De huldiging en ontvangst te Soest. Het Roode Kenteeken FEUILLETON OTTWELL BINNS. (Nadruk verboden) 15) Onmiddellijk was zijn wantrouwen gewekt. Dat zijn deur van buiten afgesloten was, was op zichzelf al een verontrustend feit, want daaruit bleek duidelijk, dat degene die den sleutel omgedraaid had er zeker van wilde zijn, dat hij zijn hut niet verliet. Er was iets aan den gang iets dat wat met Norma Charlton en hemzelf te maken had, daar was hij vast van overtuigd. Maat wat? Hij had er niet het flauwste idee van, maar kapitein Amos Smith was die laatste uren veel en veel te vriendelijk geweest en hij geloofde geen oogenblik, dat de man van zijn plannen met Norma Charlton afgezien had. Het was voor den kerel een onaangename gewaarwording geweest te hooren, dat de tegenwoordigheid van het meisje en hemzelf geen geheim was, zooals hij gedacht had, maar hij twijfelde er niet aan of de zeeman had wei een middeltje ontdekt om uit die moeilijk heid te geraken. En wanneer er, zooals hij ver moedde, een of ander plan tegen het meisje en hemzelf beraamd werd, dan moest hij, zoo mogelijk, uitvinden wat dat was. Hij bekeek het slot nauwkeurig. Hij zag direct, dat het geen groote moeilijkheden bood. Hij behoefde alleen maar de schroefjes los te draaien, waarmee het aan den deurpost vast gemaakt was en dan zou het tongetje van het slot naar beneden vallen. Hij draaide het licht op en haalde zijn zakmes te voor schijn. Er zaten twee mesjes in, het eene grooter en sterker dan het andere Hij zette den rug van het grootste in het gleufje van de schroef en trachtte het om te draaien. On middellijk knapte het staal af, zoo dat er nog maar een halve centimeter aan het mes bleef zitten. Inplaats van een catastrophe was dat echter een voordeel, want nu had hij een vrij fatsoenlijken schroevendraaier, die bijna volmaakt in het gleufje van de schroef paste en als hij de schroeven maar eenmaal los ge kregen had, was het verder eenvoudig om ze er heelemaal uit te krijgen. Binnen zes minuten was de plaat zoo ver losgemaakt, dat het tongetje van het slot er gemakkelijk langs kon vallen en zijn broek en jas over zijn pyjama aanschietend, draaide hij het licht uit en opende zachtjes de deur. Een oogenblik stond hij ingespannen te luiste ren. Er was niets dat erop wees dat eenig menschelijk wezen in de buurt was. Hij stak voorzichtig zijn hoofd naar buiten. De gang was donker op een zwak lichtschijnsel na, dat de plaats van de kajuit aangaf. Hij gleed door de deur de gang in terwijl hij met zijn eene hand naar den geschilderden ijzeren muur tastte, sloot zijn andere zich om de automati sche revolver van den kapitein in een zak van zijn jas. Wanneer zich groote moeilijkheden voor zouden doen, was hij tenminste in staat ze het hoofd te bieden. Voorzichtig sloop hij de gang door en kwam binnen een minuut in het gezicht van de ka juitsdeur. Tusschen de deur en den deurpost was een paar centimeter breede spleet waar door het licht stroomde dat, ten deele weer kaatst door de smerige verf, het schijnsel ver oorzaakte dat hij opgemerkt had. In de don kere schaduwen van den gang stond hij stil om te luisteren. Hij hoorde niets behalve het gedreun van de machine en het onverander lijke gerulsch van de zee. Toen deed hij voor zichtig een stap vooruit, liep de gang uit en stond even voorbij de kajuitsdeur stil, vlak achter de lichtstreep, die door de spleet tus schen de deur en den deupost naar buiten viel. Vandaar kon hij, als hij zijn hoofd een beetje scheef hield in de kajuit zien. Voorzichtig wierp hij een blik naar binnen en zag twee menschen die aan de kajuitstafel zaten de gebochelde chinees Chan en Miss June Wakinshaw, met haar gouden haar in kruipennen en haar nachtgoed voor niet meer dan de helft verborgen onder een met figuren bedekte, Japansche kimono, die als kamerjapon dienst deed. Ze zat op een stoel, met een sigarette tusschen haar lippen en vormde met haar blauwe oogen en babygezicht en een glas grog in haar hand zoo'n beeld van tegenstrijdige elementen, dat Terry Domville bijna in den lach schoot, toen hij zich haar „strenge" opvoeding herinnerde. Het paar, dat hij kon zien vormde een vreemdsoortige combinatie, maar hij dacht wel, dat ze niet alleen waren en even daarna kreeg hij daarvan een bewijs, want ofschoon de man zelf niet zichtbaar was, kwam uit de kajuit het grommend geluid van de stem van kapitein Amos Smith. „Het is vervloekt lastig. Nou hebben we waarlijk het meisje op de oude „Miller", net zooals wij dat wilden en zonder noe menswaardige moeite en net als we denken, dat alles op rolletjes gaat, komt me daar dat jacht ons over de zee achterna, terwijl de eigenaar alles afweet van Domville en het meisje en de haven waar we heen gaan". „Maar ben je er wel zeker van, Amos, dat hij niet opsnijdt?" „Het was Miss Wakinshaw, die sprak en haar stem was hard en zakelijk, zonder een zweem van het onschuldige meisje erin. „Absoluut zeker! Parry hier heeft gezien, dat hij de whiskyflesch overboord smeet en wat kan er anders ingezeten hebben dan een briefje? En waarom zou hij in vredesnaam de moeite genomen hebben om het ding over boord te gooien?" „Het is inderdaad lastig", zei Miss Wakin shaw, terwijl zij voorover leunde. „Maar er moet toch wel een uitweg te vinden zijn. Is het noodig om die Domville en de deugdzame Norma meer naar Broome te nemen?" „Als ik het niet doe en die „Kestrel" in de haven op me te wachten ligt, dan moet ik toch wel de een of andere aannemelijke verklaring kunnen geven, niet?" „Natuurlijk, maar het is toch dooreenvou- dig om een leugen te bedenken". „De meeste verzinsels zijn zoo lek als een zeef, zoodra iemand er een beetje dieper op ingaat. Maar ik heb iets bedacht, dat best zal gaan en dan hoeven we dien Domville geen haar op zijn hoofd te krenken „Voor mijn part scalpeer je hem!" zei Miss Wakinshaw venijnig. „Als je gehoord had, hoe hij mij voor den gek hield. Maar kom op met je plan?" „O, het is doodeenvoudig. Maar we moe ten eerst dat kenteeken te pakken heb ben „Maak je daar maar niet over bezorgd. Daar zal ik wel voor zorgen. Om te beginnen heb ik vanmiddag haar koffers nagesnuffeld. Daar zat het niet in. Dus moet het Een plotselinge beweging van het schip en een golf, die over het dek spoelde, verhinderde Terry de rest te hooren en terwijl hij wachtte, hoorde hij kapitein Amos Smith lachen. „Ik geloof dat jij het horloge van Roosevelt onder den neus van zijn privé-rechercheurs weg zoudt kapen met die vingertjes van je, Janey". „Ik heet niet, Janey. Mijn naam is June, zorg er voor, dat je dat niet vergeet Amos. Maar mijn vingers zijn nogal handig „Heel elge mooie vingels", zei de gebochelde Chan bewonderend 1). „En die zullen het zaakje wel voor elkaar brengen. Maken jullie kerels je daar maar niet bezorgd over. Maar je plan moet sluiten als een buns anders krijgt Domville het in de gaten. Ik wil liever niet de kast indraaien en Broome en zonder mij kunnen jullie dat jochie toch niet in handen krijgen, dat weten jullie ook wel". „Die smeerlap van een Charlton wil ik te pakken krijgen", gromde de stem van den ka pitein. „Die heeft mij en Parry en Chan beet genomen ons vuil behandeld heeft ie en opdokken zal ie „Poe, kapitein, je weet niet waar het groote 1) Een Chinees kan de r niet zeggen en vervangt die door een X. geld zit", Miss Makinsaw lachte, terwijl ze dat zei. „Charlton heeft jou bestolen, maar wat hij jou ontnomen heeft is een kleinigheid vergeleken bij wat je uit dit zaakje kunt halen. Dat schijnt nog niet tot je onschuldige brein te zijn doorgedrongen". „Hoe dan?" ,Dat zal ik je vertellen. Die rijke kerel, die ons voor dit baantje aangenomen heeft, be taalt goed, niet?" ,De helft nu en de andere helft als we het zaakje voor elkaar hebben" „Hij is nogal erg verlangend om Maurice Charltons' zoontje te pakken te krijgen?" „Te oordeelen naar wat hij betaalt, wel „Juist! En als het jochie eenmaal heeft, wat gaat hij er dan mee doen?" „Dat weet ik niet. Dat zijn zijn zaken". Miss Wakinshaw's blauwe oogen glimlachten medelijwdend. „Amos, als ik niet beter wist, zou ik denken dat je een reuze suffert was. Luister nu eens Ze leunde onder het spreken voorover en Chan deed hetzelfde. Dat kapitein Smith en zijn stuurman dezelfde houding aannamen, zoodat de vier bijna met de hoofden tegen elkaar zaten, werd bewezen, doordat ze even later in Terry's gezichtslijn kwamen. Toen be gon Miss Wakinshaw en haar babygezicht werd geanimeerd, toen ze haar plannen ont vouwde. Maar naar de oeroude gewoonte van. samenzweerders, die hun booze plannen be praten, dempte zij haar stem en kon Terry geen woord verstaan. Hij durfde niet dichter bij de kajuitsdeur te komen uit angst dat het licht hem zou verraden als een van hen toe vallig opkeek en pas toen het meisje aan het einde van haar verhaal kwam en met een stralend gezicht achterover leunde, hoorde hij iets van belang. Toen, alle voorzichtigheid opzij zettend, barstte de stem van kapitein Amos Smith in luide bewondering uit: „Verdraaid Jeny, jij bent nog eens een ver standig kind! Daar kunnen we hoopen geld mee verdienen We zullen die fijne meneer gelijk op laten deelen". (Wordt vervolgd) H. M. de Koningin woonde Donderdagavond In het gebouw van Kunsten en Wetenschappen te den Haag het concert van «Die Haghe Sangers" bij, ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan dezer vereeniging Kapitein J. van Duyl, die gedurende de laatste zeventien jaar als kapitein bij de Rotterdamsche Lloyd heeft ge varen, maakt met het m.s. „Dempo" zijn laatste reis conservator aan het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden Na Baarn heeft Donderdag ook Soest het vorstelijk echtpaar een feestelijke en enthousiaste ontvangst bereid. H. K. H. Prinses Juliana en Z. K. H. Prins Bemhard voor het raadhuis te Soest In actie tijdens de repetities voor het komende groote militaire feest in Engeland ter gelegenheid der kroning van den Koning Ue sleepboot „Indus van L. Smit Co. op weg met den baggermolen -Lady Wil- lington" van Londen naar Cochin China Te Roermond werd Donderdag het huwelijk voltrokken tusschen jkv. J. Michiels van Kessenich en dr. S. baron van Wijnbergen. Voor het raadhuis te Soest werd H. K H Prinses Juliana bloemen aan geboden als onderdeel van de feestelijke en enthousiaste ontvangst, welke de Soester bevolking het vorstelijk echtpaar Donderdag bereid heeft

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 5