lAwm WEE DOUWE EGBERTS Mirabeau 1749-1791 op.3 juwten m UIT HET VERLEDEN Litteraire Kantteekeningen. Hij was zoo leelijk, dat wie hem voor het eerst zag in letterlijken zin terugschrok: zijn gelaat was grof en door de pokken geschon den; zijn hoofd, door woeste leeuwenmanen omgeven, was te groot in verhouding tot zijn lichaam; zijn gestalte was bwsed, maar klein, zijn beenen waren krom. Het is niet bepaald het uiterlijk van een Fransch edelman uit de 18e eeuw, dat hij vertoonde en toch behoor den de Mirabeau's tot de aanzienlijkste adel lijke geslachten van hun tijd. Oorspronkelijk stamden zij uit Florence en het zuidelijke, hartstochtelijke karakter is hun door de eeuwen heen bijgebleven. Krijgslieden en ge leerden telde het geslacht, maar twee eigen schappen hadden alle telgen gemeen: een hel der verstand en een buitengewone lichaams kracht. Mirabeau. Toen Honoré Gabriel Victor Riquetti, graaf van Mirabeau in 1749 geboren werd, regeerde over Frankrijk nog Lodewijk XV, dien men wel eens den slechtsten aller Fransche vorsten heeft genoemd. En reeds onder zijn bewind begonnen de wolken zich samen te pakken, waaruit in 1789 het onweer zou losbarsten dat men de groote Fransche revolutie pleegt te noemen. De tegenstellingen tusschen arm en rijk verscherpten zich voortdurend; van aller lei zijden rezen bezwaren tegen verouderde opvattingen in zaken van staat,, van economie, van godsdienst. In de buitenlandsche politiek was Frankrijks roem getaand: de uitgestrekte Indische en Amerikaansche koloniën gingen grootendeels aan de Engelschen verloren. De financiën waren hopeloos in de war; de be lastingen, waarvan adel en geestelijkheid groo tendeels waren vrijgesteld, drukten steeds zwaarder op den boerenstand, toentertijd de kern der bevolking. In één provincie leefden 70.000 menschen van half verrotte kastanjes, in het district Rouaan hadden van de 700.000 zielen er 600.000 bossen stroo als bed. Vier vijfde van zijii inkomen betaalde de boer aan belastingen van allerlei aard. De staat leende eens 100 millioen gulden voor „noodzakelijke uitgaven"; de beide broers des konings staken daarvan 75 millioen in hun zak, een bloedver want kreeg anderhalf millioen om zijn schul den te betalen. Zwart brood en wortelen wa ren het eenige voedsel dat de arbeider nog be talen kon. Tusschen het plattelandsproletariaat eener zij ds en den adel anderzijds heeft zich inmid dels een nieuwe groep geschoven: de bour geoisie, de gegoede burgerij. Door handel en nijverheid verdient zij royaal geld en de bur gers leenen hun kapitalen aan het Hof, dat altijd maar weer geld noodig heeft. Zoo wor den zij de schuldeischers van den Staat en komen nu ook met hun eischen. Onrust over het geleende geld, kritiek op het beheer drij ven hen tot den eisch van medezeggenschap. De bourgeoisie wil dus hervormingen, maar zij wil den wettigen weg bewandelen. Maar als zij van den wettigen weg wordt afge drongen door de tegenwerking van den adel, de verblinding van het Hof, het onverstand der Regeering, dan kan zij het plattelands- en grootestadsproletariaat niet langer in toom houden en de revolutie breekt uit met ont zettende kracht. Een vroolijke jeugd heeft Mirabeau niet ge kend. Tusschen den vader, een bekend eco noom maar ook een trotsehe despoot, over tuigd van eigen onfeilbaarheid en van de on beperktheid van het vaderlijk gezag, en den zoon, opstandig, hartstochtelijk, onbeheerscht, koppig en intelligent, ontstonden onoverbrug bare kloven. Meermalen heeft de vader ge bruik gemaakt van een zgn. lettre de cachet (een door den koning onderteekend bevel tot gevangenneming, waarop men zelf den naam van het slachtoffer kon invullen en die voor geld te koop waren) om zijn zoon van zijn vrij heid te berooven. Jaren heeft Mirabeau in verschillende gevangenissen vertoefd. Hij heeft er gestudeerd, onnoemelijk veel gelezen en misschien nog meer nagedacht. Herhaal delijk heeft hij, gedwongen of vrijwillig, zijn vaderland verlaten: hij woonde in Berlijn, in Londen, in Amsterdam. Nieuwe denkbeelden overstroomden in die jaren de wereld en Mi rabeau leerde zien welke gebreken het staats bestuur aankleefden. Maanden achtereen wijdde hij z-ich aan de studie van economische problemen, dan plotseling dook hij onder in een reeks van wilde vermaken, in oppervlakki ge of serieuze liefdesaffaires. Vrouwen zijn er vele in zijn leven geweest, want deze vreemde, afstootelijk-leelijke man, had een groote char me en een bijzondere aantrekkelijkheid. Zijn gelaat, hoe geschonden ook, was geestig ei vol leven; zijn taak was die van een volmaak ten veroveraar, zijn geheele persoonlijkheid in hooge mate innemend. Onder haar die hij werkelijk heeft liefgehad, moet één vrouw met name genoemd worden: een dochter van den Nederlandschen gezant te Brussel Willem van Haren, eens een bekend dichter en broeder van den niet minder vermaarden Onno Zwier. Zij had door letterverplaatsing haar naam verfranscht tot Henriëtte de Néhra, leefde hoogst eenvoudig in een Parijsch klooster leerde Mirabeau in 1784 kennen. Vier jaar lang is zij zijn goede engel geweest, heeft hem gesteund in zijn werk, orde geschapen in zijn altoos verwarde financiën, hem omringd met haar toewijding en liefde. Toen was de idylle voorbij. Mix*abeau's natuur was niet geschikt voor blijvend, rustig geluk en een plotselinge bevlieging voor een Parijsche schoone maakte een einde aan het samenzijn met Henriëtte. De toestand der financiën was onder Lo dewijk XVI, sinds 1774 koning van Frank rijk, niet verbeterd en het gedokter van aller lei ministers had de kwaal slechts verergerd. Nog één middel kon toegepast worden, men kon de Etats Généraux, de afgevaardigden van adel, geestelijkheid en burgerij bijeenroepen en met deze vergadering pogen den finan- ciëelen toestand te verbeteren, zoo mogelijk door de invoering van nieuwe belastingen. Telden de beide eerste groepen onder hun afgevaardigden slechts leden van hun eigen stand, bij de burgerij was dat anders. Niet al leen stonden vele lagere geestelijken aan de zijde van het volk, waaruit zij waren voortge komen, maar ook verscheidene edelen streef den mèt de burgerij naar vernieuwing, naar beperking van de koninklijke macht en gelijk heid der belastingen voor ieder Fransch on derdaan. Onder hen bevond zich Mirabeau. Hij had de edelen van zijn departement voorge stelde met hem te strijden voor de afschaf fing van alle voorrechten die adel en kerk sinds eeuwen bezaten. Als een verrader had den zij hem uitgestooten. Nu betrad hij de vergaderzaal der Staten-Generaal als afge vaardigde der bourgeoisie. Reeds spoedig botsten oud en nieuw. De zwakke Lodewijk XVI, die aanvankelijk had goedgevonden dat de burgerij 600 afgevaar digden zou tellen, tegenover adel en geeste lijkheid elk 300, ontnam weldra dat besluit alle beteekenis door af te kondigen dat de standen gescheiden zouden vergaderen en elk één stem zouden uitbrengen. Elk voorstel dei- vertegenwoordigers van 25 millioen Fransehen zou op die wijze overstemd worden door de af gevaardigden van 200.000 bevoorrechtten. De derde stand, in de vergaderzaal bijeen met adel en geestelijkheid, aarzelde na 's ko nings woorden wat te doen. Zwijgend liet men den vorst heengaan. Toen trad de oppercere- moniemeester op hen toe. „Gij hebt de be velen des konings gehoord, mijne heeren?" Zijn hand gebaarde naar de deur. Toen vond Mirabeau het woord, dat zijn groep den moed en de kracht teruggaf: Ga aan uw meester zeggen, dat wij hier zijn door den wil van het volk en dat slechts zullen heengaan door het geweld der bajonetten. De ceremoniemeester meldde den koning wat er gebeurd was. Lodewijk zweeg even, schudde toen het hoofd en zei op gelaten toon: Welnu, als ze dan niet weg willen, dan moeten ze maar blijven. De Nationale Vergadering zoo is voortaan haar naam ging aan het werk. Talrijk zijn de redevoeringen die Mirabeau in de vele bij eenkomsten gehouden heeft. Fel is hij in het debat, ongebreideld in den aanval, scherpzin nig in de verdediging waren zijn betoogen. Maar intusschen greëp de revolutie om zich heen. In Parijs bestormde het volk de gehate staatsgevangenis de Bastille; eenige maan den later dwong het den koning van Versail les naar Parijs te verhuizen. Dreigender werd de toon, oproeriger werden de denkbeelden, verbitterder de uitingen der volksmassa's. Mi rabeau zag dat zeer goed en vreesde voor de gevolgen. Hij was een voorstander van een sterk gezag, ook van een sterk koninklijk ge zag, mits nauwkeurig omlijnd en omschreven. Bovendien waren zijn persoonlijke geldmidde len volkomen in de war en zoo heeft hij een verzoek van het hof aanvaard: de regeering als raadsman bij te staan. Deze houding van Mirabeau is door velen veroordeeld. In Pa rijs ventte men met blaadjes: Het groote ver raad van Mirabeau. „Men koopt mij wel. maar ik verkoop mij niet", zoo kenschetste hij zelf zijn verhouding tot den koning, maar zijn po pulariteit verloor hij grootendeels. Bovendien wantrouwde 's konings omgeving den „volks menner"; alleen de koningin, Marie Antoi nette, die vroeger een afschuw van hem had, leerde hem waardeerena En die waardeering was wederkeerig: de koningin is de eenige man dien de koning in zijn nabijheid heeft, zei Mirabeau eens. Intusschen zon de onevenwichtige vorst op middelen om zijn gezag in één slag te herstel len: hij wilde uit Parijs vluchten, zijn grens- leger zien te bereiken en met behulp der troe pen de revolutie neerslaan. Mirabeau heeft van die plannen geweten en ze den koning steeds met klem ontraden. Maar Mirabeau's dagen waren geteld. Zijn gezondheid had de lange jaren in de gevangenis en zijn ongere geld leven niet kunnen doorstaan. Slechts kort was hij ziek en nog in zijn laatste uren dacht hij aan de rampen die Frankrijk te wachten stonden en die hij niet meer zou kun nen afwenden. „Verleg mijn hoofd eens een beetje", zei hij tot een van zijn vrienden; „ik wou dat ik het je vermaken kon". En even later: „de monarchie van Frankrijk sterft met mij". 2 April 1791 stierf hij. 21 Juni van dat jaar vluchtte Lodewijk XVI uit Parijs, werd achterhaald en teruggevoerd. Twee jaar later viel zijn hoofd onder de guil lotine. P. H. SCHRÖDER Reeds honderd Nederlandsche schepen geconvooieerd. Twee maal werd een begeleiding geweigerd. 's-GRAVENHAGE, 26 April. Sedert den aanvang van den convooidienst door Neder landsche oorlogsschepen in de Straat van Gibraltar op 17 Maart jl. is, naar wij verne men, op 24 April het honderdste schip door de in de Spaansche wateren gestationneerde Nederlandsche scheepsmacht door de straat van Gibraltar geconvooieerd. 'r. Van deze 100 schepen werden .31 door Hr. MS. „Hertog Hendrik", 67. door Hr .Ms. „Java" en 2 door onderzeebooten begeleid. In deze periode werd tweemaal convooi ge weigerd voor schepen, waarvan niet met vol komen zekerheid vaststond, dat zij een on schuldige lading voerden. Veertien mijnwerkers verdronken. Ontzettend ongeluk in Bohemen. In de mijn „Ferdinand" bij Rokycany in Bohemen heeft een ontzettend ongeluk plaats gehad, doordat plotseling een groote hoe veelheid water uit een verlaten mijn binnen drong. Op dat oogenblik werkten dertig ar beiders op 68 meter diepte. Zestien hunner konden gered worden, doch veertien mijn werkers zijn om het leven gekomen. Het ge weld van het water was zóó groot, dat de lij ken over een afstand van 1500 meter werden meegesleurd. Men gelooft, dat het maan den zal duren vóór het water uit de mijn ver wijderd is. De wereldtentoonstelling te Parijs. Opening van het Nederlandsche paviljoen voorloopig vastgesteld op 28 Mei. PARIJS, 26 April (A.N.P.) Volgens mede- deeling van ir. De Bie Leuveling Tjeenk, ls de openingsdatum van het Nederlandsche paviljoen op de wereldtentoonstelling te Pa rijs voorloopig vastgesteld op Vrijdag 28 Mei en zal de openingsplechtigheid verricht worden door minister Slotemaker de Bruine. Hoewel de openingsdatum van de ten toonstelling zelf door de Fransche regeering nog niet definitief is vastgesteld, zal deze volgens alle waarschijnlijkheid in het begin van de laatste week in Mei plaats vinden. De heer De Bie Leuveling Tjeenk, die dezer da gen nog eens een rondgang heeft gemaakt over de tentoonstellingsterreinen, verklaarde dat het inderdaad te verwachten is, dat het geheele complex der wereldtentoonstelling tegen dien tijd gereed zal zijn. Goering met „bijzondere opdracht" te Rome? Hedenochtend een onderhoud, met den Duce. ROME, 26 April (Havas).— Minister-pre sident Goering is hedenochtend kwart voor zeven te Rome aangekomen. Hij is evenwel tot negen uur in zijn wagon gebleven, die op een zijspoor was gereden. Te negen uur werd hij begroet door den Duitsehen ambassadeur Von Hassel en den luchtvaart-attaché van de ambassade. Goe ring begaf zich vervolgens naar het mi nisterie van buitenlandsche zaken, waar hij door graaf Ciano werd ontvangen. Goering zal drie dagen te Rome blijven, het programam is nog niet opgesteld doch er van sprake zijn van een „bijzondere opdracht" van Goering bij de regeering te Rome. Goe ring is steeds een aanhanger geweest van een hechte vriendschap tusschen Italië en Duitschland. Het bezoek, dat VonNeurath binnenkort zal brengen, zal het mogelijk maken een on derhoud van Mussolini met Hitier te regelen. Nader meldt Reuter uit Rome: Na zijn bezoek aan Venetië, waar de Duce een onderhoud had met den Oostenrijkschen bondskanselier Schuschnigg, zal Mussolini hedenochtend een onderhoud hebben met minister-president Goering ter bespreking van de mogelijkheid de zoogenaamde „As Rome- Berlijn" te versterken, door het zoeken van verdere bondgenooten. Men moet afwachten in hoeverre Schusch nigg overgehaald is door de pogingen van den Duce hem weg te halen van de „as Parijs Londen" en de isolatie van Tsjecho-Slowakije als bondgenoot van Frankrijk uit te breiden. De tomende weken zullen een aan tal vriendschapsbezoeken plaats heb ben, aan Albanië, Boekarest, Boeda pest en vermoedelijk aan Ankara, terwijl de bezoeken, waarschijnlijk bekroond ziillen worden met een be zoek van Mussolini aan Hitier te Berchtesgaden. In het onderhoud van Mussolini met Goe ring hedenochtend zullen zonder twijfel de Spaansche kwestie en het Duitsche vier jarenplan ter sprake komen. ENGELSCH VLIEGER POOGT HET RECORD LONDEN—KAAPSTAD TE BREKEN. KHARTOEM. 26 April (Reuter). De vlie ger Brook, die Amy Mollison's record Enge landKaapstad wil verbeteren, is hier om 10,27 uur plaatselijke tijd, aangekomen. Om 11.07 uur is hij weder opgestegen met bestemming Joeba. Huiszoeking bij gemeentebode. Tal van bescheiden in beslag genomen. Nadat gedurende de algeloopen dagen, tijdens het, op last van den Officier van Justitie te Amsterdam ingestelde onderzoek naar verdwenen overtuigings-stukken uit het politiebureau te Diemen, sterke vermoedens gerezen waren tegen den gemeentebode J. J. M. G. heeft het Parket van Amsterdam dezer dagen te zijnen huize een uitgebreid onder zoek ingesteld. Het bleek, dat zich in de woning van den gemeentebode tal van bescheiden bevonden, welke de justitie gewenscht vond in beslag te nemen. Er werd een koffer vol gepakt, en later was nog een gonjezak noodig, om de stapels papieren te vervoeren. Nadat een en ander voorloopig ten ge meentehuize gedeponeerd was, is de rijks rechercheur ettelijke uren in het politie bureau doende geweest de inbeslaggenomen bescheiden te bestudeeren. Hierbij moest de gemeenteveldwachter herhaaldelijk inlich tingen verstrekken. In een onderhoud dat wij met burgemeester Mr. A. J. de Wolff hadden, deelde deze ons mede, dat hij op verzoek van den Officier van Justitie, hangen de het onderzoek in deze zeer ernstige zaak, geen inlichtingen kon verstrekken. Inmiddels kwam ons ter oore, dat reeds van het eerste oogenblik af, dat de stukken uit de lade van het op het politiebureau staande schrijfbureau verdwenen waren, ver denking gerezen was tegen den bode, omdat hij behalve dan een collega van den ge meenteveldwachter, die de stukken in de lade borg, de eenige getuige was van het feit, dat voor een steuntrekker bezwarende bewijzen in de onafgesloten lade werden gedeponeerd. De reeds gerezen vermoedens dat de bode in elk geval bij deze zaak op de een of andere manier betrokken moest zijn, namen groote ren omvang aan, toen de man er op be trapt werd, dat hij op een avond uit het vertrek in het gemeentehuis kwam, dat als politiebureau dienst doet en waar hij op dat oogenblik niets te maken had. Geen dei- beide veldwachters was in het bureau aan wezig, toen de gemeentebode G. zich toegang tot dat vertrek verschafte Juist op het opgenblik dat de bode weer uit het politiever'trek de gang betrad, werd hij verrast door de komst van den heer D. H. H., den loco-secretaris, die in verband met de ziekte van den beer M. v. S., den ge meentesecretaris, het secretariaat waarneemt. De heer H. was niet. weinig verwonderd, den bode uit het bureau te zien komen op een tijdstip, dat deze daar niets te maken had. Den volgenden ochtend werd de gemeentebode stevig aan den tand gevoeld, doch hij ver klaarde in het politiebureau gezocht te heb ben naar een paar brieven, welke hij had moeten posten, doch welke eensklaps vol gens zijn bewering spoorloos verdwenen zouden zijn. Toen hij de geadresseerden van die stukken telefonisch geïnformeerd werd bleek het dat zij de brieven reeds ontvangen hadden Het justitioneel onderzoek strekt zich uit naar geknoei met steungelden, waaraan een tim merman zich schuldig moet hebben gemaakt en hetgeen reeds met bewijsstukken was vast gelegd. Deze timmerman, B. geheeten, had reeds aan personen, die hem aan het werk zagen, verzocht daarvan ten gemeentehuize geen melding te maken omdat hij anders geen of minder steun zou ontvangen. Van groot belang werd geacht, dat B ook verklaard had, wel timmerwerk te verrichten in huizen, toe- gehoorende aan den heer C. J. H. W., wet houder van sociale zaken. Daarbij werd zelfs verklaard, dat de heer W. tegen B. gezegd zou hebben dat hij "hem maar geen'loon zou uitbetalen, in verband met de steunuitkeering, doch dat hij hem nu en dan wel een zéker bedrag ter hand zou stellen als fooien, welk geld B. inderdaad ontvangen zou hebben. Daar deze verklaring hoogst compromit- teerend luidde voor den betrokken wethouder, hebben wij ons tot burgemeester Mr. A. P. de Wolff gewend, die ons antwoordde: „Ik heb den heer W. er naar gevraagd, en deze heeft mij verklaard, dat de timmerman B. in geen 15 jaren voor hem gewerkt heeft". Ook had de heer W. den burgemeester nog toegevoegd, dat hij toch niet zoo dom zou zijn, zich met handen en voeten te binden aan een steun trekker door dergelijke onregelmatigheden te begaan, daar de man die dan altijd tegen hem als wethouder van sociale zaken, zou kunnen uitspelen. AANBESTEDINGEN. HAARLEM Maandag. Door den directeur van Openbare Werken werd heden aanbesteed: A. Het verbreeden van de Raambrug over de Raamsingel-gracht bij het Wilsonsplein, met bijkomende werken. Ingeschreven werd door: L. J. Winnubst, Haarlem 222.980; N.V. Aan nemersbedrijf v. h. P. A. van Wijnen, Dor drecht 19.500; H. J. J. de Veers, Haarlem 18.449; J. T. Mulder, Rotterdam 21.700; N.V. Aannemersbedrijf v.h. Van Dongen en Van Hoven, Dordrecht 22.100; Gebr. H. J. en de Vries, Haarlem en Purmerend 21.640; P. J. van Hoften, Haarlem f 18.860; Firma N. Cobelens, Haarlem 18.368; Jonker's beton- maatschappij N.V., Haarlem 19.140; Gebr. Hellendoorn, Zwolle 23.885; P. Beijker, Haarlem 18.960; Firma Ter Beek en Loohuis, Almelo 21.600; S. Komen, Amsterdam 17.643; B. Smallegange en H. Baks, Haarlem 28.372; M. Ebbink, Haarlem 19.980; J. P. A. Nelissen, Haarlem 16.568. Het maken van een beschoeiing ter lengte van pl.m. 1415 M., met bijkomende werken, langs de westzijde van de Leidsche- vaart, van de Emmabrug tot even ten Noor den van den oprit van de tramlijn. Er waren 36 inschrijvers waarvan een on geldig: O. Linsel, Soestdijk A f 57786, B f 64.280; ANNO ^gggr ca, (Adv. Ingez. Med.) Firma Wed. H. van Driel. Koudekerk a. d. Rijn A f 57.300, B f 65.300; Gebr. A. en J. den Ouden, Alphen a. d. Rijn, A f 58.800, B f 65.600; J. P. A. Nelissen, Haarlem, A f 55845, B f 64.776; J. van der Duyn> Amsterdam, A f 62518, B f 68543; M. Joustra, Haarlem, A f 58400; B f 65600; N.V. P. H. van Wijnen, Dordrecht, A f 60800. B f 69800; G. Bartels, Haarlem, A f 63880; B f 68880; N.V. Aanne mersbedrijf v.h. Van Dongen en Van Hoven, Dordrecht, A f 66400, B f 72.600; M. Krikke en J. Dikkeboom, Heerenveen, A f 63956, B f 67813; N.V. v.h. Jonkert Betonbouw, Haar lem, A f 60.000, B f 66560; W. Cobelens en Zn., Haarlem, A f 58158, B f 65761; P. Beijker, Haarlem, A f 59000, B f 64000; J. P. van de Haak, Amsterdam, A f 64000; B f 69000; Gebr. Hellendoorn, Zwolle, A f 64648, B f 72953; Ter Beek en Loohuis, Almelo, A f 67560, B f 74800. P. de Das, Schoort A f 63.300, B f 69.800, Firma Wed. de Bruin, Mijdrecht A f 63000 B f 69800; Ir. H. H. Küfper, Amsterdam A f 62800 B f 69750; W. de Jong, Amersfoort A f 54190 B f 58270; N.V. Sliedreehtsche Beton- mij. v.h. P. Volleer A f 63300, B f 71.200; H. J. Timminga Vught A f 55570 B f 63680; H. Verheul, Woerden A f 52243 B 59289; W. Aafjes en Zn. Assendelft A 70.000 B f 74000. W. Koningen, Amstelveen A 65300 B f 69811; J. P. Dijkman en Co., Amsterdam A 69700 B 76669,-' S. Schuitmaker, Leeuwarden A' f 65000 B f 68500; G. den Adel, Beverwijk A f 55450 B f 62800; W. H. Klos, Santpoort A f 54900 B f 62600. N.V. Aannemersbedrijf v.h. J. A. Vens, Zaandam A f 56500 B f 63500; J. H. Reef. Oldenzaal A f 59700 B f 67000; (ong. verkl.) Kraayevelds Aann.bedrijf en Hof man Heemstede A f 63000 B f 70.000; P. J. v. Hoften Haarlem A f 59.670 B f 65970; A. Meyer en Co., Diemen A f 64365 B f 76669; N.V. Aannemersbedrijf P. C. Zanen Haarlem A f 57000 B f 64000; B. Smallegange en H. Baks Haarlem A f 57568 B f 63394. Het asphalteeren op betonfundeering van de Leidschevaart tusschen het Emmaplein en den tramoprit nabij de grens van de gemeen te ter lengte van pl.m. 1415 M. Hierop waren 22 inschrijvingen binnengeko men waarvan 1 ongeldig-: P. Beyker, Haarlem f 112,000; B. Krikke en D. Dikkeboom, Heeren veen f 128,513 J. Rombout, Donjem (Fr.) r 130.000, N.V. Asphalt en Wegenbouw Neufcha: tel f 88.200. N.V. Aann.- enWegënbouwbedrijf P. C. Zanen, Haarlem, f 83.460, N.V. Teuwen en Co., Den Haag f 88.187, N.V. Wegenbouw Boe- ton den Haag f 84.900, J. Reef, Oldenzaal (on geldig verklaard) f 86.100. Kraayenveldt Aann.mij. en H. Hofman, Heem stede f 91.000. N.V. H. Bolsenwinkel, Nijmegen f 88.750. N.V. Bitumenweg. Utrecht f 85.540. N.V. A. van Dijk-Petit, Bergen op Zoom f 91.000. Ir. W. van der Stick, N.V. Epe f 91.000. L. van Drune en Zonen, Den Bosch f 92.200. N.V. N. H. Wegenbouwmij., Harlingen f 89.800. N.V. Aannemersbedrijf v/h H. J. te Zilpe, Winters wijk f 95.740. Holl. Betonmij. N.V. Den Haag f 86.450. Koudasphalt, N.V. Utrecht f 92.800. Jaatsveld, Wegenmij., Zilvorde f 93.000. H. A. Jaatsveld, Apeldoorn f 87.830. N.V. „De Ge- ruischlooze weg", Heemstede f 88.880. N.V. Ned. Bazaltmij., Zaandam f 86.400. Toch een onderhond Hitier— Mussolini? LONDEN, 26 April (Havas-A.N.P.) De „Daily Herald" bericht, dat Hitler en Musso lini den komenden zomer een onderhoud zul len hebben te Berlijn. De volgende maand zou Von Neurath een bezoek brengen aan Mussolini om de bijzonderheden van het on derhoud te bespreken, dat ten doel zou heb ben de „as Rome-Berlijn" te versterken. Th. Wauters. Lief vaderland Hou zee. Amsterdam Uitgeverij Euro-pa. Alles is nieuw aan dit boek: de naam van den schrijver, de naam van de uitgeverij. Al leen de conceptie, de manier van schrijven, de aard der fantasie roept een vage herinnering op aan een ander auteur, een andere nationale fantasie en een andere dwaasheid. Een jaar of drie, vier geleden begon een zeer intelligent man, een ex-wethouder van Haarlem met blijk baar litteraire aspiratie, een roman-cyclus over een familie MacDonald, die het vaderland zou gaan redden uit de narigheden waarin het in des schrijvers fantasie was verzeild geraakt, Doch daar de publicatie halverwege gestaakt werd, bleef ons de apotheose der MacDonalds onthouden. Wat mij indertijd niet te dier leed deed. De schrijver heeft echter school gemaakt. De schrijfwijs van den heer Wauters heeft tot in het akelige een bepaalde overeenkomst met die van J. B. van Rode, den vader der Mac Donalds. Alleen wordt thans het vaderland niet meer gered, maar finaal aan de galg ge bracht door een burgeroorlog die ontketend wordt door de opkomst in deze lage landen van de N.S.B. Alweer derhalve een profetie, waaraan slechts de wrekende hand der Mac Donalds ontbreekt om het eind minder luguber te maken. Ik houd niet van politiek en stellig niet van die dames en heeren die in die ma terie met het ei werken en daaruit litteratuur trachten te brouwen. Maar om billijk te zijn, zoeken wij in ieder afzonderlijk geval gaarne naar mogelijke litteraire verdienste van dat brouwsel. Evenals Van Rode bezit ook Wauters wat de burgerman de gave des woords noemt. Bij beiden vliegt het er uit als de frases van den getrainden volksredenaar, zij zijn beiden gelijkelijk oppervlakkig en derhalve aantrek kelijk voor de massa. Zij zouden ongetwijfeld voor die massa ook gevaarlijk kunnen zijn als die oppervlakkigheid er niet zoo dik bovenop lag. Hun fantasie is per slot van rekening van een goedkoope soort, maar het kinderlijk zelf vertrouwen waarmee ze gepresenteerd wordt bezit een zekere charme, als men dat alles als zuiver schrijfkunst wil toetsen. En waar Wau ters zich niet in mogelijke toekomstbeelden verliest, doch ervaring en kennis van bepaalde personen en toestanden in beeld brengt, zijn die portretten en beelden zelfs met een zekere psychische door dringendheid geteekend. Al thans met een waardeerbare poging daartoe. Want dit boek is wat men een roman a clef, een sleutelroman noemt. Almee een bewijs voor de goedkoopte waarmee de fantasie in dit geval verworven is. Politieke verwikkelingen der laatste jaren worden, men zoo haast geneigd zijn te zeggen op smakelijke wijze gedramatiseerd. Daar treedt geen persoon voor Wauterss voetlicht of hij is op uiterst doorzichtige wijze de repre sentant en soms de earicatuur van een be kende figuur uit ons klein openbaar leven. De schrijver geeft zich niet de minste moeite dat te verbergen; zelfs wie het geluk heeft buiten al dat gehannes der strijdende politiek te staan en slechts nu en dan in de krant er wat over leest, herkent onmiddellijk alle bedoelde mi nisters, Kamerleden, partijleiders etc. etc. Het is goedkoop, maar soms werkelijk niet on aardig. Het heeft iets van verfilmde politiek met close-ups van Colijn. Aalberse. Mendels, Henri Polak, De Geer, burgemeester De Vlugt, Mussert en wie zich verder in de volgende maand in de arena der stembiljettrommels zullen werpen. Net als alle andere verfilmde werelddrama's lijkt het er wel een beetje op, maar is het toch niet je-dat. Maar amusant is het soms wel. De amusanterigheid gaat er echter af als de heer Wauters toekomstfilmen gaat projecteeren. Dan zullen wij hem hier niet verder volgen. Dat wordt te triest en treu rig. En bovendien komen wij dan op een ter rein dat het onze niet is: zie boven, waar wij over dames en heeren die met het ei werken, schreven. Als wij 's morgens onze brievenbus leeghalen vinden wij steevast van de een of andere groep medeburgers een klemmend be toog om het ons klaar te maken hoè beroerd wij er aan toe zullen zijn als een andere groep medeburgers het voor het zeggen gaat krijgen. Maar tot nu toe is een dergelijke voorzichtige waarschuwing nog niet in zoo filmisch-dra- matischen vorm gegoten en in zoo gecamou fleerd artistiek pak gestoken als de heer Wau ters zijn waarschuwing hard-op-droomt. Droo- men zijn bedrogzij mijn grootje reeds jaren geleden, en ik hoop het van harte, want in den litterairen droom van den heer Wauters eindigen twee heeren hun leven met zelfver nietiging enbeleeft Amsterdam zijn eerste pogrom. Wat daarbij behoort heeft de lezer reeds lang geraden en als hij ietwat zwak van zenuwen is zal de droom van Wauters hemzelf tot een nachtmerrie worden, waaruit hij niet eerder ontwaakt dan wanneer, over een maand of zoo blijkt, dat ,de soep nooit zoo heet, wordt gegeten als ze wordt opgediend". Het is doodjammer dat ik het boek. dat ik vandaag te bespreken had, niet kort en goed een prul kan noemen. Want daarvoor is er een te groote en te duidelijke schrijfcapaciteit aan vermorst. Maar behalve de tweedehandsche fantasie heb ik er tegen dat het te plat van levensvisie, te weinig wijsgeerig en te pamflettistisch is en te veel op het bevattingsvermogen van Jan Piet en Klaas geschreven om iets van belang te kunnen zijn. Het kan angst en verwarring vergrooten bij wie weinig zelfstandig denken gewoon zijn, terwijl diezelfde menschen zelf vertrouwen en rust vóór alles noodig hebben om alle perikelen, waarmee de Tijd hen be dreigt, te kunnen weerstaan. Angst en verwar ring zijn de slechtste fasen waarin de men- schelijke geest verkeeren kan. Wie die probeert in het leven te roepen randt onze Hollandsche nuchterheid en gezondheid even sterk aan als wie ons een levensinzicht wil opdringen, dat niet met onze geboorte en traditie overeen stemt. In tijden van neergang hebben die pro beersels gelijktijdig succes. Misschien worden ze thans daardoor bij den dag minder gevaar lijk. NIEUWE BOEKEN: Jeanna Oterdahl. Helga Wilhelmina. Roman vertaald door N. Basenau Goemens. 217 pag. Amsterdam J. M. Meulenhof. K. van der Geest. Eiland in de Branding. Roman. 288 pag. Den Haag Leopold's Uitg. Maatschappij. Wïlly Corsari. Voetstappen op de trap. Een nieuw avontuur van inspecteur Lund. 194 pag. Den Haag. Dezelfde uitgevers. J. H. DE BOIS.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 2