar de kabouters en
de elfjes, de tooverfeeën en de sprekende
dieren wónen, waar de watervallen mooie
liedjes ruischen en de armoedige hutjes uit
zichzelf in schitterende paleizen veranderen.
En daar hadden ze in het vroege voorjaar
het Paaschwonder zien gebeuren.
Ze hadden gezien, hoe het groote Paaschei
dat den heelen winter als een schijnbaar
doode, witte bol op de Paaschwei had gele
gen, was opengebarsten en hoe de fee van
het nieuwe leven, blinkend wit en goudblond
met haar tooverstafje in de hand eruit was
gestapt.
De fee had toen, terwijl alle jonge Paasch
haasjes met wijdopen oogen en met gespitste
ooren hadden toegekeken, alle struiken rond
om de Paaschwei en alle kleine dorre grasjes
met haar tooverstafje aangeraakt, en kijk.
de knopjes waren opengebarsten, de heele
Paaschwei was groen en frisch geworden en
duizenden witte en gele lentebloempjes wa
ren uit de zacht geworden aarde opgebloeid.
De kleine fee had een rond mondje ge
trokken en haar adem in de lucht geblazen....
en de noordenwind was hals over kop ge
vlucht naar de streken van de eeuwige koude
en had plaats gemaakt voor het jonge
stoeiende Zuidenwindje, dat de kleine bloe
men liefkoosde en zachtjes aaide langs de
pluizige ooren van al de Paaschhaasj es.
Zoo'n groot, echt wonder was het geweest!
Boudewijn en Tobias waren er vol van en
daarom besloten zij, de menschenwereld in
te trekken en aan iedereen te gaan vertellen,
wat daar op de Paaschwei gebeurd was.
Op een zonnigen lentemorgen trokken ze
erop uit. Ze hadden van de fee ieder een too
verstafje gekregen, waarmee ze kleine won
dertjes konden doen Ze konden daar alle
gewone kippen-, eenden- en kievitseieren
mee aanraken, zóó dat het echte Paasch-
eieren werden. En de oogen van de menschen
en de kinderen zouden ze aanraken, opdat
die ook het lentewonder konden zien.
Zoo trokken twee dappere Paaschhazen de
wereld in. Ze begonnen hun tocht in een
groote stad. Vlug als haasjes glipten ze tus
schen al de menschen en auto's en fietsen en
agenten door en raakten snel de oogen van
de menschen en kinderen aan met hun too-
verstafjes.
Maar die schenen niets te merken. Ze
spoedden zich nog haastiger voort, sommige
met de handen in de zakken en met gefronst
voorhoofd.
„We tikken niet hard genoeg", maende
Tobias.
„Dat zal 't zijn!" zei Boudewijn. En meteen
gaf hij een klein meisje een flink tikje op
een van haar blauwe poppenoogen.
Het meisje keerde zich verontwaardigd om
„Moeder, dat jongetje stompt me in m'n
oog!" huilde ze.
En toen kwam er een groote donkerblauwe
agent aan met twee harde handen en die
nam de beide Paaschhazen mee naar 't poli
tiebureau. Of ze al uitlegden dat ze heusch
Paaschhazen waren, die uit het land van
het Wonder kwamen en dat ze alle menschen
en kinderen en eieren moesten betooveren
't hielp allemaal niets! De agenten lachten
hen uit en sloten hen op in een donker hok
met een tralieraampje.
Tobias veegde een traantje van zijn neus
en Boudewijn liet zijn ooren slap hangen.
„Wat nu?" zuchtten de haasjes.
„Onze tooverstafjes", zei Boudewijn. En hij
raakte eventjes de tralies aan en die werden
zoo week als koek. De haasjes klommen uit
het raampje en stonden op straat. En..,
vreugde, wat zagen ze daar vlak vóór zich?
Een groote, groote winkel van bontgekleurde
eieren, van suiker en van chocolade en met
prachtige glinsterende papiertjes er omheen.
Er stonden ook kleine Paaschhaasjes voor
het raam, maar die waren niet echt.
„Zouden die het Wonder gezien hebben?"
fluisterde Boudewijn zachtjes, terwijl hij zijn
neefje aan den mouw trok. „Ik denk het
niet!" fluisterde Tobias „Onze tooverstafjes!"
zei Boudewijn opeens weer.
Ja, ja, dat was een goed idee. De twee dap
pere haasjes wandelden parmantig den win
kel in en vóór de juffrouw, die achter de toon
bank stond er erg in had, waren ze al in de
etalage geklommen en raakten een voor een
alle eitjes met hun stafjes aan. Dat was een
heel werk, en zoo ijverig waren ze bezig, dat
ze niet eens merkten, hoe er langzamerhand
een heele oploop voor het raam ontstond. „O
kijk eens, kijk eens, twee levende Paasch
hazen!" jubelde een kleine jongen. „En ze
maken al die andere haasjes ook levend. Zie
je wel? „Ben je mal, jó, dat is alles electx-a"
verbeterde zijn eigenwijze zusje en de andere
kinderen begonnen het jongetje uit te lachen
en te beweren, dat de hazen „van electra" of
„van mechaniek" waren. Allemaal schreeuw
den ze tenslotte door elkaar en toen het ru
moer zijn hoogtepunt had bereikt en de straat
heelemaal zwart van de kinderen was, kwam
een groote dikke agent aangestapt en liep
regelrecht den winkel in.
„Hmhm" zei de agent. „U veroorzaakt
een verkeersstagnatie, juffrouw."
„Ik, agent?" vroeg de juffrouw doodver-
baasd.
„Ja, juffrouw, U met uw electrische haas
jes. Dat kan zoo niet."
„Haasjes? Ik „ik, ik hèb geen haasjes"
Maar na een blik in de étalage begon zij
plotseling te gillen en holde de straat op on
der luid geroep van „O, o, wie heeft die vieze
beesten in m'n kast gezet! O, o! wat een bru
tale, vieze beesten! Help, help, help!"
Je begrijpt dat de oploop toen nog veel
grooter werd en dat de kinderen nog veel
harder lachten en schreeuwden. Na een half
uurtje waren er in de straat vijf agenten aan
het werk om de oploop uiteen te drijven en
reed een ziekenhuisauto voor om de juffrouw
uit den winkel, die flauw gevallen was, weg te
brengen, 't Werd zoo'n vreeselijke herrie dat
niemand meer naar de arme Paaschhaasjes
omkeek. Die zaten midden in de étalage op
hun staartje en wisten niet hoe ze 't hadden.
„Hoe komen we hier uit?" bibberde Tobias.
„Onze tooverstafjes!" zei Boudewijn. Ze
raakten even de ruit aan enweer ston
den de haasjes op straat. „Hollen!" riep To
bias. En meteen zetten ze het op een loopen,
tusschen de beenen van een lange agent door,
langs menschen en fietsen en auto's weg
weg, de stad uit!
Toen het avond werd gingen ze even uit
rusten aan den grooten weg, in een klein
boschje, waar het een beetje beschut was. Er
woei een scherpe voorjaarswind.
De beide haasjes huilden van teleurstelling
en van kou en Boudewijn sloeg zijn arm om
Tobias heen om hem te troosten.
„Hazen van mechaniek, Hazen van electra"
bromde Tobias.
„Brutale vieze beesten", zei Boudewijn ver
ontwaardigd
Ze zuchtten nog eens diep en vielen toen
van vermoeidheid in slaap. En toen kwam de
fee van het nieuwe leven voorbij en zij nam
de kleine vriendelijke haasjes in haar armen
en droeg ze voorzichtig terug naar het land
van het Wonder.
R. DE RUYTER-V. d. FEER.
DE GEFOPTE WOEKERAAR.
De Duitsche balladendichter Gottfried
August Bürger leefde in groote armoede. Al
tijd zaten hem de schuldeischers op de hielen.
Bijzonder erg maakte het een woekeraar
wien hij een leening niet op den be
paalden tijd had kunnen terug betalen. Toen
Bürger op zekeren dag bij den barbier zat
en al ingezeept was, kwam ook de woekeraar
binnen. Hij zag den dichter en liep op hem
toe om hem aan de terugbetaling van het
geld te herinneren. „Kunt u tenminste niet
wachten tot ik geschoren ben", vroeg Bürger.
„Natuurlijk, met genoegen!", zei de woeke
raar. „Dan bent u mijn getuige!", riep Bür
ger den barbier toe, waschte zich de zeep
weder van het gezicht, verliet den barbiers
winkel en liet zijn baard groeien tot hij het
geld terugbetalen kon!
DE WRAAK VAN DEN TOONEELSPELER
Een van onze groote Nederlandsohe too-
neelspelers, die wij maar Pieterse zullen noe
men, kreeg eens van een vriend een onge-
frankeerden brief, waarin niets anders stond
dan: „Het gaat mij goed. Met vriendelijke
groeten." Pieterse ergerde zich over het dub
bele port. dat hij voor den brief moest betalen
en besloot zich te wreken. Hij nam een sterke
kist, deed er een enormen keisteen in en zond
die zijn vriend ongefrankeerd toe. Deze be
taalde natuurlijk voor zulk een groot zwaar
cadeau graag de hooge vracht! Maar zijn ge
zicht werd voortdurend langer en langer, toen
de onverwachte inhoud van de kist te voor
schijn kwam en hij het schrijven van Pieterse
las: „Beste vriend! Van blijdschap dat het U
goed gaat is mij bijgaande steen van het
hart gevallen! Vele groeten! Pieterse."
EEN KOUDE PASCHEN
Dat was het in 't jaar 1845. Het was toen
nog even vroeger Paschen dan van 't jaar n.l.
23 Maart en 't water was toen nog overal met
ijs bedekt. Men at toen Paascheieren op 't
ijs en men verkocht toen eieren met het op
schrift: „Gekookt op het ijs, 23 Maart 1845".
PAASCHEIEREN KLEUREN.
1 Je kunt tegenwoordig in den winkel aller
lei verf koopen om paascheieren te kleuren.
Maar je kunt ze ook zonder verf mooi kleu
ren en wel op de volgende manier. Vraag
aan moeder een katoenen lapje, waar een
vroolijk patroontje op staat en bindt dat ste
vig om een ei. Leg dan het ei in kokend wai
ter en laat het dan een kwartiertje door ko
ken, waarna je het in koud water laat af
koelen. Als je dan het lapje er voorzichtig
fdoet. zul je eens zien. hop mooi je eJ ge
sleurd is. Denk er om niet te veel eieren met
allerlei gekleurde lapjes tegelijk koken, want
dan heb je kans dat het doorloopt.