Wijziging dienstplichtwet aangenomen.
Minder lijsten en minder
candidaten.
Officieren der „Andra'
terechtgesteld?
Kunst in Haarlem en
daarbuiten.
WOENSDAG 21 APRIL 1937
EERSTE KAMER.
Verder gansche reeks ontwerpen goedgekeurd.
Een incident.
DEN KAAG Dinsdag.
Het begon zoo aardig. De krasse grijsaard,
strijdvaardig en eerlijk kampioen voor het
recht, Mr. Sasse v. IJsselt (R.-K.) kreeg ter
gelegenheid van zijn 85sten verjaardag een
schoone gelukwensch-rede van den voorzit
ter aan te hooren. Deze diende hem o.m. een
pluimpje toe voor zijn trouwe opkomst
„navolgenswaardig, lichtend voorbeeld"
en prees in den jubilaris o.m. nog zijn hel
deren geest en levendige scherpzinnigheid.
Horatius kwam er ditmaal zelfs bij te pas.
Een hartelijk woord van Minister Colijn, een
vriendelijk bedankje van den jarige en toen,
ploef, nog midden in die feestelijke stem
ming, klonk daar het sombere geluid van
Mr. v. Vessem (nat. soc.), die het woord vroeg
wegens een persoonlijk feit. Strubbeling met
den President, die eerst wilde weten, waar
over het liep. Eindelijk vernam hij, dat de
heer v. Vessem boos was over den in de
Handelingen, in overeenstemming met de
wijze waarop President de Vos v. Steenwijk
het inderdaad gezegd had, gegeven nadruk
aan het woordje „hier", in de zinsnede, door
den voorzitter in de vorige bijeenkomst ge
bezigd, toen hij den heer v. Vessem had toe
gevoegd: „u bent hier in fatsoenlijk gezel
schap". De President verwees Mr. v. Vessem
voor deze klacht naar de gemengde com
missie voor de stenografie, waarop deze zei,
dat die commissie er niets mee te maken
had. Vervolgens vele onverstaanbare klan
ken van den klager, begeleid door een trom
melvuur van presidiale hamerslagen. Einde
lijk vingen we van den heer v. Vessem op de
aankondiging: „wij zullen deze vergadering
verlaten". En hierop volgde de daad op het
woord. De twee nat.-soc. senatoren verdwe
nen uit de zaal.
Of des voorzitters verwijzing naar de
commissie wel juist was, valt te betwijfelen,
Haringdrijfnetvisscherij geregeld.
Hoeveel schepen mogen uitvaren.
Het aantal vaartuigen, dat in 1937
achtereenvolgens voor de eerste maal
ter haringdrijfnetvisscherij zal mogen
uitvaren, bedraagt: op 10 Mei 71, op 3
Juni 68, op 19 Juni 70 en op 10 Juli 58.
De vaartuigen worden onderscheiden
in drie groepen, voor elk waarvan een
maximum, boven speerreeplengte van
de vleet droog gemeten, is vastgelegd.
In de eerste beurt worden vijf een-
schipsreederijen ingedeeld, de overige
komen in de tweede beurt.
De tweeseheepsreederijen worden in
gedeeld in de eerste en vierde beurt,
behalve drie, welke in de tweede en
derde beurt komen.
Van de driescheepsreed'erijen komen
een schip in de eerste en twee schepen
in de tweede beurt.
Voor de reederijen met meer dan drie
schepen blijft de regeling gelijk aan
die, vastgesteld in 1936.
Tusschen twee opeenvolgende reizen
van een schip moet een tijdsruimte
liggen van ten minste 2 maal 24 uur.
Tusschen 1 Augustus en 1 December
1937 mag slechts pekel-of steurharing
worden aangevoerd met dezelfde sche
pen, aan boord waarvan 'die haring is
verwerkt.
De visscherij ter zoute zal 18 De
cember eindigen.
Het toezicht op de naleving van de
gegeven voorschriften zal ook op zee
worden uitgeoefend.
NIEUWE BEPALINGEN OMTRENT REDUCTIE
OP DE DUITSCHE SPOORWEGEN.
Het reisbureau LissoneLindeman deelt ons
mede, dat met ingang van 13 Mei a.s. de bui-
tenlandsche reisbureaux aan buitenlanders en
in den vreemde wonende Duitsehers spoorbil-
jetten met 60% reductie voor reizen naar en
door Duitschland kunnen worden afgegeven
zonder de beperking van oponthoudsduur
van zeven dagen in Duitschland.
Het is dus niet meer noodig, dat een reiziger
zeven dagen in Duitschland verblijft om te
kunnen profiteeren van deze reductie, terwijl
biljetten voor reizen naar Oostenrijk, Tsjecho-
Slowakije, Polen. Scandinavië, Zwitserland,
enz., via Duitschland thans ook verkrijgbaar
zijn met deze reductie.
Bloemententoonstelling te
Boskoop geopend.
Nieuw gebouw in gebruik genomen.
Vanmorgen heeft de minister van Land
bouw en Visscherij, mr. dr. L. N. Deckers, de
groote bloemententoonstelling te Boskoop ge
opend. Deze opening ging gepaard met de in
gebruikneming der permanente tentoonstel
lingshallen, welke deze maand waren gereed
gekomen.
De groote hal, welke verbonden is door een
overgangsgebouw met het reeds bestaande
feestgebouw „Flora" maakt van binnen een
majestueuzen indruk. Zij is 102 M. lang en
40 M. breed. Het hierin tentoongestelde stelt
een bosch voor, bestaande uit berken, en la-
rixen, met sparren en dennenbeplanting, ter
wijl als onderbeplanting Boskoop's flora op
weelderige wijze is tentoongesteld.
Daar vindt men rhododendrons, azalea's, Ja-
pansche kers, seringen, hortensia's, gouden re
gen enz. enz., in verschillende soorten en va
riëteiten en zij vormen op het heuvelachtige
terrein, waardoor zich de wandelpaden slinge
ren, zoo'n sprookjesachtig geheel, dat de be
zoekers zich in een andere wereld zullen wa
nen. Zeer effectvol is de beschildering op den
achterwand, welke een kasteel aan den zoom
van het bosch voorstelt.
In het overgangsgebouw, dat 35 M. lang en
20 M. breed is, kan men een tuinaanleg in
Engelschen stijl aanschouwen, waarbij de
ïozen een voorname rol spelen.
gelijk het trouwens de vraag is of hij, die
als President van geen sympathie of anti
pathie mag doen blijken, niet beter gedaan
had de door Mr. v. Vessem als pijnlijk aan
gevoelde woorden, achterwege te laten.
Minister Colijn heeft vanmiddag zijn stem
geluid voor de nog 34 door hem uit te spre
ken verkiezingsredevoeringen kunnen spa
ren. Het wetsontwerp tot wijziging van de
dienstplichtwet (verlenging van den eersten
oefentijd voor de zeemilitie met 6, voor de
kustwachten met 2 maanden; derde herha
lingsoefening voor de landmacht; vrijstelling
wegens broederdienst krijgt voor de lichtin
gen 1938 en 1939 een voorloopig karakter)
gaf geen aanleiding tot debat. Alleen ver
klaarde Mr. M e n d e 1 s (s.-d.) dat het gros
zijner fractie niet tegen dit voorstel zou
stemmen, wat intusschen geenszins een
vooruitloopen op eventueële plannen tot uit
breiding van het contingent beteekent. Daar
entegen liet zijn partijgenoote Pothuis-Smit
wel aanteekenen, dat zij „tegen" was, aan
gezien ze op deze wijze toch den weg voor
opvoering van onze bewapening geopend
ziet, wat h.i. niet de weg'naar den vrede
was.
De wijziging van de Zegelwet lokte bij Mr.
Sasse v. IJsselt (R.-K.) en zijn fractie-
genooten Blomjous en Mr. Michiels v.
Kessenich verzet uit. Te groote controle
van de overheid, te vergaande bevoegdheden
van de controleerende ambtenaren, gevaar
voor het bankgeheim waren hun bezwaren.
Minister Oud trachtte aan te toonen, dat
zij zich noodeloos muizenissen in 't hoofd
haalden, het baatte hem niet, want het trio
stemde tegen. Tot de vele ontwerpen, die er
verder nog glad doorgingen, behoorden o.m. de
vestigingswet voor vreemdelingen, de wijziging
van de ziektewet (uniforme premie voor de
Raden van Arbeid), de gewijzigde geldschie-
terswet, de veranderde haringwet enz.
Tenslotte voelde de heer Moltmaker
(s.d.) als interpellant Minister Slingenberg aan
den tand wat betreft een klein aantal lieden,
wien ten onrechte de bevoegdheid zou zijn ont
houden de practijk van tandtechnicus uit te
oefenen. De Minister erkende, dat er inderdaad
op dit gebied nog een onbevredigende situatie
bestaat, met name wat het groepje der 31
„technici" betreft, waarvoor de heer Moltmaker
het had opgenomen. Maar zoo kort voor het
scheiden van de markt, kan dit Kabinet toch
geen wetsontwerp meer indienen ten behoeve
van deze menschen. En wat het 'door den in
terpellant geuite verlangen aanging, om straf
vervolgingen tegen deze onbevoegden stop te
zetten, Mr. Slingenberg zou er eens over praten
met zijn collega van Schaik. Meer kon hij ech
ter niet beloven. Hetgeen niet wegnam, dat de
heer Moltmaker zich toch al dankbaar toonde
voor deze toezegging!
E. v. R.
Toenemende couranten-
reclame.
De stijging in het verbruik van
courantenreclame in Amerika is
wel zeer opvallend. Het vorig jaar
werden 11 meer advertentie
regels in couranten verbruikt dan
in 1935. Hoewel de Amerikaansche
bedrijfswereld in Januari j.l. zwaar
door stakingen en overstroomin
gen werd geteisterd, verbruikte
men die maand 5 meer aan
advertenties in couranten dan in
Januari 1936.
Over Februari bedroeg die toename
(vergeleken met Februari 1936)
zelfs ruim 17
Listig verzekeringsagent gesnapt.
Zelf overlijdensacten vervaardigd.
Bedrag van elf mille buit gemaakt.
Te Zwijndrecht is een agent-incasseerder
van een Amsterdamsche Verzekeringsmaat
schappij, van E. geheeten, met twee kornuiten,
M. S. uit Dordrecht en v. L. uit Rijsoord, ge
arresteerd die met valsche overlijdensac
ten de verzekeringsmaatschappij voor een be
drag van ongeveer 11.000 hebben opgelicht.
Bij de verzekeringsmaatschappijen is het de
gewoonte, dat, als een verzekerde komt te
overlijden, de agent de overlijdensakte bene
vens de verzekeringspolis opzendt, waarna
hem het verzekerde bedrag ter hand wordt ge
steld om aan de nabestaanden te worden uit
gekeerd.
Van E. nu kreeg herhaaldelijk verzoeken van
verzekerden om wegens vermindering van in
komsten de verzekering te beëindigen. Daar
op ging hij in zoo'n geval grif in. Hij nam de
polis royaal terug en zeide, dat de zaak daar
mede afwas. Van E. echter betaalde de premie
rustig door, totdat een zekere tijd verstreken
was en er geen kans meer bestond, dat de
maatschappij van den ex-verzekerde iets zou
hooren.
Dan toog een van het drietal naar het ge
meentehuis te Zwijndrecht en vroeg daar
voor een willekeurigen persoon een gewoon
uittreksel uit den burgerlijken stand. Dit pa
pier was slechts gedeeltelijk beschreven en op
de onderste helft was een officieel stempel ge
drukt en een legeszegel geplakt. Wat deden
zij nu? Zij sneden de onderste strook er af
en schreven daarop met de schrijfmachine een
overlijdensverklaring. De maatschappij nam
met deze wel zeer echt uitziende akte genoe
gen, te meer daar de bewuste verzekerings
polis was bijgevoegd. Zij betaalde het verze
kerde bedrag aan den agent uit, die het deel
de met zijn kornuiten.
In Rijsoord en Hendrik-Ido-Ambacht werd
deze geraffineerde fraude eveneens gepleegd
maar hoe men daar aan officieele overlijdens
akten is gekomen is nog duister.
In ruim twee jaar tijd hebben deze drie
mannen kans gezien den truc niet minder dan
55 maal te herhalen.
Ruim 600.000 radiotoestellen in
ons land.
Volgens de voorgeschreven aangifte
aan de postkantoren waren op 31
Maart j.l. 629.618 personen in ons land
in het bezit van een radio-ontvang
toestel, terwijl het aantal aangeslote
nen aan een radiocentrale op dien da
tum 361.926 bedroeg.
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij Kon. Besluit van 19 Maart 1937, is be
vorderd tot groot-officier in de Orde van
Oranje-Nassau: C. J. Hasselman. lid van den
Raad van State, te 's-Gravenhage.
Bij K.B. van 19 Februari 1937, is aan M. S.
Vaz Dias, directeur van het Algemeen Neder-
landsch Persbureau „A.N.P." te Amsterdam,
verlof verleend tot het aannemen van het
vreemde eereteeken van officier der Nationale
orde van verdienste van Chili.
De internationale controle in
werking.
Nederlandsch schip passeert als eerste de
controle te Dover.
Het eerste stoomschip, dat te Dover
is binnenigeloopen om waarnemings
officieren aan boord te laten volgens
de bepalingen van het controleplan be
treffende de niet-inmenging in de
Spaansche aangelegenheden, was het
Nederlandsche, 1306 ton metende,
schip „Theseus" van de Koninklijke
Nederlandsche Stoomboot Maatij.
Een motorboot met twee ambtenaren
van het Doversche bureau der con
trolecommissie begaf zich naar de
„Theseus", aan boord waarvan de amb
tenaren eenigen tijd bleven. Later ver
trok 't schip, dat voor Vigo bestemd is.
Gevolg van waarborgsom.
Een halve eeuw geleden
Uit Haarlem's Dagblad van 1887
Bij deze candidaatsteling voor de Tweede
Kamer heeft thans voor de eerste maal toe
passing gevonden het bij de wet van den
23sten Mei 1935 vastgestelde nieuwe artikel
37 a van de Kieswet, volgens hetwelk bij de
indiening van elke candidatenlijst een som
van f 250 in de consignatiekas van het rijk
moet worden gestort.
Bij dit wetsartikel is tevens bepaald, dat
deze som aan den staat vervalt, ingeval het
stemcijfer van de lijst of van de lijstengroep
of het stel gelijkluidende lijsten, waarvan
de lijst deel uitmaakt, lager is dan 75 pet. van
den kiesdeeler.
Klaarblijkelijk heeft deze eisch tot stor
ting van een waarborgsom menigeen afge
schrikt om candidatenlijsten in te dienen.
Immers bedroeg bij de vorige verkiezingen
van leden der Tweede Kamer in het jaar 1933
het aantal partijen en grospen, dat candida
tenlijsten had ingeleverd, niet minder dan 53
met in totaal 824 candidaten, thans zijn
slechts twintig candidatenlijsten ingeleverd-
waarop volgens de thans beschikbare gege
vens 557 candidaten voorkomen.
Sommige kleine groepen, bij welke het
voornemen bestond aan de Kamerverkie
zing deel te nemen, en die daarvoor reeds bij
de verkiezingsbureaux formulieren hadden
aangevraagd, hebben het niet tot indiening
der candidatenlijsten kunnen brengen, waar
schijnlijk doordat ze niet in staat waren de
geëischte waarborgsom te storten.
Behalve de in ons nummer van Dinsdag
reeds vermelde lijsten zijn in alle achttien
kieskringen nog lijsten ingediend van de Na
tionale Boeren-, Tuinders- en Middenstands
partij. Als nummer één komt op al deze lijsten
voor mr. C. Vervoom, het thans zittende Ka
merlid. Verder worden ver-meld de namen W.
Tromp, H. J. J. Weststrate, W. van Riems
dijk, P. Boer, W. de Jong, J. H. O. Kersjes, A.
J. Haarman, P. J. Rozenboom, J. Oosterman, C.
in 't Veld, P. Beukhof, J. H. van Kooten, S. C
Eelman, P. Kooyman, J. Douma, J. C. Bege-
man, J. A. Grefath.
In de kieskringen Tilburg, Arnhem, Rotter
dam, 's-Gravenhage. Haarlem, Zwolle en
Maastricht is een lijst ingediend van de Nat.-
Soc Ned. Arb. Partijvermeldende de namen
C. J. A. Kruyt, A. K. H. J. Schilling, C. Koker.
A. Wolder, B. L. Wetzels, H. W. Kuiper.
In den kieskring Nijmegen meldde de ver
tegenwoordige!" dezer partij zich met zijn
lijst aan, nadat de daarvoor gestelde termijn
van 4 uur reeds verstreken was.
Het hoofdstembureau in den kieskring VI
's-Gravenhage) voor de verkiezing van de le
den van de Tweede Kamer zal op 24 April
a.s. om 12 uur een zitting houden waarm over
de geldigheid der gisteren ingeleverde candi
datenlijsten en over de handhaving van de
daarop voorkomende candidaten zal worden
beslist
21 April:
Met genoegen maakten wij kennis
met een den 8en November 1886 hier ter
stede opgerichte muziekvereeniging, on
der den naam „Muzikale Vrienden
kring". Is de vereeniging nog jong, de
leden zijn het evenzeer, want met een
enkele uitzondering zijn zij beneden de
twintig jaar. Zij stelt zich ten doel de
beoefening der instrumentale muziek in
hoofdzaak ;en hetgeen door haar gis
terenavond op de bovenzaal van het café
Brinkmann ten gehoore werd gebracht,
heeft onze verwachting alleszins bevre
digd. Verschillende compositiën van
Haydn, Chopin, Beethoven e.a. werden
met veel gevoel en juistheid uitgevoerd
en mochten in ruime mate den bijval
moogsten van het gehoor, bestaande uit
een zeventigtal dames en heeren genoo-
digden.
Sombere berichten uit Spanje.
Overige leden der bemanning
in concentratiekamp?
DE EUROPEESCHE RONDREIS VAN Mr. F. H.
FENTENER VAN V1ISSINGEN.
AMSTERDAM, 20 April Vanmorgen te
half tien deed piloot Viruly het K. L. M.-
vliegtuig Koetilang van Schiphol opstijgen
voor een tocht van tien dagen over Europa.
Aan boord bevonden zich mr. F. H. Fentener
van Vlissingen, de heeren Gerhard Riedberg,
Owen Jones en Alex W. Barley, voorzitter en
leden van het bestuur van de Internationale
Kamer van Koophandel.
De heer Fentener van Vlissingen verklaarde
voor zijn vertrek, dat hij van zijn reis, welke
ten doel heeft in de verschillende landen voor
besprekingen te houden voor het congres van
de Internationale Kamer van Koophandel te
Berlijn, behalve een versteviging der betrek
kingen van de Kamer met de nationale co
mités een bevordering van de vrijhandelsge
zindheid in Europa verkoopt. De punten
welke op de agenda van het congres te Berlijn
voorkomen en daarom de speciale aandacht
ook op deze reis zullen hebben, zijn de grond-
stoffenkwestie, de autarkie, het monetaire
vraagstuk en de ordening.
Een ongewone aquarel van
Jan 7'oorop in een Haarlem-
sche collectie.
Na veeljarige omzwerving in den kunst
handel is sinds eenigen tijd een zeer onge
wone aquarel van Jan Toorop in een Haar-
lemsche collectie terecht gekomen. Wij ge
ven er hierbij een reproductie van en zullen
niet verbaasd zijn als de belangstellende
lezer daar nu niet direct een Toorop in her
kent. Toch bestaat er aan de authenticiteit
van deze vrij groote .teekening in waterverf
niet de minste twijfel: ze bewijst alleen hoe
wonderlijk veelzijdig georienteerd deze Hol-
landsche meester geweest is en voor hem, die
't origineel mocht aanschouwen tevens, hoe
ontzaglijk knap hij iedere techniek 'be-
heerschte en hoe bijzonder hij iederen toe-
valligen indruk wist te verwerken tot iets
wat weer geheel persoonlijk en van hem,
Jan Toorop, werd.
Immers, de idéé, de grondgedachte van
dit werk kan men moeilijk oorspronkelijk
noemen, wél de wijze waarop hij die idee
uitwerkte en behandelde.
De ideeToorop zelf schreef aan de
achterzijde van dit werk, dat in 1889 in
Katwijk ontstond een eenigszins wijdloopi-
gen titel: „de ziel van den kunstenaar door
vrouwen verdorven" met verwijzing naar een
versregel van Baudelaire en nog een heele-
boel meer, dat ik straks voor den lezer zal
overschrijven, omdat het eigenlijk een kost
baar document is, voor de geniale verward
heid waarmee hij zich soms in woorden
placht te uiten, terwijl zijn werk steeds
klaar, duidelijk en gesloten van vorm was.
Doch laten wij eerst de voorstelling eens
nader beschouwen, voor zoover die althans
op onze verkleinde reproductie te volgen
zal zijn. De hoofdfiguur is een slanke jonge
vrouw in een prachtig lichtblauw, doorzich
tig gewaad en met een breedgeranden stroo-
hoed met linten op het hoofd. Zij staat voor
een orgel, waarvan de toetsen door nog even
zichtbare handen bespeeld worden terwijl
de speler zelf achter de groote vrouwenfi
guur verborgen blijft. De vrouw heeft in de
rechterhand een koord, waaraan een varken
vastzit en achter haar zit op zijn hoogen
kruk, een bonte papegaai.
Door het geopende balconvenster, ter zijde
waarvan een bibliotheek van 's werelds groo
te wijsgeer en is opgestapeld, heeft men een
'blik op een duinlandschap met de da-ken en
den toren van een dorp, waarin men gemak
kelijk Katwijk herkent.
Deze inderdaad niet alledaagsche voorstel
ling is technisch schitterend behandeld:
prachtig van kleurvinding en feilloos van
tee-kening. Doch wie slechts een weinig in
de negentiende-eeuwsche kunst tehuis is,
ziet onmiddellijk waar Toorop die juffrouw
met haar varken vandaan heeft: hij heeft
eenvoudig de Pornocrates van Felicien Rops
overgenomen die alleen wat minder klee-
ren aan had ze in een prachtig 'gewaad
gestoken en ze in het zeer gecompliceerde
interieur geplaatst, om te midden van al die
reeds genoemde requisieten de symboliek
der verderfelijkheid in beeld te brengen.
Een en ander is wel zeer typeerend voor
Toorop en er is, artistiek .gesproken, niets
tegen in te brengen omdat de omwerking dei-
grondgedachte niets meer met Rops te ma
ken heeft dan de overeenstemming in het
varkens-attribuutdat misschien ook al
weer niet eens van Rops alléén is.
Dat Toorop de prent van Rops gekend
heeft staat echter vast. Rops was juist zeer
„en vogue" toen Toorop te Brussel woonde,
en Katwijk kwam niet zoo lang daarna. In
het vroege werk van Toorop, ik bedoel daar
mee het werk vóór zijn overgang naar het
katholicisme ontstaan, is deze Katwij'ksche
aquarel van belang, omdat ze in het ge-
heele oeuvre vrijwel uniek is; mij althans Is
geen daarmee verwant werk van Toorop be
kend. De symboliek is er met een impressio
nistische opvatting vermengd, wat aan het
geheel die eigenaardige tweeslachtigheid
verleent, die alleen door Toorop's fameuse
knapheid verontschuldigd wordt
Een kunstenaar als hij, kon zich veel ver
oorloven wat een minder geniaal begaafde
moeilijk doen kan. Dat maakt ook, dat men
zijn vroegste Brusselsche werk, hoezeer ook
ontstaan onder invloed van allerlei inzichten
uit dien tijd, toch zal bewonderen omdat er
steeds een accent van hemzelf, reeds in het
jeugdwerk aanwezig is. Zoo kan men het
enthousiasme begrijpen waarmee het Haag-
sche museum een paar maanden geleden een
groot doek uit de Brusselsche jaren heeft
aangekocht, de „Arrestatie", dat in opvat
ting en werkwijze geheel een product van die
jaren is, maar toch reeds den eminenten
schilder die Toorop was, doet kennen.
Keeren wij tenslotte nog even naar onze
aquarel terug en bez-ien ze aan den achter
kant, waarop Toorop schreef:
„De dood van een kunstenaar door vrou
wen veroorzaakt: Baudelaire: „O, toi, vil
animal pour pétrir un génie". De geest speelt,
de handen op 't klavier. De vrouw houdt een
varken aan een lint vast. De papegaai is
door een ketting verbonden aan een boek,
Shakespeare: „much ado about nothing".
Links de Venus van Milo, rechts de moderne
vrouw (Baudelaire). Bibliotheek: links de
werken der antieken van af Homerus, rechts
de modernen, van af Shakespeare, Vruchten-
gaarde. Bovenaan Beethoven Palestrina,
Bach, Wagner, enz. Uit het venster gezicht
op Katwijk a. Zee".
Deze aanteekeningen zijn in hun eigen
aardige impulsiviteit te curieus om ze niet
in ons archief vast te leggen. Het is dezelf
de impulsiviteit, hetzelfde enthousiasme
waarmee hij een Katwijkschen diender de
man heette Wassenaar, geloof ik over
haalde om zijn baantje er aan te geven en
schilder te worden, omdat hij er iets in zag
wat een ander niet zag. Een figuur als van
den kunstenaar asl Jan Toorop beoordeelt
men het best door alleen naar zijn werk te
kijken, wat zij daarnaast nog te vertellen
hebben, wil wel eens een beetje verward lij
ken, voor wie den geheelen mensch niet
kende.
J. H. DE BOIS.
De speciale correspondent van de Daily Te
legraph in Spanje, Pembroke Stephens, heeft
op verzoek van „De Telegraaf" een onderzoek
ingesteld naar het lot van de „Andra-beman-
ning". Hij deelt nu uiit Santander aan „De
Telegraaf" het volgende mede:
Ik heb thans informaties ontvangen om
trent het lot van het Nederlandsche stoom
schip, dat ongeveer drie weken geleden nabij
Bilbao door een nationalistischen kruiser tot
zinken is gebracht. Het schip, dat naar be
weerd wordt, munitie aan boord had, en de
vlag van Panama voerde, was in staat de na
tionalistische blokkade te breken en zijn lading
te lossen, maar toen het weer vertrok, lag de
nationalistische kruiser op de loer en opende
het vuur, waardoor het schip tot zinken werd
gebracht. De bemanning werd door den krui
ser opgepikt en naar San Sebastian gebracht.
Het bleek, dat zich aan boord een Spaansch
regeeringscomité bevond, bestaande uit drie
leden. Dit comité schijnt de munitie in het bui
tenland te hebben gekocht.
De leden van dit comité en alle officieren van
het schip werden door de militaire rechtbank
berecht, ter dood veroordeeld en geëxecuteerd.
De overige leden der bemanning werden naar
het concentratiekamp voor buitenlanders te
Salamanca overgebracht. Hun werd de dood
straf niet opgelegd, omdat de militaire autori
teiten te San Sebastian van oordeel waren, dat
zij geen rol hebben gespeeld in den aankoop
van munitie in het buitenland.
Pembroke Stephens deelt voorts mede, dat
hij bij de marine-autoriteiten te San Sebas
tian geen inlichtingen omtrent de opvarenden
kon krijgen, doch dat de hierboven genoemde
feiten hem door een militaire autoriteit zijn
medegedeeld. Een verdere bevestiging was
echter niet te verkrijgen.
De namen van de leden der bemanning, voor
zoover z-ij althans de Nederlandsche nationa
liteit bezitten, zijn:
Kapitein: L. Dragten, Rotterdam. Eerste of
ficier: P. Gazan, Middelburg. Tweede officier:
A. A. D. Hulsman, 's Gravenhage. Derde offi
cier: P. D. Pronker, Harlingen. Marconist: D.
de Vries, Haarlem. Eerste machinist: L. W. van
Schaick, Rotterdam. Tweede machinist: H. A.
Deékens, Groningen. Derde machinist: A. J. de
Bie, Driesprong-Teteringen. Hofmeester: B.
van Bennekom, Rotterdam. Messroombediende:
W. H. van Herk, Rotterdam. Matroos: C. Ba
tenburg, Scheveningen. Matroos: G. J. Goe
man, Rotterdam. Matroos: J. C. Louwerens,
Rotterdam. Donkey-man: T. J. Stolk, Rotter
dam. Olieman: F. V. Desmet, Rotterdam. Sto
ker: C. v. d. Watering, Rotterdam. Stoker: H.
Munnik, Rotterdam.
VIJF EN TWINTIG JAAR LID VAN DEN
RAAD VAN STATE.
's GRAVENHAGE, 29 April. Alvorens met
de werkzaamheden aan te vangen, heeft de
vice-president van den Raad van State de
leden van het college er aan herinnerd, dat
heden 25 jaren geleden, de heer C. J. Has-
selman is benoemd geworden tot lid van den
Raad van State.
Jhr. Beelaerts van Blokland stelde er prijs
op staatsraad Hasselman van harte geluk te
wenschen met dit zeldzaam ambtsjubileum.
Na er vervolgens op gewezen te hebben, dat
de krachten van den heer Hasselman, niet
tegenstaande het klimmen zijner jaren, steeds
volkomen berekend zijn gebleken voor den
hem opgedragen arbeid, memoreerde de vice-
president, dat de jubilaris van de af deelingen
Financiën en Koloniën, van welke beide af-
deelingen hij gedurende een kwart eeuw deel
heeft uitgemaakt, het voorzitterschap be
kleedt. Naast deze veel omvattende functies
is hem twee jaren geleden bovendien nog zit
ting gegeven in de afdeeling Buitenlandsche
Zaken.
Zuurstofapparaat gesprongen.
Smidsknecht op slag gedood.
Dinsdagmiddag is in de smederij van den
heer P. Iley aan de Dorpsstraat te Zevenhui
zen een zuurstofapparaat gesprongen. De
knecht, R. Heemsbergen, kreeg een stuk ijzer
tegen het achterhoofd en werd op slag ge
dood. De smid liep lichte wonden op.
VAN EEN ZOLDER GEVALLEN.
Bij het schoonmaken van den zolder is de
45-jarige echtgenoote van den heer C. Lin-
denberg te Ierseke van een hoogte van 3 V2
meter gevallen. De vrouw brak een der hals
wervels en is enkele minuten na het ongeluk
overleden.
VIER INLANDSCHE WERKLIEDEN GEDOOD.
MALANG, 20 April (Aneta'A.N.P.) Giste
ren is bij de reparatie van een toevoerleiding
van het waterkrachtstation van de N.I.W.E.M.
een ongeluk voorgevallen, waarbij vier inland-
sche werklieden den dood vonden.
Voor den aanvang der werkzaamheden was
nog alles gecontroleerd en in orde bevonden.
Een Europeesch opzichter, bij de reparaties
tegenwoordig bleef ongedeerd.