UIT HET VERLEDEN
De werkloosheid
te Haarlem.
Ü3
Litteraire
Kantteekeningen.
Madame Tallien
1773—1835.
I
Wie van romantiek in de historie houdt
vindt in de levensgeschiedenis van Madame
Tallien juist wat hij zoekt. Wat zou er uit
haar lotswisselingen een prachtige film te ma
ken zijn. Alleen zou het slot een weinig ver
fraaid moeten worden en ik vrees ook dat de
censuur hier en daar een duchtige coupure
zou aanbrengen.
De romantiek begint al bij papa. De heer
Frangois Cabarrus was een bescheiden ban
kiert je in Bayonne en twintig jaar oud. Hij
werd verliefd en zeide tot het voorwerp van
zijn vurige min: Laten wij vluchten. Laten wij
naar Spanje gaan. Ik beloof je een gouden
coeKömst. En zij gingen.
Uit hun huwelijk werden drie kinderen ge
boren, twee zonen en een dochter, Theresia.
Onder de warme Spaansche zon groeiden ze
voorspoedig op en toen ze elf jaar oud was,
maakte de kleine Trees al den indruk van een
volwassen meisje. Ze had prachtig krullend
zwart haar, een zuiver Grieksch profieltje en
een bijzonder mooi figuurtje. Kortom, een
volmaakte schoonheid. Ze sprak Spaansch en
Fransch en ving af en toe een woordje Latijn
op van de lessen die haar broers kregen. Wat
haar ontwikkeling betreft is daarmee alles
gezegd.
Thérésia Cabarrus.
Papa maakte inderdaad carrièrehij bracht
het zelfs tot minister van Financiën in Span
je. Maar natuurlijk wenschte hij dat de op
voeding zijner kinderen in Parijs zou worden
voltooid. En toen Theresia dertien jaar was,
aanvaardde mama met de drie kinderen en
den huisleeraar den langen tocht in een groote
reiskoets. In de Fransche hoofdstad vestigde
het gezin zich, zooals het zijn §tand be
taamde in een der deftigste wijken en weldra
leerde Theresia de genoegens van het groote
stadsleven kennen. Natuurlijk duurde het
niet heel lang of de liefde dook op in haar be
staan. Het begin was veelbelovend: twee
broers van zeer deftige, adellijke familie don
gen gelijktijdig naar haar gunsten. Het was
moeilijk een keus te doen. Maar er kwam een
booze vader, die de heele boel in de war
stuurde. Theresia troostte zich met lessen in
de danskunst, in schilderen, borduren en
harpspelen. En al heel gauw hielp een ander
haar de teleurstelling te vergeten. Die ander
was de heer Devin, die een kasteeltje bezat
in Fontenay en zich daarom Chevalier Devin
de Fontenay noemde. Hij was niet fraai, met
zijn rossige haar, zijn onderkin, zijn buikje en
dikke beentjes. Maar zijn ronde, blozende
wangen staken gezellig af tegen de matte
tint van Theresia. Ook is het toch veel pret
tiger om getrouwd te zijn, de Chevalier was
een man van fortuin en Theresia was veertien
jaarin 1788 werd het huwelijk geslo
ten.
Ruim een jaar later werd Madame Devin
de Fontenay moeder. Maar de ouders beslo
ten hun eerstgeborene uit te besteden bij een
vertrouwde vrouw ergens in de provincie. Er
bestond een zekere twijfelenfin.
Het leven in Parijs ging zijn gang. There
sia was het middelpunt van een groote schare.
Ze kleedde zich met bijzonder raffinement,
ontving gaarne en vele gasten, danste, flirtte,
deed alsof ze verliefd was, maar was alleen
verliefd op zichzelf. De groote revolutie die in
1789 uitbrak werd door Theresia min of meer
als een modegril beschouwd. Het was eigen
lijk allergrappigst dat opeens alle menschen
elkaar met „burger" en „burgeres" aanspra
ken en jij en jou tegen elkaar zeiden. There
sia liep enthousiast met de drie kleurige co-
carde en speelde omwentelingetje tot ze merk
te dat ze zich vergist had. In 1792 wordt het
ernst. Men neemt den Koning gevangen; tal
rijke arrestaties volgen. In dezen tijd hoort
Theresia voor het eerst den naam Tallien noe
men; hij is een van die bloeddorstigen, als Ro
bespierre en Marat en vele anderenWat
1 kan men anders doen om aan hun greep te 1
ontkomen dan vluchten? Weliswaar is het
scheidingsproces tusschen de echtelieden in
vollen gang, maar dat verhindert hen niet
tezamen naar Bordeaux te trekken, waar
schijnlijk met de bedoeling zoodra de gelegen
heid zich aanbiedt, naar Spanje door te rei
zen. In Bordeaux wordt de scheiding officieel
uitgesproken, Theresia maakt al heel gauw
nieuwe kennissen, twee jongheden duelleeren
om haar, kortom zij zet het Parijsche leven
voort of er geen revolutie in Frankrijk is.
Maar in September 1793 bereikt de omwen
teling Bordeaux. Afgevaardigden der Natio
nale Conventie trekken het land door om
overal de contra-revolutionnaire bewegingen
te onderdrukken. Onder hen bevindt zich
Tallien, Zoon van een huisbewaarder, klerk
bij een advocaat, daarna drukker en pam-
flettenschrijver, middelmatig van aanleg, laf
van natuur, vulgair van uiterlijk, onbeschaafd
in zijn optreden, was hij door de revolutie om-
hooggekloanmen. Hij werd gemeenteraadslid te
Parijs, daarna lid der Conventie én trok er nu
op uit om de royalisten te bestrijden, de wa
pens te confisqueeren, de bevolking schrik aan
te jagen en de revolutie te doen zegevieren.
Meer echter dan de revolutie zegevierde The
resia. Gisteren nog als verdachte gearres
teerd, heerscht zij heden als Koningin aan de
zijde van den nieuwen, den almachtigen
vriend. Wie in Bordeaux iets wilde bereiken,
moest zich tot haar wenden. Zij zetelde in een
vorstelijk vertrek; voor haar venster echter
verhief zich dreigend de guillotine en dat uit
zicht was onbetaalbaar. Het maakte iederen
bezoeker bereid diep in den zak te tasten.
Theresia verschafte valsche passen, schonk
gratie aan veroordeelden, deelden vrijgeleiden
uit. Terwille van den goeden smaak vroeg ze
nooit geld voor zichzelf: ziekenhuizen en in
stellingen van weldadigheid werden bevoor
deeld tenminste, dat zei Theresia.
Eenige maanden ging dat prachtig; toen
beval Robespierre Tallien, naar de hoofdstad
terug te keeren. Weliswaar ondenam de „On
omkoopbare" nog niets tegen den medewerker
die op zoo zonderlinge wijze de revolutie ge
diend had, maar toen Theresia kort nadien
in Parijs verscheen, werd ze al heel gauw ge
arresteerd. In haar cel at ze zwart brood en
dronk regenwater; elke dag kon haar laatste
zijn.
Intusschen regeerde Robespierre als een
dierentemmer Parijs en Frankrijk. Voor zijn
blik week iedereen schuw terug, maar achter
zijn rug maakten enkelen zich gereed hem te
bespringen. Het is Fouché geweest die zelf
listig achter de schermen blijvend den val
van den dictator heeft voorbereid en het was
Tallien die door hem werd aangewezen om
den slag toe te brengen. Niet om zijn moed,
zijn geestkracht of zijn eerlijkheid, maar om
zijn gebrek aan inzicht, zijn domheid en zijn
lafheid.
Den 9en Thermidor viel Robespierre. De
staatsgreep was gelukt en Tallien ging met de
eer strijken. De volgende dagen hield de held
zich bezig met de compromitteerende papie
ren van den „tyran" te verbranden en een
groep van zijn volgelingen te guillotineeren.
Toen dacht hij aan Theresia. Hij had haar
waarlijk in alle drukte vergeten. In een open
rijtuig reed hij naar de gevangenis. Een on
stuimige menigte omstuwde zijn koets. Heer
lijke romantiek! Ziehier de held, die door lief
de gedreven een staatsgreep op touw zet en
zijn liefde aan den dood ontrukt! Samen re
den zij huiswaarts, buigend, glimlachend,
kushandjes werpend.
Vijf maanden later huwde Tallien zijn
maitresse.
Dan begint de glorietijd van Madame Tallien,
Nótre Dame de Thermidor, zooals men haar
noemde. Parijs leefde in een roes van verma
ken, uitspattingen, braspartijen. Madame Tal
lien gaf er den toon aan. Zij beheerschte de
mode, zij was de Koningin der feesten, de
schoonste van allen. Haar man was Directeur
geworden en spekte op duizend manieren zijn
zakken. En dat was noodig ook, want zijn
Trees smeet met geld. Na korten tijd moest
Tallien de gunsten zijner vrouw deelen met
zijn mede-directeur Barras. Toen het Bar
ras al te dol werd, deed hij haar over aan een
bankier Ouvrard. die met leveranties aan het
leger schatten verdiende. En omdat de toe
stand nu toch- wel wat erg dwaas werd, wist
Theresia te bewerken dat Tallien meeging
naar Egypte, waar een jong generaal, Bo
naparte, nieuwe lauweren ging oogsten.
Na het vertrek van haar man kreeg zij
achtereenvolgens drie kinderen, die tegen
een behoorlijke vergoeding op naam van
haar wettigen gemaal kwamen te staan.
Maar in 1801 dook Tallien weer op. Na de
mislukte expeditie in Egypte was hij op de
Middellandsche zee door de Engelschen ge
vangen genomen, had in Londen een poos ge
teerd op zijn roem van „den held van Thermi
dor" maar was alras tot armoede vervallen.
Wat is begrijpelijker dan dat hij zijn rijke
vrouw weer eens ging bezoeken? En opnieuw
slaagde hij in zijn opzet. Voor een groote som
gelds stemde hij toe in een scheiding. In 1802
was Theresia opnieuw vrij. En toen Ouvrard
haar kort nadien in den steek liet, moest zij
zorgen opnieuw iemand te vinden, die betoo-
verd door haar schoonheid, bereid zou zijn aan
al haar verlangens te voldoen.
In 1805 leerde zij ten huize van Madame
de Staël, de beroemde schrijfster, een jong
edelman kennen, Francois Joseph Riquet de
Caraman. Drie maanden maakte hij haar als
een correct gentleman het hof, toen vroeg
hij haar ten huwelijk. Welk een schok voor
de familie! Zijn vader, gepensionneerd lui
tenant-generaal in het Fransche leger, her
innerde zich nog maar al te goed, hoe zijn
vrouw in de dagen van den Ferrent door Tal
lien en de zijnen was gevangen genomen.
Bovendien was volgens de Kerkleer het huwe
lijk met Devin de Fontenay, dat Theresia zich
nauwelijks herinnerde, niet ontbonden. De
levenswandel van Madame Tallien was niet
geheel zonder smet
Maar de zoon zette door. Een acte van eer
bied bracht uitkomst en nog in hetzelfde jaar
1805 werd het huwelijk gesloten. In alle
stilte Twee klerken en twee beambten fun
geerden als getuigen.
Want langzamerhand was de glorie van
Theresia gaan tanen. Keizer Napoleon had
een afkeer van haar en op zijn gezag wendden
zich velen van haar af. Tamelijk teruggetrok
ken leefden de graaf van .Caraman met zijn
vrouw in Parijs, weldra omringd door vier
Caramannetjes. De moeder was dol op deze
kinderen, haar eerste wettige. Van de zeven
vorige heeft ze zich nooit veel aangetrokken,
maar deze verwende en vertroetelde zij op
allerlei manieren.
In 1815 viel Napoleon. Op het slagveld
van Waterloo viel ook nog iemand anders:
Devin de Fontenay. Dat was een heele verade
ming. Weldra werd haar huwelijk met Cara
man kerkelijk ingezegend. Dat met Tallien
was slechts burgerlijk gesloten en telde dus
niet mee.
Al spoedig verhuisde de familie naar België;
toen naar Holland. Caraman was benoemd tot
Kamerheer aan het Hof van Koning Willem I
en zijn vrouw stelde zich veel voor van nieuwe
luister, nieuwe glans, nieuw succes. Helaas
op de lijst der genoodigden voor de eerste of-
ficieele soirée ten Hove was de naam van
Theresia doorgestreept. Door den koning zelf.
Dien slag is zij nooit te boven gekomen. Zeirs1
de attenties die de Prins van Oranje haar
bewees, de bezoeken die hij haar bracht, de
geschenken die hij haar vereeixle, konden dien
smaad niet uitwisschen Ze ging intrigueeren,
kwaadspreken, haar man lastig vallen. Alles
vergeefs. Nog hoopte zij dat na den dood van
Tallien in 1820 de Koning zijn houding zou
wijzigen, maar ook dat geschiedde niet. Nooit
heeft Willem I haar willen ontvangen.
Toen ging mevrouw de Caraman haar mé
moires schrijven. Of liever: ze huurde een
secretaris en dicteerde hem. Met de spelling
had ze altijd overhoop gelegen en zoo was 't
veel gemakkelijker. Maar ook met de waar
heid ïag ze overhoop. In haar gedenkschriften
is de heele geschiedenis der Fransche revo
lutie verdraaid. Alles speelt zich af om één
persoon, één vrouw. Wie dat was, valt licht te
raden. Gelukkig is het nooit tot een uitgave
gekomen.
Sinds jaren leed Theresia aan een lever
kwaal. In 1834 nam de ziekte een zoo ernstige
wending dat de familie bijeengeroepen werd.
Daar stonden de zoons en dochters van Fonte
nay, van Tallien, van Ouvrard, van Caraman
als een reeks herinneringen aan haar sponde.
In Januari 1935 stierf ze. Haar laatste
woorden waren: „Wat beteekent het plezier
toch weinig in de wereld
Zelfs op haar sterfbed kon deze vrouw nog
niet eerlijk zijn.
P. M. SCHRÖDER.
De fraude bij den B. V. L. te
Alkmaar.
Verdachte tot twee jaar veroordeeld.
De rechtbank te Alkmaar veroordeelde i
conform den eisch tot twee jaar gevangenis
straf P. J. O., secretaris van den Bijzonder
Vrij willigen Landstorm te Alkmaar wegens ver
duistering en valschheid in geschrifte.
De rechtbank achtte de omstandigheden
waaronder de feiten zijn gepleegd, zeer ernstig.
De rechtbank veroordeelde den procuratie
houder N. te Alkmaar die een bedrag van
f 60.000 had verduisterd tot een jaar gevange
nisstraf. De eisch was twee jaar.
Tevens werd veroordeeld de inbreker J. J. A.
G., uit Amsterdam, die enkele weken geleden
gearresteerd werd toen hij had ingebroken in
een villa te Heiloo. De eisch was IV2 jaar ge
vangenisstraf. Het vonnis luidde een jaar.
Thans ook beneden 1935.
HAARLEM -Dinsdag.
In de afgeloopen week daalde te Haarlem
het aantal werkloozen met 69.
Het aantal is nu 5278, of 749 beneden dat
van eind Mei 1936.
Wij zijn nu ook voor het eerst bene
den het aantal werkloozen van 1935.
Toen was dat 5366, zoodat wij er nu 88
onder zijn.
Het aftreden van burgemeester
Maarschalk.
Afscheidsbijeenkomst en -receptie.
HAARLEM - Dinsdag.
Zaterdag 12 Juni a.s. des namiddags 2VZ
uur zal in de Statenzaal een bijeenkomst ge
houden worden van de leden van den Ge
meenteraad, waarin de burgemeester in ver
band met zijn op handen zijnd aftreden af
scheid zal nemen van de raadsleden.
De bij eenkomst zal gevolgd worden door
een receptie, welke de burgemeester en me
vrouw Maarschalk zich voorstellen te houden
in de oude Raadszaal ten Stadhuize. Deze
receptie zal beginnen te ongeveer 3 uur en
eindigen te 5 uur en openstaan voor ieder,
die behoefte mocht gevoelen den burge
meester en zijn echtgenoote ten afscheid de
hand te drukken.
NOG EEN DER GEWONDEN VAN DE
„DEUTSCHLAND" OVERLEDEN.
GIBRALTAR. 1 Juni (Reuter)Nog een
der gewonden van de „Deutschland" is in het
ziekenhuis overleden. Het aantal dooden is
daardoor tot 25 gestegen.
KONOJE KABINETSFORMATEUR IN
JAPAN.
Uit Tokio: Konoje is belast met de kabi
netsformatie. Men is van meening, dat een
regeering onder zijn leiding het twee of drie
jaar zou kunnen uithouden. Konoje geniet
het vertrouwen van politieke, financieele en
militaire kringen.
VON RIBBENTROP BIJ EDEN.
De Duitsche ambassadeur te Londen, Joa
chim von Ribbentrop, heeft heden op het
Britsche departement van Buitenlandsche
Zaken een onderhoud gehad met jninister
Eden.
PERSONALIA.
HAARLEM Dinsdag.
Dr. A. R. Jonkhoff, wonende te Haarlem,
is met ingang van heden benoemd tot waar
nemend chef van den Militairen Geneeskun
digen Dienst in het garnizoen Haarlem.
De opzichter van fortificatiën der Genie
H. Honingh is overgeplaatst van Groningen
naar Haarlem en werkzaam gesteld ten
bureële van den Eerstaanwezend ingenieur
der Genie.
BURGERLIJKE STAND
HAARLEM. 1 Juni.
Bevallen 30 Mei: V. Mooi-Ent, d.; L. W.
JaspersenStahlschmidt, z.; 31 Mei: H. J. M.
WatzemaPolderman, z.; 1 Juni: C. M. Wis-
sinkWeustink, z.;
Overleden 30 Mei: A. WiedijkRits, Hof
dijkstraat; J. F. WenkeDehlinger, 76 j.,
Atjehstraat; 31 Mei: J. Duijn, 67 j„ Ged. Vol
dersgracht.
Radioverbinding Moskou—
Noordpool.
MOSKOU 1 Juni (Tass) Gisteren is een
rechtstreeksche radioverbinding tot stand ge
bracht tusschen het draadlooze station van
Moskou en dat in het Noordpoolkamp. Gis
teravond is een gesprek van langen duur tus
schen beide stations gevoerd.
WOENSDAG 2 JUNI 1937
MA1KT
EIKICKTEN
Valencia riclit scherpe verwijten
tot Duitschland.
VALENCIA, 1 Juni. (Havas/A. N. P.) Na
vergaderd te hebben heeft de regeering een
„nota, gericht tot het Spaansche volk en alle
volken ter wereld, tot het bekend maken van
den misdadigen aanslag, die het Duitsche
nationaal-socialisme tegen Spanje heeft ge
pleegd", gepubliceerd. De nota zegt o.a., dat de
Duitsche en Italiaansche regeeringen een se
rie waarbij vijandige daden tegen het Spaan
sche volk heeft bedreven en dat die vroeger
verbloemde en thans openlijke aanvallen hun
hoogtepunt hebben bereikt met het misdadige
bombardement van Almeria. Er wordt een her
innerd, dat de schepen, die toezicht uitoefe
nen, volgens de voorschriften buiten de terri
toriale wateren moeten blijven. „Bovendien
hadden de Duitsche schepen aan de kust der
Balearen geen arbeid te verrichten en niet
temin lag de „Deutschland" voor anker in de
haven Ibiza om, zooals herhaaldelijk kon wor
den waargenomen, in samenwerking met an
dere Duitsche eenheden de strijdkrachten der
opstandelingen te beschermen en den schepen
der opstandelingen, die eilanden en schepen
van het loyale Spanje aanvallen, door radio-
mededeelingen en seinen inlichtingen te ver
schaffen.
De nota verzekert verder, dat de vliegtuigen
der regeering met voorbedachten rade zijn
aangevallen en dat zij zich slechts tegen een
volkomen ongerechtvaardigden aanval verde
digd hebben. De Duitsche regeering, aldus de
publicatie, blijft voorwendsels zoeken om ons
grondgebied op schaamtelooze wijze te schen
den. „De beschaafde wereld zal een dergelijk
gewelddadig optreden niet toestaan. Alle lan
den, die vrede willen, alle menschen, die wil
len voorkomen, dat de wereld in de grootste
verwarring geraakt, moeten hun stem verhef
fen met die van het Spaansche volk" aldus be
sluit de nota.
Inwoners van Almeria gevlucht.
VALENCIA, 1 Juni (Reuter). Nadat het
bombardement was afgeloopen, vluchtten vele
verschrikte inwoners uit de stad, aldus ver
haalt een ooggetuige. Het was vannacht duis
ter in de stad, doordat de gas- en electrici-
teitsdiensten niet meer functioneerden. Ook
de waterleiding en de telefoondienst waren
gestoord. De balans van het aantal slacht
offers zal pas over eenige dagen kunnen wor
den opgemaakt. Het reddingswerk wordt
voortgezet en men verwacht nog vermisten
onder de puinhoopen te zullen vinden. Toen
het bombardement begon, lagen de meeste
inwoners nog te bed. De kathedraal en de kerk
van Sint Sebastian zijn verwoest.
Betoogingen te Salamanca.
SALAMANCA, 1 Juni. (Havas) Meer dan
10.000 menschen hebben gisteren voor het pa
leis van Franco betoogd tegen het bombarde
ment van de „Deutschland". De generaal be
tuigde het volk zijn dank. waarna de menigte
den Duitschen ambassadeur haar leedwezen
ging betuigen. De zender, die als „Radio-
Nacional" wordt aangekondigd, wijdde een
deel van de uitzending aan het bombardement
van het Duitsche schip, „welks opvarenden op
laffe wijze door de Marxisten vermoord wer
den". De omroep voegde hieraan nog toe:
„Deze daad, die een wanhoopsdaad is, heeft
in het geheele nationalistische Spanje groote
verontwaardiging gewekt". Even na midder
nacht kondigde de zender aan, dat de uit
zending zou worden onderbroken, omdat er
een groote optocht door 'de stad trok, die
kreten als „Leve Duitschland, leve Italië, leve
Spanje" uitte.
PURMERENDER MARKTBERICHT.
PURMEREND, 1 Juni 1937.
Gemeentel. Kaasbeurs. Verhandeld 19 par
tijen, wegende 60.000 K.G. handel matig.
Hoogste prijs 18.
Kleine Boerenkaas, 1119 per 100 K.G.
Goudsche kaas, 118 per 100 K.G. Volvette,
2—21 per 100 K.G.
Boter. Aanv. 1626 K.G., prijs 1.35—1.47 per
Kilo.
Runderen, totaal aanvoer 379 stuks.
Vette koeien, aanv. 140 stuks, 6268 ct. per
Kilo; Gelde koeien, aanv. 65 st., ƒ160225 per
stuk'; Melkkoeien, aanv. 57 stuks, 150275
per stuk; Stieren, aanv. 27 stuks, 50—60 ct. per
Kilo; Paarden, aanv. 41 stuks, 150300 per
stuk; Vette kalveren, aanv. 51 stuks, 30—60 ct.
per Kilo; Nuchtere kalveren voor de slacht,
aanv. 655 stuks, 513 per stuk; Nuchtere
kalveren voor de fok, 1015 per stuk; Vette
varkens voor de slacht, aanv. 228 stuks. 4446
ct. per Kilo; Magere Varkens, aanv. 42 stuks,
ƒ15—30 per stuk; Biggen, aanv. 470 stuks,
ƒ815 per stuk; Schapen, aanv. 429 stuks,
1530 per stuk; Bokken, aanv. 68 stuks,
414 per stuk; Lammeren, aanv. 1052 stuks,
1215 per stuk;
Kipeieren ƒ2.603.10 per 100 stuks; Eenden
eieren ƒ2.— per 100 stuks; Piepkuikens
ƒ0.771/*0.85 per Kilo. Oude Kippen en Hanen
4045 ct. per Kilo; Konijnen ƒ0.40—1.50 per
stuk; Eenden 30—55 ct. per stuk Duiven
40 ct. per paar;
493 Eendeneieren A ƒ2.03; 1128 Kippen
eieren A ƒ2.60—2.80.
COÖP. CENTRALE EIER VEI LING
PURMEREND G.A.
Afdeeling Eieren.
Eendeneieren, aanv. 140.000 stuks, ƒ2.05
2.30; Kippeneieren, 120.000 stuks, 65/66 K.G.
2.90—3.00; 63/64 K.G. 2.75—2.95! 60/62 K.G.
ƒ2.60—2.80; 56/57 K.G. 2.50—2.60.
MARKT BODEGRAVEN.
Aangevoerd 454 partijen Goudsche kaas,
waaronder alle met rijksmerk. Wegende
183.870 K.G.
Prijs met R.M., le soort f 22 tot f 24, 2e
soort f 19 tot f 20, zwaardere 26.
Handel matig.
VEEMARKT ROTTERDAM.
Totaal aanvoer 3020, Paarden 209, Veulens 1,
Magere runderen 545, Vette runderen 751, Vette
kalveren 144, Graskalveren 9, Nuchtere kal
veren 1088, Schapen en lammeren 102, Zuig-
lammeren 98, Varkens 2, Bokken en geiten 71.
Prijzen per K.G.: Vette koeien le kwal.
7555, 2e kwal. 5260. Vette ossen le 7266,
2e 5262.Stieren le 6863, 2e 58. Vette kalve
ren le 85, 2e 65, 3e 4550. Schapen le 52, 2e
46, 3e 36. Nuchtere kalveren le 45, 2e 41, 3e 37.
Slachtpaarden le 60, 2e 55, 3e 47.
Prijzen per stuk: Schapen le kwal. 35 2e
kwal. 28, 3e kwal. 23. Zuiglammeren le 17. 2e
13, 3e 9. Nuchtere slachtkalveren le 11, 2c 9,
3e 6. Nuchtere fokkalveren le 16, 2e 14. 3e 12.
Slachtpaarden le 285. 2e 220, 3e 140, Werk
paarden le 340 2e 290, 3. 185. Hitten le 160.
2e 130, 3e 80. Stieren le 340, 2e 290, 3e 200. Kalf-
koeien le 265, 2e 225, 3e 155. Melkkoeien le 275.
2e 235, 3e 175. Varekoeien le 175, 2e 165, 3e 130.
Vaarzen le 185. 2e 145, 3e 110. Pinken le 155,
2e 125 3e 100. Bokken en geiten le 13, 2e 9, 3e 6.
Omschrijving Dinsdagsche marktnoteering:
Vette koeien en ossen, aanvoer korter, handel
redelijk, prijzen als gisteren. Stieren, aanvoer
iets ruimer handel tamelijk, prijzen prijshou-
dend. Vette kalveren, aanvoer korter, handel
stroef, prijzen als gisteren. Schapen en lam
meren, aanvoer iets grooter, handel ruim. prij
zen dalend. Zuiglammeren, aanvoer als vorige
week. handel redelijk, prijzen als gisteren.
Nuchtere slacht- en fokkalveren. aanvoer kor
ter. handel vlot, prijzen teruggeloopen. Paar
den, aanvoer klein, handel tamelijk, prijzen
onveranderd. Kalf- en melkkoeien, handel kor
ter, handel kalm, prijzen stabiel. Varekoeien
aanvoer kleiner, handel flauw, prijzen als
vorige week. Vaarzen en pinken, aanvoer klein,
handel stil. prijzen onveranderd. Graskalveren,
wegens geringe aanvoer geen noteering. Bok
ken en geiten, aanvoer kort, handel matig,
prijzen lager.
Nine van der Schaaf.
De Liefde van een dwaas.
Querido-Salamander Serie.
..De uitgave van de Salamander-Se is
een uiterst belangrijke daad" zei, kort
voor zijn dood de uitgever Willy Brusse tot
Mr. Elias, die hem voor .„Het Boek 1937" in
terviewde. Querido is het gelukt in korten
tijd een stuk Nederlandsche litteratuur te
drukken en te herdrukken, die werkelijke
litteraire waarde had, maar door de zucht
van het publiek naar altijd het nieuwste, in
het vergeetboek geraakt was, of waaraan
zelfs de tijd niet gegund was geweest tot het
publiek door te dringen.
De Salamander Serie zet op een bepaald
afgebakend terrein, dat der belangrijke bel-
letrie, het werk voort dat ook door wijlen L.
Simons met zijn Wereldbiblotheek beoogd
werd. en nog wel andere uitgevers zullen in
d^e richting werkzaam willen zijn, als ze zien
„dat het gaat". Maar reeds nu is de staat
van dienst des Salamanders de waardeering
waard, omdat inderdaad een aantal boeken
die bij hun verschijning van beteekenis wa
ren nog eens in het licht gezet worden en
hun waarde bewijzen. Om een paar voor
beelden te noemen: Aug. P. van Groenin-
gen's Martha de Bruin was bij het verschij
nen indertijd een evenement voor de jonge
ren, Paap's Vincent Haman was een curio
siteitssucces, Van Genderen Stort's Hélène
Marveil is misschien nog steeds diens beste
werk. Van Moerkerken's Ondergang van een
dorp, zeker niet het minst aantrekkelijke in
het veelzijdig oeuvre van dien auteur; het
vroegere werk van Couperus en Coenen wordt
door den Salamander weer, en naar het
schijnt, met succes, in het zonnetje gezet en
daar zal de Nedèrlandsche lezer slechts wél
bii kunnen varen.
Wie als buitenstaander dergelijke uitge—
versondernemingen bekijkt, houdt altijd zijn
hart vast dat het peil van den aanvang, de
élan van den aftrap, niet te houden zal blij
ken. Het schijnt altijd een kunst om een
zaak die goed loopt te durven stop zetten,
alleen om het gepresteerde op pe.il te hou
den. Voorloopig is de Salamander daar nog
niet aan toe.
Zoo hebben wij ons dan deze week met
een salamandertje van Nine van der Schaaf
bezig gehouden. De liefde van een dwaas.
inderdaad het is een vreemde sinjeur, deze
Siebold Deelkens, maar we hebben al zoo
vaak van de dwaasheid eener liefde gele
zen. dat de liefde van een dwaas althans
weer eens iets anders bieden kan. Vindt Nine
van der Schaaf haar Siebold werkelijk een
dwaas, of is dat woord meer vergoelijkend,
zoo met een beetje verteederden glimlach
gebruikt. Ze heeft in ieder geval wel veel
sympathie voor hem. maar het blijft toch een
rare. Als kind een door de moeder verwend
ventje, met een schoolmeester als vader, die
een minderwaardigheidscomplex heeft, ten
opzichte van zijn vrouw, Siebold's moeder,
omdat die voor het huwelijk van anderen
stand geweest schijnt te zijn.
Vader-onderwijzer, sociaal-christelijk voe
lend en propageerend, houdt veel van zijn
jongen, al is het dan linksch en onbehol
pen, waardoor bij het kind de moederlijke
genegenheid altijd blijft overwegen en hem
eerst later de beteekenis van vader's leven
klaar wordt. Na vader's en moeder's dood
gaat Siebold, die een buitengewoon goeden
leer-kop heeft, zijn studies met steun van
vreemden voortzetten, hij heeft een studie
vriend Jelle bij wiens moeder, die een was-
scherij beheert, hij ook eenigen tijd gaat
inwonen. Hij wordt als slot van zijn arbeid
leeraar in wis- en natuurkunde na van al
lerlei beleefd te hebben wat door Nine van
der Schaaf, met die rustige onbewogenheid,
die haar eigen is, verteld wordt. Maar de
hoofdschotel blijft toch wat van dezen
„dwaas" het liefdeleven moet voorstellen
en dat eigenlijk hierin bestaat, dat het er
niet is.
Door aanleg en omstandigheden ls Siebold
een verfijnd, maar egocentrisch wezentje ge
worden, voor wien het „verliefd-worden"
in de verschillende fasen van zijn bestaan
steeds door overdenking, peinzerij en be
schouwing overschaduwd wordt. Hij bedoelt
het altijd goed en is een best mensch, maar
het ls in de gewone wereld altijd moeilijk
geweest voor zoo iemand een geschikt pen
dant te vinden, en wanneer we zien hoe het
met zijn neigingen steeds op idets uitloopt,
dan hebben wij met den „dwaas" wel een
beetje medelijden, maar toch ook weer niet
zóó, dat we er een traan om storten zullen.
Immers. Siebold zal altijd zich bij het geval
neerleggen en in zich zelf terugkruipen zon
der van zijn hartzeer eenig duurzaam kwaad
te ondervinden Zijn eerste genegenheid geldt
Else Frank, een buurmeisje uit het dorp, die
hij later als mede-studente in Amsterdam
ontmoet. Elsa voelt veel sympathie voor
Siebold, maar ze trouwt met een ander, en
Siebold blijft haar leven met groote sympa
thie, maar op behoorlijken afstand, volgen.
Zijn tweede groote genegenheid is Ali Hou-
werink, een ander buurmeisje uit het duin
dorp, dat hij later terug ziet en dat ook voor
hem een stille neiging in zich omdragt.
Maar als zijn vriend Jelle ook eens buiten
komt logeeren, betoont die een eenigszins
grootere activiteit en verlooft zich spoedig
met Ali. Ook daarover weet Siebold zich, na
eenige egocentrische overpeinzing, heen te
zetten, „als hij Jelle dan terugzag was hij ge
wapend, onaangedaan en daarom een loyaal
vriend". Een andere neiging van meer voor
bijgaanden aard cultiveert Siebold voor Anna,
een der waschmeisjes op de fabriek van Jel-
le's moeder, maar daarbij wordt zijn be
schouwende geest minder betrokken. Erger
staat het in zijn gevoel voor Jelle's moeder
zelf, voor vrouw Marg, zooals die in het boek
genoemd wordt en die voor Siebold een ge
negenheid gevoelt zooals zij die voor haar
eigen kinderen met zich omdraagt. Mis
schien ook nog wel iets meer en anders Sie-
pold ondergaat dat alles en reageert er op
door Jelle's moeder (weduwe intusschen ge
worden) ten huwelijk te vragen. Gelukkig is
een wetenschappelijke reis naar Midden-
Azië een prachtig motief voor Vrouw Marg
en Siebold om dat aanzoek nog eens rustig
onder de oogen te zienals Siebold van
die expeditie terugkomt zal vrouw Marg. nog
wel weer een jaartje ouder geworden zijn.
maarhij vroeg niet meer haar jawoord.
doch rekende zich verloofd met haar en
daar hij een dwaas was, meende hij wel te
kunnen komen tot die zonderlinge wijsheid
die het tellen der jaren verzuimt, ofschoon
hij wel wist, dat het merk daarvan zich vas
ter op vrouw Marg. zou drukken gedurende
die maandenlange sprookjes-verre reis. die
het lot, wreed en verrukkelijk, voor hem be
stemd had".
En dan heeft Nine van der Schaaf waar
schijnlijk genoeg van de experimenten met
dezen „rare" en sluit haar roman.
Het is werk van een goede schriftuur, kun
dig en knap, maar het is een beetje egaal
van kleur. Er is bij alle variatie van omstan
digheden, toch weinig wit en zwart in de
voorstelling. De schrijfster, evenals Siebold,
experimenteert voortdurend met gevoel, ge
voelens en gevoeligheden. Het is heel inte
ressant; alleen zoo nu en dan kan den lezer
de lust bekruipen uit te roepen: „toe. vent,
doe nu ereis wat!" Siebold is een fijn her
senspinsel van de schrijfster, maar soms
lijkt hij meer schim dan mensch. Maar toch
zit, in wat de schrijfster gaf, voortdurend Iets
dat bezig houdt en iaat men Siebold niet los,
vóór men alles wat van hem verteld wordt
heeft nagefantaseerd. Maar een „rare" is
het.
J. H. DE BOIS. i