„Kievit" bij noodlanding beschadigd.
Twist in doodslag
geëindigd.
Handelsaccoord
met Chili.
VRIJDAG 7 MEI 1937
Man een halsslagader doorgesneden
In het gezin D., wonende te Gla-
nerbrug, nabij Enschede, is in den
nacht van Woensdag op Donderdag
een echtelijke twist ontstaan. Deze
ruzie liep zoo hoog, dat men de huise
lijke twist zelfs later op straat voort
zette. Een zekere T. de B., die bij het
gezin D. inwoonde, mengde zich in het
geschil. Het gevolg van deze inmen
ging was een verwoede vechtpartij
tusschen D. en de B., waarbij eerstge
noemde zijn mes gebruikte en zijn te
genstander een halsslagader doorsneed.
De man zakte ineen en overleed kort
daarop. De dader is door de mare
chaussees gearresteerd. Het slacht
offer, de gehuwde de B., was vader van
één kind.
Infanterie-geschut voor ons leger
in Weenen besteld.
Na zeer uitgebreide proefnemingen heeft
thans het departement van defensie door be
middeling van de firma Van der Vliet en De
Jonge te Amsterdam, een bestelling geplaatst
van een aantal stuks infanterie-geschut bij
Gebr. Böhler en Co., A.G. te Weenen.
Dit geschut dient voornamelijk om tank-
aanvallen af te weren, verschillende andere
landen hebben reeds dit „Böhler" infanterie
geschut voor hetzelfde doel aangeschaft.
KIND ONDER DEN TREIN.
Woensdagavond ongeveer zes uur is op den
onbewaakten overweg bij Beesd (Gld.) een
jongetje van twee en een half jaar, zoontje
van den nabij den spoorweg wonenden
spoorbeambte Dokman, onder een trein ge
raakt. Het knaapje was op slag dood.
Grootere handelspolitieke
bevoegdheden
Regeering dient wetsontwerp in.
Onderhandelen zal daardoor vlotter kunnen
verloopen.
Ter toelichting van een door dé regeering
ingediende wijziging van de crisisinvoerwet
wordt het volgende opgemerkt:
Bij artikel 11 van de crisisinvoerwet 1931 is
bepaald, dat deze wet vervalt met ingang van
den eersten Januari 1938. Al mogen de op
vattingen omtrent de wensehelijkheid van
de mate van handhaving der contingentee-
ringen wellicM' ëenigermate uiteenloopen, 't
zal bij niemand-aan twijfel onderhevig zijn,
dat dé geldigheidsduur van deze wet behoort
te worden verlengd. In de huidige omstan
digheden gedoogen geen van beide der door
haar beoogde doeleinden, de bescherming
van het Nederlandsche bedrijfsleven en het
in het leven roepen van onderhandelings-ob-
jecten van handelspolitieken aard, hare op
heffing tegen dien datum. Hèt onderhavige
wetsontwoip voorziet in de verlenging van
den geldigheidsduur voor een nieuwe pe
riode van drie jaren, eindigende 31 Decem
ber 1940.
De voorgestelde verlenging geeft
den minister gelegenheid zijn toezeg
ging na te komen met betrekking tot
de uitbreiding van de handelspoli
tieke bevoegdheden van de regee
ring. Anderzijds kan de gelegenheid
worden gebruikt om enkele door de
practjjfc naar voren gebrachte leem
ten in de wet aan te vullen.
Voor wat betreft de wensehelijkheid van
uitbreiding der handelspolitieke bevoegdhe
den van de regeering, zou de minister kun
nen volstaan met te wijzen op de bij herha
ling in de Staten-Generaal omtrent deze aan
gelegenheid gevoerde gedaehtenwisseling,
waarbij van het standpunt der regeering te
dezer zake voldoende is gebleken. Hij zou ter
nadere toelichting nog willen aanvoeren het
feit, dat in verschillende landen, die voor ons
handelsverkeer van belang zijn, de regeerin
gen bevoegdheden van bovengenoemden
aard bezitten, welke zich verder uitstrekken
dan die waarover de Nederlandsche regee
ring thans beschikt. Ook daaruit blijkt, dat
onze handelspolitieke toerusting niet meer
beantwoordt aan de eischen van den huidi-
gen internationalen handelspolitieken toe
stand.
De vraag kan rijzen of ter bereiking van
het gestelde doel niet zou moeten worden
uitgezien naar wijziging van de retorsiewet.
De regeering meent voorshands dien weg
niet te moeten inslaan. De gevallen, waarin
de retorsiewet toepassing behoort te vinden,
zijn immers uiterst zeldzaam. Zij beperken
zich tot den staat van económischen oorlog.
Hetgeen de regeering thans in de eerste
plaats behoeft, is echter iets anders, nl. het
in handen krijgen van meer objecten, ge
schikt om bij normale commercieele onder
handelingen aan de wederpartij te kunnen
worden aangeboden in ruil voor behoud of
uitbreiding van onze eigen export-mogelijk
heden.
De gewenschte uitbreiding van mogelijkhe
den op handelspolitiek terrein wordt in
hoofdzaak door de volgende wijzigingen ver
kregen:
a. wijziging van de considerans.
b. Aanvulling van artikel 2 der wet zooda
nig, dat ook ten aanzien van alle landen ge
zamenlijk en ten aanzien van een of meer
met name genoemde landen een invoerrege
ling kan worden tot stand gebracht, in het
laatste geval al of niet gepaard gaande met
vaststelling van een gezamenlijk contingent
voor andere landen.
De wijziging onder a ligt geheel in het
kader van het met het onderhavige ontwerp
beoogde doel. Bepaaldelijk komt zulks tot
uiting in de omstandigheid, dat het begrip
„overmatig" niet langer richtsnoer zal be
hoeven te zijn bij de beantwoording van de
vraag of tot contingenteering zal mogen wor
den overgegaan.
De hiervoor onder b aangegeven aanvul
ling biedt voorts, binnen het kader ^an de
gewijzigde considerans, verschillende moge
lijkheden op handelspolitiek terrein, welke
de huidige wet mist.
DecfCe-z. 5
pRiN/e'
DECKERS
Er was eens een Eindhovensch jongetje en zijn
grootvader zei van hem „hij is een knappe jon
gen en dat is-ie." En eens op een goeden dag
werd dat jongetje lid van de Tweede Kamer en
toen was hij geen jongetje meer, maar een heer
met slobkousen. Hij was reserve-officier. En eens
op een besten dag ontwaakte hij als minister van
defensie. En hij wist veel van koeien en schapen.
En den volgenden dag ontwaakte hij en zag dat
hij minister van landbouw, veeteelt en visscherij
was. Hij lijkt een beetje op Napoleon en hij i s
ook een beetje 'n Napoleon. De jongens schieten
op hem met bacon. Maar Napoleon de Vierde
glimlacht. En bewaart er z'n goed-Brabantsche
humeur bij. Nèt zoo vroolijk als dat jongetje over
de Rechtestraat en 't Stratumseind dartelde, nèt
zoo vroolijk wandelt Napoleon over het Bezuiden-
hout en door de Lange Poten. Hij gaat zijn eigen
gang, met slobkousen. Maar hij heeft nog altijd
moeite ermee om „goedendag" of „bonjour" te
zeggen, want hij moet dan eerst „hou-d-oe, wör"
inslikken.
Wolkbreuk belette het vliegveld van Athene
te bereiken.
Het Indië-vliegtuig „Kievit", dat van Batavia op weg was naar Schip
hol, heeft Woensdagavond ongeveer 20 K.M. vóór Athene, tengevolge
van een hevig noodweer, een noodlanding moeten maken, daar het
vliegveld van Athene niet bereikt kon worden
Het vliegtuig heeft bij deze landing zware averij opgeloopen, doch
passagiers en bemanning zijn ongedeerd gebleven. De K. L. M. heeft
Donderdagochtend een toestel naar Athene gezonden om de passa
giers naar Amsterdam te brengen.
Geen personen gewond.
De piloot van de „Kievit", de heer
J. J. Moll, heeft verklaard, dat de
oorzaak van de noodlanding te wijten
is aan een geweldige wolkbreuk, welke
zich bóven het vliegveld voor Athene
uitstortte.
Het zicht ontbrak dientengevolge
volkomen. Het was niet mogelijk,
ondanks herhaalde pogingen, het
vliegveld te bereiken, daar men in
letterlijken zin geen meter vooruit
kon zien. De bestuurder was daardoor
gedwongen naar een landingsplaats
in de omgeving uit te zien. Het vlieg
tuig, dat een lange reis achter den
rug had, had echter slechts weinig
brandstof meer, zoodat na korten
tijd de benzine verbruikt was. De
eenige keuze, die overbleef, was ter
stond te landen. De piloot koos daar
voor een smal vlak terrein, dat ech
ter bij de landing zeer moerassig
bleek te zijn. Bij zijn uitloop wierp
de „Kievit" eenige boompjes, die het
toestel op zijn weg ontmoette omver,
kwam met een der vleugels in aan
raking met een huis en kwam ten
slotte in een tuin tot stilstand. Ge
lukkig was de cabine onbeschadigd
en bleven de passagiers, zeven in
getal, en de vier leden der beman
ning, ongedeerd. De rechtervleugel
van het vliegtuig en de motor aan
die zijde zijn vernield, evenals het
rechteronderstel. De inzittenden zijn
naar Athene vertrokken, waar zij
in een der hotels hun intrek hebben
genomen.
De schade kan niet ter plaatse hersteld
worden. Onderzocht zal worden of de ma
chine naar de K.L.M.-werkplaatsen kan
worden overgebracht.
De post is terstond met een Duitsche
machine doorgezonden.
De bemanning van de „Kievit" bestond
uit gezagvoerder J. J. Moll, den tweeden
bestuurder Bos, den radiotelegrafist Hirdes
enden boordwerktuigkundige Spaans.
Spaansche kinderen naar ons
land?
Mits een goede organisatie aanwezig zij.
Op de vragen van den heer Wijnkoop in ver
band met de aanwezigheid in Nederland van
een aantal Spaansche, nationatistisch gezinde,
vluchtelingen en betreffende het verschaffen
van een onderkomen aan Spaansche kinderen
hier te lande hebben de ministers van buiten-
landsche zaken en van justitie het volgende
geantwoord
Het is niet juist, dat in het algemeen zou
zijn besloten aan Spaaansche kinderen hier te
lande onderkomen te weigeren. Wel heeft de
regeering zich, mede in het belang van be
doelde kinderen, op het standpunt gesteld, dat
allereerst is vereischt een organisatie, die de
noodige waarborgen geeft, dat zij aan de groo-
te moeilijkheden, die in velerlei opzicht te
verwachten zijn, het hoofd zal kunnen bieden.
Het asyl, dat aan de in de Nederlandsche
legatie te Madrid gevluchte personen, die
onder de dreiging van onmiddellijk levensge
vaar bescherming der Nederlandsche verte
genwoordigers in Spanje hadden ingeroepen,
thans in Nederland wordt verleend, is geheel
verschillend van een eventueel aan Spaansche
kinderen door particulieren uit louter huma
nitaire overwegingen in een ver van Spanje
gelegen land te verschaffen onderkomen.
De voorwaarde waarop ten aanzien van de
geasy leer den van militairen leeftijd het ver
trek naar Nederland door de Spaansche regee
ring is toegestaan, is, dat zij in Nederland
blijven tot het einde van den burgeroorlog.
Om dit zoo goed mogelijk te verzekeren, wor
den ten aanzien van deze personen, die hun
eerewoord hebben gegeven Nederland niet te
zullen verlaten, maatregelen getroffen.
Aan deze personen is, evenals aan andere
vreemdelingen, politieke actie verboden. Toe
spraken, als bedoeld, zijn tegenover de betrok
kenen niet gehouden.
De regeering is niet ongenegen plannen voor
het opnemen, van Spaansche kinderen in ons'
land, welke de noodige waarborgen bieden,!
onder oogen te zien. j
Een halve eeuw geleden
Uit Haarlem's Dagblad van 1887
7 Mei:
De Kamer van Koophandel en Fabrie
ken alhier heeft in haar laatste vergade
ring den heer G. Petri, voor den tijd
van drie jaren, met algemeene stemmen
tot haren secretaris opnieuw benoemd.
Restitutie pluimveehouderij blijft
75 cent.
Op de jaarvergadering van de C. R.
E. (Coop. Roermondsche Eiermijn) die
bijgewoond werd door mr. dr. L. N.
Deckers, minister van Landbouw heeft
medegedeeld dat bij voorloopig niet
zal overgaan tot verlaging der restitu
tie aan de pluimveehouderij, in ver
band met de daling der monopolie
heffing op voederartikelen. De resti
tutie zal voorloopig gehandhaafd blij
ven op 0.75.
De eventueele verlaging der restitu
tie zal geleidelijk geschieden, waarbij
de minister rekening zal houden met
de bedrijfsuitkomsten der pluimvee
houderij. De minister erkende, dat een
eierprijs van 2.30 per 100 stuks geen
loonende bedrijfsuitkomsten voor de
pluimveehouderij geeft.
Uitvoering van zekere
werken zal aan ons
land worden gegund
SANTIAGO DE CHILI, 6 MEI
(A. N. P.). De Chileensche mi
nister van buitenlandsche zaken
en de Nederlandsche ambas
sadeur hebben een handels
accoord onderteekend, waarbij
Nederland zich verplicht Chi
leensche nitraten en vruchten in
te voeren en Chili daartegen
over op zich neemt Nederland
sche industrie-producten in het
land toe te laten en aan Neder
land de uitvoring van zekere
werken te gunnen.
BELANGRIJKE SCHENKING AAN HET
NEDERLANDSCH MUSEUM.
Mr. B. L. D. Zubli te 's-Gravenhage heeft
zijn zeer belangwekkende verzameling van
proeven van Nederlandsche postwaarden tot
1891, destijds bijeengebracht door zijn vader,
ten geschenke aan den staat aangeboden.
De A. V. R. O.-appèldag een blij
familiefeest.
Prettige bijeenkomst in het
Stadion te Amsterdam
Ballon-opstijging ging niet door.
De vlag van de A.V.R.O. woei Hemelvaarts
dag van den Marathontoren en vele A.V.R.O.-
vlaggetjes wuifden boven de dertigduizend
hoofden in het Olympisch Stadion te Amster
dam. De A.V.R.O. had familiefeest met haar
luistervinken.
.Vandaag" zoo zeide de heer W. Vogt in een
rede, welke hij na de openingsrede van den
heer G. de Clercq uitspraak, „vandaag is niet in
de eerste plaats het omroepinstituut aan het
woord, de voortbrengster van de klanken, die
onze huiskamers vullen, vandaag wordt het
accent gelegd op de A.V.R.O. als schoon maat
schappelijk en cultureel bouwwerk".
Voor de vele duizenden, die naar het stadion
waren gekomen, beteekende het appel een
reünie in den eigenlijken zin des woords: een
persoonlijk contact met degenen, die hun
slechts ten halve als stemmen zonder ge
zicht door de radio bekend waren. De her
kenningswedstrijd, welke tusschen de bedrij
ven door werd gehouden, was misschien voor
de bijeenkomst het meest kenmerkend. De
luistervinken wilden nu eens iets meer dan
alleeen hooren. Zij wilden de lijfelijke perso
nen aanschouwen, die zij van stem en van
foto's, zoo goed kennen, zij wilden juichen voor
de heeren De Clercq, Vogt, Weitzel, Han Hol
lander, Jacob Hamel en zijn kinderen, en zij
wilden bovendien zich met hun mede-luister
vinken één voelen.
Het programma, dat de A.V.R.O. in elkaar
had gezet, voldeed aan deze wenschen. Tus
schen elf uur, toen het stadion begon vol te
loopen, en twee uur, toen het officieele ge
deelte werd geopend, werd het publiek bezig
gehouden met wielerwedstrijden, waaraan
renners van naam deelnamen. Han Hollan
der reikte den overwinnaars de tropheeën
uit.
Te twee uur sprak de voorzitter van de
A.V.R.O., de heer G. de Clercq, de openings
rede, gevolg door een toespraak van den heer
Vogt. Een ballon-opstijging ging niet door
wegens de neerslaande winden. In ruil daar
voor gaven de ballonvaarders, de heeren Ch.
Dollfus, J. J. den Outer, ir. M. ten Bosch en
Snoek een uiteenzetting achter de microfoon.
Het AVJt.O-kinderkoor onder leiding van
Jacob Hamel zong zijn populairste wijsjes en
de sulkeyrennen waren een succes. Het kleur
rijk schouwspel van den schaakwedstrijd, ge
leid door dr. Euwe en dr. Aljechin, in roman
tische vermomming, eindigde stichtelijk in een
remise, als leerend voorbeeld van vreedzaam
heid. Tusschen dit alles door: gemeenschap
pelijke zang en vroolijkheid en stralend zo
merweer