De betooverde Villa. FEUILLETON Naar het Engeisch bewerkt door J. R. VAN RIJN. (Nadruk verboden) 6) Hij vond hen in de rookkamer. Edward Berkeley keek op van een verhandeling van wormen en begroette hem met een „Hallo Julian!" Lady Susan zat op den grond voor den haard met een massa catalogussen om zich heen en een lijst in de hand. Zij knikte alleen en zei: „Je komt, alsof je geroepen bent. Help me eens gauw die verschrikkelijke lijst ontcijferen. Je hoeft niet op den vloer te gaan zitten, als je 't niet prettig vindt". „Zeg Edward", lachte Julian, „ik geloof, dat je niet van je plaats geweest bent, sinds ik je 't laatst zag, drie jaar geleden, is 't niet Susan? Houd u eens op, met die eeuwige rozen!" Susan Berkeley schoof twee catalogussen opzij. Hij ging naast haar op den grond zit ten. ,,'t Zijn de nieuwe soorten", legde ze uit. ,,'t Wordt beslist een ondeugd", plaagde Julian. „Ik besteed ook geen geld aan kleeren" „Da's nog erger, SusanJe moet wè! geld aan kleeren besteden. Een vrouw, die niet om kleeren geeft, is een monstruositeit". Lady Susan streek langs haar versleten japon. „Die nadert haar eerste lustrum! Zie je. als ik geld voor rozen uitgeef, hebben we er schoonheid voor, maanden en maanden, waar je den hemel voor moet. danken terwij! je tuinman er bij staat Maar niemand zal den hemel danken, omdat ik een nieuwe japon draag". „Maar beste Susan, ik ben altijd dankbaar als ik je zie!" Susan Berkeley bloosde. Toen ze de lijst bekeken had, greep Julian de catalogussen en stopte ze in een la. „Van de zaken naar de vermaken", zei hij. ,.Nu is de conversatie het parool. Ik snak er natuurlijk naar om te hooren, wie er allemaal geboren, getrouwd of bankroet zijn. „Om te beginnen hij maakte het zich gemakkelijk met een kussen. George heeft den een of anderen, ouwen stakker overgehaald, om inde villa te gaan wonen, hè? „Susan is van plan haar een bezoek te gaan brengen", deelde Edward Berkeley mee. „Hij bedoelt", verbeterde Lady Susan, „dat ik een brief van George heb gehad, waarin hij met zijn achttiende eeuwsche hooghartig heid het bevel geeft, naar haar toe te gaan Ze heet mevrouw Grey, maar ze zal de nattig heid en verdere onaangenaamheden wel ont vlucht zijn, vóór ik aan die visite toekom". Edward Berkeley sloeg een blad om. „Susan gaat er morgen heen", zei hij af wezig. „En jij gaat mee, Julian", besliste Susan. „Ik? Geen kwestie van. Begrijp toch eens goed. dierbare. Susan, ik bèn niet hier, ik zit in Italië. „Verbeeld je maar niets. Dacht je, dat er één mensch in 't dorp was, die niet weet dat je hier bent? Vanmorgen ben je aange komen en toen oude Bell met de melk kwam heeft hij het Mary al verteld. Snap je?" „Ik ga tóch niet op visite" hield Julian vastberaden vol. Wat ik zegge,n wou, er is zoo'n komiek villatje gebouwd bij de brug. Wie woont daar?" „Een artist. met zijn zuster. Miller heeten ze. Zij is een groote liefhebster van tuinieren tk mag Anne Miller wel" .Nog meer nieuwe lui?" ..Hm' bromde Susan ontevreden. „Nit Ung". „Wie is dat?" „Een weduwe. Ze beweert, dat ze een nicht is van Edward". Edward keek op. „Ja", lichtte hij droog toe, „ik heb negen oudooms gehad ,dus waarom zou ze géén nicht van me zijn? Ze kan best een dóchter zijn van den jongste van de verzameling. Die heete Albert, als ik me niet vergis.". „Nu zij heet Nita en 't is een slang met rood haar", vulde Susan aan. Julian lachte. „Ik ben dol op rood haar", verklaarde hij. „Dan moet je het haar maar ver tellen! Dat kun je gerust den eer sten keer doen, dat je haar ziet. Ze is van die kracht. Als je 't mij maar niet verwijt, wanneer je haar verovert, zonder dat ie zelf weet hoe". „Waar woont die interessante dame?", in formeerde Julian met een ondeugende tinte ling in zijn oogen. Lady Susan stond op en terwijl ze ant woordde, haalde ze de catalogussen weer uit de lade. ,3ronson heeft haar 't paviljoen afge staan; hij schijnt zich verbeeld te hebben jlat hij Edward daar een plezier mee deed *Op 't oogenblik logeert ze op 't kasteel, voor zoover ik weet". „En de Bronsons? Hoe bevallen die je?" ,,'t Meisje is wel knap, maar erg verlegen Bronson is altijd hetzelfde, kalm en royaal. De menschen mogen hem liever dan ze ooit je broer George gedaan hebben. Jammer, dat de oudste niet bent, Julian". Julian bleef bij de Berkeley's dineeren en vwam eerst laat weer in zijn tijdelijk ver olijf. Toen hij voor de deur even stil hield roorde hij in de verte een vrouwestern roe ien. Vreemde parten kan het geheugen een nensch spelen! Jaren gaan er voorbijwij oegraven gedachten en gevoelens en na il die jaren leeft opeens het verleden op door een woord, een aanraking, een onbedui dend voorval. Julian hoord een vrouw roepen en haar stem voerde hem-twintig jaar terug. De korte idylle uit zijn jeugd werd levend in zijn her innering en bracht het gevoelige van zijn karakter in beroering, terwijl de andere Julian, de man van de wereld, wat moe en geblaseerd en teleurgesteld, er als het ware spottend bijstond. Weer riep de stem en Julian liep als werk tuigelijk in de richting van het geluid. Hij dacht aan een Mei-avond, een avond van maanlicht en appelbloesem. Hij dacht aan Amabel Ferguson en de herinnering was zoet. Vreemd, hoe de tijd kan stillen! Hij kwam aan den boom, waar hij lang met haar hand in de zijne had gestaan. Nu dropen de kale takken. Zijn gedachten bleven bij Amabel, verwijlen, terwijl hij daar stond. Ze was met den pro fessor getrouwd, verder wist hij vrijwel niets. De tijd van maneschijn en appelbloesem was voor hem voorbij. Hij had zelfs niet meer het verlangen bij zich voelen opkomen Amabel terug te zien En juist op dat oogenblik zag hij haar langs het pad op zich toekomen. Julian bleef roer loos staan, bijna zonder adem te halen. Een ^ogenblik dacht hij, dat het verbeelding was; "oen drong het tot hem door. dat dit niet. het meisje was, dat hij gekust had onder den bloeienden boom. Het was de vrouw Amabel, de vreemde; niet Amabel Ferguson, maar die tndere, wier naam hij niet eens kende. Hij bewoog zich en daardoor bleef zij faan. „Is daar iemand?", vroeg ze. Hij kwam naar voren, nog steeds in de •chaduw van den boom. „Ik heb u toch niet laten schrikken, hoop ic?" „Wie is u?" vroeg Amabel weer. „Ik had hier misschien niet mogen komen k woon in hel boschwaehtershuis en ik hoor- ie u roepen". „Ik zoek mijn hond; hebt u hem misschien gezien, een taks? Mijn naam is mevrouw Grey", vervolgde ze. „Ik ben pas op de villa komen wonen". Mevrouw Grey de oude dame van George Amabel! Julian kwam met eenigen tegenzin dichter bij, omdat hij nu zijn incognito moest prijs geven. „Ik moet u excuus vragen", hernam hij. „Ik herkende u, eerlijk gezegd, onmiddellijk, maar ik ben bang, dat u mij niet zult her kennen". Hij keerde zijn gezicht naar het licht. Julian zag, hoe haar gelaatsuitdrukking veranderde, Hij voelde een vreemde aandoening, waar toch nog een kwajongensachtige spotternij door heen gemengd was. Amabel's verbazing had echter niet lang geduurd. Heel eenvoudig zei ze: „Kijk, 't is Julian Forsham!" En ze stak haar hand uit, de mooie, slanke hand, die hij kende. Toen hij die hand aanraakte, week de spot uit Julian. Hij voelde een echte vreugde, echte ontroering, beide zoo krachtig, dat het hem zelf verwonderde. Het spreken viel hem moei lijk, toen hij antwoordde. „Ja". Zij was het, die haar hand het eerst terug trok. „Ik dacht, dat je in het buitenland was". „Alleen maar officieel!" „Ze zeiden, dat je in Italië zat". „Je bedoelt, dat je anders niet hier gekomen rau zijn? Groot gelijk. Een mensch moet zijn •ude illusies probeeren te behouden". Amabel lachte even. „Ik houd liever mijn oude vrienden". Het mtwoord trof Julian. Dat was de Amabel van 'roeger! Vlug vervolgde hij: „Die zul je hier nog wel vinden. De Ber- celey's. (Wordt vervolgd) Rosemeyer won het hoofdnummer der internationale Eiffelrennen met een voor- Het afscheid der Koninklijke Familie van de hoofdstad. De vorstelijke personen in den trein even voor sprong van bijna één minuut op Carracciola het vertrek van het Centraal Station Koning Leopolq van België luisterde het concours hippique, dat te Brussel gehouden is, met zijn tegenwoordig heid op en verrichtte ook de prijs uitreiking Pracht-exemplaren op het concours hippique, dat te Brussel gehouden is en dat o.m. werd bijgewoond door Koning Leopold van België Het nieuwe proefstation voor de waschindustrie, opgericht door den bond van Waschindustrieelen in Nederland en den R.K. Nat. Bond van Wasch- industrieelen is Maandag te Delft door minister Gelissen (2de van links) geopend De jaarlijksche Plymouth regatta ging dit jaar om de .Coronation cup"Eenige jachten der 12-meter klasse in actie De Koninklijke Familie heeft Maandag middag de hoofdstad verlaten Onder groote belangstelling rijden H. M. de Koningin, H. K. H. Prinses Juliana en Z. K. H. Prins Bernhard naar het station

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 8