Nederlandsche onderzeeërs in de Straat van Gibraltar. Het Roode Kenteeken Een hoekje van de groote bloemententoonstelling welke t« Boskoop is geopend, en tot 10 Mei as. zal duren In tegenwoordigheid van een vertegenwoordiger van het ministerie van Waterstaat is het circuit van Drente voor de aanstaande T.T.-races gekeurd in verband met klachten van het vorig jaar. Het circuit werd goedgekeurd De voorzitter der Internationale Kamer van Koophandel is Dinsdag met eenige leden per K.L.M.-vliegtuig „Koetilang" van Schiphol vertrokken voor een rondreis door Centraal- en Oost-Euroga Voor het eerst sinds den wereldoorlog is een Duitsch oorlogs schip in de haven van Algiers aangekomen. Hierboven de .Leipzig" op de reede Het militaire contingent uit Nieuw Zeeland ter bijwoning van de kroningsfeesten is Maandag te Londen aangekomen De troep op marsch door de Engelsche hoofdstad Na het plaatsen van de montagebrug is een aanvang gemaakt met het monteeren van de nieuwe verkeersbrug over de Maas bij Hedel. Het eerste gedeelte van de ronde over spanning is reeds zichtbaar Mevr. Kern aan slag tijdens de Dinsdag te Zandvoort gehouden oefenwedstrij den van het Ned. Dames Golf Comité Een hartelijke groet. Evenals andere Nederland sche schepen werd ook het m.s. .Dempo op zijn terugreis van Ned. Indië in de Straat van Gibraltar door Nederlandsche oorlogsbodems geconvooieerd. De O 15 langszij de „Dempo" FEUILLETON OTTWELL BENNS. (Nadruk verboden) 19) HOOFDSTUK VI. Gissingen. Een paar oogenblikken nadat Miss Wakin- shaw aan haar overtuiging uiting gegeven had, was er een opschorting van gebeurte nissen. Niemand bewoog, niemand sprak en zelfs de gemartelde Chan lag stil met zijn eene bruikbare hand op een pijnlijke plek ge drukt, die nog pijnlijker gemaakt, was door de practische demonstratie, die Terry van de „savate" gegeven had. De schipper zijn gezicht donkerrood, zag eruit als een man, die aan congestie lijdt en elk oogenblik kan bar sten. Miss Wakinshaw, die zoo kort en bondig gezegd had wat ze op haar hart had, schenen verdere woorden te ontbreken en Terry Dom- ville. die zijn pistool nog steeds gericht hield in een hand, die rotsvast was, wachte inge spannen op üe dingen, die komen zouden. Toen kwam er een einde aan de opschorting van gebeurtenissen. De kapitein van de „Dusty Miller" snoof luidruchtig de lucht in en barstte toen woedend los: „Je bent aan het schieten geweest". „Die man daar zal u wel vertellen waar om", antwoordde Terry scherp. De schipper keek naar zijn gevallen bond genoot. en van hem naai het gebroken mes aan Terrys voeten. Het was duidelijk, dal hij niet wist, wat hij doen moest en dai hij heen en weer geslingerd werd tusschen de opwelling om tot uiterste maatregelen over te gaan en het verlangen naar veiligheid. Ten slotte richtten zijn woedende blikken zich op het pistool in Terry's hand. en een glans van herkennning verscheen in zijn oogen. „Waar heb je die revolver vandaan?" vroeg hij. „Uit de kist in de kajuit", zei Terry en hij lachte kort. „Ik heb mezelf ook aan am munitie geholpen!" „Dus je geeft toe, dat je behalve een ver vloekte moordenaar ook nog een dief ben", bulderde de zeeman. „Die kleine gele rat is niet dood. Ik heb hem gespaard, ofschoon ik er weinig aanlei ding toe had. Hij heeft alleen maar eén ka potte arm en pijn „Je moest in boeien gesloten worden" tierde de schipper. „Nee! Dat moest uw vriend Chan!" „En dat zal ik doen ook!" schreeuwde kapitein Amos en trachtte op die manier zich moed in te blazen voor die vermetelde daad. „Dat zult u niet! Als ik het niet goed vind", antwoordde Terry kalm. „En als u het toch probeert Hij bewoog veelbeteekenend zijn pistool. „En man heeft het recht zichzelf te verdedigen, weet u". Toen gooide hij het in eens over een andere boeg. „Hebt u de bood schap gekregen, die ik Miss Wakinshaw naar u liet brengen?" Die vraag bracht den zeeman duidelijk van zijn stuk. Een onrustige blik verscheen in zijn oogen en zijn verweerd gezicht verried, dat hij weer aan het weifelen sloeg. Terry, die heel goed wist, dat zijn positie niet sterk was, wan neer ze met geweld begonnen, ging door van zijn kleinen voorsprong gebruik maken. „U doet niet erg verstandig kapitein, met steeds weer slapende honden wakker te ma ken. Wanneer u daar mee doorgaat, zullen ze hard te keer gaan in de haven van Broome. U hebt toegegeven dat ik per ongeluk geronseld ben en daar Ik niet in het een of ander gat aan wal gezet wil worden, waar ik niet In aan raking kan komen met mijn vriend, wiens jacht nu voor ons uitvaart, behoorde u toch zoo verstandig te zijn u aan de afspraak te houden, die wc min of meer gemaakt hebben. Ik kan me niet voorstellen, waarom u een kerel als die bochel op me los liet en ook is het me niet erg duidelijk, waarom u me in mijn hut wilde opsluitenMaar tot nu toe is er niets gebeurd, behalve dat Chan een paar gebroken botten heeft' en dat hindert niet „Ik geloof, dat je nog beter op den staart van een ratelslang had kunnen trappen!" kwam Miss Wakinshaw tusschenbeide. „Dank u voor de waarschuwing", zei Terry zoetsappig. „Het is echt vriendelijk van u om me dat te vertellen.... Maar nu is de beurt aan den schipper, en ik zou graag weten, wat hij van plan is te doen". „De schipper komt eerst met mij en Chan een praatje maken", zei het dametje bru taal. „Ik heb hem iets te zeggen, dat niet voor jouw ooren geschikt is, hoewel ze waar schijnlijk jeuken om het te hooren". Bij deze woorden keerde kapitein Amos zich met een ruk om en er lag een vraag in zijn oogen. Terry zag dat en ook de haast on merkbare knik van het goudblonde hoofd die haar beantwoordde. Toen wendde de zeeman zich weer tot Terry. De vraag was uit zijn oogen verdwenen en ze hadden een opgewekte uitdrukking. „Steek die revolver maar weer op", zei hij. „Niemand op het schip zal iets doen, zoolang ik het kan beletten. Broome is de haven waar je naar verlangt en ik zal er voor zorgen, dat je er komt. Maar als ik je nog eenmaal met dat pistool bezig zie, sluit ik je in de boeien. Begrepen?" „Ja", antwoordde Terry, „en als ik nog eenmaal iemand met een mes op me af zie komen, schiet ik hem dood. Ik hoop, dat u dat Chan aan zijn verstand brengt". „Je zou waarachtig denken, dat jij de baas van het schip was", riep de zeeman uit. „O. schei nou uit met dat geklets. Amos", viel het meisje hem in de rede. „De kerel is het niet waard, die je tegen hem spreekt en bovendien kom je er niets verder mee Neem Chan met je mee en kom hooren naar wat ik je te vertellen heb". Ze verdween door de deur van de hut en trippelde op bloote voeten in de richting van de kajuit en met een grommende waarschuwing aan Terry's adres, draaide de kapitein zich om en hielp Chan opstaan. Het gewoonlijk gele gezicht van den bochel was nu grijsgroen, er lag een pijnlijke blik in zijn oogen, maar daarachter blonk een tijgerachtige gloed en toen hij, ge holpen door den schipper, wegliep, wierp hij een blik achterom een blik van de grootste kwaadwilligheid. Het paar verdween uit het gezicht en uit het gehoor en Terry Domville bekeek de deur Aan den buitenkant, vastgehouden door twee schroeven, zat een zware grendel, dien de bochel bezig geweest was vast te maken. Een pakje schroeven lag in de gang op den vloer. Terry pikte ze prompt in, zocht den schroevendraaier, maakte daar den gedeelte lijk vastgemaakten grendel mee los en droeg alles in zijn hut, want hij was van opinie, dat een grendel geen kwaad ding was, mits hij aan den goeden kant van de deur zat. Hij deponeerde alles op zijn kooi en keerde toen naar de deur terug en keek verlangend de schemerige gang af. Hij zou er veel voor gegeven hebben als hij weer luistervinkje had kunnen spelen, maar dat was nu te gevaarlijk. Zelfs om uit te vinden wat er besproken werd, mocht hij het gevaar wat eraan verbonden was niet loopen, een gevaar dat, wanneer het werkelijkheid zou worden, waarschijnlijk zou beteekenen, dat Norma Charlton alleen over zou blijven om alles wat er kon gebeuren zonder zijn hulp te doorstaan. Hij bleef waar hij was en spande zijn ooren tot het uiterste in om elke stem op te vangen, die zich genoeg zou verheffen om in de gang te weerklinken. Maar hij hoorde er geen een. Eenmaal bereikt Miss Wakinshaw's metaal achtig gegichel hem en daarna een onmisken bare buldergelach, die van den schipper af komstig moest zijn en hij was benieuwd, waar ze zoo'n pleizier over konden hebben. Daar de gebeurtenissen van den afgeloopen nacht nau welijks verheugend genoemd konden worden, veronderstelde hij, dat er iets gebeurd moest zijn, dat veel goeds voorspelde voor hun mis dadig plan en terwijl hij erover piekerde, wat dat wel kon zijn, schoot hem de zwijgende vraag en 't antwoord, die er tusschen de ka pitein en het meisje gewisseld waren te bin nen. Op hetzelfde oogenblik herinnerde hij zich, dat het meisje gezegd had, dat ze iets wist wat voor de ooren van den schipper be stemd was, maar niet voor de zijne. Bijna on middellijk vlogen zijn gedachten naar Norma Charlton, bedwelmd in haar hut. Voor die bedwelming kon maar één reaen bestaan die feeks de gelegenheid te geven naar het kenteeken te zoeken. Had ze het gevonden? Dat moest haast wel, dacht hij, zelfs al was haar onderzoek niet overdreven grondig geweest. Terwijl Norma Charlton bewelmd was, kon niets dat meisje ervan weerhouden hebben de bagage en de kleeren van de ander zoo nauwkeurig als ze maar wilde, te doorsnuffelen. Als hij gelijk had, zou het ongelukkig zijn, maar hij troostte zich met het idee, dat zelfs wanneer dat het geval was, de hulpmiddelen van de beschaving nog niet uitgeput waren. In Broome zou het natuurlijk mogelijk zijn de hulp van de politie in te roepen. Amos Smith was wel het type, dat eenige bekendheid zou genieten. Misschien was hij wel bekend in Broome en het kon best, dat de autoriteiten zijn schip, dat ver dachte zaken deed, kenden. In dat geval, tec- ken of geen teeken, zou het nog mogelijk zijn de misdaad van hem en zijn kornuiten te ver ijdelen. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 8