Een Engelsche film over Nederland. De gedachten, die de vervaardigers leidden. Oogst van vroege tulpen mislukt. Door CEORCE H. GREEN, Hoogleeraar aan de Universiteit Toen de film gemaakt werd, hebben men schen uit de filmindustrie gedeelten er van gezien; menschen die niet spoedig tot en thousiasme te brengen zijn. En toen een van hen ons vertelde, hoezeer hij getroffen was door de uitbeelding van den lieroieken strijd der Nederlanders tegen de zee, voelden wij, dat wij bezig waren iets te bereiken van dat gene, wat we ons ten doel gesteld hadden. Zooals voor de hand ligt was de eerste strijd, die uitgebeeld moest worden, die tus- schen het volk en de zee de zee, die voort durend het vruchtbare, door de rivieren aan gevoerde slib wegspoelt. De film moest de opeenhooping van alluvium toonen in den vorm van zich verplaatsende modderbanken, het bouwen van dammen, het wegpompen van water en de ontginning van het land. Dit kan niet gebeuren zonder te laten zien, welke rol de windmolens daarbij te vervullen hebben: en op deze wijze hebben we den windmolen niet uitsluitend aLs iets schilder achtigs en eigenaardige gekenmerkt. De film dwingt den toeschouwer den windmolen niet alleen als een deel van het Hollandsche landschap te zien, maar vooral als een deel van het Nederlandsche leven. Als hij van nu af als een symbool beschouwd wordt, zal het er een zijn van vernuft, ondernemingsgeest en wijsheid.En de strijd ter,en de natuur ikon niet natuurgetrouw getoond worden zon der de veelvuldig voorkomende slachtoffers de wrakken, de doorgebroken dijken, de ondergeloopen landerijen. Zonder deze din gen zou het mogelijk zijn de onverstoorbaar heid, den stillen moed, het geduld en de vol harding te begrijpen van het volk, dat ge durende tallooze generaties is voortgegaan met het inpolderen van zijn land en het daaraan aanpassen van zijn bestaan. Wij hebben geconstateerd, zooals ik reeds gezegd heb, dat menschen, die naar afbeel dingen van Nederland met' belangstelling en nieuwsgierigheid kijken, deze film met emo tie in oogenschouw nemen. Zij bekijken die visschers en boeren niet met het oog van den nieuwsgierigen toeschouwer maar zij voelen zich, op dat oogenblik tenminste, één met hen; zij deelen hun strijd en hun uiteinde lijke overwinning. Een zekere mate van sym- pathiseerend medeleven is bereikt. Hoever dit zal gaan bij een groot „populair" publiek kan ik niet zeggen. Maar ik iben er zeker van, dat de groote massa niet zoo geheel en al van voorstellingsvermogen verstoken is,, als diegenen, die dit vermogen missen, meenen te moeten veronderstellen. Wij moeten ook laten zien, hoe een volk, dat op deze bijzondere wijze getraind is in het land waarin zij leven, zijn bestaan aan de moderne wereld aanpast. Het zou interes sant zijn te laten zien, hoe de eenvoudige bootenbouwer de scheepsbouwer wordt, de zeevisscher de groote navigator en kolonisa tor. Het zou prachtig zijn, als we konden toonen hoe de kweeker van groenten zich ontwikkelt tot den. ontwerper van fraaie tui nen, tot den bloemen- en landbouwdeskun dige. Al deze dingen zouden door middel van de film getoond kunnen en misschien zullen de Nederlandsche cinéasten langs deze richt lijnen gedurenden langen tijd films kunnen maken van werkelijke historische waarde, films, die essentieel zijn voor een beter be grip van Holland. Maar wij zouden tenge volge van onze beperkingen slechts even aan deze dingen kunnen herinneren. Wij zouden in staat zijn door middel van afbeeldingen van een visschersdorp, iets te laten zien van de eerste stappen, die leidden tot de opkomst van de groote steden naast de waterwegen, meer in het bijzonder daar, waar de kanalen en de rivieren samenkomen met de zeeën. Wij zouden ook kunnen herinneren aan de wijze, waarop volgens de oude ervaring bij het aanleggen van landwegen de dijken ge bruikt zijn om het land van prachtige mo derne wegen te voorzien. Begrijpelijk is dat zekere aspecten van het moderne leven niet getoond kunnen worden. Het procédé van de diamantbewerking en de geschiedenis, hoe Amsterdam het centrum van den handel in diamanten en andere kostbare steenen werd, eischt een film apart. Hetzelfde is het geval met de ontwikkeling van de groote electriciteitsindustrie. Een an der onderwerp van enorme paedagogische waarde zou de geschiedenis van de ontwik keling van het Nederlandsche huis zijn de strijd met de klimatologische voorwaar den, die reinheid en verwarring van ieder deel noodzakelijk maakte en zoo een rol speelde in de ontwikkeling van de moderne, arbeid-besparende, centoaal-verwarmde_ ka mer. De reden, waarom deze dingen niet in onze film te vinden zijn, is, dat zij de aan dacht van het eigenlijke onderwerp zouden afleiden. We werden grondig geleid door het advies van vrienden in Nederland, wien wij het doel hadden uiteengezet: een film, die het leven in Nederland voor de bevolkingen van andere landen begrijpelijk zou maken en die eerbied voor dat land zou afdwingen. Men kan nauwelijks verwachten, dat de film geheel aan het doel beantwoord heeft. Wel mogen we aannemen (sinds het door zoo velen verklaard is), dat zij de beste is van de soort, die totnogtoe gemaakt is. De artistieke kwaliteit van deze film moet niet beoordeeld worden naar de schoonheid van de beelden, die zij bevat, maar naar hun waarde als vertolkers van een onderwerp en naar de wijze, waarop zij gerangschikt zijn teneinde het gewenschte effect bij den toe schouwer te bereiken. Misschien zou de Nederlandsche vervaardi ger niet Hugo de Groot als de voornaamste figuur gekozen hebben, Toch is de nauwe ver wantschap tusschen deze grooten internatio nalen rechtsgeleerde en ons onderwerp duide lijk. Waar kon Grotius anders dan in de Ne derlanden geleefd hebben? Welk ander land kon in zijn tijd, een dergelijk man hebben voortgebracht? Grotius, man van bijzondere gaven en enorme studie, drukt op zijn eigen wijze de overtuiging uit, dat orde onmisbaar i? voor de ontwikkeling en het voortbestaan der beschaving. Grotius is uitsluitend het mid del om dit resultaat van het Nederlandsche leven aan de buitenwereld bekend te maken; door hem hebben de Nederlanders een aan zienlijke bijdrage geleverd aan de Europeesehe wereldbeschouwing. Als deze tijdelijk verloren schijnt te zijn gegaan, moeten we bedenken, dat de dijken van den tijd. waarin wij thans leven, op verschillende plaatsen door de zee verbroken zijn en dat ze op dit oogenblik her steld en versterkt moeten worden. Sinds we hierin gelooven konden we niet anders doen van Wales (Aberystwyth). dan eerst Grotius toonen en tenslotte het Vredespaleis als uitdrukking van een levens opvatting, die in Nederland door de eeuwen heen beleden is. Wij verwachten en hopen op critiek. In dien tusschentijd zullen we op den ingeslagen weg voortgaan en eerlijk trachten uit te vinden, in hoeverre onze film aan het gestelde doel be antwoord heeft. Misschien zullen we, na een behoorlijke pauze, in het licht van onze erva ringen en met de hulp der critici, in staat zijn een nieuwe film te maken, die de wereld een nog duidelijker en getrouwer en voor de Hol landers nog aanvaardbaarder beeld zal geven van „het leven m Nederland". Regenval deed het gewas veel schade. De Bollen-Zondagen zijn dit jaar, door het gure en onbestendige weer, minder geslaagd dan andere jaren. Doch zij, die het weer trotseerden, hebben zich kunnen verlustigen in den aanblik van de rijkbloeiende bollenvelden in hun tallooze kleur- schakeeringen. Ondanks dit minder gunstige weer, wa ren de verwachtingen van de kwee kers tot voor kort zeer optimistisch, en algemeen werd aangenomen, dat dit seizoen een goeden oogst zou opleveren. Voor de tul pen heeft het wisselvallige weer evenwel deze verwachtingen vernietigd, en de optimisti sche voorspellingen hebben plaats gemaakt voor een groote verslagenheid, in het bijzonder ten aanzien van de vroege tulpen. De Zaterdag voor Pinkster heeft het vrij wel vierentwintig uur aan een stuk geregend, zoodat vele velden onder liepen. Deze zware regenval werd gevolgd door een periode van feilen zonneschijn, waardoor het regenwater verdampte. Een en ander had tot gevolg, dat vooral de vroege tulpen te vroeg zijn afgestorven, waardoor de bollen zich onvoldoend hebben kunnen ontwikkelen De vroege tulpen. Algemeen wordt nu aangenomen, dat de oogst van vroege tulpen ver beneden de ver wachtingen zal blijven. Niet zoozeer, dat de kwaliteit veel te wenschen zou overlaten daar deze onder de sterke temperatuurswisselingen weinig heeft geleden, doch vooral de grootte der bollen is door het slechte weer sterk be ïnvloed, en deze is juist voor den handel van veel belang, daar deze om groote bollen vraagt. Zoo brengt bijv. „zift elf" minder op den „zift twaalf" en men vreest dat de export- handel in het bijzonder naar Engeland hier door zeer nadeelige gevolgen zal ondervin den. In de omgeving van Hillegom en Lisse wordt zelfs gesproken van opbrengsten, die 3050 pet. beneden die van vorige jaren zouden lig gen. Dit geldt voornamelijk voor de vroege tulpen. De late tulpen, zooals Mendel- en Darwin- tulpen staan er veel beter voor en waar schijnlijk zal de opbrengst daarvan ongeveer gelijk zijn aan andere jaren. Narcissen en hyacinten. De narcissen en hyacinten hebben ook heel weinig nadeel van het slechte weer ondervon den, zoodat deze waarschijnlijk de schade eenigszins zullen kunnen nivelleeren. De omgeving van Limmen. Uit de omgeving van Egmond en Limmen, waar in de laatste jaren ook een uitgebreid bollen bedrijf is ontstaan, komen iets gun stiger berichten. Weliswaar is de oogst daar ook beneden de verwachtingen doch van een débaele, waarover in Hillegom wordt gespro ken is hier geen sprake. In het Noorden. Uit Koegras en Anna Pauwlonapolder ko men echter zeer verontrustende berichten. Hevige hagelbuien zouden daar het gew^-s vrijwel geheel vernietigd hebben. Tenslotte moet hier nog bij worden op gemerkt, dat in dezen tijd van het jaar de berichten over den oogst steeds ongunstig lui den, aangezien bij gering aanbod de prijzen zullen stijgen en de kweekers den toestand tegenover de exporteurs zoo ongunstig mo gelijk voorstellen. Doch inderdaad hebben wij van bevoegde zijde vernomen, dat dit jaar de oogst ver be neden de aanvankelijke verwachtingen zal blijven. FAILLISSEMENTEN. De volgende faillissementen zijn uitgespro ken door de Arondissements-Rechtbank te Haarlem op 15 Juni 1937. 1. C. van Maris Sr., slager, wonende te Hillegom, Burgemeester Wentholtstraat no. 7. Curator mr. W. G. J. Veenhoven te Haarlem. 2. W. H. Bouwmeester, gepensionneerd ge meenteambtenaar, wonende te Haarlem, Clo- visstraat 6. Curator mr. Bruch te Haarlem. 3. P. E. Wildschut, behanger en stoffeerder, wonende te Haarlem, Vergierdeweg 212. Curator mr. J. van der Vegt te Haarlem. Rechter-Commissaris in deze faillissemen ten mr. E. J. W. Top te Haarlem. Wegens gebrek aan actief werden opge heven de faillissementen van: 1. J. Koema, bakkersknecht, wonende te Santpoort, Middendorpstraat 5. Curator Mr. F. J. Gerritsen te Haarlem. 2. J. A. M. Vleghels, handelende onder den naam P. van Dieden, wonende te Haarlem, Zwaluwstraat 47. Curator mr. Julius Hoog te Haarlem. Door het verbindend worden der eenige uit- deelingslijst is geëindigd het faillissement van: P. Scheefhals, koopman, wonende te Haar lem. Curator mr. F. M. Hagemeijer te Haarlem. Prov. Staten van Noord-Holland. Er komen proefpolders in den polder Geestmerambacht. HAARLEM Dinsdag. De eerste gewone zitting in dit jaar van de Prov. Staten van Noord-Holland werd heden, Dinsdag, voorgezet, onder leiding van den Commissaris der Koningin, mr. dr. baron A. Röell. Vastgesteld werd de rekening van de pro vinciale inkomsten en uitgaven over 1935, met de daarbij behoorende verantwoording en een optwerp-besluit tot vaststelling van de in komsten en uitgaven. De voorgestelde wijziging van de overeen komst, gesloten met het bestuur van het Zwakzinnigengesticht „Huize Assisië" te Udenhout, betreffende de opneming en ver- pleging van krankzinnigen, werd goedge keurd. Besloten werd tot het verleenen van een bijdrage van f 500 aan het Amsterdamsch Genootschap ter bevordering der koepokin enting bij minvermogenden te Amsterdam, onder zekere voorwaarden. Proefpolders in Geestmerambacht. Aan de orde kwam het voorstel van Ged. Staten tot het stichten van twee proefpolders in den polder Geestmerambacht (Oósterdijk en Molengeerzen.) De heer De Jong Sc ho uwenburg (CE.) vond dat deze voordracht gewaardeerd kon worden. Ged. Staten vragen alleen een besluit tot machtiging. Het rapport van ir. Mesu is in 't algemeen als grondslag voor deze voordracht aangenomen. In dit rapport zijn enkele punten wel uiterset voorwaarde lijk gesteld. Het plan zal aan 1000 personen gedurende 5 jaar werk verschaffen; daarvoor uit het rapport zich met zekerheid. In ieder geval vond spr. dat het toejuiching verdient met een proef te beginnen. Ged. Staten stellen nu twee proefpolders voor, één meer dus dan aanvankelijk de bedoeling was. Spr. is het eens met den aanleg van den Westpolder, maar niet met het plan tot aanleg van den Oostpolder, o.a. omdat de bodemgesteldheid daar ongeschikt is. Ingelanden van de banne Zuid-Scharwoude hebben ook aan Ged. Sta ten verzocht op hun plan voor den Oost polder terug te komen. Zij willen een proef- polder of proefpolders aan de Westzijde. De heer De Miranda (S.D.A.P.) meende dat over kleine bezwaren en zelfs over groote bezwaren van belanghebbenden in deze moet worden heengestapt, om de groote zaak waar over het gaat. Radicale maatregelen, als herverkaveling zijn noodig, om Geestmerambacht te helpen. De plattelandsbevolking moet worden opge heven uit den jammer en ellende, waarin zij de laatste jaren verzonken is. De proef zou onvolledig zijn als zij niet ook aan den 9?.s^" kant wordt genomen. Er zullen vele moeilijk heden komen, maar die moeten worden opgelost door voortdurend overleg met de be trokken commissie uit de Staten. Dan kan ook alle aandacht worden geschonken aan de be zwaren van belanghebbenden. Het denkbeeld „werkverschaffing" is voor spr. niet primair, maar wél de omstandigheid dat de armlastig heid van de tuindersbevolking tot het verleden zal gaan behooren. De heer Stapel (V.B.) was van oordeel dat uit een oogpunt van werkverschaffing de voordracht zeer aan te bevelen is, maar zou toch gaarne eenige nadere toelichtingen van Ged. Staten hebben. Van het antwoord van Ged. Staten zal zijn stem afhangen. De heer Beu z e m aker C. P.) zeide, dat de te nemen proef onverbrekelijk moet worden verbonden aan het bekende „groote plan", om verbetering te brengen in den toestand in Geestmerambacht. Het plan moet zóó worden uitgevoerd dat volledig rekening wordt ge houden met de belangen van hen, die thans den grond in quaestie bewerken (eigenaren en pachters). Men denke ook aan de groote rol die de hypotheken spelen. Spr. zou gaarne de toezegging hebben van Ged. Staten, dat zij bereid zijn, bedrijfsschade- loosstelling te geven aan die pachters, die misschien in financieele moeilijkheden komen door de proef. Voorts zou spr. willen uitbetaling van normale arbeidsloonen en drong hij aan op méér contact met de belanghebbenden. De heer Groen (R.K.) vestigde er de aan dacht op dat het lot van de tuinbouwbevol- king afhangt van verschillende factoren, waar op Prov. Staten geen invloed kunnen uitoefe nen. Alleen ruilverkaveling zal dus de nood in Geestmerambacht niet opheffen. Men verbete re vooral de verdeeling der bedrijven. De Banne van Zuid-Scharwoude heeft weliswaar bezwaren gemaakt tegen het plan, maar dit hebben niet gedaan de verschillende tuinbouw- vereenigingen, waarvan de leden toch als des kundigen mogen worden beschouwd. Spr. hoopte dat bij een schuldenregeling de hypotheekhouders niet zullen worden gedu peerd. Met enkele restricties kan spr. zich overigens wel met de voordracht vereenigen. Hierna werd gepauzeerd tot 1.45 uur. In de zitting van Prov. Staten van Dinsdag middag werden de discussies Inzake de proef polders in Geestmerambacht voortgezet. De heer v. d. Va 11 (S.D.A.P.) zeide dat de plaats aangewezen van den Oostpolder z.i. de juiste is. Wanneer de zaak van de proefpolders wordt doorgezet zal dit leiden tot verbetering der positie van eigenaars, pachters en arbei ders. De „eigenaar" is op het oogenblik toch alleen eigenaar bij de gratie der hypotheek bank. Het voorstel van Ged. St. moet worden aangenomen. De heer Luden (C. H.) kon zich in 't alge meen aansluiten bij het door den heer De Jong Schouwenburg in de ochtendzitting gespro kene. De heer V1 e k k e (N.S.B.) vroeg wat er met de 100 eigenaren zal gebeuren, als er na de verkaveling veel minder perceelen zullen zijn en hun geen grond wordt toegewezen. De heer Dok (S.D.A.P.) wees in hoofdzaak op het probleem van de vaste lasten, dat op het platteland van veel belang is. Overigens hoopte spr. dat de voordracht zal worden aangenomen De heer Klaas de Vries (V.D.) had met groote ingenomenheid van deze voordracht kennis genomen. Die voordracht moet be schouwd worden als een middel om tot een gróóter plan te komen. De heer Kooiman (Ged. Staten) dankte voor de goede ontvangst van de voordracht. Geestmerambacht verkeert in grooten nood. Uit Geestmerambacht zijn geen bezwaren tegen de voordracht van Ged. St. gehoord, alleen de banne Zuid-Scharwoude zeide: ,Doe het maar liever bij mijn bum-man". Dat er werkgelegenheid komt, moet in deze tijden van groot gewicht worden geacht. Het gaat er Ged. St. bij deze proef om, zooveel mogelijk ervaring van moeilijkheden op te den. Hier voor is juist de Oostpolder van veel belang. Blijkt de proef te duur, dan zullen Ged. Staten wel niet met verder strekkende voorstellen komen. Van de particuliere belangen zeide spr.: Ged. Staten hebben inzake het afwegen van het algemeen belang tegen particuliere belangen een verleden en zullen dit niet ver loochenen. Aan overdreven verlangens zal niet tegemoet gekomen worden. Voor het op- maken van de voordracht is overleg gepleegd met menschen uit de streek en met deskundi gen en dezen voelden er veel voor, zoo spoe dig mogelijk met twee proefpolders te be ginnen. Wat de eigenaren betreft, die de heer Vlekke noemde, wellicht is voor hen op eeniger wijze een 'bestaan te vinden in den Wieringermeerpolder; zooveel als maar eenigszins mogelijk is, zal voor deze menschen gezorgd worden. Tenslotte zeide spr. dat hij zich niet kon voorstellen, dat ook maar één lid van Prov. Staten niet aan het nemen van deze proeven zou willen medewerken. De voordracht van Ged. St. werd hierna z.h.s. aangenomen. Aangenomen werd het voorstel van Ged. Staten, tot het verleenen van subsidie over 1937, '38 en '39 (berekend naar 1 cent per in woner) aan de Borgstellingsfondsen voor den Middenstand in Noord-Holland. Behandeld werd verder het prae-advies in zake het adres van een commissie, aange wezen door de besturen van een aantal in het Hoogheemraadschap Amstelland gelegen wa terschappen, betreffende reorganisatie van dat Hoogheemraadschap. De heeren De Rijke c.s. (N.S.B.) hadden hierop de volgende motie ingediend: Ondergeteekenden stellen voor, te beslui ten als volgt: Provinciale Staten van Noord-Holland, ken nis genomen hebbende van het adres der commissie, aangewezen door de besturen van 17 waterschappen inzake de organisatie van het hoogheemraadschap Amstelland en van het prae-advies van Gedeputeerde Staten naar aanleiding daarvan; dragen Gedeputeerde Staten op, de com missie in de gelegenheid te stellen, de aange voerde bezwaren nader toe te lichten en ver volgens in overleg met hun ambtgenoo.ten in Utrecht en Zuid-Holland en voor zooveel noo dig met het Departement van Waterstaat, voorstellen te ontwerpen, teneinde te gera ken tot opheffing, althans doelmatiger or ganisatie van genoemd hoogheemraadschap. De heer De Rijke lichtte de motie toe, waarin hij pleitte voor een minder bureau cratische regeling. De heer Ankersmit (S. D. A. P.) achtte de in de motie vervatte opdracht aan Ged. Staten absoluut overbodig. Ged. Staten stre ven immers reeds naar reorganisatie. De zaak kan verder vol vertrouwen aan de prudentie van Ged. Staten worden overgelaten. De commissie heeft bovendien te allen tijde ge legenheid, de bezwaren nader toe te lichten. Het is dwaasheid, nu om deze gelegenheid te vragen. Deze motie doet denken aan die op geblazen relletjes-politiek, waaraan spr. dacht dat nu na de Kamerverkiezingen een einde gekomen was. Mr. Bomans (Ged. St.) zag in de motie een dringen in een richting, die Ged. St. toch misschien wel zullen uitgaan. Reorganisatie van het Hoogheemraadschap komt met het najaar aan de orde. Mr. de Rij ke (N. S. B.) trok hierna de motie in. De voordracht van Ged. Staten werd aan genomen. Nadat nog eenige subsidies waren toegekend, werd de zitting gesloten. AANBESTEDINGEN. HAARLEM Woensdag. De eerst aanwezende ingenieur der genie te Haarlem heeft gisteren aanbesteed het doen van voorzieningen aan militaire gebouwen en werken ten Oosten van Haarlem en in den Haarlemmermeerpolder. Er waren twee laag ste inschrijvers n.l. Van Essen te Halfweg en R. A. van der Meulen, Badhoevedorp, voor 3.700. Bij loting werd laatstgenoemde aan gewezen. Verder werden aanbesteed de wer ken van Uitgeest tot Velsen en bij IJmuiden. Laagste inschrijvers waren R. Jorritsma te Heemstede en Gebr. Schram te Beverwijk voor 3.220. Bij loting werden de Gebr. Schram aangewezen. Tenslotte zijn aanbesteed de werken te Haarlem. Laagste Verheul Haar lem voor 9.461. De Wereldjamboree. Daar op de Wereldjamboree te Vogelenzang niet minder dan 25U00 deelnemers en bezoe kers verwacht worden, heeft men ter plaatse nauwkeurig bestudeerd hoe het probleem der geluidsversterking opgelost dient te worden. Naar wij vernemen, zal de hiervoor door Philips ontworpen installatie uit drie gedeel ten bestaan. Bij het groote kampvuur, waar plaats is voor alle deelnemers, zullen vier mi crofoons en dertig groote luidsprekers ge plaatst worden. Op het ruime demonstratie veld heeft men aan beide zijden tribunes ge bouwd voor ca. 13000 personen, hier zullen drie microfoons en twintig luidsprekers voor de geluidsversterking zorgen, terwijl in het theater, dat 1200 in een groote tent onderge brachte zitplaatsen heeft, een vijftal micro foons en tien luidsprekers de toehoorders in staat zullen stellen het gesproken woord te volgen. CONGRES VAN EUROPEESCHE SUIKER BIETEN-VERBOUWERS. Dinsdag is in het Palace-hotel te Scheve- ningen de vergadering begonnen van de con federatie der Europeesehe suikerbietenver bouwers (Confederation Internationale des Betteraviers Européens) welke heden zal worden voortgezet. De vergaderingen der betteraviers hebben, voorzoover dit mogelijk Is, steeds plaats vóór het internationaal landbouwcongres, het welk dit jaar in Scheveningen wordt gehou den en Donderdag a.s. zal worden geopend. Dr. P. J. H. van Ginneken, secretaris van den bond van Coöperatieve suikerfabrieken, hield een voordracht over „La situation de la production Betteravière dans les Pays- Bas". De heer van Ginneken wees daarbij op het belangrijk aandeel, dat de coöperaties in de verwerking der bieten in Nederland heb ben. Hij zette uiteen, hoe de tegenwoordige toestand in Nederland ontstaan is, waarbij 60 pet. der bieten door coöperaties wordt ver werkt en 40 pet. door Óe Centrale Suiker- maatschappij. Na een kort overzicht te hebben gegeven van de steunmaatregelen zette hij het Ne derlandsche standpunt uiteen ten opzichte van steun aan landbouw en industrie. Hij legde er den nadruk op, dat volgens het Ne derlandsche standpunt een dergelijke steun op den duur slechts zin heeft, indien de be treffende productietak in het wereld-pro ductiesysteem reden van bestaan heeft, en toonde aan, dat de Nederlandsche suikerpro ductie uit bieten aan dezen eisch voldoet. De Nederlandsche kostprijs is laag. Men kan de wereld niet van suiker voorzien zonder sui ker van dezen kostprijs mede in de produc tie en de consumptie te betrekken Hij wees op den critischen en dikwijls vijan- digen geest, die de Nederlandsche bietsuiker productie voortdurend omgeeft en zette de oorzaken daarvan uiteen. Dat de regeering bij het vaststellen der steunmaatregelen steeds op een verlaging van den kostprijs aanstuurt is op zichzelf juist en moet wor den toegejuicht. Dat echter de productie noo- deloos wordt ingekrompen, waardoor de kost prijs hoog-er wordt gehouden dan nooidig is, daartegen moet worden opgekomen. Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde. HAARLEM Woensdag. Gisteravond hield de afdeeling Haarlem van de Kon. Nederl. Maat schappij voor Tuinbouw en Plant kunde een buitengewone ledenverga dering in hotel Lion d'Or, ter bespre king van de candidaten voor het hoofdbestuur. Bij ontstentenis van den voorzitter, den heer J. L. Bouwer, opende de secretaris, de heer R. M. van der Hart de vergadering. Na het voorlezen van de notulen gaf de heer van der Hart een résumé van de lezing over de behandeling van planten met Rönt- genbestraling, gehouden op de vergadering van voorzitters en secretarissen te Alkmaar. Door deze bestraling worden vooral de erfelijke eigenschappen beïnvloed, doch een nadeel is, dat vaak ook goede eigenschappen vernietigd worden. Ook wegen de financieele voordeelen, die het verbeterde product af werpt,vaak niet op tegen de hoöige kosten van de bestraling. Daardoor zal deze methode voorloopig al leen kunnen worden toegepast bij seizoen artikelen, die zeer hooge prijzen opbrengen. Voor algemeene toepassing zal deze werk wijze pas vatbaar zijn, wanneer de hooge electriciteitstarieven verlaagd kunnen wor den. Het bestuur overweegt, dit onderwerp in het a.s. winterseizoen door een deskundige te laten behandelen. Vervolgens werd de candidaatstelling voor het hoofdbestuur behandeld. Als candidaten werden genoemd Prof. W. Docters van Leeu wen te Leersum en de heeren J. L. Bouwer te Haarlem en PJ. F. Gli. Dix, te Heemstede. Aan de schitterende inzending Lathyrus van de Coöperatieve Tuinbouwvereeniging Eigen Tuin werden 10 punten toegekend, ter wijl uit de vergadering stemmen opgingen voor een extra-vermelding van het resultaat, dat deze leeken wisten te bereiken. De inzending Aloëes van den kweeker Hoppenbrouwer verwierf 10 punten, terwijl aan het mooie sortiment van de kweekerij De Teunisbloem 9 punten werden toegekend. Hout en Plantsoenen oogstte veel lof voor haar fraai sortiment botanische rozen in 28 variëteitew waarbij door den heer Dorre- steijn eenige toelichtingen werden verstrekt. De Tweede en de Derde Internationale. 's-GRAVENHAGE. 16 Juni. De heer ir. J. W. Albarda deelt mede dat het bericht, dat de Tweede en Derde Internatio nale zouden hebben besloten, een eenheids front te vormen, teneinde de Spaansche re geering bij te staan, niet juist kan zijn. Het bestuur der Socialistische Internationale heeft tot dusver elk eenheidsfront en elke gemeenschappelijke actie met de communis ten afgewezen. Wel is in de vergadering van 12 October 1935 te Brussel erkend, dat de voorzitter en de secretaris natuurlijk „de vrijheid bezitten om in hun functies, voorzoover hun dat goed dunkt, informatieve besprekingen te houden met personen en vertegenwoordigers van internationale arbeidersorganisaties en andere organisaties, die een actie tegen den oorlog voeren'. Echter zijn de heeren De Brouckère en Adler niet bevoegd eenige ver bintenis aan te gaan, met wie ook. In zijn telegram van 4 Juni 1.1. aan Dimitrof heeft De Brouckère dit laatste uitdrukkelijk vastgesteld. Het bestuur der S. A. I. heeft ook na den 4den Juni zoodanige volmachten aan De Brouckère en Adler niet gegeven. Het moet dus uitgesloten worden geacht, dat tot een eenheidsfront zou zijn besloten. Vast staat in elk geval, dat de Nederland sche S. D. A. P. aan geen enkele gemeen schappelijke actie met de communisten haar goedkeuring zal hechten of haar medewerking zal verleenen. MINISTER VAN T.TDTH DE JEUDE BIJ DE KONINGIN 'S-GRAVENHAGE. 16 Juni. H.M. de Ko ningin heeft hedenochtend in het paleis Huis ten Bosch den minister van Waterstaat, Jhr. ir. van Lidth de Jeude in audiëntie ont vangen. Siklis door Mohammedanen overvallen. Eenige honderden Mohammedanen hebben bij Ala (Indische provincie Pensjab) met spe ren, bijlen en messen ean aanval gedaan op een groep Sikhs, die een religieuze bijeen komst hielden. De politie heeft, tot herstel van de orde, van de vuurwapenen moeten gebruik maken. Drie personen werden gedood. Er zijn verscheidene gewonden. Blijde gebeurtenis aan het Bulgaarsche Hof. SOFIA, 16 Juni (Havas-A.N.P.) Koningin Joanna van Bulgarije heeft het leven ge schonken aan een zoon. De koninklijke moe der en haar kind, de kroonprins, maken het goed. In het land heerscht groote vreugde. De voorrangswegen. De A.N.W.B. schrijft ons: Met ingang van 4 Juli a.s. zal de voor rangsregeling voor een groot aantal rijks wegen van kracht worden. Dat de voorbereiding tot de regeling, in den vorm van het aanbrengen van de voor- rangs-wegteekens, veel tijd vereischt spreekt vanzelf. Hier en daar ziet men reeds de paaltjes met oranje koppen langs de rijkswegen ver schijnen. Evenwel blijken dan niet steeds ook de voorgeschreven waarschuwingsborden, in den vorm van een omgekeerden driehoek, op de dwarswegen geplaatst te zijn. Daar deze volgorde in het aanbrengen der aanduidingen het gevaar medebrengt, dat de rijders op de wegen met oranje koppen zouden kunnen veronderstellen, dat de be treffende wegen reeds voorrangsweg zijn, terwijl het verkeer op de zijwegen geen aan leiding tot deze opvatting heeft, waarschuwt de A.N.W.B. de weggebruikers ernstig, uit de aanwezigheid van oranje koppen op de af standspaaltjes niet op te maken, dat zij reeds nu voorrang hebben. Een vergissing ten dezen zou de meest noodlottige gevolgen kunnen hebben. Behoudens op het gedeelte Voor- burg-Zoetemeer van den rijksweg Den HaagUtrecht en enkele pro vinciale wegen in Groningen, heeft tot4 Juli a.s. de van rechts komende nog onder alle omstandigheden voor rang. Eerst met ingang van dien da tum treedt het voorrangswegen be sluit in werking.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 7