lAwm
WEE
DOUWE
EGBERTS
Mirabeau 1749-1791
op.3 juwten
m
UIT HET VERLEDEN
Litteraire
Kantteekeningen.
Hij was zoo leelijk, dat wie hem voor het
eerst zag in letterlijken zin terugschrok: zijn
gelaat was grof en door de pokken geschon
den; zijn hoofd, door woeste leeuwenmanen
omgeven, was te groot in verhouding tot zijn
lichaam; zijn gestalte was bwsed, maar klein,
zijn beenen waren krom. Het is niet bepaald
het uiterlijk van een Fransch edelman uit de
18e eeuw, dat hij vertoonde en toch behoor
den de Mirabeau's tot de aanzienlijkste adel
lijke geslachten van hun tijd. Oorspronkelijk
stamden zij uit Florence en het zuidelijke,
hartstochtelijke karakter is hun door de
eeuwen heen bijgebleven. Krijgslieden en ge
leerden telde het geslacht, maar twee eigen
schappen hadden alle telgen gemeen: een hel
der verstand en een buitengewone lichaams
kracht.
Mirabeau.
Toen Honoré Gabriel Victor Riquetti, graaf
van Mirabeau in 1749 geboren werd, regeerde
over Frankrijk nog Lodewijk XV, dien men
wel eens den slechtsten aller Fransche vorsten
heeft genoemd. En reeds onder zijn bewind
begonnen de wolken zich samen te pakken,
waaruit in 1789 het onweer zou losbarsten dat
men de groote Fransche revolutie pleegt te
noemen. De tegenstellingen tusschen arm en
rijk verscherpten zich voortdurend; van aller
lei zijden rezen bezwaren tegen verouderde
opvattingen in zaken van staat,, van economie,
van godsdienst. In de buitenlandsche politiek
was Frankrijks roem getaand: de uitgestrekte
Indische en Amerikaansche koloniën gingen
grootendeels aan de Engelschen verloren. De
financiën waren hopeloos in de war; de be
lastingen, waarvan adel en geestelijkheid groo
tendeels waren vrijgesteld, drukten steeds
zwaarder op den boerenstand, toentertijd de
kern der bevolking. In één provincie leefden
70.000 menschen van half verrotte kastanjes,
in het district Rouaan hadden van de 700.000
zielen er 600.000 bossen stroo als bed. Vier
vijfde van zijii inkomen betaalde de boer aan
belastingen van allerlei aard. De staat leende
eens 100 millioen gulden voor „noodzakelijke
uitgaven"; de beide broers des konings staken
daarvan 75 millioen in hun zak, een bloedver
want kreeg anderhalf millioen om zijn schul
den te betalen. Zwart brood en wortelen wa
ren het eenige voedsel dat de arbeider nog be
talen kon.
Tusschen het plattelandsproletariaat eener
zij ds en den adel anderzijds heeft zich inmid
dels een nieuwe groep geschoven: de bour
geoisie, de gegoede burgerij. Door handel en
nijverheid verdient zij royaal geld en de bur
gers leenen hun kapitalen aan het Hof, dat
altijd maar weer geld noodig heeft. Zoo wor
den zij de schuldeischers van den Staat en
komen nu ook met hun eischen. Onrust over
het geleende geld, kritiek op het beheer drij
ven hen tot den eisch van medezeggenschap.
De bourgeoisie wil dus hervormingen, maar
zij wil den wettigen weg bewandelen. Maar
als zij van den wettigen weg wordt afge
drongen door de tegenwerking van den adel,
de verblinding van het Hof, het onverstand
der Regeering, dan kan zij het plattelands- en
grootestadsproletariaat niet langer in toom
houden en de revolutie breekt uit met ont
zettende kracht.
Een vroolijke jeugd heeft Mirabeau niet ge
kend. Tusschen den vader, een bekend eco
noom maar ook een trotsehe despoot, over
tuigd van eigen onfeilbaarheid en van de on
beperktheid van het vaderlijk gezag, en den
zoon, opstandig, hartstochtelijk, onbeheerscht,
koppig en intelligent, ontstonden onoverbrug
bare kloven. Meermalen heeft de vader ge
bruik gemaakt van een zgn. lettre de cachet
(een door den koning onderteekend bevel tot
gevangenneming, waarop men zelf den naam
van het slachtoffer kon invullen en die voor
geld te koop waren) om zijn zoon van zijn vrij
heid te berooven. Jaren heeft Mirabeau in
verschillende gevangenissen vertoefd. Hij
heeft er gestudeerd, onnoemelijk veel gelezen
en misschien nog meer nagedacht. Herhaal
delijk heeft hij, gedwongen of vrijwillig, zijn
vaderland verlaten: hij woonde in Berlijn, in
Londen, in Amsterdam. Nieuwe denkbeelden
overstroomden in die jaren de wereld en Mi
rabeau leerde zien welke gebreken het staats
bestuur aankleefden. Maanden achtereen
wijdde hij z-ich aan de studie van economische
problemen, dan plotseling dook hij onder in
een reeks van wilde vermaken, in oppervlakki
ge of serieuze liefdesaffaires. Vrouwen zijn er
vele in zijn leven geweest, want deze vreemde,
afstootelijk-leelijke man, had een groote char
me en een bijzondere aantrekkelijkheid. Zijn
gelaat, hoe geschonden ook, was geestig ei
vol leven; zijn taak was die van een volmaak
ten veroveraar, zijn geheele persoonlijkheid in
hooge mate innemend. Onder haar die hij
werkelijk heeft liefgehad, moet één vrouw met
name genoemd worden: een dochter van den
Nederlandschen gezant te Brussel Willem van
Haren, eens een bekend dichter en broeder
van den niet minder vermaarden Onno Zwier.
Zij had door letterverplaatsing haar naam
verfranscht tot Henriëtte de Néhra, leefde
hoogst eenvoudig in een Parijsch klooster
leerde Mirabeau in 1784 kennen. Vier jaar
lang is zij zijn goede engel geweest, heeft hem
gesteund in zijn werk, orde geschapen in zijn
altoos verwarde financiën, hem omringd met
haar toewijding en liefde. Toen was de idylle
voorbij. Mix*abeau's natuur was niet geschikt
voor blijvend, rustig geluk en een plotselinge
bevlieging voor een Parijsche schoone maakte
een einde aan het samenzijn met Henriëtte.
De toestand der financiën was onder Lo
dewijk XVI, sinds 1774 koning van Frank
rijk, niet verbeterd en het gedokter van aller
lei ministers had de kwaal slechts verergerd.
Nog één middel kon toegepast worden, men
kon de Etats Généraux, de afgevaardigden van
adel, geestelijkheid en burgerij bijeenroepen
en met deze vergadering pogen den finan-
ciëelen toestand te verbeteren, zoo mogelijk
door de invoering van nieuwe belastingen.
Telden de beide eerste groepen onder hun
afgevaardigden slechts leden van hun eigen
stand, bij de burgerij was dat anders. Niet al
leen stonden vele lagere geestelijken aan de
zijde van het volk, waaruit zij waren voortge
komen, maar ook verscheidene edelen streef
den mèt de burgerij naar vernieuwing, naar
beperking van de koninklijke macht en gelijk
heid der belastingen voor ieder Fransch on
derdaan. Onder hen bevond zich Mirabeau. Hij
had de edelen van zijn departement voorge
stelde met hem te strijden voor de afschaf
fing van alle voorrechten die adel en kerk
sinds eeuwen bezaten. Als een verrader had
den zij hem uitgestooten. Nu betrad hij de
vergaderzaal der Staten-Generaal als afge
vaardigde der bourgeoisie.
Reeds spoedig botsten oud en nieuw. De
zwakke Lodewijk XVI, die aanvankelijk had
goedgevonden dat de burgerij 600 afgevaar
digden zou tellen, tegenover adel en geeste
lijkheid elk 300, ontnam weldra dat besluit
alle beteekenis door af te kondigen dat de
standen gescheiden zouden vergaderen en elk
één stem zouden uitbrengen. Elk voorstel dei-
vertegenwoordigers van 25 millioen Fransehen
zou op die wijze overstemd worden door de af
gevaardigden van 200.000 bevoorrechtten.
De derde stand, in de vergaderzaal bijeen
met adel en geestelijkheid, aarzelde na 's ko
nings woorden wat te doen. Zwijgend liet men
den vorst heengaan. Toen trad de oppercere-
moniemeester op hen toe. „Gij hebt de be
velen des konings gehoord, mijne heeren?"
Zijn hand gebaarde naar de deur. Toen vond
Mirabeau het woord, dat zijn groep den moed
en de kracht teruggaf:
Ga aan uw meester zeggen, dat wij hier
zijn door den wil van het volk en dat
slechts zullen heengaan door het geweld der
bajonetten.
De ceremoniemeester meldde den koning
wat er gebeurd was. Lodewijk zweeg even,
schudde toen het hoofd en zei op gelaten
toon: Welnu, als ze dan niet weg willen, dan
moeten ze maar blijven.
De Nationale Vergadering zoo is voortaan
haar naam ging aan het werk. Talrijk zijn
de redevoeringen die Mirabeau in de vele bij
eenkomsten gehouden heeft. Fel is hij in het
debat, ongebreideld in den aanval, scherpzin
nig in de verdediging waren zijn betoogen.
Maar intusschen greëp de revolutie om zich
heen. In Parijs bestormde het volk de gehate
staatsgevangenis de Bastille; eenige maan
den later dwong het den koning van Versail
les naar Parijs te verhuizen. Dreigender werd
de toon, oproeriger werden de denkbeelden,
verbitterder de uitingen der volksmassa's. Mi
rabeau zag dat zeer goed en vreesde voor de
gevolgen. Hij was een voorstander van een
sterk gezag, ook van een sterk koninklijk ge
zag, mits nauwkeurig omlijnd en omschreven.
Bovendien waren zijn persoonlijke geldmidde
len volkomen in de war en zoo heeft hij een
verzoek van het hof aanvaard: de regeering
als raadsman bij te staan. Deze houding van
Mirabeau is door velen veroordeeld. In Pa
rijs ventte men met blaadjes: Het groote ver
raad van Mirabeau. „Men koopt mij wel. maar
ik verkoop mij niet", zoo kenschetste hij zelf
zijn verhouding tot den koning, maar zijn po
pulariteit verloor hij grootendeels. Bovendien
wantrouwde 's konings omgeving den „volks
menner"; alleen de koningin, Marie Antoi
nette, die vroeger een afschuw van hem had,
leerde hem waardeerena En die waardeering
was wederkeerig: de koningin is de eenige
man dien de koning in zijn nabijheid heeft,
zei Mirabeau eens.
Intusschen zon de onevenwichtige vorst op
middelen om zijn gezag in één slag te herstel
len: hij wilde uit Parijs vluchten, zijn grens-
leger zien te bereiken en met behulp der troe
pen de revolutie neerslaan. Mirabeau heeft
van die plannen geweten en ze den koning
steeds met klem ontraden. Maar Mirabeau's
dagen waren geteld. Zijn gezondheid had de
lange jaren in de gevangenis en zijn ongere
geld leven niet kunnen doorstaan. Slechts
kort was hij ziek en nog in zijn laatste uren
dacht hij aan de rampen die Frankrijk te
wachten stonden en die hij niet meer zou kun
nen afwenden. „Verleg mijn hoofd eens een
beetje", zei hij tot een van zijn vrienden; „ik
wou dat ik het je vermaken kon". En even
later: „de monarchie van Frankrijk sterft met
mij".
2 April 1791 stierf hij.
21 Juni van dat jaar vluchtte Lodewijk XVI
uit Parijs, werd achterhaald en teruggevoerd.
Twee jaar later viel zijn hoofd onder de guil
lotine. P. H. SCHRÖDER
Reeds honderd Nederlandsche
schepen geconvooieerd.
Twee maal werd een begeleiding geweigerd.
's-GRAVENHAGE, 26 April. Sedert den
aanvang van den convooidienst door Neder
landsche oorlogsschepen in de Straat van
Gibraltar op 17 Maart jl. is, naar wij verne
men, op 24 April het honderdste schip door
de in de Spaansche wateren gestationneerde
Nederlandsche scheepsmacht door de straat
van Gibraltar geconvooieerd. 'r.
Van deze 100 schepen werden .31 door Hr.
MS. „Hertog Hendrik", 67. door Hr .Ms. „Java"
en 2 door onderzeebooten begeleid.
In deze periode werd tweemaal convooi ge
weigerd voor schepen, waarvan niet met vol
komen zekerheid vaststond, dat zij een on
schuldige lading voerden.
Veertien mijnwerkers verdronken.
Ontzettend ongeluk in Bohemen.
In de mijn „Ferdinand" bij Rokycany in
Bohemen heeft een ontzettend ongeluk plaats
gehad, doordat plotseling een groote hoe
veelheid water uit een verlaten mijn binnen
drong. Op dat oogenblik werkten dertig ar
beiders op 68 meter diepte. Zestien hunner
konden gered worden, doch veertien mijn
werkers zijn om het leven gekomen. Het ge
weld van het water was zóó groot, dat de lij
ken over een afstand van 1500 meter werden
meegesleurd. Men gelooft, dat het maan
den zal duren vóór het water uit de mijn ver
wijderd is.
De wereldtentoonstelling te
Parijs.
Opening van het Nederlandsche paviljoen
voorloopig vastgesteld op 28 Mei.
PARIJS, 26 April (A.N.P.) Volgens mede-
deeling van ir. De Bie Leuveling Tjeenk, ls
de openingsdatum van het Nederlandsche
paviljoen op de wereldtentoonstelling te Pa
rijs voorloopig vastgesteld op Vrijdag 28 Mei
en zal de openingsplechtigheid verricht
worden door minister Slotemaker de Bruine.
Hoewel de openingsdatum van de ten
toonstelling zelf door de Fransche regeering
nog niet definitief is vastgesteld, zal deze
volgens alle waarschijnlijkheid in het begin
van de laatste week in Mei plaats vinden. De
heer De Bie Leuveling Tjeenk, die dezer da
gen nog eens een rondgang heeft gemaakt
over de tentoonstellingsterreinen, verklaarde
dat het inderdaad te verwachten is, dat het
geheele complex der wereldtentoonstelling
tegen dien tijd gereed zal zijn.
Goering met „bijzondere
opdracht" te Rome?
Hedenochtend een onderhoud, met
den Duce.
ROME, 26 April (Havas).— Minister-pre
sident Goering is hedenochtend kwart voor
zeven te Rome aangekomen. Hij is evenwel
tot negen uur in zijn wagon gebleven, die op
een zijspoor was gereden.
Te negen uur werd hij begroet door den
Duitsehen ambassadeur Von Hassel en den
luchtvaart-attaché van de ambassade. Goe
ring begaf zich vervolgens naar het mi
nisterie van buitenlandsche zaken, waar hij
door graaf Ciano werd ontvangen.
Goering zal drie dagen te Rome blijven,
het programam is nog niet opgesteld doch er
van sprake zijn van een „bijzondere opdracht"
van Goering bij de regeering te Rome. Goe
ring is steeds een aanhanger geweest van een
hechte vriendschap tusschen Italië en
Duitschland.
Het bezoek, dat VonNeurath binnenkort
zal brengen, zal het mogelijk maken een on
derhoud van Mussolini met Hitier te regelen.
Nader meldt Reuter uit Rome:
Na zijn bezoek aan Venetië, waar de Duce
een onderhoud had met den Oostenrijkschen
bondskanselier Schuschnigg, zal Mussolini
hedenochtend een onderhoud hebben met
minister-president Goering ter bespreking van
de mogelijkheid de zoogenaamde „As Rome-
Berlijn" te versterken, door het zoeken van
verdere bondgenooten.
Men moet afwachten in hoeverre Schusch
nigg overgehaald is door de pogingen van den
Duce hem weg te halen van de „as Parijs
Londen" en de isolatie van Tsjecho-Slowakije
als bondgenoot van Frankrijk uit te breiden.
De tomende weken zullen een aan
tal vriendschapsbezoeken plaats heb
ben, aan Albanië, Boekarest, Boeda
pest en vermoedelijk aan Ankara,
terwijl de bezoeken, waarschijnlijk
bekroond ziillen worden met een be
zoek van Mussolini aan Hitier te
Berchtesgaden.
In het onderhoud van Mussolini met Goe
ring hedenochtend zullen zonder twijfel de
Spaansche kwestie en het Duitsche vier
jarenplan ter sprake komen.
ENGELSCH VLIEGER POOGT HET RECORD
LONDEN—KAAPSTAD TE BREKEN.
KHARTOEM. 26 April (Reuter). De vlie
ger Brook, die Amy Mollison's record Enge
landKaapstad wil verbeteren, is hier om 10,27
uur plaatselijke tijd, aangekomen. Om 11.07
uur is hij weder opgestegen met bestemming
Joeba.
Huiszoeking bij gemeentebode.
Tal van bescheiden in beslag genomen.
Nadat gedurende de algeloopen dagen,
tijdens het, op last van den Officier van
Justitie te Amsterdam ingestelde onderzoek
naar verdwenen overtuigings-stukken uit het
politiebureau te Diemen, sterke vermoedens
gerezen waren tegen den gemeentebode J. J.
M. G. heeft het Parket van Amsterdam dezer
dagen te zijnen huize een uitgebreid onder
zoek ingesteld.
Het bleek, dat zich in de woning van den
gemeentebode tal van bescheiden bevonden,
welke de justitie gewenscht vond in beslag
te nemen. Er werd een koffer vol gepakt, en
later was nog een gonjezak noodig, om de
stapels papieren te vervoeren.
Nadat een en ander voorloopig ten ge
meentehuize gedeponeerd was, is de rijks
rechercheur ettelijke uren in het politie
bureau doende geweest de inbeslaggenomen
bescheiden te bestudeeren. Hierbij moest de
gemeenteveldwachter herhaaldelijk inlich
tingen verstrekken. In een onderhoud dat
wij met burgemeester Mr. A. J. de Wolff
hadden, deelde deze ons mede, dat hij op
verzoek van den Officier van Justitie, hangen
de het onderzoek in deze zeer ernstige zaak,
geen inlichtingen kon verstrekken.
Inmiddels kwam ons ter oore, dat reeds
van het eerste oogenblik af, dat de stukken
uit de lade van het op het politiebureau
staande schrijfbureau verdwenen waren, ver
denking gerezen was tegen den bode, omdat
hij behalve dan een collega van den ge
meenteveldwachter, die de stukken in de lade
borg, de eenige getuige was van het feit, dat
voor een steuntrekker bezwarende bewijzen in
de onafgesloten lade werden gedeponeerd.
De reeds gerezen vermoedens dat de bode
in elk geval bij deze zaak op de een of andere
manier betrokken moest zijn, namen groote
ren omvang aan, toen de man er op be
trapt werd, dat hij op een avond uit het
vertrek in het gemeentehuis kwam, dat als
politiebureau dienst doet en waar hij op dat
oogenblik niets te maken had. Geen dei-
beide veldwachters was in het bureau aan
wezig, toen de gemeentebode G. zich toegang
tot dat vertrek verschafte
Juist op het opgenblik dat de bode weer
uit het politiever'trek de gang betrad, werd
hij verrast door de komst van den heer D.
H. H., den loco-secretaris, die in verband
met de ziekte van den beer M. v. S., den ge
meentesecretaris, het secretariaat waarneemt.
De heer H. was niet. weinig verwonderd, den
bode uit het bureau te zien komen op een
tijdstip, dat deze daar niets te maken had.
Den volgenden ochtend werd de gemeentebode
stevig aan den tand gevoeld, doch hij ver
klaarde in het politiebureau gezocht te heb
ben naar een paar brieven, welke hij had
moeten posten, doch welke eensklaps vol
gens zijn bewering spoorloos verdwenen
zouden zijn. Toen hij de geadresseerden van
die stukken telefonisch geïnformeerd werd
bleek het dat zij de brieven reeds ontvangen
hadden
Het justitioneel onderzoek strekt zich uit naar
geknoei met steungelden, waaraan een tim
merman zich schuldig moet hebben gemaakt
en hetgeen reeds met bewijsstukken was vast
gelegd. Deze timmerman, B. geheeten, had
reeds aan personen, die hem aan het werk
zagen, verzocht daarvan ten gemeentehuize
geen melding te maken omdat hij anders geen
of minder steun zou ontvangen. Van groot
belang werd geacht, dat B ook verklaard had,
wel timmerwerk te verrichten in huizen, toe-
gehoorende aan den heer C. J. H. W., wet
houder van sociale zaken. Daarbij werd zelfs
verklaard, dat de heer W. tegen B. gezegd
zou hebben dat hij "hem maar geen'loon zou
uitbetalen, in verband met de steunuitkeering,
doch dat hij hem nu en dan wel een zéker
bedrag ter hand zou stellen als fooien, welk
geld B. inderdaad ontvangen zou hebben.
Daar deze verklaring hoogst compromit-
teerend luidde voor den betrokken wethouder,
hebben wij ons tot burgemeester Mr. A. P. de
Wolff gewend, die ons antwoordde: „Ik heb
den heer W. er naar gevraagd, en deze heeft
mij verklaard, dat de timmerman B. in geen
15 jaren voor hem gewerkt heeft". Ook had de
heer W. den burgemeester nog toegevoegd,
dat hij toch niet zoo dom zou zijn, zich met
handen en voeten te binden aan een steun
trekker door dergelijke onregelmatigheden te
begaan, daar de man die dan altijd tegen hem
als wethouder van sociale zaken, zou kunnen
uitspelen.
AANBESTEDINGEN.
HAARLEM Maandag.
Door den directeur van Openbare Werken
werd heden aanbesteed:
A. Het verbreeden van de Raambrug over
de Raamsingel-gracht bij het Wilsonsplein,
met bijkomende werken.
Ingeschreven werd door:
L. J. Winnubst, Haarlem 222.980; N.V. Aan
nemersbedrijf v. h. P. A. van Wijnen, Dor
drecht 19.500; H. J. J. de Veers, Haarlem
18.449; J. T. Mulder, Rotterdam 21.700;
N.V. Aannemersbedrijf v.h. Van Dongen en
Van Hoven, Dordrecht 22.100; Gebr. H. J. en
de Vries, Haarlem en Purmerend 21.640;
P. J. van Hoften, Haarlem f 18.860; Firma N.
Cobelens, Haarlem 18.368; Jonker's beton-
maatschappij N.V., Haarlem 19.140; Gebr.
Hellendoorn, Zwolle 23.885; P. Beijker,
Haarlem 18.960; Firma Ter Beek en Loohuis,
Almelo 21.600; S. Komen, Amsterdam
17.643; B. Smallegange en H. Baks, Haarlem
28.372; M. Ebbink, Haarlem 19.980; J. P. A.
Nelissen, Haarlem 16.568.
Het maken van een beschoeiing ter
lengte van pl.m. 1415 M., met bijkomende
werken, langs de westzijde van de Leidsche-
vaart, van de Emmabrug tot even ten Noor
den van den oprit van de tramlijn.
Er waren 36 inschrijvers waarvan een on
geldig:
O. Linsel, Soestdijk A f 57786, B f 64.280;
ANNO
^gggr ca,
(Adv. Ingez. Med.)
Firma Wed. H. van Driel. Koudekerk a. d.
Rijn A f 57.300, B f 65.300; Gebr. A. en J.
den Ouden, Alphen a. d. Rijn, A f 58.800, B
f 65.600; J. P. A. Nelissen, Haarlem, A f 55845,
B f 64.776; J. van der Duyn> Amsterdam, A
f 62518, B f 68543; M. Joustra, Haarlem, A
f 58400; B f 65600; N.V. P. H. van Wijnen,
Dordrecht, A f 60800. B f 69800; G. Bartels,
Haarlem, A f 63880; B f 68880; N.V. Aanne
mersbedrijf v.h. Van Dongen en Van Hoven,
Dordrecht, A f 66400, B f 72.600; M. Krikke
en J. Dikkeboom, Heerenveen, A f 63956, B
f 67813; N.V. v.h. Jonkert Betonbouw, Haar
lem, A f 60.000, B f 66560; W. Cobelens en
Zn., Haarlem, A f 58158, B f 65761; P. Beijker,
Haarlem, A f 59000, B f 64000; J. P. van de
Haak, Amsterdam, A f 64000; B f 69000;
Gebr. Hellendoorn, Zwolle, A f 64648, B
f 72953; Ter Beek en Loohuis, Almelo, A
f 67560, B f 74800.
P. de Das, Schoort A f 63.300, B f 69.800,
Firma Wed. de Bruin, Mijdrecht A f 63000 B
f 69800; Ir. H. H. Küfper, Amsterdam A
f 62800 B f 69750; W. de Jong, Amersfoort A
f 54190 B f 58270; N.V. Sliedreehtsche Beton-
mij. v.h. P. Volleer A f 63300, B f 71.200; H.
J. Timminga Vught A f 55570 B f 63680; H.
Verheul, Woerden A f 52243 B 59289; W.
Aafjes en Zn. Assendelft A 70.000 B f 74000.
W. Koningen, Amstelveen A 65300 B f 69811;
J. P. Dijkman en Co., Amsterdam A 69700
B 76669,-' S. Schuitmaker, Leeuwarden A'
f 65000 B f 68500; G. den Adel, Beverwijk A
f 55450 B f 62800; W. H. Klos, Santpoort
A f 54900 B f 62600. N.V. Aannemersbedrijf
v.h. J. A. Vens, Zaandam A f 56500 B f 63500;
J. H. Reef. Oldenzaal A f 59700 B f 67000;
(ong. verkl.) Kraayevelds Aann.bedrijf en Hof
man Heemstede A f 63000 B f 70.000; P. J. v.
Hoften Haarlem A f 59.670 B f 65970; A.
Meyer en Co., Diemen A f 64365 B f 76669;
N.V. Aannemersbedrijf P. C. Zanen Haarlem
A f 57000 B f 64000; B. Smallegange en H.
Baks Haarlem A f 57568 B f 63394.
Het asphalteeren op betonfundeering van
de Leidschevaart tusschen het Emmaplein en
den tramoprit nabij de grens van de gemeen
te ter lengte van pl.m. 1415 M.
Hierop waren 22 inschrijvingen binnengeko
men waarvan 1 ongeldig-: P. Beyker, Haarlem
f 112,000; B. Krikke en D. Dikkeboom, Heeren
veen f 128,513 J. Rombout, Donjem (Fr.)
r 130.000, N.V. Asphalt en Wegenbouw Neufcha:
tel f 88.200. N.V. Aann.- enWegënbouwbedrijf
P. C. Zanen, Haarlem, f 83.460, N.V. Teuwen en
Co., Den Haag f 88.187, N.V. Wegenbouw Boe-
ton den Haag f 84.900, J. Reef, Oldenzaal (on
geldig verklaard) f 86.100.
Kraayenveldt Aann.mij. en H. Hofman, Heem
stede f 91.000. N.V. H. Bolsenwinkel, Nijmegen
f 88.750. N.V. Bitumenweg. Utrecht f 85.540.
N.V. A. van Dijk-Petit, Bergen op Zoom f 91.000.
Ir. W. van der Stick, N.V. Epe f 91.000. L. van
Drune en Zonen, Den Bosch f 92.200. N.V. N.
H. Wegenbouwmij., Harlingen f 89.800. N.V.
Aannemersbedrijf v/h H. J. te Zilpe, Winters
wijk f 95.740. Holl. Betonmij. N.V. Den Haag
f 86.450. Koudasphalt, N.V. Utrecht f 92.800.
Jaatsveld, Wegenmij., Zilvorde f 93.000. H. A.
Jaatsveld, Apeldoorn f 87.830. N.V. „De Ge-
ruischlooze weg", Heemstede f 88.880. N.V. Ned.
Bazaltmij., Zaandam f 86.400.
Toch een onderhond Hitier—
Mussolini?
LONDEN, 26 April (Havas-A.N.P.) De
„Daily Herald" bericht, dat Hitler en Musso
lini den komenden zomer een onderhoud zul
len hebben te Berlijn. De volgende maand
zou Von Neurath een bezoek brengen aan
Mussolini om de bijzonderheden van het on
derhoud te bespreken, dat ten doel zou heb
ben de „as Rome-Berlijn" te versterken.
Th. Wauters. Lief vaderland Hou
zee. Amsterdam Uitgeverij
Euro-pa.
Alles is nieuw aan dit boek: de naam van
den schrijver, de naam van de uitgeverij. Al
leen de conceptie, de manier van schrijven, de
aard der fantasie roept een vage herinnering
op aan een ander auteur, een andere nationale
fantasie en een andere dwaasheid. Een jaar of
drie, vier geleden begon een zeer intelligent
man, een ex-wethouder van Haarlem met blijk
baar litteraire aspiratie, een roman-cyclus over
een familie MacDonald, die het vaderland zou
gaan redden uit de narigheden waarin het
in des schrijvers fantasie was verzeild geraakt,
Doch daar de publicatie halverwege gestaakt
werd, bleef ons de apotheose der MacDonalds
onthouden. Wat mij indertijd niet te dier leed
deed. De schrijver heeft echter school gemaakt.
De schrijfwijs van den heer Wauters heeft tot
in het akelige een bepaalde overeenkomst met
die van J. B. van Rode, den vader der Mac
Donalds. Alleen wordt thans het vaderland
niet meer gered, maar finaal aan de galg ge
bracht door een burgeroorlog die ontketend
wordt door de opkomst in deze lage landen
van de N.S.B. Alweer derhalve een profetie,
waaraan slechts de wrekende hand der Mac
Donalds ontbreekt om het eind minder luguber
te maken. Ik houd niet van politiek en stellig
niet van die dames en heeren die in die ma
terie met het ei werken en daaruit litteratuur
trachten te brouwen. Maar om billijk te zijn,
zoeken wij in ieder afzonderlijk geval gaarne
naar mogelijke litteraire verdienste van dat
brouwsel. Evenals Van Rode bezit ook Wauters
wat de burgerman de gave des woords noemt.
Bij beiden vliegt het er uit als de frases van
den getrainden volksredenaar, zij zijn beiden
gelijkelijk oppervlakkig en derhalve aantrek
kelijk voor de massa. Zij zouden ongetwijfeld
voor die massa ook gevaarlijk kunnen zijn als
die oppervlakkigheid er niet zoo dik bovenop
lag. Hun fantasie is per slot van rekening van
een goedkoope soort, maar het kinderlijk zelf
vertrouwen waarmee ze gepresenteerd wordt
bezit een zekere charme, als men dat alles als
zuiver schrijfkunst wil toetsen. En waar Wau
ters zich niet in mogelijke toekomstbeelden
verliest, doch ervaring en kennis van bepaalde
personen en toestanden in beeld brengt, zijn
die portretten en beelden zelfs met een zekere
psychische door dringendheid geteekend. Al
thans met een waardeerbare poging daartoe.
Want dit boek is wat men een roman a clef,
een sleutelroman noemt. Almee een bewijs
voor de goedkoopte waarmee de fantasie in
dit geval verworven is.
Politieke verwikkelingen der laatste jaren
worden, men zoo haast geneigd zijn te zeggen
op smakelijke wijze gedramatiseerd. Daar
treedt geen persoon voor Wauterss voetlicht
of hij is op uiterst doorzichtige wijze de repre
sentant en soms de earicatuur van een be
kende figuur uit ons klein openbaar leven. De
schrijver geeft zich niet de minste moeite dat
te verbergen; zelfs wie het geluk heeft buiten
al dat gehannes der strijdende politiek te staan
en slechts nu en dan in de krant er wat over
leest, herkent onmiddellijk alle bedoelde mi
nisters, Kamerleden, partijleiders etc. etc. Het
is goedkoop, maar soms werkelijk niet on
aardig. Het heeft iets van verfilmde politiek
met close-ups van Colijn. Aalberse. Mendels,
Henri Polak, De Geer, burgemeester De Vlugt,
Mussert en wie zich verder in de volgende
maand in de arena der stembiljettrommels
zullen werpen. Net als alle andere verfilmde
werelddrama's lijkt het er wel een beetje op,
maar is het toch niet je-dat. Maar amusant is
het soms wel. De amusanterigheid gaat er
echter af als de heer Wauters toekomstfilmen
gaat projecteeren. Dan zullen wij hem hier
niet verder volgen. Dat wordt te triest en treu
rig. En bovendien komen wij dan op een ter
rein dat het onze niet is: zie boven, waar wij
over dames en heeren die met het ei werken,
schreven. Als wij 's morgens onze brievenbus
leeghalen vinden wij steevast van de een of
andere groep medeburgers een klemmend be
toog om het ons klaar te maken hoè beroerd
wij er aan toe zullen zijn als een andere groep
medeburgers het voor het zeggen gaat krijgen.
Maar tot nu toe is een dergelijke voorzichtige
waarschuwing nog niet in zoo filmisch-dra-
matischen vorm gegoten en in zoo gecamou
fleerd artistiek pak gestoken als de heer Wau
ters zijn waarschuwing hard-op-droomt. Droo-
men zijn bedrogzij mijn grootje reeds
jaren geleden, en ik hoop het van harte, want
in den litterairen droom van den heer Wauters
eindigen twee heeren hun leven met zelfver
nietiging enbeleeft Amsterdam zijn eerste
pogrom. Wat daarbij behoort heeft de lezer
reeds lang geraden en als hij ietwat zwak van
zenuwen is zal de droom van Wauters hemzelf
tot een nachtmerrie worden, waaruit hij niet
eerder ontwaakt dan wanneer, over een maand
of zoo blijkt, dat ,de soep nooit zoo heet, wordt
gegeten als ze wordt opgediend".
Het is doodjammer dat ik het boek. dat ik
vandaag te bespreken had, niet kort en goed
een prul kan noemen. Want daarvoor is er een
te groote en te duidelijke schrijfcapaciteit aan
vermorst.
Maar behalve de tweedehandsche fantasie
heb ik er tegen dat het te plat van levensvisie,
te weinig wijsgeerig en te pamflettistisch is en
te veel op het bevattingsvermogen van Jan
Piet en Klaas geschreven om iets van belang
te kunnen zijn. Het kan angst en verwarring
vergrooten bij wie weinig zelfstandig denken
gewoon zijn, terwijl diezelfde menschen zelf
vertrouwen en rust vóór alles noodig hebben
om alle perikelen, waarmee de Tijd hen be
dreigt, te kunnen weerstaan. Angst en verwar
ring zijn de slechtste fasen waarin de men-
schelijke geest verkeeren kan. Wie die probeert
in het leven te roepen randt onze Hollandsche
nuchterheid en gezondheid even sterk aan als
wie ons een levensinzicht wil opdringen, dat
niet met onze geboorte en traditie overeen
stemt. In tijden van neergang hebben die pro
beersels gelijktijdig succes. Misschien worden
ze thans daardoor bij den dag minder gevaar
lijk.
NIEUWE BOEKEN:
Jeanna Oterdahl. Helga Wilhelmina. Roman
vertaald door N. Basenau Goemens. 217 pag.
Amsterdam J. M. Meulenhof.
K. van der Geest. Eiland in de Branding.
Roman. 288 pag. Den Haag Leopold's Uitg.
Maatschappij.
Wïlly Corsari. Voetstappen op de trap. Een
nieuw avontuur van inspecteur Lund. 194 pag.
Den Haag. Dezelfde uitgevers.
J. H. DE BOIS.