ftad 'm t fleet
Indrukken uit de internationale rechtszaal.
s
Een voetbalmatch gezien van 28 Meter hoogte Overpein
zingen op de hoogste zitplaatsen van 't Feijenoord-stadionp
Een oplossing van het verkeers-vraagstuk Noodzakelijke
verjonging van het Nederlandsch elftalUitblinkers in het
afgeloopen seizoen De Oceaan-wedvluchtMerkwaardige
incidenten bij den Cup-final.
Bezien uit het oogpunt van den treinreizi
ger maakt het weinig verschil, of de inter
landwedstrijden in Amsterdam of Rotterdam
gespeeld worden, want de Haarlemsche voet-
toalenthousiasten, die Zondag jl. het Feijen-
oord-Stadion hebben bezocht, werden in een
uur tijds tot vóór den ingang van dit mach
tig bouwwerk gebracht, zoodat zij dus om
zoo te zeggen van den spoorwagen uit in de
tribune konden stappen.
Het mag den schijn hebben, dat Whitlock hier
op zijn gemak de eindstreep passeert, in wer
kelijkheid heeft hij er geducht de sokken
moeten inzetten om den snelwandeltocht
„Dwars door Berlijn" te winnen.
Het toeval wilde, dat wij een zitplaats op
de bovenste rij van den tweeden ring der
Maastribune hadden en derhalve den wed
strijd van het allerhoogste punt van het sta
dion konden gadeslaan. Om die plaats te be
reiken moesten wij niet minder dan 141 tre
den, verdeeld over 12 trappen, bestijgen, op
welk punt men van een hoogte van circa 28
meter het spel kon trachten te volgen. Men
deed daarbij ongeveer dezelfde indrukken op
als wanneer men voor de eerste maal een
lichtwedstrijd ziet, d.w.z. zoolang de bal op
den grond is, is de snelheid en de richting
vrij nauwkeurig waar te nemen, zoodra ech
ter het leder door de lucht wordt gespeeld
(en dat gebeurde nogal eens), kan men op
geen meters na aanvoelen, waar de bal te
recht zal komen en of het een hard, vlak
schot dan wel een hooge boogbal is. De fi
nesses van het spel zijn zelfs niet bij benade
ring te constateeren; bij een schermutseling
bij de doellijn kan men niet zien, of de bal
corner dan wel achter gaat, evenmin of een
speler, die het leder in de vlucht verder wil
koppen, daarin slaagt of dat de bal over zijn
hoofd vliegt. Schoten, die meters naast gaan,
maken den indruk in het net te zullen ver
dwijnen, zoodat men niet meer dan een glo-
balen kijk op het spel krijgt.
Toch gelooven wij niet, dat het zoozeer de
groote hoogte is, die de juiste beoordeeling
van de match beinvloedt dan wel het feit,
dat de bovenste tribune te steil is opgetrok
ken, waardoor men in verhouding tot den
afstand van den grond feitelijk te dicht bo
ven het speelveld komt te zitten. In deze
meening wordt men gesterkt door de op
merkingen en gedragingen van eenige toe
schouwers, die in onze omgeving zaten en
die duidelijk last van hoogtevrees ondervon
den.
Vergelijkt men daarbij de staanplaatsen-
accomodatie bij Chelsea op Stamford Bridge
met in de helling van een heuvel uitgegra
ven treden, welke heuvel zeker even hoog,
zoo niet hooger is dan de Feijenoord-tribu-
nes, dan staat men op den top daarvan wel
iswaar verder van het speelveld af, doch de
helling is geleidelijker, wat een aangena
mer gewaarwording is en waardoor men het
verloop van het spel althans iets beter kan
volgen. Daarbij laten we buiten beschou
wing, dat de kwaliteit van het op Stamford
Bridge vertoonde voetbal in den regel beter
is dan de prestaties van het Nederlandsch
elftal tegen Zwitserland en België, zoodat
men zich voor één shilling niet bekocht voelt.
Datzelfde kan niet gezegd worden, wan
neer men tegen den prijs van drie gulden van
eën onoverdekte zitplaats op ruim 28 meter
hoogte af een partij voetbal mag gadeslaan,
zooals verleden week Zondag door het natio
nale team werd opgediend.
Er zijn vele harde woorden gevallen over
de verkeersregeling op den weg van Rotter
dam naar Feijenoord, doch men had al deze
narigheid kunnen voorkomen, door het Sta
dion ten Noorden van de Maasstad te bou
wen, b.v. aan den nieuwen weg naar Den
Haag, waarmede men een centrale ligging
zou hebben verkregen. Want al bouwt men
nu drie bruggen en even zoovele tunnels, dan
blijft toch het feit bestaan, dat de onmiddel
lijke toegangsweg tot het Feijenoord-Stadion
altijd een hinderpaal zal blijven vormen.
Van, onze hooge zitplaats toch viel duide
lijk te constateeren, dat deze „trechter" zich
als het ware wringt tusschen rechts de ri
vier de Maas en links het emplacement en
de hoofdlijnen van de spoorwegen.
Daarom lijkt ons de eenige oplossing van
dit verkeersprobleem, dat men de automo
bilisten, komende van ten Noorden, Oosten
en Westen van Rotterdam, verplicht, in de
nabijheid van het Delftsche Poort-station
hun wagens te parkeeren, om daarna de reis
per pendeltrein naar Feijenoord (een afstand
van ruim vijf minuten) voort te zetten. Voor
de uit het Zuiden komende bezoekers zou
men desnoods een dergelijke regeling van
Dordrecht af kunnen treffen,
Intusschen wordt het nu toch wel hoog
tijd. dat het Nederlandsch elftal eens wordt
verjongd. Het is natuurlijk niet wensehelijk
om in een team, waarvan de spelers aan
elkaar gewend zijn, niet dan bij hooge nood
zaak veranderingen aan te brengen, doch
evenmin is het aan te bevelen, zulk een
ploeg tezamen te oud te laten worden. Een
geleidelijke verjonging is de aangewezen weg,
doch wij vreezen, dat daarmede bij ons na
tionale elftal te lang is gewacht. Ten min
ste vier spelers zullen het volgende seizoen
moeten worden vervangen, te weten Ande
riesen, Van Heel, Van Nellen en Wels. De
Delftenaar heeft reeds te kennen gegeven,
niet meer voor verkiezing in aanmerking te
willen komen en wat de drie overigen be
treft. is het duidelijk, dat zij over hun hoog
tepunt heen zijn.
In plaats van Wels kan met vol vertrou
wen Vrauwdeunt worden opgesteld, maar
waar haalt men twee halfbacks met de noo-
dige capaciteiten en vooral de noodige rou
tine vandaan, die zich tevens aan het spel
type van de ploeg kunnen aanpassen? En
ook de linker vleugelspelers zijn dun gezaaid,
al heeft de linksbuiten van H.R.C. uit Den
Helder o.i. de vereischte kwaliteiten om het
ver te brengen.
Het is overigens opmerkelijk, hoe weinig
werkelijk veelbelovende jonge spelers men
in den loop van een geheel seizoen op de
velden ziet. De groote massa verheft zich niet
boven de middelmaat en schiet vooral in
tactiek en aanvoelen van het positiespel te
kort. In het afgeloopen seizoen hebben wij,
behalve den bovengenoemden H.R.C.'er, in
dit district slechts vier K.N.V.B.-voetballers
aan het werk gezien, wier spel een meer dan
normale belofte inhoudt voor de toekomst en
wellicht ook het nationale elftal. Het is wel
licht nuttig, hun namen hier te vermelden;
het zijn: doelman Sinkeldam van D.W.V.
(Amsterdam), linkshalf, Stijger van de Vole-
wekers (Amsterdam), spil Van Male van
Excelsior (Rotterdam) en de jeugdige rechts
binnen Stoffels van D.E.C. (Amsterdam).
De luchtrace van New-York naar Parijs,
georganiseerd ter herdenking van den tien
den verjaardag van Lindbergh's tocht over
den Oceaan, schijnt thans inderdaad door
gang te zullen vinden. Aanvankelijk waren
er bezwaren van de Amerikaansche Lucht
vaart Association, die den wedstrijd een jaar
wilde uitstellen, doch tenslotte is men dan
toch tot overeenstemming gekomen. Twee en
twintig vliegtuigen zijn voor de race inge
schreven, waarvan 9 Italiaansche, 5 Ameri
kaansche, 6 Fransche, 1 Engelsche en 1 Duit-
sche machine. Deze zullen worden gevlogen
door 9 Italiaansche, 3 Amerikaansche, 3 En
gelsche, 2 Roemeensche, 1 Zweedsche en 4
Fransche bemanningen, zoodat er geen
Duitsche piloten aan de race deelnemen.
Hoewel de techniek in de laatste jaren
groote vorderingen heeft gemaakt, kan men
zich toch niet onttrekken aan een zekere
vrees voor het lot van enkele dezer 22 be
manningen, waaronder er zijn, die niet de
minste ervaring van een vlucht over den
Oceaan hebben.
De Engelsche bekerfinale heeft eenige in
cidenten opgeleverd, waarvan Preston over
de geheeïe linie het slachtoffer is geworden.
Nadat Frank O'Donnell zijn club de leiding
had gegeven, kreeg Preston onmiddellijk
daarna een hoekschop te nemen, die zoo
goed genomen werd, dat de bal bijna in den
bovenhoek draaide. Met uiterste inspanning
wist keeper Mapson het leder te bemachti
gen, doch op hetzelfde oogenblik werd hij
door twee Prestonians met bal en al in het
doel geloopen. De scheidsrechter keurde het
doelpunt echter af, omdat juist op het mo
ment, dat de beide voorwaartsen den keeper
bereikten, deze het leder uit zijn handen
had laten vallen om het direct daarna weer
te grijpen en er mede over de lijn te rollen.
Het zal wel zelden voorkomen, dat op deze
wijze door een fout van den doelverdediger
een doelpunt ongeldig wordt verklaard, want
had de keeper den bal klemvast gevangen,
dan zou Preston een 20 voorsprong heb
ben gehad en zou Sunderland zich niet zoo
snel hebben hersteld.
Enkele minuten later stormde O'Donnell
met den bal op een open doel af, toen hij op
het moment van schieten door den Sunder-
land-spil zoo zwaar werd omver geloopen,
dat de referee daarvoor een waarschuwing
moest geven. Hiermee ging een fraaie kans
voor Preston verloren.
Vermakelijk was het incident na de pauze,
toen Sunderland uit een hoekschop gelijk
maakte. De bal werd door Patsy Gallagher
ingekopt, echter zóó zacht, dat de dichter bij
het doel staande Gurney dezen met het
hoofd nog een zetje moest geven, alvorens
hij in het net verdween. Vrijwel iedereen
meende, dat het doelpunt in buitenspel-po
sitie was gescoord, maar niet de Sunder -
land-spelers zelf, die onmiddellijk den
scheidsrechter omringden om te betoogen,
dat de score geldig was en den arbiter over
te halen, den goal t©e te kennen. Referee
Rudd wees echter naar het midden en plot
seling waren de rood-witten verdwenen om
plaats te maken voor de Prestonians, die
thans heftig protesteerden en verlangden,
dgt de arbiter den grensrechter zou raad-
plegeh. Mr. Dudd bleef echter bij zijn beslis
sing en de gelijkmaker gaf aan Sunderland
zooveel zelfvertrouwen, dat de beker met
31 gewonnen werd.
Met deze vreemdsoortige torpedo het is een
stroomlijn 500 c.c. Gilera motor heeft de
Italiaan Taruffi onlangs 195.106 K.M. in een
uur tijds afgelegdwaardoor hij de wereld
records over 50 K.M., 50 mijl100 K.M., 100 mijl
en tevens het uurrecord heeft verbeterd.
De eerste nieuwe haring gevangen.
SCHEVENINGEN, 12 Mei. Volgens radio
grafische berichten uit zee zijn de motorlog-
gers, die Maandag j.l. ter haringvangst ver
trokken, Dinsdagavond aan schot gegaan. De
vangsten varieerden hedenochtend van 15 tot
45 kantjes nieuwe haring. De kwaliteit van de
gevangen haring is mooi.
Drie millioen mensehen sloegen
den kroningsstoet gade.
Het A.N.P. verneemt uit Londen, dat meer
dan drie millioen mensehen den kronings
stoet hebben gadegeslagen.
Bewonderenswaardig is de verkeersregeling
van de Londensche politie geweest, waardoor
ondanks de reusachtige menschenmenigte,
die op de been was, vanmorgen tot het laat
ste uur elk punt van de route nog te berei
ken was en men eigenlijk voortdurend „door-
laat"-wegen heeft kunnen openhouden.
Natuurlijk zijn op veel plaatsen mensehen
flauw gevallen, vooral vrouwen, gewoonlijk
als gevolg van de te lange nachtwake.
Slechts voor de nauwe ingangen der on
dergrondstations, welke waren aangewezen,
om de menigten af te voeren, ontstond af en
toe een hevig gedrang, waardoor soms de
treinen half leeg moesten wegrijden, terwijl
buiten honderden worstelden om er in te ko
men. Dit houdt echter weinig verband met
de busstaking, omdat in dit stadsdeel van
daag toch ook geen autobussen zouden zijn
toegelaten, terwijl de ondergrond het voor
deel biedt, dat hij onder de voor alle rijver-
keer gesloten stadsdeelen doorrijdt, naar de
buitenwijken en de buiten de route gelegen
stadsdeelen.
BURGERLIJKE STAND
HAARLEM, 12 Mei.
Ondertrouwd 12 Mei: W. A. Nieuwendijk en
E. H. M. Dijkzeul; C. W. Hoogland en E. C.
Marchand; W. A. Boerée en Th. H. Goosen;
N. Jak en K. Keus; K. J. Otte en Th. M. Bols;
J. Antonisse en J. E. Hoek; A. W. van Uden
en J. J. Verbeek; K. Ronner en A. Plevier;
J. H. G. van Beek en E. Abbink; J. A. de Jong
en P. J. C. Heidweiller; A. L. Fictoor en M. B.
Stuitje; W. E. Meinsma en J. Reinders; H. F.
J. van Noordt en S. K. Dinkla; Chr. L. W. R.
Emmeriks en J. H. A. F. van der Wel; A. C.
Hazevoet en L. C. G. Kalis; J. J. M. Keijser
en G. A. M. van Dam.
Getrouwd 12 Mei: Chr. van der Meij en M.
W. Schijf; J. A. de Vries en P. Peek; A.
Schuijt en E. M. Koning; P. Weisz en S. F.
van Breukelen; L. Wijkhuizen en J. Spoor; C.
J. Schoen en S. W. M. van Musscher; W. J. de
Graaff en M. M. Belleman; G. J. Sonnevelt en
B, van der Vlist; H. J. Picard en M. F. Rei-
chelt; L. W. Laadstra en C. van Die; P. L. den
Hollander en W. van der Plas; P. van Elswijk
en K. A. Schmidtmeier; W. B. Koelemeijer en
A. A. Prinsen; E. Vlugt en A. M. A. Gerritsen;
J. J. Koppen en E. Chr. Strube; P. S. Steen
stra en J. Bouterse; K. A. van Agteren en E.
M. Antonisse; A. L. van Eerde en L. G. Born;
R. Schaart en W. Kluijt; K. Riedhorst en N.
Klein; J. W. Min jon en M. L. L. Queck; P.
Th. Prinsen en M. M. de Zwart; J. ter Metz
en C. J. M. Vrolijk; G. A. Witteman en C. L.
M. Zandstra; G. A. B. van Rooijen en L. C. M.
de Beer; D. van Meurs en E. Docter; E. J.
Verschueren en Th. F. Hendriks; F. Nieuw-
veen en C. van den Oosterkamp; N. Meijer en
M. van Beijeren; J. N. Zwager en J. Niepoort;
J. van Dijk en A. P. Versteeg.
Bevallen 10 Mei: M. W. DuijnJurriaans, z.;
11 Mei: M. J. Smitv. Es, d.; H. LeisVerloop,
d.; C. M. v. d. Meer—Rewijk, z.;C. MusVer
donk, d.; D. W. Westmij ze—Heimig, z.; 12 Mei:
A. C. Moolenaar—Rietbergen, z.; F. J. M.
Eichhornde Mooij., z
Overleden 10 Mei: J., 13 mnd., z. v. A.
Doornbosch, Vergierdeweg; 11 Mei: E. M.
Buter, 65 j., Floresstraat.
De race verliep voor dezen jockey erg ongeluk kig, maar hij zal er zeker de leering uit hebben
getrokken, dat hij voortaan niet meer op een dorstig paard moet gaan zitten.
Nederland-België over het
Maaswater.
Den eersten dag van de groote ontmoeting
tusschen Nederland en België in het Vredes
paleis, heb ik afwisselend aan den ongekend
populairen voetbalwedstrijd tusschen de twee
buurlanden en aanschool moeten
denken.
Volle tribunes en beneden (in de zaal) aan
den rand van het terrein, waar zich de strijd
afspeelt, althans bij het begin ook geen plaats
onbezet.
De beide ploegen zijn volledig opgekomen.
Nederland is het eerst in den aanval en Prof.
Telders, neemt den Belgischen doelmond on
der vuur, wanneer hij uiteenzet, waarom z.i.
België het Maaswateraftappingsverdrag van
1863 geschonden heeft. Zeker, van Belgische
zijde is er bij de schriftelijke procedure, die
aan de mondelinge vooraf pleegt te gaan
een forschen tegenaanval ondernomen. Want
de Belgen betoogden, naar we thans van den
Nederlandschen pleiter vernamen, dat wij op
onze beurt het tractaat geschonden zouden
hebben dank zij den aanleg van het Juliana-
kanaal. „Buitenspel, scheidsrechter" zoo roept
echter Telders uit, wanneer hij n.l. het Hof
tracht te overtuigen, dat de Belgische bewe
ring geen hout snijdt.
Ik geef u, geachte lezers, den gang van za
ken in de wijdsche hooge en indrukwekkende
rechtszaal, waar het Permanente Hof van In
ternationale Justitie troont, wel een beetje
vrij weer. Want ronduit gezegd, h§t verschil
met een voetbalwedstrijd is, dat hier het ele
ment van opwinding terecht geheel ont
breekt. Ja, uit de desertie op grooten schaal,
die er onder het aanvankelijk zoo talrijk op
gekomen publiek, 's middags viel waar te ne
men, moest wel de slotsom getrokken worden,
dat de meesten het eens waren met het ele
gante Haagsche vrouwtje, dat ik een vriendin,
die ook eens even een kijkje was komen ne
men, hoorde toefluisteren; „ik vind die zaak
van het Maaswater wel erg droog".
Al het water van deze rivier en van de ver
schillende kanalen, waarop onze belangstelling
zich moest vestigen, kan inderdaad niet af-
wasschen, dat voor het gros van het publiek
zoo'n proces voor het Internationaal Gerechts
hof toch heel weinig aantrekkingskracht be
zit. En dat zeker een zoo degelijk, typisch
nuchter Hollandsche figuur als de pleiter voor
Nederland er de cnan niet naar is om met zijn
pleidooi een elegant gehoor te bekoren of te
boeien.
Dit hou'dt allerminst een verwijt in, doch be-
teekent veeleer een lofuiting. In zooverre ten
minste, dat het in onzen landgenoot hoogelijk
te prijzen valt,, dat hij er alles op zet om een,
juist door het sterk zakelijk karakter, goed
betoog te houden, waarmee hij immers de door
hem bepleitte zaak slechts kan dienen.
Iets anders is natuurlijk, of de vorm van
wat hij te zeggen heeft, er niet bij zou win
nen indien hij kans zou zien, zijn uiteenzet
tingen hier en daar met b.v. een humoris
tisch nootje wat levendiger te maken. Enfin,
één keer heeft hij zijn gehoor tenminste op
een brokje fijnen humor onthaald. Ik denk
hier aan het kostelijke oogenblik, toen hij,
gewag makende van een door de Belgen in
de stukken gemaakte opmerking, die een
kwestie raakte, welke op zichzelf juist den
dienaren van de volkenrechtswetenschap
steeds rijke stof voor meeningsverschil
heeft opgeleverd, te kennen gaf „die acade
mische kwesties" nu maar te willen laten
rusten
De verklaring van zulk een voor een pro
fessor toch zeker groote zelfopoffering, moet
men m.i. vooral zoeken in de omstandigheid,
dat Prof. Telders en dit beteekent alweer
een goede aanteekenïng voor hem in heel
zijn pleidooi duidelijk blijk gaf te beseffen,
dat hij in de internationale rechtszaal vóór
alles had op te treden als pleiter in een pro
ces. Eigenschap, die hem trouwens niet
vreemd is, aangezien hij immers zijn loop
baan als advocaat was begonnen én tot voor
kort de advocatuur nog naast zijn, toen. bui
tengewoon, hoogleeraarschap heeft uitge
oefend. Overigens zullen de studenten op de
gaanderij zeker genoten hebben van het col
lege „volkenrecht-in-de-praktij'k".
Kort en goed, in tal van opzichten leverde
hij een, wat den inhoud, wat de aangevoer
de argumenten betreft, sterk pleidooi. En zijn
Belgischen confraters moet het bovendien
bepaald goed gedaan hebben, dat zijn uit
spraak van het Fransch over het algemeen
veel weg had van de wijze, waarop menige,
eveneens in die taal zeer bedreven Belg, haar
pleegt uit te spreken. Als we onze oogen
dicht deden, konden we louter afgaande op
de klanken die tot ons doordrongen, werke
lijk soms in de waan verkeeren, dat we een
Belg het woord hoorden voeren.
In den loop van het Dinsdag gehouden
pleidooi, kregen de rechters en het overige
gehoor een onontbeerlijke les in aardrijks
kunde. Herhaaldelijk nam de pleiter nl. even
het karakter van een leeraar in dat vak aan.
Ter illustratie van zijn betoog, wees hij op
de groote kaart, of op de zeer fraaie maquet
te, die zich momenteel in de rechtszaal be
vinden, met een daarvoor dienend stokje,
den loop van een waterweg, de ligging van
plaatsen enz. door hem in zijn pleidooi be
sproken. In zooverre konden we ons zoo nu
en dan verbeelden weer op de schoolbanken
te zitten. Trouwens, er stonden nog meer
vakken op het rooster. De wordingsgeschie-.
denis van het verdrag van 1863 gaf aanleid
ding tot een geschiedenisles. En verder is er
ook aan taal gedaan. Aardig wat tijd is er
besteed aan het uitleggen van de foeteekenis
van de woorden „beneden Maastricht" (in
't Fransch „en aval de Maestricht") in welk
verband zelfs een Engelsche vertalingskwes
tie nog mede op de proppen kwam.
Ja, geachte lezers, in den eenvoud van uw
gemoed zoudt u wellicht meenen, dat „be
neden Maastricht" een uitdrukking is,
waaromtrent niets meer valt uit te leggen
en waaromtrent geen twijfel of meenings
verschil kan bestaan. Maar dan rekent u
buiten den waard, in dit geval, buiten den
jurist, die immers veelal in uitlegging records
weet te behalen en het soms klaar speelt een
verdragtekst, die in de oogen van eiken ge
wonen sterveling dóódsimpel is, zóó uit te
leggen, dat hij er in legt, wat er aanvanke
lijk heelemaai niet in soheen te staan. Zoo
als Caldenhoven en een Raymond Braine in
den edelen voetbalkamp op het groene veld
fabuleuse kunststukjes en goocheltoeren we
ten uit te halen, zoo vermogen op hun beurt
een Telders en straks vermoedelijk ook een
Ruelle, de Nederlandsche en de Belgische
pleiter in de rechtszaal in het Vredespaleis
blijken van hun bijzonderen aanleg te ge
ven.
Zietdaar mijn conclusie omtrent de in-
dxmkken, die ik den eersten dag van het Maas
water-proces opdeed. Hieraan zij nog omtrent
het door Nederland ingenomen standpunt en
aangaande eenige hoofdpunten van prof. Tel
ders' pleidooi het volgende toegevoegd. Neder
land betoogt, dat België ten behoeve van het
Albertkanaal, water aan de Maas onttrekt op
een manier: (nl. op 'n plaats) die het verdrag
van 1863 niet toestaat, door dat nl. genoemd
tractaat voor voeding met Maaswater van.
kanalen beneden Maastricht uitsluitend een
op Nederlandsche grondgebied gelegen, door
dat verdrag bij Maastricht hiervoor bestem
de voedingsgeul aanwijst. Elders mag België,
aldus prof. Telders, voor voeding van kanalen
beneden Maastricht, zelfs geen werk aanleg
gen, ook al gebruikt het dat niet eens. Voor
België geldt niet alleen het verbod om een
vuurtje te maken; het mag zelfs niet met lu
cifers in zijn zak rondlooopen!
Tot bewijs van die stelling voerde pleiter
zoowel de verdragstekst zelf aan, als de wor
dingsgeschiedenis van het tractaat. Hij zette
dan verder o.a. nog uiteen, dat het echter
dwaasheid, want zonder zin ware, het ver
drag zoo op te vatten, dat wij met ons Julia-
nakanaal in strijd met de in 1863 getroffen
regeling en met heel haar bedoeling gehandeld
zouden hebben. Anderwijs wees prof. Telders
er nog op, dat het ons heelemaai niet te doen
is om om België te verhinderen er een Maas-
Schelde-kanaal op na te houden. Alleen mag
dat kanaal niet op een wijze gevoed worden,
welke het tractaat van 1863 juist verboden
heeft. En wij keeren ons dan ook alleen tegen
een gang van zaken, die er toe zou leiden, dat
België de Maas in de Schelde laat leegloopen
onder schending van de bestaande verdrags
bepalingen.
E. v. R.
Ned. Handel Maatschappij keert
5 procent uit.
In 1936 ommekeer gekomen.
Aan het jaarverslag der Nederlandsche
Handelmaatschappij wordt het volgende ont
leend:
Wanneer men de ontwikkeling van het
maatschappelijk leven, zooals zich dat in
1936 heeft afgespeeld, overziet, dan krijgt
men den indruk, dat de ongunstige facto
ren gedurende dat jaar in het algemeen nog
een overwegende rol speelden.
Gedurende het afgeloopen jaar ondervond
het handelsverkeer voorts nog steeds groote
moeilijkheden van bijzondere overheidsmaat
regelen, welke in de meeste landen onver
zwakt gehandhaafd bleven.
Dat het economische leven desondanks, ook
reeds voor het loslaten van den gouden
standaard, zoowel hier te lande als in Indië,
teekenen van opleving begon te vertoonen,
kon derhalve niet anders dan tot tevredenheid
stemmen. De verbetering bleek o.m. uit de
toeneming van den buitenlandschen handel
reeds vóór October van 't verslagjaar, Zulks
mag ongetwijfeld worden beschouwd als de
vrucht van de door de regeering gevolgde aan
passingspolitiek. Dat daarna de daling van
onze valuta de verbetering verder heeft kun
nen stimuleeren, moet grootendeels worden
toegeschreven aan de omstandigheid, dat de
aanpassing voor dien reeds zeer ver was
voortgeschreden.
Bijzondere vermelding verdient het feit, dat
het loslaten van den gouden standaard het
Nederlandsche staatscrediet in geenen deele
heeft aangetast, hetgeen duidelijk bleek uit
de koersontwikkeling der staatsfondsen.
De geld- en kapitaalmarkt werd hier te
lande in de tweede helft van het jaar ge
kenmerkt door een dalenden rentevoet en stij
gende fondsenkoersen.
Resumeerende mag worden geconstateerd,
dat de gang van zaken, ondanks de vele
moeilijkheden, die zich nog steeds voorde
den, in het algemeen niet onbevredigend was.
De verdere ontwikkeling van het bedrijfsleven
mag met vertrouwen worden tegemoet gezien.
Zooals u bekend is, sloten wij in October
1936 een overeenkomst met de Geldersche cre-
dietvereeniging en ons.
De optie werd door ons uitgevoerd en om
trent den koopprijs werd volledige overeen-*
stemming verkregen.
De samenvoeging van het bedrijf der N.V,
Geldersche Credietvereeniging met het onze
voldeed geheel aan onze verwachting.
Het netto resultaat van de samengevoegde
bedrijven over het afgeloopen jaar is
f 4.001.326,24.
Bij het vaststellen der bedrijfsresultaten
lieten wij buiten beschouwing de hoogere
geldswaarde van diverse onzer activa, die
een gevolg was of in verband stond met de in
September 1936 getroffen monetaire maatre
gelen.
Voegen wij bij het bedrijfsresultaat van
1936 het per ultimo December 1935 naar
nieuwe rekening overgebrachte saldo der
winst- en verliesrekening over 1935 ad
f 281.127.78, dan blijft, na aftrek van een be
drag groot f 298.146.62. hetwelk naar nieuwe
rekening wordt overgebracht, ter verdeeling
f 3.984.307.40.
Na overleg met den raad van commissaris
sen hebben wij besloten: tot afschrijving op
onze vaste eigendommen van f 982.807.40 en
tot verdere versterking van de bijzondere re
serve met f 1.000.000, zoodat ter verdeeling
onder aandeelhouders overblijft f 2.001.500,
mogelijk makende de uitkeering van: 5 pro
cent op de preferente aandeelen f 1500, 5
procent op de gewone aandeelen f 2.000.000.
Het aantal suikerondernemingen, dat in de
toekomst aan de productie kan deelnemen,
werd door ons vastgesteld op zeven, waarvan
twee voorloopig in reserve blijven.
De suikerproductie oogst 1937 van de ons
geheel of ten deele toebehoorende onderne
mingen en van die, waarmede wij in relatie
staan, wordt geraamd op 3.381.000 quintalen,
waarin de ons geheel of ten deele toebehoo
rende ondernemingen naar taxatie zullen bij
dragen, 1.365.000 quintalen, bij een door de
regeering vastgestelde productie van 14 mil
lioen quintalen.
Voor de met ons in verbinding staande ta
bak-maatschappijen, werkend op Sumatra's
oostkust, werden door ons verkocht 2.402.934
kg. tabak.
In consignatie van koffieondememingen op
Java, Sumatra en Celebes werden ontvangen
136.134 picol.
De winst- en verliesrekening staat debet
voor:
Kantooronkosten 7.708.103.64
Bijdrage pensioenfonds 277.556.83
Reserve voor belastingen 61.899.92
Afschr. op vaste eigendommen 982.807.40
Bijzondere reserveering' 1.000.000
Winstsaldo 2.299.646.62
Totaal 12.330.014.41
De winst- en verliesrekening staat credit
voor:
Winstsaldo per 31 Dec. 1935 281.127.78
Provisie 3.950.727.68
Interest en wissels 8.083.278.22
Cultuurondernemingen 14.880.73
Totaal X2.330.014.4f