UIT HET VERLEDEN De werkloosheid te Haarlem. Ü3 Litteraire Kantteekeningen. Madame Tallien 1773—1835. I Wie van romantiek in de historie houdt vindt in de levensgeschiedenis van Madame Tallien juist wat hij zoekt. Wat zou er uit haar lotswisselingen een prachtige film te ma ken zijn. Alleen zou het slot een weinig ver fraaid moeten worden en ik vrees ook dat de censuur hier en daar een duchtige coupure zou aanbrengen. De romantiek begint al bij papa. De heer Frangois Cabarrus was een bescheiden ban kiert je in Bayonne en twintig jaar oud. Hij werd verliefd en zeide tot het voorwerp van zijn vurige min: Laten wij vluchten. Laten wij naar Spanje gaan. Ik beloof je een gouden coeKömst. En zij gingen. Uit hun huwelijk werden drie kinderen ge boren, twee zonen en een dochter, Theresia. Onder de warme Spaansche zon groeiden ze voorspoedig op en toen ze elf jaar oud was, maakte de kleine Trees al den indruk van een volwassen meisje. Ze had prachtig krullend zwart haar, een zuiver Grieksch profieltje en een bijzonder mooi figuurtje. Kortom, een volmaakte schoonheid. Ze sprak Spaansch en Fransch en ving af en toe een woordje Latijn op van de lessen die haar broers kregen. Wat haar ontwikkeling betreft is daarmee alles gezegd. Thérésia Cabarrus. Papa maakte inderdaad carrièrehij bracht het zelfs tot minister van Financiën in Span je. Maar natuurlijk wenschte hij dat de op voeding zijner kinderen in Parijs zou worden voltooid. En toen Theresia dertien jaar was, aanvaardde mama met de drie kinderen en den huisleeraar den langen tocht in een groote reiskoets. In de Fransche hoofdstad vestigde het gezin zich, zooals het zijn §tand be taamde in een der deftigste wijken en weldra leerde Theresia de genoegens van het groote stadsleven kennen. Natuurlijk duurde het niet heel lang of de liefde dook op in haar be staan. Het begin was veelbelovend: twee broers van zeer deftige, adellijke familie don gen gelijktijdig naar haar gunsten. Het was moeilijk een keus te doen. Maar er kwam een booze vader, die de heele boel in de war stuurde. Theresia troostte zich met lessen in de danskunst, in schilderen, borduren en harpspelen. En al heel gauw hielp een ander haar de teleurstelling te vergeten. Die ander was de heer Devin, die een kasteeltje bezat in Fontenay en zich daarom Chevalier Devin de Fontenay noemde. Hij was niet fraai, met zijn rossige haar, zijn onderkin, zijn buikje en dikke beentjes. Maar zijn ronde, blozende wangen staken gezellig af tegen de matte tint van Theresia. Ook is het toch veel pret tiger om getrouwd te zijn, de Chevalier was een man van fortuin en Theresia was veertien jaarin 1788 werd het huwelijk geslo ten. Ruim een jaar later werd Madame Devin de Fontenay moeder. Maar de ouders beslo ten hun eerstgeborene uit te besteden bij een vertrouwde vrouw ergens in de provincie. Er bestond een zekere twijfelenfin. Het leven in Parijs ging zijn gang. There sia was het middelpunt van een groote schare. Ze kleedde zich met bijzonder raffinement, ontving gaarne en vele gasten, danste, flirtte, deed alsof ze verliefd was, maar was alleen verliefd op zichzelf. De groote revolutie die in 1789 uitbrak werd door Theresia min of meer als een modegril beschouwd. Het was eigen lijk allergrappigst dat opeens alle menschen elkaar met „burger" en „burgeres" aanspra ken en jij en jou tegen elkaar zeiden. There sia liep enthousiast met de drie kleurige co- carde en speelde omwentelingetje tot ze merk te dat ze zich vergist had. In 1792 wordt het ernst. Men neemt den Koning gevangen; tal rijke arrestaties volgen. In dezen tijd hoort Theresia voor het eerst den naam Tallien noe men; hij is een van die bloeddorstigen, als Ro bespierre en Marat en vele anderenWat 1 kan men anders doen om aan hun greep te 1 ontkomen dan vluchten? Weliswaar is het scheidingsproces tusschen de echtelieden in vollen gang, maar dat verhindert hen niet tezamen naar Bordeaux te trekken, waar schijnlijk met de bedoeling zoodra de gelegen heid zich aanbiedt, naar Spanje door te rei zen. In Bordeaux wordt de scheiding officieel uitgesproken, Theresia maakt al heel gauw nieuwe kennissen, twee jongheden duelleeren om haar, kortom zij zet het Parijsche leven voort of er geen revolutie in Frankrijk is. Maar in September 1793 bereikt de omwen teling Bordeaux. Afgevaardigden der Natio nale Conventie trekken het land door om overal de contra-revolutionnaire bewegingen te onderdrukken. Onder hen bevindt zich Tallien, Zoon van een huisbewaarder, klerk bij een advocaat, daarna drukker en pam- flettenschrijver, middelmatig van aanleg, laf van natuur, vulgair van uiterlijk, onbeschaafd in zijn optreden, was hij door de revolutie om- hooggekloanmen. Hij werd gemeenteraadslid te Parijs, daarna lid der Conventie én trok er nu op uit om de royalisten te bestrijden, de wa pens te confisqueeren, de bevolking schrik aan te jagen en de revolutie te doen zegevieren. Meer echter dan de revolutie zegevierde The resia. Gisteren nog als verdachte gearres teerd, heerscht zij heden als Koningin aan de zijde van den nieuwen, den almachtigen vriend. Wie in Bordeaux iets wilde bereiken, moest zich tot haar wenden. Zij zetelde in een vorstelijk vertrek; voor haar venster echter verhief zich dreigend de guillotine en dat uit zicht was onbetaalbaar. Het maakte iederen bezoeker bereid diep in den zak te tasten. Theresia verschafte valsche passen, schonk gratie aan veroordeelden, deelden vrijgeleiden uit. Terwille van den goeden smaak vroeg ze nooit geld voor zichzelf: ziekenhuizen en in stellingen van weldadigheid werden bevoor deeld tenminste, dat zei Theresia. Eenige maanden ging dat prachtig; toen beval Robespierre Tallien, naar de hoofdstad terug te keeren. Weliswaar ondenam de „On omkoopbare" nog niets tegen den medewerker die op zoo zonderlinge wijze de revolutie ge diend had, maar toen Theresia kort nadien in Parijs verscheen, werd ze al heel gauw ge arresteerd. In haar cel at ze zwart brood en dronk regenwater; elke dag kon haar laatste zijn. Intusschen regeerde Robespierre als een dierentemmer Parijs en Frankrijk. Voor zijn blik week iedereen schuw terug, maar achter zijn rug maakten enkelen zich gereed hem te bespringen. Het is Fouché geweest die zelf listig achter de schermen blijvend den val van den dictator heeft voorbereid en het was Tallien die door hem werd aangewezen om den slag toe te brengen. Niet om zijn moed, zijn geestkracht of zijn eerlijkheid, maar om zijn gebrek aan inzicht, zijn domheid en zijn lafheid. Den 9en Thermidor viel Robespierre. De staatsgreep was gelukt en Tallien ging met de eer strijken. De volgende dagen hield de held zich bezig met de compromitteerende papie ren van den „tyran" te verbranden en een groep van zijn volgelingen te guillotineeren. Toen dacht hij aan Theresia. Hij had haar waarlijk in alle drukte vergeten. In een open rijtuig reed hij naar de gevangenis. Een on stuimige menigte omstuwde zijn koets. Heer lijke romantiek! Ziehier de held, die door lief de gedreven een staatsgreep op touw zet en zijn liefde aan den dood ontrukt! Samen re den zij huiswaarts, buigend, glimlachend, kushandjes werpend. Vijf maanden later huwde Tallien zijn maitresse. Dan begint de glorietijd van Madame Tallien, Nótre Dame de Thermidor, zooals men haar noemde. Parijs leefde in een roes van verma ken, uitspattingen, braspartijen. Madame Tal lien gaf er den toon aan. Zij beheerschte de mode, zij was de Koningin der feesten, de schoonste van allen. Haar man was Directeur geworden en spekte op duizend manieren zijn zakken. En dat was noodig ook, want zijn Trees smeet met geld. Na korten tijd moest Tallien de gunsten zijner vrouw deelen met zijn mede-directeur Barras. Toen het Bar ras al te dol werd, deed hij haar over aan een bankier Ouvrard. die met leveranties aan het leger schatten verdiende. En omdat de toe stand nu toch- wel wat erg dwaas werd, wist Theresia te bewerken dat Tallien meeging naar Egypte, waar een jong generaal, Bo naparte, nieuwe lauweren ging oogsten. Na het vertrek van haar man kreeg zij achtereenvolgens drie kinderen, die tegen een behoorlijke vergoeding op naam van haar wettigen gemaal kwamen te staan. Maar in 1801 dook Tallien weer op. Na de mislukte expeditie in Egypte was hij op de Middellandsche zee door de Engelschen ge vangen genomen, had in Londen een poos ge teerd op zijn roem van „den held van Thermi dor" maar was alras tot armoede vervallen. Wat is begrijpelijker dan dat hij zijn rijke vrouw weer eens ging bezoeken? En opnieuw slaagde hij in zijn opzet. Voor een groote som gelds stemde hij toe in een scheiding. In 1802 was Theresia opnieuw vrij. En toen Ouvrard haar kort nadien in den steek liet, moest zij zorgen opnieuw iemand te vinden, die betoo- verd door haar schoonheid, bereid zou zijn aan al haar verlangens te voldoen. In 1805 leerde zij ten huize van Madame de Staël, de beroemde schrijfster, een jong edelman kennen, Francois Joseph Riquet de Caraman. Drie maanden maakte hij haar als een correct gentleman het hof, toen vroeg hij haar ten huwelijk. Welk een schok voor de familie! Zijn vader, gepensionneerd lui tenant-generaal in het Fransche leger, her innerde zich nog maar al te goed, hoe zijn vrouw in de dagen van den Ferrent door Tal lien en de zijnen was gevangen genomen. Bovendien was volgens de Kerkleer het huwe lijk met Devin de Fontenay, dat Theresia zich nauwelijks herinnerde, niet ontbonden. De levenswandel van Madame Tallien was niet geheel zonder smet Maar de zoon zette door. Een acte van eer bied bracht uitkomst en nog in hetzelfde jaar 1805 werd het huwelijk gesloten. In alle stilte Twee klerken en twee beambten fun geerden als getuigen. Want langzamerhand was de glorie van Theresia gaan tanen. Keizer Napoleon had een afkeer van haar en op zijn gezag wendden zich velen van haar af. Tamelijk teruggetrok ken leefden de graaf van .Caraman met zijn vrouw in Parijs, weldra omringd door vier Caramannetjes. De moeder was dol op deze kinderen, haar eerste wettige. Van de zeven vorige heeft ze zich nooit veel aangetrokken, maar deze verwende en vertroetelde zij op allerlei manieren. In 1815 viel Napoleon. Op het slagveld van Waterloo viel ook nog iemand anders: Devin de Fontenay. Dat was een heele verade ming. Weldra werd haar huwelijk met Cara man kerkelijk ingezegend. Dat met Tallien was slechts burgerlijk gesloten en telde dus niet mee. Al spoedig verhuisde de familie naar België; toen naar Holland. Caraman was benoemd tot Kamerheer aan het Hof van Koning Willem I en zijn vrouw stelde zich veel voor van nieuwe luister, nieuwe glans, nieuw succes. Helaas op de lijst der genoodigden voor de eerste of- ficieele soirée ten Hove was de naam van Theresia doorgestreept. Door den koning zelf. Dien slag is zij nooit te boven gekomen. Zeirs1 de attenties die de Prins van Oranje haar bewees, de bezoeken die hij haar bracht, de geschenken die hij haar vereeixle, konden dien smaad niet uitwisschen Ze ging intrigueeren, kwaadspreken, haar man lastig vallen. Alles vergeefs. Nog hoopte zij dat na den dood van Tallien in 1820 de Koning zijn houding zou wijzigen, maar ook dat geschiedde niet. Nooit heeft Willem I haar willen ontvangen. Toen ging mevrouw de Caraman haar mé moires schrijven. Of liever: ze huurde een secretaris en dicteerde hem. Met de spelling had ze altijd overhoop gelegen en zoo was 't veel gemakkelijker. Maar ook met de waar heid ïag ze overhoop. In haar gedenkschriften is de heele geschiedenis der Fransche revo lutie verdraaid. Alles speelt zich af om één persoon, één vrouw. Wie dat was, valt licht te raden. Gelukkig is het nooit tot een uitgave gekomen. Sinds jaren leed Theresia aan een lever kwaal. In 1834 nam de ziekte een zoo ernstige wending dat de familie bijeengeroepen werd. Daar stonden de zoons en dochters van Fonte nay, van Tallien, van Ouvrard, van Caraman als een reeks herinneringen aan haar sponde. In Januari 1935 stierf ze. Haar laatste woorden waren: „Wat beteekent het plezier toch weinig in de wereld Zelfs op haar sterfbed kon deze vrouw nog niet eerlijk zijn. P. M. SCHRÖDER. De fraude bij den B. V. L. te Alkmaar. Verdachte tot twee jaar veroordeeld. De rechtbank te Alkmaar veroordeelde i conform den eisch tot twee jaar gevangenis straf P. J. O., secretaris van den Bijzonder Vrij willigen Landstorm te Alkmaar wegens ver duistering en valschheid in geschrifte. De rechtbank achtte de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd, zeer ernstig. De rechtbank veroordeelde den procuratie houder N. te Alkmaar die een bedrag van f 60.000 had verduisterd tot een jaar gevange nisstraf. De eisch was twee jaar. Tevens werd veroordeeld de inbreker J. J. A. G., uit Amsterdam, die enkele weken geleden gearresteerd werd toen hij had ingebroken in een villa te Heiloo. De eisch was IV2 jaar ge vangenisstraf. Het vonnis luidde een jaar. Thans ook beneden 1935. HAARLEM -Dinsdag. In de afgeloopen week daalde te Haarlem het aantal werkloozen met 69. Het aantal is nu 5278, of 749 beneden dat van eind Mei 1936. Wij zijn nu ook voor het eerst bene den het aantal werkloozen van 1935. Toen was dat 5366, zoodat wij er nu 88 onder zijn. Het aftreden van burgemeester Maarschalk. Afscheidsbijeenkomst en -receptie. HAARLEM - Dinsdag. Zaterdag 12 Juni a.s. des namiddags 2VZ uur zal in de Statenzaal een bijeenkomst ge houden worden van de leden van den Ge meenteraad, waarin de burgemeester in ver band met zijn op handen zijnd aftreden af scheid zal nemen van de raadsleden. De bij eenkomst zal gevolgd worden door een receptie, welke de burgemeester en me vrouw Maarschalk zich voorstellen te houden in de oude Raadszaal ten Stadhuize. Deze receptie zal beginnen te ongeveer 3 uur en eindigen te 5 uur en openstaan voor ieder, die behoefte mocht gevoelen den burge meester en zijn echtgenoote ten afscheid de hand te drukken. NOG EEN DER GEWONDEN VAN DE „DEUTSCHLAND" OVERLEDEN. GIBRALTAR. 1 Juni (Reuter)Nog een der gewonden van de „Deutschland" is in het ziekenhuis overleden. Het aantal dooden is daardoor tot 25 gestegen. KONOJE KABINETSFORMATEUR IN JAPAN. Uit Tokio: Konoje is belast met de kabi netsformatie. Men is van meening, dat een regeering onder zijn leiding het twee of drie jaar zou kunnen uithouden. Konoje geniet het vertrouwen van politieke, financieele en militaire kringen. VON RIBBENTROP BIJ EDEN. De Duitsche ambassadeur te Londen, Joa chim von Ribbentrop, heeft heden op het Britsche departement van Buitenlandsche Zaken een onderhoud gehad met jninister Eden. PERSONALIA. HAARLEM Dinsdag. Dr. A. R. Jonkhoff, wonende te Haarlem, is met ingang van heden benoemd tot waar nemend chef van den Militairen Geneeskun digen Dienst in het garnizoen Haarlem. De opzichter van fortificatiën der Genie H. Honingh is overgeplaatst van Groningen naar Haarlem en werkzaam gesteld ten bureële van den Eerstaanwezend ingenieur der Genie. BURGERLIJKE STAND HAARLEM. 1 Juni. Bevallen 30 Mei: V. Mooi-Ent, d.; L. W. JaspersenStahlschmidt, z.; 31 Mei: H. J. M. WatzemaPolderman, z.; 1 Juni: C. M. Wis- sinkWeustink, z.; Overleden 30 Mei: A. WiedijkRits, Hof dijkstraat; J. F. WenkeDehlinger, 76 j., Atjehstraat; 31 Mei: J. Duijn, 67 j„ Ged. Vol dersgracht. Radioverbinding Moskou— Noordpool. MOSKOU 1 Juni (Tass) Gisteren is een rechtstreeksche radioverbinding tot stand ge bracht tusschen het draadlooze station van Moskou en dat in het Noordpoolkamp. Gis teravond is een gesprek van langen duur tus schen beide stations gevoerd. WOENSDAG 2 JUNI 1937 MA1KT EIKICKTEN Valencia riclit scherpe verwijten tot Duitschland. VALENCIA, 1 Juni. (Havas/A. N. P.) Na vergaderd te hebben heeft de regeering een „nota, gericht tot het Spaansche volk en alle volken ter wereld, tot het bekend maken van den misdadigen aanslag, die het Duitsche nationaal-socialisme tegen Spanje heeft ge pleegd", gepubliceerd. De nota zegt o.a., dat de Duitsche en Italiaansche regeeringen een se rie waarbij vijandige daden tegen het Spaan sche volk heeft bedreven en dat die vroeger verbloemde en thans openlijke aanvallen hun hoogtepunt hebben bereikt met het misdadige bombardement van Almeria. Er wordt een her innerd, dat de schepen, die toezicht uitoefe nen, volgens de voorschriften buiten de terri toriale wateren moeten blijven. „Bovendien hadden de Duitsche schepen aan de kust der Balearen geen arbeid te verrichten en niet temin lag de „Deutschland" voor anker in de haven Ibiza om, zooals herhaaldelijk kon wor den waargenomen, in samenwerking met an dere Duitsche eenheden de strijdkrachten der opstandelingen te beschermen en den schepen der opstandelingen, die eilanden en schepen van het loyale Spanje aanvallen, door radio- mededeelingen en seinen inlichtingen te ver schaffen. De nota verzekert verder, dat de vliegtuigen der regeering met voorbedachten rade zijn aangevallen en dat zij zich slechts tegen een volkomen ongerechtvaardigden aanval verde digd hebben. De Duitsche regeering, aldus de publicatie, blijft voorwendsels zoeken om ons grondgebied op schaamtelooze wijze te schen den. „De beschaafde wereld zal een dergelijk gewelddadig optreden niet toestaan. Alle lan den, die vrede willen, alle menschen, die wil len voorkomen, dat de wereld in de grootste verwarring geraakt, moeten hun stem verhef fen met die van het Spaansche volk" aldus be sluit de nota. Inwoners van Almeria gevlucht. VALENCIA, 1 Juni (Reuter). Nadat het bombardement was afgeloopen, vluchtten vele verschrikte inwoners uit de stad, aldus ver haalt een ooggetuige. Het was vannacht duis ter in de stad, doordat de gas- en electrici- teitsdiensten niet meer functioneerden. Ook de waterleiding en de telefoondienst waren gestoord. De balans van het aantal slacht offers zal pas over eenige dagen kunnen wor den opgemaakt. Het reddingswerk wordt voortgezet en men verwacht nog vermisten onder de puinhoopen te zullen vinden. Toen het bombardement begon, lagen de meeste inwoners nog te bed. De kathedraal en de kerk van Sint Sebastian zijn verwoest. Betoogingen te Salamanca. SALAMANCA, 1 Juni. (Havas) Meer dan 10.000 menschen hebben gisteren voor het pa leis van Franco betoogd tegen het bombarde ment van de „Deutschland". De generaal be tuigde het volk zijn dank. waarna de menigte den Duitschen ambassadeur haar leedwezen ging betuigen. De zender, die als „Radio- Nacional" wordt aangekondigd, wijdde een deel van de uitzending aan het bombardement van het Duitsche schip, „welks opvarenden op laffe wijze door de Marxisten vermoord wer den". De omroep voegde hieraan nog toe: „Deze daad, die een wanhoopsdaad is, heeft in het geheele nationalistische Spanje groote verontwaardiging gewekt". Even na midder nacht kondigde de zender aan, dat de uit zending zou worden onderbroken, omdat er een groote optocht door 'de stad trok, die kreten als „Leve Duitschland, leve Italië, leve Spanje" uitte. PURMERENDER MARKTBERICHT. PURMEREND, 1 Juni 1937. Gemeentel. Kaasbeurs. Verhandeld 19 par tijen, wegende 60.000 K.G. handel matig. Hoogste prijs 18. Kleine Boerenkaas, 1119 per 100 K.G. Goudsche kaas, 118 per 100 K.G. Volvette, 2—21 per 100 K.G. Boter. Aanv. 1626 K.G., prijs 1.35—1.47 per Kilo. Runderen, totaal aanvoer 379 stuks. Vette koeien, aanv. 140 stuks, 6268 ct. per Kilo; Gelde koeien, aanv. 65 st., ƒ160225 per stuk'; Melkkoeien, aanv. 57 stuks, 150275 per stuk; Stieren, aanv. 27 stuks, 50—60 ct. per Kilo; Paarden, aanv. 41 stuks, 150300 per stuk; Vette kalveren, aanv. 51 stuks, 30—60 ct. per Kilo; Nuchtere kalveren voor de slacht, aanv. 655 stuks, 513 per stuk; Nuchtere kalveren voor de fok, 1015 per stuk; Vette varkens voor de slacht, aanv. 228 stuks. 4446 ct. per Kilo; Magere Varkens, aanv. 42 stuks, ƒ15—30 per stuk; Biggen, aanv. 470 stuks, ƒ815 per stuk; Schapen, aanv. 429 stuks, 1530 per stuk; Bokken, aanv. 68 stuks, 414 per stuk; Lammeren, aanv. 1052 stuks, 1215 per stuk; Kipeieren ƒ2.603.10 per 100 stuks; Eenden eieren ƒ2.— per 100 stuks; Piepkuikens ƒ0.771/*0.85 per Kilo. Oude Kippen en Hanen 4045 ct. per Kilo; Konijnen ƒ0.40—1.50 per stuk; Eenden 30—55 ct. per stuk Duiven 40 ct. per paar; 493 Eendeneieren A ƒ2.03; 1128 Kippen eieren A ƒ2.60—2.80. COÖP. CENTRALE EIER VEI LING PURMEREND G.A. Afdeeling Eieren. Eendeneieren, aanv. 140.000 stuks, ƒ2.05 2.30; Kippeneieren, 120.000 stuks, 65/66 K.G. 2.90—3.00; 63/64 K.G. 2.75—2.95! 60/62 K.G. ƒ2.60—2.80; 56/57 K.G. 2.50—2.60. MARKT BODEGRAVEN. Aangevoerd 454 partijen Goudsche kaas, waaronder alle met rijksmerk. Wegende 183.870 K.G. Prijs met R.M., le soort f 22 tot f 24, 2e soort f 19 tot f 20, zwaardere 26. Handel matig. VEEMARKT ROTTERDAM. Totaal aanvoer 3020, Paarden 209, Veulens 1, Magere runderen 545, Vette runderen 751, Vette kalveren 144, Graskalveren 9, Nuchtere kal veren 1088, Schapen en lammeren 102, Zuig- lammeren 98, Varkens 2, Bokken en geiten 71. Prijzen per K.G.: Vette koeien le kwal. 7555, 2e kwal. 5260. Vette ossen le 7266, 2e 5262.Stieren le 6863, 2e 58. Vette kalve ren le 85, 2e 65, 3e 4550. Schapen le 52, 2e 46, 3e 36. Nuchtere kalveren le 45, 2e 41, 3e 37. Slachtpaarden le 60, 2e 55, 3e 47. Prijzen per stuk: Schapen le kwal. 35 2e kwal. 28, 3e kwal. 23. Zuiglammeren le 17. 2e 13, 3e 9. Nuchtere slachtkalveren le 11, 2c 9, 3e 6. Nuchtere fokkalveren le 16, 2e 14. 3e 12. Slachtpaarden le 285. 2e 220, 3e 140, Werk paarden le 340 2e 290, 3. 185. Hitten le 160. 2e 130, 3e 80. Stieren le 340, 2e 290, 3e 200. Kalf- koeien le 265, 2e 225, 3e 155. Melkkoeien le 275. 2e 235, 3e 175. Varekoeien le 175, 2e 165, 3e 130. Vaarzen le 185. 2e 145, 3e 110. Pinken le 155, 2e 125 3e 100. Bokken en geiten le 13, 2e 9, 3e 6. Omschrijving Dinsdagsche marktnoteering: Vette koeien en ossen, aanvoer korter, handel redelijk, prijzen als gisteren. Stieren, aanvoer iets ruimer handel tamelijk, prijzen prijshou- dend. Vette kalveren, aanvoer korter, handel stroef, prijzen als gisteren. Schapen en lam meren, aanvoer iets grooter, handel ruim. prij zen dalend. Zuiglammeren, aanvoer als vorige week. handel redelijk, prijzen als gisteren. Nuchtere slacht- en fokkalveren. aanvoer kor ter. handel vlot, prijzen teruggeloopen. Paar den, aanvoer klein, handel tamelijk, prijzen onveranderd. Kalf- en melkkoeien, handel kor ter, handel kalm, prijzen stabiel. Varekoeien aanvoer kleiner, handel flauw, prijzen als vorige week. Vaarzen en pinken, aanvoer klein, handel stil. prijzen onveranderd. Graskalveren, wegens geringe aanvoer geen noteering. Bok ken en geiten, aanvoer kort, handel matig, prijzen lager. Nine van der Schaaf. De Liefde van een dwaas. Querido-Salamander Serie. ..De uitgave van de Salamander-Se is een uiterst belangrijke daad" zei, kort voor zijn dood de uitgever Willy Brusse tot Mr. Elias, die hem voor .„Het Boek 1937" in terviewde. Querido is het gelukt in korten tijd een stuk Nederlandsche litteratuur te drukken en te herdrukken, die werkelijke litteraire waarde had, maar door de zucht van het publiek naar altijd het nieuwste, in het vergeetboek geraakt was, of waaraan zelfs de tijd niet gegund was geweest tot het publiek door te dringen. De Salamander Serie zet op een bepaald afgebakend terrein, dat der belangrijke bel- letrie, het werk voort dat ook door wijlen L. Simons met zijn Wereldbiblotheek beoogd werd. en nog wel andere uitgevers zullen in d^e richting werkzaam willen zijn, als ze zien „dat het gaat". Maar reeds nu is de staat van dienst des Salamanders de waardeering waard, omdat inderdaad een aantal boeken die bij hun verschijning van beteekenis wa ren nog eens in het licht gezet worden en hun waarde bewijzen. Om een paar voor beelden te noemen: Aug. P. van Groenin- gen's Martha de Bruin was bij het verschij nen indertijd een evenement voor de jonge ren, Paap's Vincent Haman was een curio siteitssucces, Van Genderen Stort's Hélène Marveil is misschien nog steeds diens beste werk. Van Moerkerken's Ondergang van een dorp, zeker niet het minst aantrekkelijke in het veelzijdig oeuvre van dien auteur; het vroegere werk van Couperus en Coenen wordt door den Salamander weer, en naar het schijnt, met succes, in het zonnetje gezet en daar zal de Nedèrlandsche lezer slechts wél bii kunnen varen. Wie als buitenstaander dergelijke uitge— versondernemingen bekijkt, houdt altijd zijn hart vast dat het peil van den aanvang, de élan van den aftrap, niet te houden zal blij ken. Het schijnt altijd een kunst om een zaak die goed loopt te durven stop zetten, alleen om het gepresteerde op pe.il te hou den. Voorloopig is de Salamander daar nog niet aan toe. Zoo hebben wij ons dan deze week met een salamandertje van Nine van der Schaaf bezig gehouden. De liefde van een dwaas. inderdaad het is een vreemde sinjeur, deze Siebold Deelkens, maar we hebben al zoo vaak van de dwaasheid eener liefde gele zen. dat de liefde van een dwaas althans weer eens iets anders bieden kan. Vindt Nine van der Schaaf haar Siebold werkelijk een dwaas, of is dat woord meer vergoelijkend, zoo met een beetje verteederden glimlach gebruikt. Ze heeft in ieder geval wel veel sympathie voor hem. maar het blijft toch een rare. Als kind een door de moeder verwend ventje, met een schoolmeester als vader, die een minderwaardigheidscomplex heeft, ten opzichte van zijn vrouw, Siebold's moeder, omdat die voor het huwelijk van anderen stand geweest schijnt te zijn. Vader-onderwijzer, sociaal-christelijk voe lend en propageerend, houdt veel van zijn jongen, al is het dan linksch en onbehol pen, waardoor bij het kind de moederlijke genegenheid altijd blijft overwegen en hem eerst later de beteekenis van vader's leven klaar wordt. Na vader's en moeder's dood gaat Siebold, die een buitengewoon goeden leer-kop heeft, zijn studies met steun van vreemden voortzetten, hij heeft een studie vriend Jelle bij wiens moeder, die een was- scherij beheert, hij ook eenigen tijd gaat inwonen. Hij wordt als slot van zijn arbeid leeraar in wis- en natuurkunde na van al lerlei beleefd te hebben wat door Nine van der Schaaf, met die rustige onbewogenheid, die haar eigen is, verteld wordt. Maar de hoofdschotel blijft toch wat van dezen „dwaas" het liefdeleven moet voorstellen en dat eigenlijk hierin bestaat, dat het er niet is. Door aanleg en omstandigheden ls Siebold een verfijnd, maar egocentrisch wezentje ge worden, voor wien het „verliefd-worden" in de verschillende fasen van zijn bestaan steeds door overdenking, peinzerij en be schouwing overschaduwd wordt. Hij bedoelt het altijd goed en is een best mensch, maar het ls in de gewone wereld altijd moeilijk geweest voor zoo iemand een geschikt pen dant te vinden, en wanneer we zien hoe het met zijn neigingen steeds op idets uitloopt, dan hebben wij met den „dwaas" wel een beetje medelijden, maar toch ook weer niet zóó, dat we er een traan om storten zullen. Immers. Siebold zal altijd zich bij het geval neerleggen en in zich zelf terugkruipen zon der van zijn hartzeer eenig duurzaam kwaad te ondervinden Zijn eerste genegenheid geldt Else Frank, een buurmeisje uit het dorp, die hij later als mede-studente in Amsterdam ontmoet. Elsa voelt veel sympathie voor Siebold, maar ze trouwt met een ander, en Siebold blijft haar leven met groote sympa thie, maar op behoorlijken afstand, volgen. Zijn tweede groote genegenheid is Ali Hou- werink, een ander buurmeisje uit het duin dorp, dat hij later terug ziet en dat ook voor hem een stille neiging in zich omdragt. Maar als zijn vriend Jelle ook eens buiten komt logeeren, betoont die een eenigszins grootere activiteit en verlooft zich spoedig met Ali. Ook daarover weet Siebold zich, na eenige egocentrische overpeinzing, heen te zetten, „als hij Jelle dan terugzag was hij ge wapend, onaangedaan en daarom een loyaal vriend". Een andere neiging van meer voor bijgaanden aard cultiveert Siebold voor Anna, een der waschmeisjes op de fabriek van Jel- le's moeder, maar daarbij wordt zijn be schouwende geest minder betrokken. Erger staat het in zijn gevoel voor Jelle's moeder zelf, voor vrouw Marg, zooals die in het boek genoemd wordt en die voor Siebold een ge negenheid gevoelt zooals zij die voor haar eigen kinderen met zich omdraagt. Mis schien ook nog wel iets meer en anders Sie- pold ondergaat dat alles en reageert er op door Jelle's moeder (weduwe intusschen ge worden) ten huwelijk te vragen. Gelukkig is een wetenschappelijke reis naar Midden- Azië een prachtig motief voor Vrouw Marg en Siebold om dat aanzoek nog eens rustig onder de oogen te zienals Siebold van die expeditie terugkomt zal vrouw Marg. nog wel weer een jaartje ouder geworden zijn. maarhij vroeg niet meer haar jawoord. doch rekende zich verloofd met haar en daar hij een dwaas was, meende hij wel te kunnen komen tot die zonderlinge wijsheid die het tellen der jaren verzuimt, ofschoon hij wel wist, dat het merk daarvan zich vas ter op vrouw Marg. zou drukken gedurende die maandenlange sprookjes-verre reis. die het lot, wreed en verrukkelijk, voor hem be stemd had". En dan heeft Nine van der Schaaf waar schijnlijk genoeg van de experimenten met dezen „rare" en sluit haar roman. Het is werk van een goede schriftuur, kun dig en knap, maar het is een beetje egaal van kleur. Er is bij alle variatie van omstan digheden, toch weinig wit en zwart in de voorstelling. De schrijfster, evenals Siebold, experimenteert voortdurend met gevoel, ge voelens en gevoeligheden. Het is heel inte ressant; alleen zoo nu en dan kan den lezer de lust bekruipen uit te roepen: „toe. vent, doe nu ereis wat!" Siebold is een fijn her senspinsel van de schrijfster, maar soms lijkt hij meer schim dan mensch. Maar toch zit, in wat de schrijfster gaf, voortdurend Iets dat bezig houdt en iaat men Siebold niet los, vóór men alles wat van hem verteld wordt heeft nagefantaseerd. Maar een „rare" is het. J. H. DE BOIS. i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 7