ftad 'm t fleet Indrukken uit de internationale rechtszaal. s Een voetbalmatch gezien van 28 Meter hoogte Overpein zingen op de hoogste zitplaatsen van 't Feijenoord-stadionp Een oplossing van het verkeers-vraagstuk Noodzakelijke verjonging van het Nederlandsch elftalUitblinkers in het afgeloopen seizoen De Oceaan-wedvluchtMerkwaardige incidenten bij den Cup-final. Bezien uit het oogpunt van den treinreizi ger maakt het weinig verschil, of de inter landwedstrijden in Amsterdam of Rotterdam gespeeld worden, want de Haarlemsche voet- toalenthousiasten, die Zondag jl. het Feijen- oord-Stadion hebben bezocht, werden in een uur tijds tot vóór den ingang van dit mach tig bouwwerk gebracht, zoodat zij dus om zoo te zeggen van den spoorwagen uit in de tribune konden stappen. Het mag den schijn hebben, dat Whitlock hier op zijn gemak de eindstreep passeert, in wer kelijkheid heeft hij er geducht de sokken moeten inzetten om den snelwandeltocht „Dwars door Berlijn" te winnen. Het toeval wilde, dat wij een zitplaats op de bovenste rij van den tweeden ring der Maastribune hadden en derhalve den wed strijd van het allerhoogste punt van het sta dion konden gadeslaan. Om die plaats te be reiken moesten wij niet minder dan 141 tre den, verdeeld over 12 trappen, bestijgen, op welk punt men van een hoogte van circa 28 meter het spel kon trachten te volgen. Men deed daarbij ongeveer dezelfde indrukken op als wanneer men voor de eerste maal een lichtwedstrijd ziet, d.w.z. zoolang de bal op den grond is, is de snelheid en de richting vrij nauwkeurig waar te nemen, zoodra ech ter het leder door de lucht wordt gespeeld (en dat gebeurde nogal eens), kan men op geen meters na aanvoelen, waar de bal te recht zal komen en of het een hard, vlak schot dan wel een hooge boogbal is. De fi nesses van het spel zijn zelfs niet bij benade ring te constateeren; bij een schermutseling bij de doellijn kan men niet zien, of de bal corner dan wel achter gaat, evenmin of een speler, die het leder in de vlucht verder wil koppen, daarin slaagt of dat de bal over zijn hoofd vliegt. Schoten, die meters naast gaan, maken den indruk in het net te zullen ver dwijnen, zoodat men niet meer dan een glo- balen kijk op het spel krijgt. Toch gelooven wij niet, dat het zoozeer de groote hoogte is, die de juiste beoordeeling van de match beinvloedt dan wel het feit, dat de bovenste tribune te steil is opgetrok ken, waardoor men in verhouding tot den afstand van den grond feitelijk te dicht bo ven het speelveld komt te zitten. In deze meening wordt men gesterkt door de op merkingen en gedragingen van eenige toe schouwers, die in onze omgeving zaten en die duidelijk last van hoogtevrees ondervon den. Vergelijkt men daarbij de staanplaatsen- accomodatie bij Chelsea op Stamford Bridge met in de helling van een heuvel uitgegra ven treden, welke heuvel zeker even hoog, zoo niet hooger is dan de Feijenoord-tribu- nes, dan staat men op den top daarvan wel iswaar verder van het speelveld af, doch de helling is geleidelijker, wat een aangena mer gewaarwording is en waardoor men het verloop van het spel althans iets beter kan volgen. Daarbij laten we buiten beschou wing, dat de kwaliteit van het op Stamford Bridge vertoonde voetbal in den regel beter is dan de prestaties van het Nederlandsch elftal tegen Zwitserland en België, zoodat men zich voor één shilling niet bekocht voelt. Datzelfde kan niet gezegd worden, wan neer men tegen den prijs van drie gulden van eën onoverdekte zitplaats op ruim 28 meter hoogte af een partij voetbal mag gadeslaan, zooals verleden week Zondag door het natio nale team werd opgediend. Er zijn vele harde woorden gevallen over de verkeersregeling op den weg van Rotter dam naar Feijenoord, doch men had al deze narigheid kunnen voorkomen, door het Sta dion ten Noorden van de Maasstad te bou wen, b.v. aan den nieuwen weg naar Den Haag, waarmede men een centrale ligging zou hebben verkregen. Want al bouwt men nu drie bruggen en even zoovele tunnels, dan blijft toch het feit bestaan, dat de onmiddel lijke toegangsweg tot het Feijenoord-Stadion altijd een hinderpaal zal blijven vormen. Van, onze hooge zitplaats toch viel duide lijk te constateeren, dat deze „trechter" zich als het ware wringt tusschen rechts de ri vier de Maas en links het emplacement en de hoofdlijnen van de spoorwegen. Daarom lijkt ons de eenige oplossing van dit verkeersprobleem, dat men de automo bilisten, komende van ten Noorden, Oosten en Westen van Rotterdam, verplicht, in de nabijheid van het Delftsche Poort-station hun wagens te parkeeren, om daarna de reis per pendeltrein naar Feijenoord (een afstand van ruim vijf minuten) voort te zetten. Voor de uit het Zuiden komende bezoekers zou men desnoods een dergelijke regeling van Dordrecht af kunnen treffen, Intusschen wordt het nu toch wel hoog tijd. dat het Nederlandsch elftal eens wordt verjongd. Het is natuurlijk niet wensehelijk om in een team, waarvan de spelers aan elkaar gewend zijn, niet dan bij hooge nood zaak veranderingen aan te brengen, doch evenmin is het aan te bevelen, zulk een ploeg tezamen te oud te laten worden. Een geleidelijke verjonging is de aangewezen weg, doch wij vreezen, dat daarmede bij ons na tionale elftal te lang is gewacht. Ten min ste vier spelers zullen het volgende seizoen moeten worden vervangen, te weten Ande riesen, Van Heel, Van Nellen en Wels. De Delftenaar heeft reeds te kennen gegeven, niet meer voor verkiezing in aanmerking te willen komen en wat de drie overigen be treft. is het duidelijk, dat zij over hun hoog tepunt heen zijn. In plaats van Wels kan met vol vertrou wen Vrauwdeunt worden opgesteld, maar waar haalt men twee halfbacks met de noo- dige capaciteiten en vooral de noodige rou tine vandaan, die zich tevens aan het spel type van de ploeg kunnen aanpassen? En ook de linker vleugelspelers zijn dun gezaaid, al heeft de linksbuiten van H.R.C. uit Den Helder o.i. de vereischte kwaliteiten om het ver te brengen. Het is overigens opmerkelijk, hoe weinig werkelijk veelbelovende jonge spelers men in den loop van een geheel seizoen op de velden ziet. De groote massa verheft zich niet boven de middelmaat en schiet vooral in tactiek en aanvoelen van het positiespel te kort. In het afgeloopen seizoen hebben wij, behalve den bovengenoemden H.R.C.'er, in dit district slechts vier K.N.V.B.-voetballers aan het werk gezien, wier spel een meer dan normale belofte inhoudt voor de toekomst en wellicht ook het nationale elftal. Het is wel licht nuttig, hun namen hier te vermelden; het zijn: doelman Sinkeldam van D.W.V. (Amsterdam), linkshalf, Stijger van de Vole- wekers (Amsterdam), spil Van Male van Excelsior (Rotterdam) en de jeugdige rechts binnen Stoffels van D.E.C. (Amsterdam). De luchtrace van New-York naar Parijs, georganiseerd ter herdenking van den tien den verjaardag van Lindbergh's tocht over den Oceaan, schijnt thans inderdaad door gang te zullen vinden. Aanvankelijk waren er bezwaren van de Amerikaansche Lucht vaart Association, die den wedstrijd een jaar wilde uitstellen, doch tenslotte is men dan toch tot overeenstemming gekomen. Twee en twintig vliegtuigen zijn voor de race inge schreven, waarvan 9 Italiaansche, 5 Ameri kaansche, 6 Fransche, 1 Engelsche en 1 Duit- sche machine. Deze zullen worden gevlogen door 9 Italiaansche, 3 Amerikaansche, 3 En gelsche, 2 Roemeensche, 1 Zweedsche en 4 Fransche bemanningen, zoodat er geen Duitsche piloten aan de race deelnemen. Hoewel de techniek in de laatste jaren groote vorderingen heeft gemaakt, kan men zich toch niet onttrekken aan een zekere vrees voor het lot van enkele dezer 22 be manningen, waaronder er zijn, die niet de minste ervaring van een vlucht over den Oceaan hebben. De Engelsche bekerfinale heeft eenige in cidenten opgeleverd, waarvan Preston over de geheeïe linie het slachtoffer is geworden. Nadat Frank O'Donnell zijn club de leiding had gegeven, kreeg Preston onmiddellijk daarna een hoekschop te nemen, die zoo goed genomen werd, dat de bal bijna in den bovenhoek draaide. Met uiterste inspanning wist keeper Mapson het leder te bemachti gen, doch op hetzelfde oogenblik werd hij door twee Prestonians met bal en al in het doel geloopen. De scheidsrechter keurde het doelpunt echter af, omdat juist op het mo ment, dat de beide voorwaartsen den keeper bereikten, deze het leder uit zijn handen had laten vallen om het direct daarna weer te grijpen en er mede over de lijn te rollen. Het zal wel zelden voorkomen, dat op deze wijze door een fout van den doelverdediger een doelpunt ongeldig wordt verklaard, want had de keeper den bal klemvast gevangen, dan zou Preston een 20 voorsprong heb ben gehad en zou Sunderland zich niet zoo snel hebben hersteld. Enkele minuten later stormde O'Donnell met den bal op een open doel af, toen hij op het moment van schieten door den Sunder- land-spil zoo zwaar werd omver geloopen, dat de referee daarvoor een waarschuwing moest geven. Hiermee ging een fraaie kans voor Preston verloren. Vermakelijk was het incident na de pauze, toen Sunderland uit een hoekschop gelijk maakte. De bal werd door Patsy Gallagher ingekopt, echter zóó zacht, dat de dichter bij het doel staande Gurney dezen met het hoofd nog een zetje moest geven, alvorens hij in het net verdween. Vrijwel iedereen meende, dat het doelpunt in buitenspel-po sitie was gescoord, maar niet de Sunder - land-spelers zelf, die onmiddellijk den scheidsrechter omringden om te betoogen, dat de score geldig was en den arbiter over te halen, den goal t©e te kennen. Referee Rudd wees echter naar het midden en plot seling waren de rood-witten verdwenen om plaats te maken voor de Prestonians, die thans heftig protesteerden en verlangden, dgt de arbiter den grensrechter zou raad- plegeh. Mr. Dudd bleef echter bij zijn beslis sing en de gelijkmaker gaf aan Sunderland zooveel zelfvertrouwen, dat de beker met 31 gewonnen werd. Met deze vreemdsoortige torpedo het is een stroomlijn 500 c.c. Gilera motor heeft de Italiaan Taruffi onlangs 195.106 K.M. in een uur tijds afgelegdwaardoor hij de wereld records over 50 K.M., 50 mijl100 K.M., 100 mijl en tevens het uurrecord heeft verbeterd. De eerste nieuwe haring gevangen. SCHEVENINGEN, 12 Mei. Volgens radio grafische berichten uit zee zijn de motorlog- gers, die Maandag j.l. ter haringvangst ver trokken, Dinsdagavond aan schot gegaan. De vangsten varieerden hedenochtend van 15 tot 45 kantjes nieuwe haring. De kwaliteit van de gevangen haring is mooi. Drie millioen mensehen sloegen den kroningsstoet gade. Het A.N.P. verneemt uit Londen, dat meer dan drie millioen mensehen den kronings stoet hebben gadegeslagen. Bewonderenswaardig is de verkeersregeling van de Londensche politie geweest, waardoor ondanks de reusachtige menschenmenigte, die op de been was, vanmorgen tot het laat ste uur elk punt van de route nog te berei ken was en men eigenlijk voortdurend „door- laat"-wegen heeft kunnen openhouden. Natuurlijk zijn op veel plaatsen mensehen flauw gevallen, vooral vrouwen, gewoonlijk als gevolg van de te lange nachtwake. Slechts voor de nauwe ingangen der on dergrondstations, welke waren aangewezen, om de menigten af te voeren, ontstond af en toe een hevig gedrang, waardoor soms de treinen half leeg moesten wegrijden, terwijl buiten honderden worstelden om er in te ko men. Dit houdt echter weinig verband met de busstaking, omdat in dit stadsdeel van daag toch ook geen autobussen zouden zijn toegelaten, terwijl de ondergrond het voor deel biedt, dat hij onder de voor alle rijver- keer gesloten stadsdeelen doorrijdt, naar de buitenwijken en de buiten de route gelegen stadsdeelen. BURGERLIJKE STAND HAARLEM, 12 Mei. Ondertrouwd 12 Mei: W. A. Nieuwendijk en E. H. M. Dijkzeul; C. W. Hoogland en E. C. Marchand; W. A. Boerée en Th. H. Goosen; N. Jak en K. Keus; K. J. Otte en Th. M. Bols; J. Antonisse en J. E. Hoek; A. W. van Uden en J. J. Verbeek; K. Ronner en A. Plevier; J. H. G. van Beek en E. Abbink; J. A. de Jong en P. J. C. Heidweiller; A. L. Fictoor en M. B. Stuitje; W. E. Meinsma en J. Reinders; H. F. J. van Noordt en S. K. Dinkla; Chr. L. W. R. Emmeriks en J. H. A. F. van der Wel; A. C. Hazevoet en L. C. G. Kalis; J. J. M. Keijser en G. A. M. van Dam. Getrouwd 12 Mei: Chr. van der Meij en M. W. Schijf; J. A. de Vries en P. Peek; A. Schuijt en E. M. Koning; P. Weisz en S. F. van Breukelen; L. Wijkhuizen en J. Spoor; C. J. Schoen en S. W. M. van Musscher; W. J. de Graaff en M. M. Belleman; G. J. Sonnevelt en B, van der Vlist; H. J. Picard en M. F. Rei- chelt; L. W. Laadstra en C. van Die; P. L. den Hollander en W. van der Plas; P. van Elswijk en K. A. Schmidtmeier; W. B. Koelemeijer en A. A. Prinsen; E. Vlugt en A. M. A. Gerritsen; J. J. Koppen en E. Chr. Strube; P. S. Steen stra en J. Bouterse; K. A. van Agteren en E. M. Antonisse; A. L. van Eerde en L. G. Born; R. Schaart en W. Kluijt; K. Riedhorst en N. Klein; J. W. Min jon en M. L. L. Queck; P. Th. Prinsen en M. M. de Zwart; J. ter Metz en C. J. M. Vrolijk; G. A. Witteman en C. L. M. Zandstra; G. A. B. van Rooijen en L. C. M. de Beer; D. van Meurs en E. Docter; E. J. Verschueren en Th. F. Hendriks; F. Nieuw- veen en C. van den Oosterkamp; N. Meijer en M. van Beijeren; J. N. Zwager en J. Niepoort; J. van Dijk en A. P. Versteeg. Bevallen 10 Mei: M. W. DuijnJurriaans, z.; 11 Mei: M. J. Smitv. Es, d.; H. LeisVerloop, d.; C. M. v. d. Meer—Rewijk, z.;C. MusVer donk, d.; D. W. Westmij ze—Heimig, z.; 12 Mei: A. C. Moolenaar—Rietbergen, z.; F. J. M. Eichhornde Mooij., z Overleden 10 Mei: J., 13 mnd., z. v. A. Doornbosch, Vergierdeweg; 11 Mei: E. M. Buter, 65 j., Floresstraat. De race verliep voor dezen jockey erg ongeluk kig, maar hij zal er zeker de leering uit hebben getrokken, dat hij voortaan niet meer op een dorstig paard moet gaan zitten. Nederland-België over het Maaswater. Den eersten dag van de groote ontmoeting tusschen Nederland en België in het Vredes paleis, heb ik afwisselend aan den ongekend populairen voetbalwedstrijd tusschen de twee buurlanden en aanschool moeten denken. Volle tribunes en beneden (in de zaal) aan den rand van het terrein, waar zich de strijd afspeelt, althans bij het begin ook geen plaats onbezet. De beide ploegen zijn volledig opgekomen. Nederland is het eerst in den aanval en Prof. Telders, neemt den Belgischen doelmond on der vuur, wanneer hij uiteenzet, waarom z.i. België het Maaswateraftappingsverdrag van 1863 geschonden heeft. Zeker, van Belgische zijde is er bij de schriftelijke procedure, die aan de mondelinge vooraf pleegt te gaan een forschen tegenaanval ondernomen. Want de Belgen betoogden, naar we thans van den Nederlandschen pleiter vernamen, dat wij op onze beurt het tractaat geschonden zouden hebben dank zij den aanleg van het Juliana- kanaal. „Buitenspel, scheidsrechter" zoo roept echter Telders uit, wanneer hij n.l. het Hof tracht te overtuigen, dat de Belgische bewe ring geen hout snijdt. Ik geef u, geachte lezers, den gang van za ken in de wijdsche hooge en indrukwekkende rechtszaal, waar het Permanente Hof van In ternationale Justitie troont, wel een beetje vrij weer. Want ronduit gezegd, h§t verschil met een voetbalwedstrijd is, dat hier het ele ment van opwinding terecht geheel ont breekt. Ja, uit de desertie op grooten schaal, die er onder het aanvankelijk zoo talrijk op gekomen publiek, 's middags viel waar te ne men, moest wel de slotsom getrokken worden, dat de meesten het eens waren met het ele gante Haagsche vrouwtje, dat ik een vriendin, die ook eens even een kijkje was komen ne men, hoorde toefluisteren; „ik vind die zaak van het Maaswater wel erg droog". Al het water van deze rivier en van de ver schillende kanalen, waarop onze belangstelling zich moest vestigen, kan inderdaad niet af- wasschen, dat voor het gros van het publiek zoo'n proces voor het Internationaal Gerechts hof toch heel weinig aantrekkingskracht be zit. En dat zeker een zoo degelijk, typisch nuchter Hollandsche figuur als de pleiter voor Nederland er de cnan niet naar is om met zijn pleidooi een elegant gehoor te bekoren of te boeien. Dit hou'dt allerminst een verwijt in, doch be- teekent veeleer een lofuiting. In zooverre ten minste, dat het in onzen landgenoot hoogelijk te prijzen valt,, dat hij er alles op zet om een, juist door het sterk zakelijk karakter, goed betoog te houden, waarmee hij immers de door hem bepleitte zaak slechts kan dienen. Iets anders is natuurlijk, of de vorm van wat hij te zeggen heeft, er niet bij zou win nen indien hij kans zou zien, zijn uiteenzet tingen hier en daar met b.v. een humoris tisch nootje wat levendiger te maken. Enfin, één keer heeft hij zijn gehoor tenminste op een brokje fijnen humor onthaald. Ik denk hier aan het kostelijke oogenblik, toen hij, gewag makende van een door de Belgen in de stukken gemaakte opmerking, die een kwestie raakte, welke op zichzelf juist den dienaren van de volkenrechtswetenschap steeds rijke stof voor meeningsverschil heeft opgeleverd, te kennen gaf „die acade mische kwesties" nu maar te willen laten rusten De verklaring van zulk een voor een pro fessor toch zeker groote zelfopoffering, moet men m.i. vooral zoeken in de omstandigheid, dat Prof. Telders en dit beteekent alweer een goede aanteekenïng voor hem in heel zijn pleidooi duidelijk blijk gaf te beseffen, dat hij in de internationale rechtszaal vóór alles had op te treden als pleiter in een pro ces. Eigenschap, die hem trouwens niet vreemd is, aangezien hij immers zijn loop baan als advocaat was begonnen én tot voor kort de advocatuur nog naast zijn, toen. bui tengewoon, hoogleeraarschap heeft uitge oefend. Overigens zullen de studenten op de gaanderij zeker genoten hebben van het col lege „volkenrecht-in-de-praktij'k". Kort en goed, in tal van opzichten leverde hij een, wat den inhoud, wat de aangevoer de argumenten betreft, sterk pleidooi. En zijn Belgischen confraters moet het bovendien bepaald goed gedaan hebben, dat zijn uit spraak van het Fransch over het algemeen veel weg had van de wijze, waarop menige, eveneens in die taal zeer bedreven Belg, haar pleegt uit te spreken. Als we onze oogen dicht deden, konden we louter afgaande op de klanken die tot ons doordrongen, werke lijk soms in de waan verkeeren, dat we een Belg het woord hoorden voeren. In den loop van het Dinsdag gehouden pleidooi, kregen de rechters en het overige gehoor een onontbeerlijke les in aardrijks kunde. Herhaaldelijk nam de pleiter nl. even het karakter van een leeraar in dat vak aan. Ter illustratie van zijn betoog, wees hij op de groote kaart, of op de zeer fraaie maquet te, die zich momenteel in de rechtszaal be vinden, met een daarvoor dienend stokje, den loop van een waterweg, de ligging van plaatsen enz. door hem in zijn pleidooi be sproken. In zooverre konden we ons zoo nu en dan verbeelden weer op de schoolbanken te zitten. Trouwens, er stonden nog meer vakken op het rooster. De wordingsgeschie-. denis van het verdrag van 1863 gaf aanleid ding tot een geschiedenisles. En verder is er ook aan taal gedaan. Aardig wat tijd is er besteed aan het uitleggen van de foeteekenis van de woorden „beneden Maastricht" (in 't Fransch „en aval de Maestricht") in welk verband zelfs een Engelsche vertalingskwes tie nog mede op de proppen kwam. Ja, geachte lezers, in den eenvoud van uw gemoed zoudt u wellicht meenen, dat „be neden Maastricht" een uitdrukking is, waaromtrent niets meer valt uit te leggen en waaromtrent geen twijfel of meenings verschil kan bestaan. Maar dan rekent u buiten den waard, in dit geval, buiten den jurist, die immers veelal in uitlegging records weet te behalen en het soms klaar speelt een verdragtekst, die in de oogen van eiken ge wonen sterveling dóódsimpel is, zóó uit te leggen, dat hij er in legt, wat er aanvanke lijk heelemaai niet in soheen te staan. Zoo als Caldenhoven en een Raymond Braine in den edelen voetbalkamp op het groene veld fabuleuse kunststukjes en goocheltoeren we ten uit te halen, zoo vermogen op hun beurt een Telders en straks vermoedelijk ook een Ruelle, de Nederlandsche en de Belgische pleiter in de rechtszaal in het Vredespaleis blijken van hun bijzonderen aanleg te ge ven. Zietdaar mijn conclusie omtrent de in- dxmkken, die ik den eersten dag van het Maas water-proces opdeed. Hieraan zij nog omtrent het door Nederland ingenomen standpunt en aangaande eenige hoofdpunten van prof. Tel ders' pleidooi het volgende toegevoegd. Neder land betoogt, dat België ten behoeve van het Albertkanaal, water aan de Maas onttrekt op een manier: (nl. op 'n plaats) die het verdrag van 1863 niet toestaat, door dat nl. genoemd tractaat voor voeding met Maaswater van. kanalen beneden Maastricht uitsluitend een op Nederlandsche grondgebied gelegen, door dat verdrag bij Maastricht hiervoor bestem de voedingsgeul aanwijst. Elders mag België, aldus prof. Telders, voor voeding van kanalen beneden Maastricht, zelfs geen werk aanleg gen, ook al gebruikt het dat niet eens. Voor België geldt niet alleen het verbod om een vuurtje te maken; het mag zelfs niet met lu cifers in zijn zak rondlooopen! Tot bewijs van die stelling voerde pleiter zoowel de verdragstekst zelf aan, als de wor dingsgeschiedenis van het tractaat. Hij zette dan verder o.a. nog uiteen, dat het echter dwaasheid, want zonder zin ware, het ver drag zoo op te vatten, dat wij met ons Julia- nakanaal in strijd met de in 1863 getroffen regeling en met heel haar bedoeling gehandeld zouden hebben. Anderwijs wees prof. Telders er nog op, dat het ons heelemaai niet te doen is om om België te verhinderen er een Maas- Schelde-kanaal op na te houden. Alleen mag dat kanaal niet op een wijze gevoed worden, welke het tractaat van 1863 juist verboden heeft. En wij keeren ons dan ook alleen tegen een gang van zaken, die er toe zou leiden, dat België de Maas in de Schelde laat leegloopen onder schending van de bestaande verdrags bepalingen. E. v. R. Ned. Handel Maatschappij keert 5 procent uit. In 1936 ommekeer gekomen. Aan het jaarverslag der Nederlandsche Handelmaatschappij wordt het volgende ont leend: Wanneer men de ontwikkeling van het maatschappelijk leven, zooals zich dat in 1936 heeft afgespeeld, overziet, dan krijgt men den indruk, dat de ongunstige facto ren gedurende dat jaar in het algemeen nog een overwegende rol speelden. Gedurende het afgeloopen jaar ondervond het handelsverkeer voorts nog steeds groote moeilijkheden van bijzondere overheidsmaat regelen, welke in de meeste landen onver zwakt gehandhaafd bleven. Dat het economische leven desondanks, ook reeds voor het loslaten van den gouden standaard, zoowel hier te lande als in Indië, teekenen van opleving begon te vertoonen, kon derhalve niet anders dan tot tevredenheid stemmen. De verbetering bleek o.m. uit de toeneming van den buitenlandschen handel reeds vóór October van 't verslagjaar, Zulks mag ongetwijfeld worden beschouwd als de vrucht van de door de regeering gevolgde aan passingspolitiek. Dat daarna de daling van onze valuta de verbetering verder heeft kun nen stimuleeren, moet grootendeels worden toegeschreven aan de omstandigheid, dat de aanpassing voor dien reeds zeer ver was voortgeschreden. Bijzondere vermelding verdient het feit, dat het loslaten van den gouden standaard het Nederlandsche staatscrediet in geenen deele heeft aangetast, hetgeen duidelijk bleek uit de koersontwikkeling der staatsfondsen. De geld- en kapitaalmarkt werd hier te lande in de tweede helft van het jaar ge kenmerkt door een dalenden rentevoet en stij gende fondsenkoersen. Resumeerende mag worden geconstateerd, dat de gang van zaken, ondanks de vele moeilijkheden, die zich nog steeds voorde den, in het algemeen niet onbevredigend was. De verdere ontwikkeling van het bedrijfsleven mag met vertrouwen worden tegemoet gezien. Zooals u bekend is, sloten wij in October 1936 een overeenkomst met de Geldersche cre- dietvereeniging en ons. De optie werd door ons uitgevoerd en om trent den koopprijs werd volledige overeen-* stemming verkregen. De samenvoeging van het bedrijf der N.V, Geldersche Credietvereeniging met het onze voldeed geheel aan onze verwachting. Het netto resultaat van de samengevoegde bedrijven over het afgeloopen jaar is f 4.001.326,24. Bij het vaststellen der bedrijfsresultaten lieten wij buiten beschouwing de hoogere geldswaarde van diverse onzer activa, die een gevolg was of in verband stond met de in September 1936 getroffen monetaire maatre gelen. Voegen wij bij het bedrijfsresultaat van 1936 het per ultimo December 1935 naar nieuwe rekening overgebrachte saldo der winst- en verliesrekening over 1935 ad f 281.127.78, dan blijft, na aftrek van een be drag groot f 298.146.62. hetwelk naar nieuwe rekening wordt overgebracht, ter verdeeling f 3.984.307.40. Na overleg met den raad van commissaris sen hebben wij besloten: tot afschrijving op onze vaste eigendommen van f 982.807.40 en tot verdere versterking van de bijzondere re serve met f 1.000.000, zoodat ter verdeeling onder aandeelhouders overblijft f 2.001.500, mogelijk makende de uitkeering van: 5 pro cent op de preferente aandeelen f 1500, 5 procent op de gewone aandeelen f 2.000.000. Het aantal suikerondernemingen, dat in de toekomst aan de productie kan deelnemen, werd door ons vastgesteld op zeven, waarvan twee voorloopig in reserve blijven. De suikerproductie oogst 1937 van de ons geheel of ten deele toebehoorende onderne mingen en van die, waarmede wij in relatie staan, wordt geraamd op 3.381.000 quintalen, waarin de ons geheel of ten deele toebehoo rende ondernemingen naar taxatie zullen bij dragen, 1.365.000 quintalen, bij een door de regeering vastgestelde productie van 14 mil lioen quintalen. Voor de met ons in verbinding staande ta bak-maatschappijen, werkend op Sumatra's oostkust, werden door ons verkocht 2.402.934 kg. tabak. In consignatie van koffieondememingen op Java, Sumatra en Celebes werden ontvangen 136.134 picol. De winst- en verliesrekening staat debet voor: Kantooronkosten 7.708.103.64 Bijdrage pensioenfonds 277.556.83 Reserve voor belastingen 61.899.92 Afschr. op vaste eigendommen 982.807.40 Bijzondere reserveering' 1.000.000 Winstsaldo 2.299.646.62 Totaal 12.330.014.41 De winst- en verliesrekening staat credit voor: Winstsaldo per 31 Dec. 1935 281.127.78 Provisie 3.950.727.68 Interest en wissels 8.083.278.22 Cultuurondernemingen 14.880.73 Totaal X2.330.014.4f

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 8