Vrouwenschoon in oude tijden. Een zorgvuldig gekozen onderdeel geeft een heel japonnetje zijn cachet. Gedurende het winterseizoen, dat achter ons ligt, hebben we reeds genoeg aardige détails als gespen, ceintuurs, clips, dassen enz. enz. kunnen bewonderen. Maar het zal in het komende zomerseizoen niet anders worden: de groote belangrijkheid van het détail, dat vaak een heel japonnetje zijn speciaal cachet geeft, blijft voortduren. Het viertal gracieuze modellen, dat onze modeteekening deze week laat zien, geeft hier een goed idee van. Steeds is het japónnetje zelf eenvoudig, hoewel zeer modieus van lijn: ver- breede schouders, smalle buste, rechte rok. Zulke toiletjes, 't zij van zwart satijn of van een soepele effen zomerstof, zijn een ware uit komst in onze garderobe, daar ze betrekkelijk onopvallend zijn en dus bij alle mogelijke ge legenheden kunnen worden gedragen. Heel dikwijls kunnen ook de détails, waarop hier de nadruk valt later door iets nieuws en misschien nóg aardigers worden vervangen, zoodat men dan als 't ware wéér een nieuw toiletje heeft! U ziet van links naar rechts: een breede ceintuur van borduurwerk, een helkleurige treksluiting b.v. rood of korenblauw op een toiletje van zwart satijn, een enorme fijn- bewerkte clip in rood koper of chroom, die de zonvormige plooien van een lijfje bijeenhoudt en tenslotte een zeer origineele rugsluiting, be staande uit „veters". Dit laatste belangrijke détail biedt het voordeel, dat men kleur en materiaal van het vlechtwerk naar believen kan verwisselen. Men kiest b.v. rood of groen zijden band op een zwart japonnetje, zilver- koord of bruin fluweel op een rose-beige creatie. U ziet hier dus tal van mogelijkheden opdoemen! Zondag- Kalfsbiefstuk. Aardappelcroquetten, Andijvie. Kabinetpudding. Maandag: Varkenslappen, Savoye kool. Aardappelen. Raberbar met vanillevla. Dinsdag: Vermicellisoep, Stamppot van raap- steeltjes met rijst. Gebraden saucijsjes Vruchten. Woensdag: Runderrollade. Postelein. Aardappelen. Broodschotel met amandelen. Donderdag Vleesch in schelpen, Brusselsch lof. Harde eieren. Botersaus, Aardappelen. Rijstkoekjes. Vrijdag: Gestoofde paling. Kropsla. Aardappelen. Trommelkoek met boter en suiker. Zaterdag: Bouilli. Witte boonen. Tomatensaus Flensjes. RECEPT. Ossestaartsoep. Benoodigd: 1 ossestaart. 1 1/4 L. bouillon (3 ons poulet, V/2 L. water). 1 kleine ui, 60 gr. bloem, 60 gr. boter, soja, Madeira, peper, zout. De ui snipperen en in de boter fruiten met de in stukken gesneden gewasschen staart (pl.m. 20 minuten). De bouillon toevoegen en de staart gaar koken (pl.m. V/2 uur.) Alles zeven, en de bouillon binden met de bloem. De stukjes zacht vleesch van de staart nemen, en in de soep doen. Deze op smaak afmaken met poya, madeira, peper en zout. VEGETARISCHE MENU'S. 1 Booneneroquetten, Prei in een vuurvasten schotel met bruine boter. Aardappelen, Vruchtensla met room. 2 Gekookte eieren met kaassaus en gebakken brood. Stoofsla, Aardappelen, Boter, Bessen sappudding met vanillesaus. 3 Linzen met tomatensaus, Aardappelen, Flensjes met gember. 4 Gebakken aardappelen met kaas, Kropsla, Ketelkoek met stroopsaus. RECEPT. Booneneroquetten Benoodigd: 4 a 5 dL. gaar gekookte boonen, 1 ei, oud brood of beschuit, 1 kleine ui, zout, soya, frituurvet, paneermeel. De koude boonen zoo droog mogelijk door de zeef wrijven. Deze purée vermengen met eierdooier, gefruite ui, beschuit of brood en soya. Als men een goed samenhangende mas sa heeft croquetjes vormen. Deze door pa neermeel halen, dan door het even losge klopte eiwit en nog eens dooi- paneermeel. De croquetjes in heet frituurvet vlug bruin bak ken. Bruine boter er bij geven. Hiervoor een paar lepels boter in de koeke- pan licht bruin laten worden. Onder goed roe ren wat kokend water er bij schenken. De croquetjes opdoen en op 'n schotel, bedekt met een vingerdoekje en een takje peterselie. VERWIJDER VLEKKEN ZORGVULDIG Vlekken van vogels Het gebeurt niet zelden, dat men op een wandeling in lanen, door bosschen een tikje voelt op hoed of schouder. Men let daar ver der niet op, doch bij thuiskomst bemerkt men, dat een vogel ons een souvenirtje aan onze wandeling heeft medegegeven. Aangezien deze vlekken enkele kleuren aantasten, is het van belang, deze ten spoedigste te verwijderen door ze met een sponsje of een dotje watten en lauw water, waarin een weinig mierenzuur is gedaan, af te sponsen, daarna de plek zoo droog mogelijk te kloppen met een lederen lap en dan te bedekken met een laagje mag nesia, dat na één a twee uur weer verwijderd kan worden. Een gezellige hufspotmiddag. Waar werkende vrouwen ontspanning en contact vinden. Vandaag ga ik een oude belofte inlossen: Ik neem u even mee naar de „hutspot" te Amsterdam, die zoo'n prachtig voorbeeld is van een centrum, waar vrouwen elkaar ont moeten, gezelligheid en contact vinden! Amsterdam was uit den aard der zaak een der eerste plaatsen waar onder de auspiciën van de vereeniging voor vrouwenbelangen een „hutspot" werd opgericht, doch de hoofd stad staat nu gelukkig reeds lang niet meer alleen. Den Haag, Rotterdam, Groningen, Leeuwar den, Nijmegen en Wageningen volgden reeds enhet zal voor de vrouwen in niet-huts- potsteden van ons land een eerezaak moeten worden om te zorgen, dat ook haar woonplaats zoo'n hoogst prettige en nuttige instelling rijk wordt! Wat de „hutspot" is en wil? Ik stipte het reeds even aan toen ik schreef over de moder ne vrouwenbeweging in het algemeen, maar ik wil het graag nog eens herhalen, want het is de moeite wel waard. De „hutspot" is een gezellige eetclub, waar vrouwen en meisjes van alle levensomstandigheden, zoowel ge huwde als ongehuwde, werkende vrouwen als huisvrouwen, bijeenkomen. Doel: de solidariteit onder alle vrouwen te versterken en door persoonlijk contact belang stelling te wekken voor de problemen van onze samenleving, die eigenlijk niet anders zijn dan onze eigen problemen, duizendvoudig ver groot. Nu we dit weten, gaan we vol belangstelling Heck's lunchroom op het Rembrandtplein, waar de hutspotbijeenkomsten gehouden wor den, binnen. In het gele zaaltje, dat onze „hutspot" heeft afgehuurd, heerscht een prettige, behagelijke sfeer. Oude vriendinnen begroeten elkaar ka meraadschappelijk, anderen maken kennis, er vormen zich weldra pratende en lachende groepjes en niemand behoeft zich eenzaam te voelen. Want dat is het aardige van de „huts pot": iedereen stelt belang in iedereen. En wanneer het soms eens gebeurt, dat een al leenstaand vrouwtje wat schuchter afgezon derd staat, dan komen al heel gauw een paar dames van het meer amazone-achtige type op haar af: niemand mag hier afgezonderd blij ven, ieder moet haar steentje bijdragen, van ieder kun je iets leer en en dus 't Is half zeven en weldra gaan we aan ta fel. Naar schatting een vijfentwintig vrouwen; oud, jong en middelsoort, mondain, eenvoudig en „zoo tusschen in", slanke verschijningen en gezellige schommeltjes. Kortom: een hutspot. Ieder neemt plaats waar ze wil, er wordt door de leiding een zeer soepele en kame raadschappelijke overigens! niet de minste druk uitgeoefend om de vorming van aan el kaar vastklittende vriendinnengroepjes tegen te gaan, omdatdit in de hutspot blijkbaar niet noodig is. Want al deze zoo verschillende vrouwen heb ben dit gemeen, dat ze vol belangstelling zijn om juist „de anderen" eens te spreken, om iets nieuws te leeren en wederkeerig als het kan een handje te helpen, een inlichting te geven, het hare tot de gezelligheid bij te dragen. Hier vertelt een advocate uit haar praktijk, daar geeft iemand een enthousiaste uiteenzetting over reformvoeding, twee vrouwelijke journa listen babbelen over „het vak", een huisvrouw en moeder van 'n schattig baby'tje blijkens de vol trots getoonde foto's vertelt van haar moeilijkheden aan een verpleegster, die direct een stroom van nuttige raadgevingen over haar uitstort straks zoekt ze 't wel uit! een kunstfotografe laat proeven van haar bekwaamheid eirculeeren en een kapster tracht een dame-met-knoedeltje te overtui gen, dat haar gezicht er met een meer moder ne coiffure zéér op zou vooruitgaan! In één woord: 't is geanimeerd en gezellig en onder 't praten en verorberen van een eenvoudigen, goeden maaltijd te Amsterdam 55 ets., kof fie inbegrepen! vliegt de tijd om. Toch is er altijd nog gelegenheid voor een der leden tot het houden van een korte cau serie óver een speciaal onderwerp. Zoo geeft vandaag een vrouw, die in het verzekerings bedrijf werkzaam is, een uiteenzetting over het groote nut van oudedagsvoorziening voor werkende vrouwen door middel van vrijwilli ge verzekering. Een anderen keer is 't onder werp minder zakelijk, b.v. een verkoopster vertelt van haar ervaringen „over de toon bank", een kinderverzorgster van haar kleu ters enz. enz. Natuurlijk is 't altijd interessant, want steeds is hier gelegenheid andere vrouwen te leeren kennen, een blik te werpen in een an der milieu. Wat een prachtig middel om den blik te ver ruimen, af te stappen van bekrompen stand puntjes, om werkelijk gemeenschapsmenschen te worden! Zoo voelen we 't allemaal. En daarom vin den we 't steeds weer jammer, als de maaltijd is afgeloopen en we afscheid moeten nemen. Maar de tijd tot de volgende „hutspot" één maand is gelukkig niet lang! R. DE RUYTER—v. d. FEER SCHAFT U EEN „STOKPAARDJE" AAN! Onmisbaar voor een lang en gelukkig leven. Een levensverzekeringsmaatschappij on getwijfeld met een of meer psychologen in het bestuur! is op het idee gekomen behal ve den lichamelijken toestand, de erfelijk heidsfactoren, levensgewoonten, het beroep van haar klanten ookhun stokpaardjes zorgvuldig te noteeren. Statistieken hebben n.l. aangetoond dat menschen met een stok paardje of dit nu bestaat in postzegelsver- zamelen, timmeren, debatteeren, cactussen verzorgen of iets anders in 't algemeen ouder worden dan menschen zonder zulk een nuttig dier. De zaak is natuurlijk, dat de mensch, die dag in dag uit aan regels gebonden, aan drang onderworpen is, het een genot vindt, van tijd tot tijd mentaal vacantie te nemen; uit te rus ten in iets, dat hij heelemaal alleen voor z'n plezier doet. Maar het stokpaardje moet stokpaardje blij ven. Verheft men het tot dagelijksch rijdier dan is onmiddellijk de aardigheid eraf. Welk is uw stokpaardje? Bezint u er eens op en als u er nog geen hebt, schaf u er dan onverwijld één aan! Wat zal 't zijn: aarde werkpulletjes, parfums, tennis of gymnastiek? Ook op 't gebied van „feillooze middeltjes" is er niets nieuws onder de zon. We denken weieens, dat onze tijd zoo bij uitstek geraffineerd is op het gebied van vrouwenschoon en de verzorging daarvan. Dat er nog nooit een periode geweest is, dat de dames zich zóóveel moeite gaven om haar schoonheidsideaal te bereiken. Niets is minder waar. Al gebeuren er op dit gebied in onze dagen ook dingen, die een eenvoudig gezond denkend mensch met ver bazing vervullen en zelfs de haren te berge doen rijzen! denk u maar aan de schoon- heidschirurgie, hare geniale vondsten en uitwassen! Toch wisten de vrouwen in vroeger eeuwen ook wel mee te praten over „feillooze middeltjes", die ongelooflijk veel tijd en geld kostten. Zoo vermeldt de overlevering, dat Aspasia, Pericles' charmante vriendin, er voor ieder lichaamsdeel „twee boeken vol schoonheids middelen" op na hield. Die „boeken" mis schien wel in den vorm van parkamenten rollen en stellig minder lijvig dan sommi ge van onze romans! bevatten tallooze re cepten voor de huidverzorging met palmolie, pepermunt, marjolijn, klimopessence, kwee- perensap en wilde wingerd. Tenbehoeve van elk lichaamsdeel in 't bijzonder moesten de mengseltjes op verschillende manieren wor den samengesteld. Van de Romeinsche dames is bekend, dat het verven van het haar schering en inslag was. De lokken werden eerst zorgvuldig ge bleekt en daarna bewerkt met een vloei stof, die ze een sterken goudglans verleende. Ook was het een tijdlang mode, het eigen haar te laten afknippen en zich te tooien met een pruik, vervaardigd van de dikke, blonde vlechten der Germanenvrouwen, die te Rome in ballingschap leefden. De beruchte koningin Messalina deed na tuurlijk dapper mee aan het schoonheidsraf- finement: van haar is bekend, dat zij honderd doozen met „leugentjes" op haar toilettafel had staan. Misschien gebruikte ook zij wel het speciale recept voor de blankheid der huid dat Ovidius aan de vrouwen van alle eeuwen en landen heeft nagelaten. Het bestond uit gerste- en linzenmeel, eieren, gemalen herts hoorn, narcisbollen, gom en honing. Tot on zen grooten spijt kunnen we u echter de sa menstelling niet meedeelen, zoodat wij in „roomige teederheid van huid wel altijd eenige graden zullen achterblijven bij onze Romein sche zusteren (die gelukkig niet meer ter vergelijking aanwezig zijn!) Ook het Flo rence der middeleeuwen was een centrum van mondain leven en dusvan vrouwenschoon. Wie denkt, dat de astrigents en de lotions anti-rides, die wij gebruiken, een nieuw snuf je zijn, slaat de plank mis: de Florentijnsche schoonen gebruikten niet minder dan drie honderd verschillende middelen tegen de ge vreesde rimpeltjes. In de zeventien de eeuw is het vooral Span je, dat parfums en schoonheidsbrouwseltjes le vert; toen kwam ook, vooral te Parijs, de mouche op wagen en kin in de mode en wei den deze kinderlijke pleistertjes bij duizenden verkocht. Buiten droegen de dames veelal maskers van gestold vet om zich tegen den invloed van de elementen te beschermen. Dan komt de 18e eeuw met de groote ont dekking: de poeder. Dit vonden de mondaine dames zooiets geweldigs, dat een tijdlang zelfs kleine meisjes van 12 jaar en nog jonger zichzelf en haar poppen poederen en met mouches versierden. Ook de schoonen uit de 19e eeuw lieten zich op het gebied der kunstmiddeltjes niet onbe tuigd. De geschiedenis herhaalt zich: van 1830 tot 1840 vinden wij modebladen vol „huismid deltjes", het een al ingewikkelder dan het an dere; in 1937 raden wij elkander als om strijd de allerbeste crèmes en de meest, radi cale gymnastische oefeningen aan... of... hou den ze stilletjes voor onszelf. Millioenen en nog eens millioenen zijn in den loop der eeuwen uitgegeven om het uiter lijk der vrouw te verfraaien. En al dit schoon is tot stof vergaan. Gelukkig de vrouw, die hieruit leert, dat dit alles, hoe interessant ook, sléchts een zeer kleine bijzaak in ons le ven is, dat de grondslag van haar schoonheid dieper ligt. TIJDSCHRIFTEN. In weer en wind. Het tijdschrift „In weer en wind", uitgege ven door W. L. en J. Brusse, N.V. te Rotterdam, is in den korten tijd van zijn bestaan reeds een van die-uitgaven geworden, waarnaar we eiken keer verlangend en vol verwachting uit zien. Een verwachting, die ook ditmaal niet be schaamd werd. De Maart-aflevering bevat een interessant artikel van ir. W. G. van der Kloot, waarin hij ons laat zien, dat zelfs op een vuil nisbelt nog interessante botanische vondsten zijn te doen, terwijl R. A. Maas Geesteranus een onderhoudend artikel schreef over vogels, die hij op zijn dak fotografeerde, waarbij hij werkelijk verrassende resultaten bereikte. Ver der bevat dit prettige blad nog vele andere boeiende en fraai geïllustreerde bijdragen, die het een eerste plaats onder zijn soortgenooten doet innemen. Een charmante kraag, in een half uurtje gereed. Wilt u eens echt keurig en „nieuw" voor den dag komen? Tornt u dan nog even een-twee-drie de gar neering van uw aardigste zwartsatijnen of fluweelen jurk af en versiert u haar met dit charmante „pellerientje". De kraag wordt gemaakt van een ivoorwitte stof, b.v. crêpe de chine; voor een zeer ge kleed japonnetje zal velours heel fijn staan. Ze is al heel eenvoudig te maken, bestaat uit een rechthoekige lap, natuurlijk dubbel geno men, zoodat binnen- en buitenkant hetzelfde zijn. Ongeveer 1/4 deel van den bovenkant af wordt de lap ingehaald en met een koordje of fluweelen bandje dichtgestrikt. Voor Handige Vingers. Een smaakvol ochtendjasje met ongewone versiering. V--•V Üv&," --V' i Vv "•i i In de zomermode 1937 zullen de bloemen weer op den voorgrond treden. Cloqué-stoffen met ingeperste bloem- en bladmotieven, impri- mé's bezaaid met ruikertjes Laten we nu ook eens een bloemig effect toe passen op een prettig zittend wollen ochtend jasje, dat ons vooral in het vaak nog zoo gure voorjaar goede diensten zal bewijzen. Het mo del van het jasje is hier slechts schetsmatig aangegeven: de halsafwerking is al zeer een voudig, de kopmouwen half lang óf reikend tot de pols, naar verkiezing. De nadruk valt echter geheel op de versie ring van vier „margrieten". De werkteekening geeft de eenvoudige ma nier van borduren zeer duidelijk aan. De bloe men en stelen worden eerst op de stof aange bracht. uaarna wordt ieder bloemblaadje om- geregen met borduurkatoen in de kleur van het jasje en voorzichtig, doch stevig aange haald, zoodat de bloem er bovenop komt te liggen. Sommige dames zullen het wel 't gemakke lijkst vinden, voor ieder blaadje den draad af te hechten, anderen zullen het misschien wa gen, met denzelfden draad door te werken. In dit geval moet er extra op worden gelet, dat alle blaadjes gedurende het werk even vol blijven. Een zijden lint, of een eindje bandfluweel in dezelfde tint van het jasje of iets donkerder geeft een aardige „finishing touch". Vlekken op nikkel. Op nikkelen voorwerpen als wekker e.d. vertoonen zich na langdurg gebruik vaak groengele vlekken, die op de gewone manier niet te verwijderen zijn. Wil men ze spoor loos doen verdwijnen, dan bestaat hiervoor wel een goed middeltje, dat echter voorzich tig moet worden gebruikt, daar het zeer vergiftig is. Men neemt een mengsel van 50 deeien zuivere alcohol op 1 deel zwavelzuur, wrijft het voorwerp hiermee stevig af en spoelt na met enkel alcohol, vervolgens met water. Met een drogen doek wordt het voorwerp tenslotte afgepoetst. Het mengsel van alcohol met zwavelzuur mag niet met de vingers worden aangeraakt. Wie kinderen in huis heeft, mag het wel terdege achter slot en grendel houden!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 8