De bouw van de „Piet Hein". De reis van de „Gelderland" naar Londen.
Het Roode Kenteeken
De G.-G. van Ned Indië, jhr. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer (op den
voorgrond), bracht tijdens zijn verblijf op Bali een bezoek aan den Anak
Agoeng Agoeng van Karangasem
Eric Phipps, de nieuwe Engelsche gezant te Parijs, heeft op het
Elysée zijn geloofsbrieven overhandigd aan president Lebrun
De eerste vier conductrices, die de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg
Mij. Donderdag in dienst heeft gesteld, in haar .flatteuze" uniformen
FEUILLETON
OTTWELL BINNS.
(Nadruk verboden)
Verbaasd staarde Terry ongezien naar den
man en bedacht, dat hij hier naar alle waar
schijnlijkheid den moordenaar van den doo-
den Japanner voor zich had. De man was een
blanke; jong en met dik strookleurig krulhaar,
dat in de zon glansde. Klaarblijkelijk een En-
gelschman of een Amerikaan. Toen, terwijl hij
nog verwonderd naar den man op den uitkijk
staarde, schoten hem plotseling de lichten van
het schip, dat hij in den nacht gezien had, te
binnen en de flitsen, die hij van een pistool
afkomstig had denken te zijn. Was die logger,
die hier op het strand gevangen zat het schip
dat in den nacht voorbijgekomen was en was,
die daar blijkbaar geheel alleen zat, waakzaam
alsof het om zijn leven ging, degene die de
schoten gelost had? Dat scheen heel wel mo
gelijk en terwijl hij zich afvroeg wat voor
drama zich wel afgespeeld kon hebben, was
hij meer bezorgd voor de dingen, die komen
moesten.
Wanneer de logger weer vlot gemaakt kon
worden wat met vloed best mogelijk was, zou
het de redding voor Norma en hemzelf kunnen
beteekenen. Dat hing geheel af van de hou
ding van den man met het pistool. Het feit,
dat het een blanke was en die doode man in
het zand een Japanner, opende vele mogelijk
heden. De logger was beslist een parelvisscher,
de blanke man waarschijnlijk de eigenaar en
de doode Japanner een van de leden van de
bemanning. Hij wist, dat het veel voorkwam,
dat de parelloggers door Oosterlingen bemand
waren, terwijl de eigenaar of tenminste degene
die de schelpen openmaakte, een blanke was.
Soms, als er 'n kostbare parel gevonden werd
en de bemanning daar toevallig achter kwam,
werden ze wel eens door hun hebzucht ertoe
gedreven den eigenaar te vermoorden, om de
schat in handen te krijgen. Dan zeiden ze, dat
hij overboord gevallen was, of ze brachten de
logger met de kostbare schat naar de een of
andere verre haven. Dat iets dergelijks de ver
klaring was van den waakzamen man op den
logger en den dooden Japanner in de duinen
leed geen twijfel en na een oogenblik nage
dacht te hebben, besloot hij den man aan te
roepen.
„Hallo daar!" schreeuwde hij om de aan
dacht van den man te trekken, terwijl hij plat
in het zand liggen. „Hallo!"
Hij zag den man opschrikken en de hand
met het pistool schoot met verbazingwekkende
snelheid in de hoogte. Hij schreeuwde vlug:
„Schiet niet!"
Hij zag dat de man het pistool een beetje
liet zakken en met zijn vrije hand zijn oogen
beschuttend, ingespannen in de richting van
de duinen staande. Toen hoorde hij hem
schreeuwen:
„Wie bent u?"
Terry antwoordde onmiddellijk: „Een En-
gelschman, gewezen zeeofficier, gestrand op
de kust met een Engelsche jongedame".
Een oogenblik scheen de man na te denken,
toen schreeuwde hij kort:
„Laat je zelf eens zien".
Het was gevaarlijk, dat te doen. Wanneer de
man de misdadiger, inplaats van het slacht
offer was, zou hij geen getuige van zijn mis
daad willen hebben. Maar dat gevaar was niet
zoo groot en Terry riskeerde het direct en ging
rechtop op het duin staan, zoodat hij een
prachtig doelwit bood. De man op de logger
onderwierp hem aan een nauwkeurig onder
zoek en vroeg toen plotseling:
„Heb je soms ook iets van die schooiers van
Japanners gezien?"
„Er ligt er eentje achter me in het duin
dood".
„Ja, Dien heb ik een tijdje geleden te pak
ken gekregen. Maar er zijn er ergens nog drie,
die hier'ergens in de buurt rond moeten zwer
ven. Ze zitten mij achterna, maar ik ben ze
de baas, want ze hebben geen van drieën een
revoiverHoe komt het dat je hier langs
de kust, met een meisje zwerft? Schipbreuk
geleden?"
Een seconde aarzelde Terry. Een directe leu
gen aou eerder geloofd worden dan de waar
heid, maar hij moest in ieder geval het ver
trouwen van den man zien te winnen, want
als de logger weer vlot was zouden ze gemak
kelijk naar Broome kunnen komen.
„Nee", antwoordde hij. „We zijn - door een
stelletje boeven aan land gezet".
„Aan land gezet? Heb ik ooit
„Het is eerlijk de waarheid. Het is een lang
verhaal, maar echt gebeurd en het is hoogst
'belangrijk, dat het meisje en ik zoo gauw
mogelijk naar Broome komen. Ik ben natuur
lijk bereid te betalen
„Loop met je betalen. Ik ben Shylock niet.
En als je werkelijk bent, waar je je voor uit
geeft, kun je mij misschien evenzeer helpen
als ik jou.Waar is dat meisje?"
„Een eindje verderop ze ligt te slapen. Ze
is absoluut op".
De man dacht een oogenblik na en
schreeuwde toen weer: „Ik moet voorzichtig
zijn!Kan je haar niet laten zien?"
„Natuurlijk. Ik zal haar dadelijk halen".
„D'j2 dat! En maak je maar niet bezorgd.
Ik geloof wel, dat je O.K. bent. Je kunt beter
over het strand komen. Die vervloekte Ja
panners zitten ergens in de duinen verstopt.
Ze konden het eens in hun hoofd halen om je
tegen te houden. Maak zoo hard voort als je
maar kunt. De vloed komt en zoodra het schip
weer vlot is ga ik van door want deze om
geving bevalt me niets. Het laatste uur hebben
ze een mes naar me gegooid".
„Ik zal voortmaken!" riep Terry en sprong
omlaag naar het harde gedeelte van het
strand.
Hoewel hij doodmoe was en zijn voeten
hevig pijn deden en ondanks de groote hitte,
rende hij zooals hij nog nooit van zijn leven
gerend had. Toen hij in de buurt van de rot
sen kwam, hijgde hij van inspanning.
Norma lag nog steeds te slapen, maar hij
greep haar bij haar schouders en schudde
haar in de haast niet al te zachtjes wakker.
Het meisje gaf een kreet van schrik en staarde
hem met bange oogen aan.
„Wat
„We zijn ge-redhijgde hij. „Kom! Er
is daar een loggerMaar we moeten
voort makenVlug!"
Hij wachtte geen verdere vragen af, maar
hielp haar opstaan. Toen wierp hij een blik
op de duinen en schrok. Achter een van de
stugge helmstruiken, precies alsof het los op
het stekelige gras was gezet, zag hij het hoofd
van een man. Het gezicht was donker van tint
en de scheeve oogen waren zwart als kralen en
hadden 'n woeste uitdrukking. Hij twijfelde er
geen oogenblik aan, of het behoorde aan een
van de drie Japanners, waar de man in den
logger van verteld had en onmiddellijk ging
zijn hand naar den zak van zijn pistool. De
japanner vond die beweging klaarblijkelijk
verdacht, want zijn hoofd verdween meteen.
Zonder iets over de verschijning aan Norma te
vertellen, hielp hij haar, totdat zij goed en wel
op het strand was, zoo dicht mogelijk bij het
water. Toen zei hij:
„Achter het hooge duin, daar moeten we
zijn. Als ik het zeg, loop je doorWacht
niet op mij. Ren als je kan, maar blijf in
ieder geval doorloopen".
Norma wierp hem een verschrikten blik toe.
Toen vroeg ze kortaf:
„Waarom?"
„O", lachte hij. „We moeten de bus niet
missen, zie je"
„Maai' ik begrijp niet
„Hoeft ook heelemaal niet. MaarIk
heb geen tijd om het je uit leggen. Kijk
naar links dan weet je het! En maak nu dat
je weg komt!En waarschuw den man,
dien je achter dien zandheuvel vindt".
Het meisje wierp een verschrikten blik in de
richting van de duinen. Drie kleine, half
naakte mannetjes hadden zich op het strand
verspreid en renden, blijkbaar met de be
doeling hem den weg af te snijden. Verbaasd
hield ze op met loopen om naar hen te staren.
Maar Terry Domville liet haar geen tijd en
duwde haar vooruit.
„Loop", zei hij kort.
Toen hij echter bemerkte, dat het meisje te
doodmoe was, om hard te loopen, begon hijzelf
te hollen om tusschen haar en de rennende
Japanners te komen.
HOOFDSTUK IX.
Aan boord van den logger.
De drie mannen die langs het strand aan
gehold kwamen wilden hen blijkbaar gevan
gen nemen en terwijl hij zoo bard hij kon liep
om tusschen hen en Norma te komen, trachtte
Terry hun bedoelingen te raden. Ongetwijfeld
dachten de kerels erover hen als gijzelaars
vast te houden. Nee! Ze wilden zijn pistool
hebben om den man met hetzelfde wapen
tegemoet te kunnen treden. Hij lachte hardop
bij de gedachte en zag, dat Norma op het
harde zand aan den rand van het water was
en vlugger vooruit kwam dan hij mogelijk ge
acht had. Toen hij bemerkte, dat hij zich tus
schen haar en den dichtsbijzijnden man be
vond en dat ze haar niet in konden halen,
tenzij er iets met hem gebeurde lachte hij
weer, stond stil en draaide zich met zijn
pistool op hen gericht, om.
De dichtsbijzijnde Japanner bleef doorhollen.
Hem nauwkeurig opnemend zag Terry een
mes, dat hij open in zijn hand droeg, in de zon
glinsteren. Toen herinnerde hij zich, dat er
het laatste uur een mes naar den man in den
logger geworpen was en raadde de bedoeling
van den Japanner. De schooier wilde zóó
dichtbij trachten te komen, dat hij hem het
mes in zijn lichaam kon werpen. Hij lachte
grimmig. Een kogel schiet verder dan een ge
worpen mes. Hij wierp snel een blik over zijn
schouder om er zeker van te zijn dat Norma
nog aan het loopen was en hief toen zijn
pistool op.
.(Wordt vervolgd).
De bouw van het Prinselijk jacht, de .Piet Hein*, is thans zoo ver gevorderd,
dat men reeds een duidelijk beeld van vorm en afmetingen krijgt
Met het K.L.M.-vliegtuig .Rietvink" arriveerde Donderdag op Schiphol
de Maharadja van Kashmir uit Britsch-Indië, op doorreis naar Londen
voor de bijwoning der kroningsfeesten
Het s.s. .Fauna" van de K.N.S.M., dat
in de Spaansche wateren door vlieg
tuigen werd aangevallen, doch niet
getroffen