Een Engelsche film over Nederland
Een arrestant te Haarlem ontvlucht.
Sensationeel verloop van verdwijnings-séance
De Kabinetsformatie.
De cultureele waarde van
Living in the Netherlands
Eenigen tijd geleden ging in Ihet City-
Theater in Den Haag de première van een
film, getiteld „Living in the Netherlands", een
produet van de Britsche filmmaatschappij
Visonor Educational Films. Een uitgezocht pu
bliek was daarbij tegenwoordig en volgde de
film met groote belangstelling. Na afloop
ontvingen de directeuren tal van compli
menten over het succes van hun onderne
ming.
In het algemeen waren de critici gunstig
gestemd over de film. Sommigen waren er
zelfs zeer enthousiast over. De weinige be
zwaren, die geuit werden, waren meestal op
hun plaats en zeer nuttig.
Men zou daarom kunnen vragen waarom
het noodig is een artikel te schrijven over
een film, die reeds vertoond en gewaardeerd
is. Het antwoord, in het kort samengevat, is
dit: „Het leven in Nederland" is een film, die
niet alleen vervaardigd werd om beelden van
Nederland en het Nederlandsche volk te bie
den of het filmpubliek gedurende drie kwar
tier bezig te houden. Het is de eerste stap
van een zeer groot experiment.
Er zijn films gemaakt met het doel het
buitenland de schoonheid van Nederland en
de charme der Nederlandsche steden te too-
nen om op deze wijze toeristen te trekken.
Andere lieten het leven en de bevolking van
Marken en Volendam zien. „Dood water"
toonde op indrukwekkende wijze het karak
ter van de groote onderneming, de ontgin
ning van de Zuiderzeegronden. Sommige van
deze films zijn gemaakt bij wijze van pro
paganda, sommige ter onderhouding en som
mige ter opvoeding van het publiek. Geen
enkele is echter gemaakt met het doel, dat
de vervaardigers van „Het leven in Neder
land" zich voor oogen hadden gesteld.
Laat mij beginnen met datgene te consta-
teeren, wat iedere Nederlander weet en irri
teert. Voor den gemiddelden Engelschen
schooljongen en het gemiddelde Engelsche
schoolmeisje en ook voor vele Engelsche vol
wassenen, beteekent Nederland een land van
ouderwetsche en dwaze windmolens; een
land, welks bevolking gelapte wijde broeken
draagt en den klomp als schoeisel. Deze voor
stelling wordt geëxploiteerd door reisbu-
reaux, door schilders van populaire onder
werpen, door goedkoope films en ongeluk
kigerwijze ook door hen, die schoolboeken
illustreeren. Ook zijn een aantal „leerende"
films gemaakt, die practisch niets anders
van Nederland laten zien dan de gewoonten
en kleederdrachten van Volendam.
De Nederlanders betreuren dit begrijpelij
kerwijze ten zeerste. Zij wijzen met trotsch
op hun prachtige moderne steden, hun voor
beeldige woninginrichting, hun voortreffelijk
beheerde koloniën, hun bewonderenswaar
dige sociale instellingen, en kunnen niet be
grijpen, waarom de vreemdelingen niet meer
aandacht besteden aan deze werkelijk toe
langrijke dingen. Zij vergeten de aantrek
kingskracht van het vreemde en het onge
wone. Zij vergeten, dat nieuwsgierigheid een
van de sterkste en elementaire eigenschap
pen van de menschelijke natuur is.
Zij vergeten ook de geestelijke luiheid van
het gros van het menschdom.
De trage, gemakkelijke symbolische
voorstelling van niet bestaande caricaturen
in de overtuiging, dat deze een goed beeld
vormen van de vreemde volken, maakt de
groote massa van het volk tot een gemak
kelijke prooi van gewetenlooze demagogen.
Dit is een groote bedreiging voor den vrede,
de onderlinge verstandhouding en de samen
werking.
Een der taken van ons, opvoeders, is de kin
deren en de jonge menschen te leer en dit
gemakkelijke, misleidende symbolische den
ken op te geven ten gunste van een meer
realistisch denken. Hoe moeten we dit doen?.
Of om een speciaal vraagstuk voor een alge
meen vraagstuk in de plaats te stellen: wel
ken weg moeten wij nemen om de kinderen
realistisch te doen denken over Nederland en
het Nederlandsche volk, zoodat de verkeerde
voorstellingen, die zij er thans op na houden,
verdwijnen?
De film „Het leven in Nederland" is een
schuchtere poging een antwoord op deze
vraag te geven.
Bij het vervaardigen van een dergelijke
film moeten een aantal practlsche overwe
gingen in acht worden genomen.
In de eerste plaats moet zij interessant en.
begrijpelijk zijn, daar het een beroep betreft
op jonge menschen en een publiek, dat onder
wezen moet worden. In de eerste plaats moet
zij niet te lang zijn. De gebruikelijke lengte
bedroeg vier acten, die in veertig minuten
worden afgedraaid. Zelfs deze lengte is ex
perimenteel aangewezen, sinds de gewone do
cumentaire film slechts circa twintig minu
ten duurt.
In de tweede plaats moet datgene, wat
vertoond wordt, niet alleen overtuigend, maar
ook waar zijn. Om deze reden moet de mise-
en-scène in de studio, voorstellende bepaal
de tafereelen en plaatsen, verdwijnen, uitge
schakeld worden. Evenmin mogen we gebruik
maken van acteurs, die zich voor deze gele
genheid geeostumeerd en gegrimeerd hebben.
In de vierde plaats moet alles, wat vertoond
wordt, in nauwe relatie staan tot een alge
meen onderwerp. Dat alles moet den toe
schouwer helpen tot één enkel gezichtspunt,
een eenvoudige formuleering van de betee-
kenis van de film.
Elk van deze overwegingen eischt een zeer
zorgvuldige keuze. Nederland is een land, zóó
rijk aan fotografisch materiaal, dat men er
gemakkelijk prachtige films van enorme
lengte over zou kunnen maken. Maar derge
lijke films zouden slechts ons doel voorbij -
Ongelukkigerwijze sluit „selectie" ook in, dat
veel zal moeten worden overgeslagen. De in
woners van menig liefelijk Nederlandseh
plaatsje zullen critiek uitoefenen, omdat
dingen, die zij graag hadden willen zien, weg
gelaten werden. Paedagogen zullen het betreu
ren, dat wij geen beelden laten zien van de
wereldberoemde bewaarscholen, de welvaart
centra en de universiteitsgebouwen. Anderen
zouden kunnen zeggen, dat we de industrieën
van Nederland moesten toonen fabrieken,
arbeiders en procédés.
Het onderwerp van de film is de geschiede
nis van een volk, dat de vraagstukken poogt
op te lossen, welke de geaardheid van het
land schept. Het land, waarin deze menschen
leven, is verschillend van dat, waarin bij-
Door GEORGE H. CREEN,
Hoogl'
leeraar aan de Universiteit
van Wales (Aberystwyth).
voorbeeld de Italianen wonen. De strijd om
het voortbestaan, voor voedsel en beschutting
is anders.
De film behandelt de geschiedenis van
de ontwikkeling van dit verschil. Wat
men moet hopen is, dat de toehoorders dat
verschil niet als iets vreemds of belachelijks
zullen zien, maar als iets waardevols. In Enge
land hebben er zich reeds gelegenheden voor
gedaan, waarbij wij zoo gelukkig waren iets
van de Hollanders te kunnen overnemen en
zelfs Hollanders uit te noodigen om ons te
vertellen, wat het leven in hun eigen land
hun geleerd heeft. En nogmaals, als we spre
ken van internationale samenwerking, zijn
wij geneigd te vergeten, dat het, eerder dan
de nationale overeenkomstigheden, de na
tionale verschillen zijn, die de internationale
samenwerking zoo waardevol maken.
Staking op de Amerikaansche
werven.
BROOKLIJN, 15 Juni (Havas). Vierdui
zend arbeiders der scheepswerven hebben gis
teren het werk neergelegd, nadat Zaterdag
evenveel werklieden in staking waren gegaan.
Op de zestien werven, die door de beweging
getroffen worden, zijn vierduizend arbeiders
onder bescherming van een bijzondere politie
aan het werk gebleven.
PURMEREND
MARKTBERICHT.
Gemeentel. Kaasbeurs. Verhandeld 20 par
tijen, wegende 68.000 K.G. Handel goed.
Hoogste prijs f 20.50
Kleine Boeren 17 per 100 kilo met Rijks-
merk f 20.50; Goudsche 1 stapel per 100 kilo
met Rijksmerk f 20; Volvette f 21.
Boter 1293 K.G. f 1.41—1.48 per Kilo; Wei-
boter 1.381.41; Runderen totaal 435 stuks.
Vette koeien 165 6280 per Kilo, matig;
Gelde koeien 150 160225 per stuk, idem;
Melkkoeien 85 150275 per stuk, idem;
Stieren 35 5065 per Kilo, idem; Paarden 14
120210 per stuk, idem; Vette kalveren 79,
3060 per Kilo, vlug; Nuchtere kalveren'
voor de slacht 396, 513 per stuk, idem;
Nuchtere kalveren voor de fok 1015 per
stuk, idem; Vette varkens voor de slacht 168,
4850 per Kilo, idem; Magere varkens 59,
1826 per stuk, matig; Biggen 316, 1218
per stuk, idem; Schapen 327 15—29 per stuk,
idem; Bokken 34 4—14 per stuk, idem; Lam
meren 817 1215 per stuk; Kipeieren 2.60
3.05 per 100 st.; eendeieren 2.75 per 100 st.;
Piepkuikens 0.901.— per Kilo; Oude Kip
pen en Hanen 0.370.42V2 per Kilo; Konij
nen 0.40—1.50 per stuk; Eenden 0.300.80 p.
stuk; Duiven 0.40 per paar.
273 Eendeieren A f 2.05; 10.35 Kippeneieren
A f 2.70—f 3.20
Schoten op hem gelost troffen geen doel.
Weer gevat doordat hij
struikelde.
HAARLEM Dinsdag.
Hedenmorgen omstreeks 11 uur werd door
een Haarlemschen rechercheur een arrestant
overgebracht naar het Paleis van Justitie in
de Jansstraat, om voorgeleid te worden voor
den Officier van Justitie. Het was de 35-jarige
Z. uit Haarlem, die verdacht was van eenige
inbraken. Anders geschiedt zoo'n overbren
ging altijd met behulp van de hondenbrigade,
maar nu, omdat er met de honden elders ge
post moest worden, geschiedde dit alleen
door een rechercheur. De verdachte was niet
geboeid, dit wordt alleen bij zeer gevaarlijke
misdadigers gedaan, daar de menschen er
een hekel aan hebben.
De verdachte liep kalm met den recher
cheur mee. Maar in de nabijheid van het Pa
leis van Justitie gekomen had hij niet veel
lust daar binnen te gaan, blijkbaar was hij
er van overtuigd, dat hij dan den eersten tijd
niet weer vrij zou komen.
Hij deed daarom een stoutmoedige poging
om te ontsnappen. Onverwachts gooide hij
zijn jas, die hij over den arm droeg, voor de
voeten van den rechercheur en zette het op
een loopen door de Schoolsteeg.
Door deze gooipartij met den jas had hij
een kleinen voorsprong op den politieman.
Deze snelde hem achterna, trok zijn revolver en
loste, nadat hij den vluchteling aangemaand
had te blijven staan, eenige schoten op hem.
Dit gebeurde in de Schoolsteeg, waar toen
op dat oogenblik geen andere menschen lie
pen. De kogels troffen den arrestant niet, hij
•bleef doorloopen. De Schoolsteeg komt even
wel uit in de Smedestraat en daar is na
tuurlijk meer passage. Gelukkig werden ook
geen voorbijgangers getroffen. De kogels vlo
gen dwars de Smedestraat over en kwamen
terecht tegen het gebouw van het Rembrandt-
thater, waar een ruit werd verbrijzeld.
De ruit is geraakt op mans hoogte boven
den grond, zoodat het wel een geluk is, dat
juist op dat moment geen personen voorbij
liepen.
De ruit werd op twee plaatsen geraakt. Een
kogel werd buiten gevonden en een in een
berghok 'achter den ruit.
Natuurlijk was de vluchteling door het
schieten zeer zenuwachtig geworden. Bij elk
schot liep hij immers de kans getroffen te
worden. Bij de Smedestraat struikelde hij,
waardoor hij viel en door een politieagent, die
op het schieten afkwam weer gepakt kon
worden. Daarop werd de arrestant weer naar
het politiebureau van de Smedestraat ge
bracht. Nu kreeg hij geen kans meer om te
ontsnappen. Na verhoor zal hij opnieuw naar
het Paleis van Justitie gebracht worden. Dit
zal wel zoo geschieden, dat hij daar veilig
aankomt.
Op het politiebureau bleek dat de vluchte
ling onbeduidend aan de hand gewond was,
vermoedelijk bij den val.
Op het geluid der schoten was natuurlijk
veel publiek toegesneld, zoodat de overbren
ging naar het politiebureau veel bekijks had
van menschen die het gebeurde bespraken.
Wij hebben aan den Commissaris van Po
litie gevraagd of het juist gezien was van den
rechercheur meteen te schieten. De heer E. H.
Tenckinck zei, dat hij daarmee geheel accoord
ging. Het was een arrestant die van eenige
inbraken verdacht werd. Er is pas geschoten
nadat de rechercheur hem eenige keeren ge
sommeerd had te blijven staan.
De Jamboree.
Ter gelegenheid van de Jamboree is het
volgend eere-comité gevormd:
Voorzitter: Mr. Dr. A, Baron Röell, Com
missaris der Koningin in Noord-Holland.
Leden: Jhr. Mr. F. H. van Kinschot, burge
meester van Alkmaar; Dr. W. de Vlugt, bur
gemeester van Amsterdam; K. J. G. Baron
van Hardenbroek, burgemeester van Benne-
broek; Mr. H. D. A. van Reenen, burgemees
ter van Bergen; Mr. H. J. J. Scholtens, bur
gemeester van Beverwijk; Jhr. Mr. C. J. A.
den Tex, burgemeester van Bloemendaal; C.
Maarschalk van Egmond en Rinnegom, oud
burgemeester van Haarlem; Mr. A. Slob,
burgemeester van Haarlemmermeer; Jhr. J.
P. W. van Doorn, burgemeester van Heem
stede; P. Klaver, wn. burgemeester van Hil-
legom; Mr. A. van der Sande Bakhuyzen,
burgemeester van Leiden; J. B. V. M. J. van
de Mortel, burgemeester van Noordwijk; Mr.
M. M. Kwint, burgemeester van Velsen; H.
van Alphen, burgemeester van Zandvoort;
mevr. C. von Pannwitz, „De Hertekamp",
Heemstede; mej. A. L. Willink van Benne-
broek, Bennebroek; Jhr. W. P. Barnaart,
Vogelenzang; D. G. van Beuningen, Rotter
dam; Jhr. Mr. J. W. G. Boreel van Hogelan-
den, Bloemendaal; Ds. J. C. Brussaard, Bloeij
mendaal; G. de Clercq, Amsterdam; Ds. J.
C. van Dijk, Bloemendaal; F. H. Fentener
van Vlissingen, Utrecht; Ph. Frank, Opper
rabbijn, Hilversum; Ir. W. G. C. Gelinck,
Heemstede; A. Heldring, Amsterdam; A.
Holdert, Hotel Price de Galles, Parijs; K. C.
Honig Mzn., Overveen; Mgr. J. P. Huibers,
Bisschop van Haarlem, Haarlem; Ir. G. A.
Kessler, „Huize Slingerduin", IJmuiden; M.
C. Koning, „Huize Koekoeksduin", Aerden-
hout; C. R. T. Baron Krayenhoff, Wassenaar,
E. H. Krelage, Haarlem; H. Meinesz, Voge
lenzang; H. Nijgh, Rotterdam, J. van Olden-
borgh, Overveen; Mr. G. Sluis, Haarlém; H.
Smidt van Gelder, „Belvedère", Overveen;
J. J. Swens, Haarlem; Mr. L. J. A. Trip, Den
Haag en C. W. de Visser, Bloemendaal.
In het Comité hebben zitting genomen:
Voorzitter; Mr. F. J. D. Theyse, Bloemendaal;
Secretaris: C. J. Bruyn, Bloemendaal; Pen
ningmeester: J. A. Boskamp, Overveen; D. J.
von Balluseck, 's-Gravenhage; Dr. H. L. van
Beusekom, Bloemendaal; Mr. J. Bierens de
Haan, Bloemendaal; Mr. A. Bos, Aerdenhout;
Ir. W. J. Burgersdijk, Haarlem; T. Cnossen,
Wassenaar; Mr. A. van der Deure, Bennekom;
Mr. Th. Semeyns de Vries van Doesburgh,
Bloemendaal; Hyacinth Hermans O.P.. Rotter
dam; F. H. J. Holdert, Aerdenhout; H. Hotke,
's-Gravenhage; D. Hudig, Amsterdam; H. J.
Hij mans, Santpoort; Mr. D. A. E. Immink,
Haarlem; Ph. A. Mees, Heemstede; G. van
Meurs, Amsterdam; Jhr. Dr. J. C. Mollerus,
Haarlem; R. Peereboom, Heemstede; L. H.
Perquin O.P., Amsterdam; Mr. Th. F. Raedt,
Overveen; R. van Royen, Amsterdam; A. Ver-
duyn Jr., Lisse; Dr. A. J. Verhage, Heemstede;
W. Wagenaar, 's-Gravenhage en M. C. Wester
man, 's-Gravenhage.
Het uitladen van de waardevolle collectie Halsen, welke met de „Statendam" uit
Amerika zijn gekomen en die op de Frans Halstentoonstelling te zien zullen zijn.
(Eerste van links op het trottoir dr. Hanns Schaeffer, kunsthandelaar uit New-
York, die de reis met de schilderijen meemaakte. Vijfde van links de heer
G. D. Gratama, directeur van het Frans Halsmuseum.)
Uit andere landen zijn al eenige schilderijen aangekomen, zoodat er thans
50 Halsen in het museum zijn. Natuurlijk zijn voor de bewaking van deze kost
bare kunstschatten extra bewakingsmaatregelen genomen, waaraan politie,
brandweer en nachtwakers medewerken.
Het uitladen op zichzelf was een gebeurtenis, die zeer kalm verliep. Slechts
enkele toevallige voorbijgangers keken even toe, waarschijnlijk zonder zich er
rekenschap van te geven welke gewichtige dingen daar op het Klein Heiligland
plaats vonden.
Onzichtbaar gemaakt meisje bleef onzichtbaar....
De onverzettelijke vader en de
vindingrijke dochter.
fmv .iKRSN DER SCHILDERIJEN VOOR OE FRANS HaL - UN-
STERLING. De heer G. D. Gratama (geheel rechts) en wethouder A. G. Boes
(tweede van rechts) bewonderen een damesportret, eigendom van den heer
A. L. Kopper, te Zürich.
Weenen, 13 Juni.
(Van onzen correspondent.)
Verscheidene lezers zullen zich misschien
nog herinneren hoe ik, thans ongeveer twee
jaar geleden, geschreven heb over een jon
gen man, die onzichtbaar makende stralen
had uitgevonden. Hij demonstreerde daar
mede te Weenen en hij liet tal van voorwer
pen, als poppen, sigarettenétuis en een stoel
tje, alsmede een levende hand voor het oog
van zijn toeschouwers verdwijnen. Eerst wer
den de omtrekken van deze dingen, zoodra
hij zijn machinerie in werking stelde, vaag.
Daarna werden de dingen steeds meer en
meer doorzichtig om ten slotte geheel en al
uit het gezicht te verdwijnen.
Ondanks zijn Tsjechischen naam, Pribill
(spreek uit: Prsjiebiel!) is de jeugdige uit
vinder een Hongaar. Hij heeft nu ook ver
schillende voorstellingen met zijn stralen in
een groot lokaal te Boedapest gegeten en hij
heeft daar in het middelpunt van een op
zienbarende geschiedenis gestaan. Hij had
een jongedame voor het oog van zijn vele
toeschouwers laten verdwijnen en het lieve
kind was en blééf onzichtbaar! Tot groote
consternatie van de in de zaal aanwezige
ouders van het meisje en van alle andere
aanwezigen!
Nu moet ik echter eerst iets over de vóór
geschiedenis van deze gebeurtenis vertellen.
Dè jongedame, Esther K. geheeten, is de doch
ter van een rijken Hongaarschen koopman,
die ook een bekende figuur in de politiek is.
Zij geraakte verliefd op een jongeman, Ka-
roly (dat beteekent Karei) P, geheeten, die
een betrekking bij een stedelijk bankinstituut
gehad had, welke hij helaas kort geleden ver
loren had. Esther vond, dat haar invloed
rijke papa er wel voor zou kunnen zorgen,
dat haar „sweetheart" een andere behoor
lijke betrekking zou krijgen, maar papa van
zijn kant was eigenlijk van meening, dat zijn
knappe dochter heel goed een beteren visch
aan den haak zou kunnen slaan, ma.w. dat
zij wel in staat zou moeten zijn een beter ge
situeerden huwelijkscandidaat te vinden, aan
wien zij hart en hand kon geven. Bovendien
vond hij, dat Esther nog eigenlijk wat te
jong was om te trouwen. Maar hij kende zijn
dochter en wist, dat zij erg eigenzinnig was
en dat het heel goed zou kunnen gebeuren,
dat zij in een dolle bui uit het ouderlijke huis
zou vluchten. Daarom paste hij goed op haar.
Inderdaad hadden Esther en Karoly alle
mogelijke ontsnappingsplannen beraamd,
maar zij hadden nog geaarzeld die ten uit
voer te brengen, wetende, dat papa K. niet
met zich zou laten spotten en onmiddellijk
de politie zou alarmeeren. Het éénige zou
zijn, wanneer men dan al aan den haal zou
gaan, naar het buitenland te vluchten, want
daar zou men tenminste relatief veilig zijn!
Het gelukkige toeval scheen het jonge paar
gunstig gezind te zijn. Toen Esther eens met
een vriendin aan het wandelen was, zag zij
een groot aanplakbiljet, waarop vermeld
stond, dat er demonstraties met onzichtbaar
makende stralen gegeven werden. „Dat zou
iets voor mij zijn!" dacht het schrandere
meisje onmiddellijk. Esther stapte naar een
voorstelling toe, en wat zij daar zag maakte
een diepen indruk op haar Aan het begin
van elke demonstratie vertelde de ontdekker,
dat niemand in de zaal bang behoefde te zijn,
dat de voorwerpen en de personen, die hij op
het podium zou laten verdwijnen, niet weer
terug zouden komen. Zij werden niet van hun
plaats verwijderd, doch alleen maar onzicht
baar gemaakt. De uitvinder zou hen na
eenigen tijd weer langzaam voor het oog te-
rugtooveren! Steeds vroeg hij, of er iemand
in de zaal aanwezig was, die dapper genoeg
was op het podium te komen, teneinde zich
zelf absoluut pijnloos en ongevaarlijk
onzichtbaar te laten maken.
Esther ging herhaaldelijk naar de voorstel
lingen kijken, zij interesseerde zich ten zeer
ste voor de wetenschappelijke zijde van de
aangelegenheid en zij praatte er thuis aan
tafel over. Eindelijk gelukte het haar op een
avond haar beide ouders mee naar een voor-
i steling te kunnen nemen. Toen de uitvinder
Pribill vroeg, of er iemand in de zaal was,
die het experiment in levenden lijve op het
tooneel wilde medemaken, vroeg en kréég
Esther toestemming van haar anders zoo ge-
strengen vader zich onzichtbaar te laten
maken.
Esther stond nu op het tooneel en verdween
langzaam maar zeker voor de oogen van haar
ouders èn van alle toeschouwers in de zaal.
Toen er in het geheel niets meer van haar
te zien was, zeide de uitvinder, dat hij haar
nu weer zichtbaar zou maken. Zijn machine
snorde en zoemde weer, maar hoe men ook
keek en zijn oogen misschien half dichtkneep
om beter, te kunnen zien, ei* gebeurde niets!
Esther was en bleef onzichtbaar!
Het werd den uitvinder bang te moede. Hoe
hij ook zijn best deed, hij kon het meisje
niet meer zichtbaar maken. Het koude angst
zweet brak hem uit, hij staarde als krankzin
nig op de leeg blijvende plek op het tooneel.
Het publiek begon ook onrustig te worden, de
ouders van het meisje schoven op hun stoe
len heen en weer. Pribill wilde een paar woor
den zeggen, wilde het publiek mededeelen,
dat hij er niets van begreep, toen plotseling
Esther's vader opstond en riep: „Wat hebt U
met mijn dochter uitgevoerd? Zeg het onmid
dellijk, ander haal ik de politie."
De uitvinder stotterde, dat het niet moge
lijk kon zijn, dat zijn stralen het meisje voor
goed opgeslokt hadden. Hij had een dergelijk
experiment al ontelbare malen laten zien en
altijd waren de verdwenen personen weer op
nieuw verschenen. Papa K. was daarmede
echter niet tevreden. „We zullen wel eens
zien!" riep hij luid en hij schreeuwde ook nog
wat van „humbug" en „oplichterij".
De politie doorzocht het geheele gebouw,
maar nergens werd een spoor van het ver
dwenen meisje ontdekt. De woedende vader
betichtte den uitvinder èn de directie van het
gebouw ervan zijn dochter ontvoerd te heb
ben. Op het politiebureau, waarheen Pribill
meegenomen werd, speelden zich opgewonden
scènes af. Deskundigen werden erbij te pas
gehaald, die verklaarden, dat de uitvinder
werkelijk niet aansprakelijk kon worden ge
steld voor het feit, dat Esther niet meer te
voorschijn was gekomen.
De ouders waren radeloos. Tot diep in den
nacht zaten zij ongelukkig thuis te wachten
tot er misschien toch een levensteeken van
hun dochter zou komen. Papa K. dacht, dat
het misschien toch wel mogelijk was, dat het
meisje hen een poets gebakken had en er
werkelijk vandoor gegaan was om met haar
geliefde op de vlucht te kunnen slaan.
Lang nadat het middernachtelijk uur gesla
gen had rinkelde opeens de telefoon. Weenen
was aan het toestel! En papa hoorde de stem
van zijn dochter: „Lieve pepsi, wees niet
boos, ik ben met Karoly naar Weenen ge
vlucht en we komen niet eerder terug vóór je
ons mijn huwelijksgift en je zegen beloofd
zult hebben. Ik denk, dat je wel erg boos op
den armen uitvinder geweest zult zijn,
maar die was onschuldig en heeft niets met
het geval te maken gehad. Nou, papaatje,
mogen we morgen met ons tweeën terugko
men?"
Papa was te blij, dat hij zijn dochter terug
had gevonden en hij zei maar „ja". Maar hij
stelde één voorwaarde: dat het huwelijk in
alle stilte moest worden gesloten! Daar had
het jonge stel niets op tegen.
Maar toch wist heel Boedapest al gauw wat
er werkelijk- gebeurd was en menigeen heeft
over de kostelijke geschiedenis gelachen.
Het meisje had, toen zij de voorstellingen
van Pribill af en toe bijwoonde, gezien, dat
er een deur in het behangselpapier van den
achtergrond van het podium was, welke bij
de demonstraties ook absoluut onzichtbaar
werd. Door deze deur was zij gedurende de de
monstratie fluks ontsnapt. Zij was gauw naar
het station gereden, waar haar aanbidder al
ongeduldig op haar wachtte, en tezamen wa
ren zij over de Oostenrijksche grens gevlucht.
O.p het oogenblik vormen de twee al een ge
lukkig echtpaarzij beweren het geluk
kigste echtpaar in héél Boedapest. En merk
waardigerwijze heeft ook Pribill ten gevolge
van het gebeurde over niets te klagen, want
zijn demonstrates staan nu in 't middelpunt
der belangstelling en worden steeds door een
groot aantal menschen bezocht.
W. M BEKAAR.
Nauwkeurigheidshalve zij even vermeld,
dat het onderhoud, van de koningin met mi
nister de Graeff, dat aanvankelijk op gis
teren bepaald was, eerst heden plaats vindt,
welk uitstel echter geenszins te maken heeft
met redenen van politieken aard.
Wij meenen redenen te hebben om aan te
nemen, dat het gesprek van het Staatshoofd
met de heeren Oud, van Lidth de Jeude en
de Graeff, die daartoe door de Koningin ont
boden waren, plaats gevonden heeft inge
volge overleg tusschenn de Koningin en den
kabinetsformateur.
Deze laatste heeft gisteren niet alleen met
den heer Weiter, docht ook met min. Steen-
berghe een on'derhoud gehad en naar ons
ter oore komt, heden ochtend met minister
van Lidth de Jeude.