HET NIEUWE AVONDBLAD
De Tentoonstelling.
Waarom nu toch een pufverbod?
RIJWIELEN
KINDERWAGENS
STOFZUIGERS
22e JAARCANC No. 202
DONDERDAG 1 JULI 1937
NMUIDER COURANT
ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand
40 cents plus 2]/2 cents incasso, per kwartaal 1.20
plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents.
Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden. Telef. 5301
VERSCHIJNT DAGELIJKS BEHALVE OP ZON- EN FEESTDAGEN
UITGAVE LOURENS COSTER. MIJ. VOOR COURANTUITGA VEN EN ALG. DRUKKERIJ N.V.
DIRECTIE P W PEEREBOOM EN ROBERT PEEREBOOM.
AD VERTE NTIëN15 regels 0.75. Elke regel meer
15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten
ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel
meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs.
ALLE ADVERTENTIeNOPGEGEVEN VOOR DIT BLAD. WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KEN NEMER COURANT.
Gratis Ongevallenverzekering voor betalende abonnès. Levenslange ongeschiktheid J 2000.— overlijden ƒ400.—. verlies van hand, voet of oog ƒ200.—, beide leden duim f 100.één lid duim ƒ50.alle leden wijsvinger ƒ60.—
één of twee leden wijsvinger f 25.—, alle leden anderen vinger ƒ15.—. één of twee leden anderen vinger ƒ5.—, arm- of beenbreuk 30.—enkelbreuk ƒ15.—, polsbreuk 15.—Opvarenden van visschers-, marinevaartuigen enz. ƒ400.-
bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaarttot een maximum van ƒ2000.indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés mocht tengevolge hebben.
Nog afzonderlijke verzekering voor abonnés op het Geïllustreerd Zondagsblad. Alles indien het gevolg van een ongeval en volgens gratis ten kantore van dit blad verkrijgbare voorwaarden.
Gistermiddag is de Frans Hals-tentoon
stelling geopend door den Minister van On
derwijs. Het is een groote gebeurtenis voor
onze stad. Het is tevens een groote gebeurte
nis in de kunstwereld, want nimmer tevoren
is een zoo veelomvattende blik gegund op het
oeuvre van dezen kunstenaar, dien de wereld
sinds lang erkend heeft als te behooren tot
de kleine groep der opperste uitverkorenen:
die der genieën. Deze tentoonstelling in het
stedelijk museum, in een stil Haarlemsch
straatje, zal haar licht uitstralen in de gan-
sche beschaafde wereld. Vele kunstgeleerden,
kunstkenners-van-professie en kunstmin-
naars-amoris causa zullen duizenden kilome
ters reizen om dit te kunnen zien. Er zal over
geschreven worden in tallooze artikelen in
dagbladen, periodieken, vaktijdschriften in
vele landen en talen. Het is goed voor Haarlem
en goed voor het Frans Hals Museum, aldus
in het middenpunt van de kunst-belangstel
ling der wereld te worden geplaatst.
Dinsdagmorgen, toen het college van Bur
gemeester en Wethouders ons journalisten in
het museum ontving en wij werden rondge
leid door den directeur, den heer G. D. Grata-
ma, werd ons niet alleen allerlei over het werk
van Frans Hals verteld maar ook over de er
varingen die de directeur had opgedaan bij
zijn pogingen in binnen- en buitenland, om
werken van Hals voor deze tentoonstelling ter
beschikking te krijgen. Niet overal was hij
geslaagd in zijn streven, maar de uitkomst
bewijst wel dat hij in het algemeen zeer veel
bereidwilligheid heeft ontmoet. Zelfs zijn er
schilderijen bij die nog nimmer tevoren ten
toongesteld zijn en dus hun debuut maken in
het licht der openbaarheid.
De geschiedenis van de groote schilderijen
tentoonstellingen der laatste jaren, o.a. van
een reeks exposities in Londen en in Amster
dam, toont duidelijk aan dat de toeschiete
lijkheid op dit punt sterk stijgende is. Veel
meer dan vroeger schijnt gevoeld te worden
dat men het genot van kostelijke kunstschep
pingen ook aan zijn medemenschen moet
gunnen en daarvoor de onloochenbare risico's
dan ook maar over hebben. Dat is een ver
heugende nieuwe opvatting.
Meer dan honderd werken van den genialen
portretschilder tijdens een enkel bezoek van
een uurtje in zich op te nemen is natuurlijk
volslagen onmogelijk. Zelfs de kenner-par-
excellence zou daar niet in slagen. Maar on
der de eerste indrukken die men bij zoo'n
snellen rondgang opdoet is ook deze, voldoe
ning gevende, dat de zeven Halsen die ons
Museum zelf bezit toch inderdaad wel tot zijn
belangrijkste werk behooren. Wij eindigden
er den rondgang mee. Maar voor de zooveel-
ste maal, en niet minder dan tevoren, werd ik
weer intens geboeid door die beide regenten
stukken, die de meer-dan-tachtigjarige Hals
schiep toen hij armlastige van de gemeente
was geworden. Die slotstukken van zijn
oeuvre, waarin hij het innerlijk van zijn su
jetten in hun „tronies" weergaf zijn ook hier
weer als een apothéose van een groot kun
stenaarsleven
In den aanvang van dit artikel heb ik de
kunstgeleerden en -kenners en -minnaars
genoemd die duizenden kilometers zouden rei
zen om een tentoonstelling als deze te zien.
Misschien hebben sommige lezers gedacht:
hij vergeet de kunstenaars. Maar dat was
niet zoo. Ik heb wel aan hen gedacht en zelfs
in de eerste plaats. Maar hoevelen zouden er
onder hen zijn, die reizen van duizenden kilo
meters kunnen betalen? Zijn er? De meesten
zijn in dezen tijd armlastig, gelijk Hals het
was op het einde zijns levens, dat als geheel
zich kenmerkte door een voortdurende
vlucht van logies-naar-logies, met den deur
waarder als achtervolger. Het lot van den
kunstenaar in de twintigste eeuw is wéinig-
beter dan dat van zijn voorzaat in de zeven
tiende.
Het mooiste dat hem geworden kan is, door
velen verstaan te worden. Ik wil mij daarom
op dezen openingsdag in de eerste plaats
wenden tot u, duizenden Haarlemmers, wien
het voorrecht ten deel valt deze wereldge
beurtenis op kunstgebied te kunnen beleven
zonder er lange reizen voor behoeven te ma
ken. Ten koste van een klein geldelijk offer
kunt gij een schoonheidsgenot smaken dat
talloozen u zullen benijden omdat het voor
hen onbereikbaar is. Ik verwacht dat gij dit
allen beseffen zult. Velen onder u hebben het
Frans Hals Museum zelfs nog nimmer be
zocht. Daar hebben zij de kunst en zichzelf
onrecht mee gedaan. Een beter gelegenheid
om dit tekort in hun leven weg te nemen is
niet denbaar en een evenwaardige zal zich
ook niet pieer binnen afzienbaren tijd voor
doen.
Het Frans Hals Museum verwacht thans in
de eerste plaatsde Haarlemmers. Het
heeft ook hun zeer veel schoons te bieden.
v R.E.
IJMUIDEN
Ledenvergadering Harddraverij-
vereeniging „IJmuiden".
De draverij gaat door.
In de gisteravond gehouden leden
vergadering van de Harddraverij vei-.
„IJmuiden" heeft de voorzitter, de
heer S. J. P. Stevens den leden mede
gedeeld, dat dank zij de medewerking
van de winkeliers van IJ. O. V., het
doorgaan van de draverij ook in dit
jaar verzekerd is. De draverij zal ge
houden worden op Donderdag 9 Sep
tember, wederom in de Trompstraat.
Na de opening en het lezen der notulen
van de vorige vergadering deed de voorzitter
eenige mededeelingen over de conferenties
met den burgemeester in verband met het
verzoek, om drie dagen kermis te mogen hou
den. De burgemeester, wijzende op het besluit
van den gemeenteraad, waarbij de kermis
werd afgeschaft, had in Februari den raad
gegeven een desbetreffend verzoek in te die
nen. Het bestuur had de beschikking over
een terrein van 4000 M2„ waarvoor een ex
ploitant gevonden was. De politie vond het
terrein echter te klein, reden waarom naar
een grooter terrein werd omgezien. Er kon
toen de hand worden gelegd op een terrein
van 10.000 M2. Er werd vele malen met den
burgemeester en de politie geconfereerd. Toen
kwam er een protest tegen de kermis van de
zijde van de winkeliers, maar ten slotte zegde
de burgemeester zijn medewerking tot het
houden van vermakelijkheden toe. Totdat
dezer dagen bericht werd, dat slechts gedu
rende één dag en wel op den dag der draverij
kermisvermakelijkheden zouden mogen plaats
vinden. Dit besluit was onherroepelijk. Na
mens het bestuur heeft de voorzitter toen den
burgemeester medegedeeld, dat van de toe
stemming geen gebruik zou worden gemaakt.
Later heeft het bestuur met de winkeliers
vergaderd en dat heeft tot resultaat gehad,
dat de draverij zal doorgaan.
Na de gehouden bestuursverkiezing, die tot
resultaat had, dat de heer Vellekoop geko
zen werd, zette de voorzitter nader den stand
van zaken ten opzichte van de draverij uit
een. Er is voor vooruit te betalen belasting,
voor garantie en voor prijzen een bedrag van
ongeveer f 1300 noodig. Het bestuur is avond
aan avond in de weer geweest en de zaken
staan thans zoo, dat dank zij een particu
lier en het reclame-comité van IJ. O. V. de
benoodigde som beschikbaar is. De voorzitter
riep aller medewerking in, opdat ook nu weel
de draverij zal slagen. Er zullen maatrege
len genomen worden om „blinde passagiers"
van de baan te weren. Tot dit doel zal aan
alle bezoekers een kenteeken worden uitge
reikt, dat zichtbaar gedragen moet worden.
Zij die zulk een kenteeken niet dragen, krij
gen een proces-verbaal en zullen door de po
litie van de baan verwijderd worden. Voor
vuurwerk is echter geen geld beschikbaar.
Bij monde van den heer S. Baarda werd
het bestuur, in het bijzonder den voorzitter
hulde gebracht, voor zijn volharding, waar
door het mogelijk is, dat ondanks dat alles
tegenliep, de draverij gehouden kan worden.
De heer v. d. Kleij wees er nog op, dat het
adres der winkeliers niet ging tegen de kermis
der harddraverij in het bijzonder, maar tegen
kermissen in het algemeen. Ook deelde de
heer v. d. Kleij nog mede, dat de steun aan
de draverij officieel door IJ. O. V. is ver
leend. IJ. O. V. stelt tevens toegangsbewijzen
beschikbaar tegen inlevering van IJ. O. V. ze
gels.
Met een woord van dank tot de aanwezige
leden voor hun opkomst, sloot de voorzitter
de vergadering.
HET ROER WAS DEFECT.
Toen de stoomtrawler Uiver IJ.M. 384 te
Amsterdam in het dok droog kwam, bleek,
dat er een slag in den roerkoning zat, waar
door het roer ontzet was.
Het merkwaardige is, dat men hiervan te
voren niets gemerkt had.
De tegenstanders aan het woord.
Interessante brochure van de Nederl.
Vereeniging van Belanghebbenden
bij de Schar- en Scholvisscherij.
Het vraagstuk der pufvisscherij is
door de eenigen tijd geleden inge
voerde minimum-maaswijdte en het
in de lucht hangende aanvoerver-
bod van ondermaatsche visch weer
actueel geworden.
Zooals men weet zoekt men reeds
gedurende eenige jaren op interna
tionaal gebied naar middelen, om het
vernietigen van den vischstand door
het wegvisschen van het broed, spe
ciaal dat van platvisch tegen te gaan.
Men meent dit te kunnen vinden door
'n combinatie van bovengen, maatre
gelen, welke maatregelen de belangen
der eendenhouders en die der visch-
meelfabrieken zoodanig in het gedrang
komen, dat deze bedrijven bij in
voering van een aanvoerverbod van
visch wel moeilijk in stand gehouden
kunnen worden.
Thans is echter reeds gebleken, dat het
vaststellen van een minimum-maat op de ma
zen alléén geen noemenswaardige resultaten
heeft opgeleverd. De aanvoer van puf wordt
op dezelfde wijze voortgezet, niet alleen tot
schade van den vischstand, maar ook tot groot
verdriet van duizenden ingezetenen, wier reuk
organen door de geuren, inhaerent aan deze
visscherij, nog voortdurend worden „ge
streeld".
De belanghebbenden bij de pufvisscherij, die
thans het aanvoerverbod van ondermaatsche
visch als een ernstige bedreiging van hun be
staan boven het hoofd zien hangen hebben
hunne bezwaren kenbaar gemaakt in een
brochure „Waarom nu toch een pufverbod?"
De brochure, uitgegeven door de Nederl. Ver
eeniging van Belanghebbenden bij de Schar
en Scholvisscherij zullen wij in gedeelten in
ons blad overnemen.
Inleiding.
In November 1931 is door onze vereeniging
een brochure uitgegeven getiteld „Waarom
geen pufverbod", waarin werd betoogd dat ver
bod van aanvoer van puf het kwaad van de
vangst van deze visch niet tegenging en dus
nimmer eenig nuttig effect kon ten gevolge
hebben. Breedvoerig werd aldaar uiteengezet,
dat de constructie en de wijze van gebruik van
het trawlnet vernietiging van ontzaglijke hoe
veelheden ondermaatsche visch tot gevolg had.
Daarnaast werd met voorbeelden aangetoond,
dat uitdunning van de jonge schol geenszins
als schadelijk voor den vischstand behoorde
te worden aangemerkt, terwijl ten slotte op
de schadelijke gevolgen van een pufverbod
voor verschillende bedrijven werd gewezen.
Geëindigd werd met als oplossing voor te stel
len uitvaardiging van voorschriften omtrent
het te gebruiken vischmateriaal.
Langzamerhand is de overtuiging dat het
gebruikte vischmateriaal de oorzaak van ver
nietiging van jonge visch is, steeds meer door
gedrongen.
Het verdient in dit verband opmerking hoe
èn de visscherij bioloog Dr. Tesch èn de Ree-
dersvereeniging te IJmuiden, de eerste in zijn
puf rapport, de tweede in zijn antwoordbro-
chure „Daarom een pufverbod", beiden slechts
één oplossing wisten, die zoo spoedig mogelijk
moest worden toegepast, namelijk een pufver
bod. Voorschriften omtrent de maaswijdte van
'n vischmateriaal werden door den bioloog zelfs
niet genoemd, door de Reedersvereeniging on
uitvoerbaar geacht, tenzij dit vraagstuk inter
nationaal werd geregeld.
In Juli 1933 heeft de Engelsche Regeering
tot bescherming van den vischstand een ver
bod uitgevaardigd voor alle ingeschreven
visschersvaartuigen om netten beneden een
VAN ZEELAND IN DE VEREENIGDE STATEN. De Belgische minister
president Van Zeeland, die op het oogenblik in Amerika besprekingen voert met
president Roosevelt, bij zijn aankomst in New-York. In het midden zijn
echtgenoot?.
bepaald voorgeschreven maat buiten de drie
mij lsgrens te gebruiken. Daarnaast is bij ge
lijke wet een verbod ingevoerd van aanvoer
van hake, schelvisch, schol, schar en tong be
neden een bepaald voorgeschreven maat. In
verschillende anadere landen is dit voorbeeld
gevolgd. Eerst sedert Januari 1937 geldt voor
ons land de bepaling, dat netten beneden een
maaswijdte van 7 cM. niet voor de gewone
visscherij mogen worden gebezigd. Uitvaar
vergunning wordt voor visscherijschepen al
leen dan verleend, indien netten van voormelde
maaswijdte aan boord zijn.
Voor ons land geldt tot op heden nog geen
verbod van aanvoer van visch beneden een
zekere maat, doch alles wijst er op dat een
dergelijk verbod niet lang meer op zich zal la
ten wachten. Binnen korten termijn zal de be
trokken Minister omtrent dit vraagstuk voor
ons land een principieele beslissing moeten
nemen. Uitstel met het oog op de belangen
van derden schijnt thans niet meer mogelijk
en voorgelicht door zijn deskundige raadge
vers valt te verwachten, dat ook ons land het
voorbeeld van het buitenland zal volgen.
Hoe de deskundige raadgevers den Minister
zullen adviseeren is voor ingewijden niet on
bekend.
Reeds in zijn bekend pufrapport van 1925
adviseert Dr. Tesch tot een verbod van aan
voer van puf. De sinds eenige jaren door de
Regeering opgerichte Visscherij-Centrale om
trent de verbetering van den vischstand in de
Noordzee rapport uitbrengend, volgt het En
gelsche voorbeeld en adviseert een minimum
maaswijdte en verbod van aanvoer van be
paalde vischsoorten beneden een voor iedere
soort voorgeschreven maat.
Wanneer de visscherij-deskundigen van
Duitschland, België Denemarken, Finland,
Frankrijk, Groot-Brittannië, Noorwegen, Ne
derland, Polen, Portugal en Zweden op een
Internationaal Congres in Juni van het jaar
1934 te Kopenhagen bijeenkomen, dan wor
den de verschillende besprekingen samengevat
in onderscheidene conclusies, die bedoelen
aan de verschillende regeeringen te adviseeren
in de allereerste plaats voor het te gebruiken
vischmateriaal een minimum maaswij dte voor
de netten voor te schrijven en daarnaast aan
voer te verbieden beneden zekere maat van
bepaalde vischsoorten.
Londensche Conventie.
Als klap op de vuurpijl komt in een onzer
groote bladen het bericht, dat sinds eenige
tijd te Londen besprekingen zijn gevoerd tus-
schen de verschillende landen betrokken bij
de visscherij op de Noordzee om te trachten
middelen te vinden tot verbetering van het
vischbestand in de Noordzee, waarbij voor ons
land optraden Dr. Tesch wetenschappelijk
viseur in visscherij zaken aan het departement
van Landbouw en Visscherij en de heer Jans-
sens directeur van de N.V. Ned. Visscherij
Centrale.
Na in November van het vorig jaar de be
sprekingen bij gebreke van overeenstemming
te hebben afgebroken, werd in Maart van dit
jaar de conferentie hervat en kwam men tot
een internationale conventie die werd onder
teekend door België, Denemarken, Duitschland,
Groot-Brittannië, N.-Ierland, IJsland, den Ier-
schen Vrijstaat, Nederland, Noorwegen, Polen
en Zweden. Alleen Frankrijk meende zich
voorloopig nog afzijdig te moeten houden. De
voornaamste bepalingen daarvan zijn een mi
nimum-maaswijdte van 7 c.M. voor de netten
en een minimummaat voor kabeljauw 24 c.M.
schelvisch 24 c.M., hake 30 cJM., schol 23 c.M.
tong 21 c.M., tarbot 25 c.M., griet 25 c.M. en
schartong 23 c.M.
Deze conventie wordt van kracht drie maan
den na de ratificatie der deelnemende landen.
Zoodra de Minister zijn goedkeuring aan deze
bepalingen heeft gehecht worden deze na voor
melde periode van kracht.
Practisch komt dit alles neer op een pufver
bod. De Minister die sinds jaren met het oog
op de belangen der eendenhouders, vischmeel-
fabrikanten en de loonen der opvarenden van
motorloggers een pufverbod heeft geweigerd,
hoezeer hierop èn zijn departement èn de
trawlerreeders speciaal te IJmuiden aandron
gen, zal thans en wel binnen korten termijn
hebben te beslissen welk systeem hij voor ons
land het beste acht.
De vorm waarin dit vraagstuk thans aan
hem ter beslissing wordt voorgelegd, doet vree
zen dat tal van factoren daarin mede een rol
gaan spelen, die met het eigenlijke vraagstuk
waarom het hier gaat niets te maken hebben.
Wanneer vertegenwoordigers der Nederland-
sche Regeering een internationale conventie
medeonderteekenen, dan valt te verwachten
dat dit niet is geschied zonder ruggespraak
met het betrokken departement, dit te meer
waar de conferentie wegens gebrek aan over
eenstemming van Notfëmber 1936 tot Maart
1937 is verdaagd geworden.
Onder deze omstandigheden spelen interna
tionale hoffelijkheid en het gezag der Neder-
landsche Regeering tegenover het buitenland
een wel zoo gewichtige rol, dat moeilijk van
den betrokken Minister een weigerende hou
ding kan worden verwacht.
Hierbij komt en dit telt niet gering, dat
binnen- en buitenlandsche deskundigen op
visscherij gebied gesteund door de trawlerree-
derijen, dus menschen uit de praktijk, een puf
verbod noodig en wenschelijk achten.
Hoe kan onder deze omstandigheden worden
verwacht dat de Minister nog langer voor de
belangen van de eendenhouders, vischmeelfa-
brikanten en opvarenden der loggerschepen
op de bres zal staan?
OPDRACHT.
Het bouwen van een landhuis aan de Lom-
uar Petrilaan te Overveen onder architec
tuur van Ir. F. Kruger te Heemstede is op
gedragen aan de la. de Boer en Zwart alhier.
0.75 per week
0.60 per weck.
0.60 per week.
Handelsonderneming,, UNIC"
HOUTMANSTRAAT 4. BI7 DEN WATERTOREN.
(Adv. ingez. Med.)
De omzet in den Rijksvischafslag.
In het eerste halfjaar van 1937 ruim
432.000.meer dan in 1936.
De omzet in den Rijkschvischafslag gedu
rende de maand Juni bedroeg f 374.458 tegen
f 323.971 in dezelfde maand van het vorig jaar.
De omzet in het eerste halfjaar van 1937
is daardoor tot f 3.012.811 gestegen en was
f 432,024 meer dan in hetzelfde tijdvak van
1936, toen een totaal bereikt werd van
f 2,580.787.
NAAR ZEE.
De stoomtrawler Vios V zal deze week
naar zee vertrekken. Voorts zijn de Schoorl en
de Beatrice in het dok geplaatst om voor de
visscherij te worden gereed gemaakt.
TERAARDEBESTELLING J. APPEL.
Onder zeer groote belangstelling vond gis
termiddag op de bijzondere begraafplaats
alhier de teraardebesteling plaats van den
20-jarigen J. Appel, die j.l. Zaterdag het
slachtoffer werd van een bedrijfsongeval op
de Papierfabriek, aan de gevolgen waarvan
hij nog denzelfden dag in het Antonius Zie
kenhuis overleed.
In den rouwstoet volgden achter den lijk
wagen vele kameraden van den doode. Door
eenigen van hen werd de baar naar het graf
gedragen.
De plechtigheid had een tragisch verloop,
daar de moeder zoodanig door haar verdriet
werd overmand, dat zij het bewustzijn ver
loor. Maar ook vele anderen waren zeer on
der den indruk.
Eenige treffende woorden van afscheid wer
den gesproken namens den patroon van den
overledene en door een familielid.
Diep onder den indruk verlieten allen den
doodenakker.
AANRIJDING OP DEN RIJKSWEG.
Dinsdagmorgen stak een jongen achter een
hooiwagen, den rijksweg over, zonder op het
verkeer te letten, met het gevolg, dat hij werd
aangereden door een auto waarbij hij een
been brak
BLOEMENDAAL
L. W. R. Wenckebach.
Teraardebestelling
Op de Algemeene begraafplaats aan den
Bergweg is Dinsdagmiddag het stoffelijk over
schot van den bekenden kunstschilder L. W. R.
Wenckebach onder groote belangstelling ter
aarde besteld.
Van de aanwezigen noemen wij prof. Huib
Luns, voorz. en A. F. Reicher, secretaris van
„Arti et Amicitiae", Leonard A. Springer, A.
IJzerman, rar. P. Tideman, mr. M. M. Kwint,
burgemeester van Velsen, dr. Ch. Winckel, P.
E. Peaux, K. Laan. M. P. Hulshoff Pol, Jac. v.
d. Bosch, prof. P. H. van Moerkerken, R. A.
Cornelissen, A. W. Bos, oud-directeur der Ge
meentewerken te Amsterdam, H. J. L. Donker,
C. Roeloffszen, W. Thibaut, J. H. Griessen, K.
Brender a Brandis, J. Woermans Jr., K. Bridée,
R. Dunlop.
Prof. Huib Luns sprak in de aula een ge
dachtenisrede uit, waaraan wij het volgende
ontleenen.
Het is jammer, ving spr. aan, dat Wencke
bach de lof van H. M. de Koningin voor zijn
schilderij, dat in de zalen van Arti et Ami
citiae hangt, niet meer heeft mogen hooren.
In 1905 door Arti's bestuur met de gouden
medaille van H. M. begiftigd, behoorde
Wenckebach tot de ouderen, wier werken nu
tentoongesteld zijn. Spontaan gaf H. M. Hare
bewondering te kennen.
Wenckebach begon als een bekwaam en
kundig teekenaar en graficus, voor zijn natuur
hem tot schilderen dwong. Hij was een knap
penteekenaar en verluchter, in den tijd van
het réveil in de versieringskunst en pas later
trok de doodverklaarde schilderkunst henj
aan.
Hij bezat een warm natuurgevoel, de macht,
die den mensch los maakt van de dagelijksche,
vaak kleinzielige bezigheden.
Gij Wenckebach, die in liefde en grooten
eenvoud middelaar werdt tusschen zeer velen
hebt door uw natuur vooral blijk gegeven van
een eenvoudige conceptie, die u verbindt aan
de groote Hollandsche landschapsschilders,
van wie Ruysdael het groote voorbeeld is ge
weest.
De groote rivieren, machtige luchten, Haar
lem's omgeving hadden jouw liefde! Wij zijn
volkomen gerust over het oordeel der toe
komst van deze eenvoudige landschapskunst.
Wij zullen je gedenken in de schoonheid van
het duinlandschap, waarvan je veel geno
men doch waarvan je ons ook veel gegeven
hebt.
De heer A. N. Verkade sprak als vriend en
richtte woorden van troost tot de familie.
Aan de groeve dankte de heer H. Wencke
bach voor de laatste eer den overledene be
wezen,