HET NIEUWE AVONDBLAD Incident op de Amoer. UMUIDEN OPENT LINTRIKO 22e JAARGANG No. 203 VRIJDAG 2 JULI 1937 IJMUIDER COURANT ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand 40 cents plus 2y2 cents incasso, per kwartaal f 1.20 plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents. Kantoor: Kennemerlaan 42 - LJmuiden, Telet. 5301 VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE OP ZON- EN FEESTDAGEN. UITGAVE LOURENS COSTER, MIJ. VOOR COURANTUITGA VEN EN ALG DRUKKERIJ N.V. DIRECTIE P W PEEREBOOM EN ROBERT PEEREBOOM. ADVERTENTIëN: 15 regels 0.75. Elke regel meer 15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs. ALLE ADVERTENTIëN. OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD, WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT. Gratis Ongevallenverzekering voor betalende abonnés. Levenslange ongeschiktheid J 2000.— overlijden 400.verlies van hand, voet of oog 200.beide leden duim f 100.één lid duim 50.alle leden wijsvinger 60.t één of twee leden wijsvinger ƒ25.—alle leden anderen vinger ƒ15.—één of twee leden anderen vinger ƒ5.—. arm- of beenbreuk ƒ30.—, enkelbreuk ƒ15.—, polsbreuk ƒ15.—. Opvarenden van visschers-, marinevaartuigen enz. ƒ400.— bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaarttot een maximum van ƒ2000.indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés mocht tengevolge hebben. Nog afzonderlijke verzekering voor abonnés op het Geïllus treerd Zondagsblad. Alles indien het gevolg van een ongeval en volgens gratis ten kantore van dit blad verkrijgbare voorwaarden. Er is een tooneelstuk van denFranschen auteur Henry Bernstein dat „Bataille d'Amour" heet onder den naam „Liefdes duel" is het indertijd ook in ons land met veel succes gegaan en nu worden we op het onverwachtst aan dezen titel herinnerd door een Japansch-Russisch gevecht op de gewel dige rivier Amoer, die gedeeltelijk de grens vormt tusschen Sovjet-Russisch en Mand- sjoekwo'sch grondgebied. Die grens is overi gens een vrij duistere zaak, er worden dien tengevolge heel wat incidenten op afgewerkt waarvan we ons in Europa volstrekt niets plegen aan te trekken en „liefdesduels" kan men ze moeilijk noemen. Zelfs de liefde der apen kan men aan de verhouding Rusland- Japan niet toedichten. En de lieflijke naam Amoer is wel zeer ontoepasselijk geworden op de rivier, waar nu de Japanners een Russische kanonneerboot in den grond geboord en een tweede zwaar beschadigd hebben. Van zooiets schrikt de wereld op, net als van de Spaan- sche bommen op het slagschip „Deutschland". Maar ook in dit geval zijn „de meening van Londen" en „de meening van Parijs" vrij op timistisch. Men meent dat het wel los zal loo- pen. Er wordt in Rusland (en misschien ook in Japan) geen oorlog gewenscht en dan schijnt het nationale prestige, zooals dat vanouds heet, ineens erg soepel te wezen. Ge lukkig maar. Overigens is de nawerking van het incident normaal: de Japanners zeggen natuurlijk dat de Russen het eerst geschoten hebben en vice-versa, hetgeen opnieuw herin nert aan de dagelijks overal voorkomende disputen tusschen twee straatjongens of twee scheldende buurvrouwen. Niettemin herinnert dit geval ineens weer erg scherp aan het feit, dat een voortdurende spanning bestaat tusschen Sovjet-Rusland en Japan, die beide tot de tanden bewapend zijn en dat zoowel Siberië als de Japansche vazal staat Mandsjoekwo vol versterkingen en troe pen zitten. Er zijn menschen die met zeker jolig cy nisme een Jap.msch-Russischen oorlog „niet zoo kwaad zouden vinden". Zij hopen namelijk dat Japan, dat een gevaar is voor ons Indië. daarmee verzwakt zou worden en het zou hun evenzeer aangenaam zijn als tezelfdertijd Sovjet-Rusland er van langs kreeg. Dezelfde menschen plegen op andere momenten te ver klaren dat zij „voor den vrede" zijn, hetgeen niet geheel klopt, want als men den vrede voor zijn eigen land en volk wil moet men hem ook anderen toewenschen. Dit is zeer ze ker de Christelijke opvatting. Voor het overige zijn zij nog verstandelijk kortzichtig ook. Want het is gansch niet ondenkbaar dat in een Russisch-Japanschen oorlog de Japanners overwinnaars zouden worden uitsluitend militair bezien, want voor het overige verliest men alleen in een oorlog en dit zou een zeer gevaar lijke situatie teweeg kunnen brengen. De Russen zijn wel enorm zwaar be wapend, maar in vroeger tijden hebben zij ook al zoo vaak een overmacht gehad en er toch van langs gekregen. Dat was o.a. het ge val in het begin van deze eeuw, in den vorigen Russisch-Japanschen oorlog. Er zitten meer gevaren in. Sommige Euro> peesche groote mogendheden zijn, ofschoon Christelijker dan Rusland, daarom nog vol strekt niet vredelievender en het is de vraag wat zij zouden doen als een Russisch-Japan- sche oorlog uitbrak en de kans zich voordeed, de Russen in den rug aan te vallen. Waarmee andere mogendheden weer geen genoegen zou den kunnen nemen, zoodat de kans op een wereldbrand ook in een Russisch-Japansch conflict zit. Verder zou een oorlog tusschen twee groot machten in elk geval een noodlottige uitwer king op het pas-begonnen economische her stel, op de labiele internationale verdragen en ook op de volksgezondheid in andere lan den moeten hebben. Want zoo'n oorlog pleegt zijn epidemieën als gezanten naar het buiten land te sturen, zooals men nu toch zoo lang zamerhand wel eens uit ervaring kon gaan weten. Als het waar is dat Stalin den maarschalk Toechatsjefski eigenlijk om zeep heeft laten brengen omdat deze sabreur met alle geweld oorlog met Japan wilde hij zou zelfs van oordeel zijn geweest, dat men Japan in twee maanden verslaan kon, hetgeen Stalin als „gevaarlijke en misdadige waanzin" zou heb ben betiteld dan zouden wij onze hoop kunnen vestigen op de blijkbare vredelievend heid van den Russischen dictator. Een al te hechte basis schijnt dit evenwel niet. Het valt wat moeilijk, Stalin als „vredesduiven- houder" te zieneven moeilijk als de aan vaarding van de Amoer als zinnebeeld der liefde. En het wekt een beetje achterdocht dat er telkens weer bericht wordt dat maarschalk Worosjilof zou aftreden en als Volkscommissa ris voor Defensie vervangen door maar schalk Blücher, commandant van de Rus EEN ERNSTIG SPOORWEGONGELUK IN ENGELAND. Een sneltrein reed tengevolge van een verkeerden wisselstand op een stilstaanden trein in. Vier personen kwamen hierbij om het leven en twaalf werden zwaar gewond. sische legers in het Verre Oosten. Moge het meevallen. Maar de menschen die zoo gaarne gnuiven over de mislukking van de Ontwapeningsconferentie en de zwak te van den Volkenbond moeten hierbij, en ook bij de verschijnselen van het Spaansche conflict, toch af en toe wel eens aan de juist heid van hun eigen gegnuif gaan twijfelen. R. P. Chr. Muziekvereeniging „Juliana". De heer Groot geen directeur. Na het bedanken van den heer P. D. Klut als directeur der Chr. Muziekvereeniging Ju liana te IJmuiden-Oost had men den heer Jan Groot te Velsen-Noord, die het fanfarecorps Wilhelmina te Santpoort leidt, aangezocht de vacant gekomen plaats te willen bezetten. Hoewel de heer Groot tijdelijk de functie heeft waargenomen heeft hij, naar wij verne men, medegedeeld een definitieve benoeming- niet te zullen aanvaarden. DE SCHEEPVAART VOOR ONZE HAVENS IN JUNI EN IN HET EERSTE HALFJAAR. Voor het Hoogovenbedrijf zijn in de maand Juni aangekomen 30 zeeschepen, waarvan 13 met erts, 2 met steenkolen, 1 met oud ijzer en 14 schepen om te laden. Van de met ijzer vertrokken schepen waren er 8 bestemd voor Zweden, 3 voor Finland, 1 voor Noorwegen en 1 voor Middellandsche Zee-havens, terwijl 1 schip kolen gebunkerd heeft. Verleden jaar kwamen in Juni 25 schepen aan. Voor de papierfabriek kwamen in Juni aan 10 zeeschepen, waarvan 7 met hout en 3 met cellulose, tegen verleden jaar 8 sche pen, waarvan 4 met hout en 4 met cellu lose. Voor IJmuiden kwamen in Juni 17 schepen aan, waarvan 4 met- makreel, 1 met natuurijs en 1 met stukgoed, 4 als bijlegger en 2 om passagiers in te nemen, tegen verleden jaar eveneens 17 schepen. In totaal zijn dus in Juni voor onze havens aangekomen 57 zeeschepen, tegen verleden jaar 50 schepen, dus thans 7 schepen meer. In het eerste halfjaar zijn voor de Hoog ovens aangekomen 159 zeeschepen, waarvan 62 met erts, 14 met steenkolen, 4 met cokes, 2 met anthraciet en 5 met oud ijzer, terwijl 72 schepen kwamen om te laden en 1 om te bunkeren. Van de geladen schepen vertrok ken er 69 met ijzer en 2 met creosoot. In het eerste halfjaar van 1936 kwamen voor de Hoogovens 126 schepen aan, waarvan 50 met erts, 13 met kolen, 2 met anthraciet en 2 met zwavelzuur, benevens 59 schepen om te laden, waarvan 58 met ijzer en 1 met ijzeraarde vertrokken. Dit eerste halfjaar kwamen er dus 33 sche pen meer binnen en wel 20 geladen schepen meer en vertrokken er 12 geladen schepen meer. Voor de Papierfabriek kwamen dit eerste halfjaar aan 37 schepen, waarvan 17 met hout, 16 met cellulose, 2 met houtstof en en 2 met gasaarde, tegen verleden jaar 29 sche pen, waarvan 12 met hout en 17 met cellulose, dus thans 8 schepen meer. Voor IJmuiden kwamen in het eerste half jaar aan 88 zeeschepen, waarvan 4 met na tuurijs, 5 met makreel, 5. met stukgoed, 2 met ledige vaten, 1 met passagiers, 4 om te bunkeren, 9 om te repareeren, 14 als bijlegger en 11 om passagiers en post in te nemen, tegen verleden jaar 71 schepen, waarvan 9 met ijs, 8 met makreel, 4 met stukgoed. 3 met passagiers 1 met haring, 1 met visch, 4 om te bunkeren, 14 als bijlegger en 9 om passagiers en post in te nemen. Dit eerste halfjaar kwamen dus 17 schepen meer aan. In totaal kwamen dus in het eerste half jaar aan 284 zeeschepen, tegen verleden jaar 226 schepen, dus thans 58 schepen meer. Waarom nu toch een puf verbod? Beperking van maaswijdte en verbod van aanvoer van ondermaatsche visch. Een pufverbod dwaas en misdadig Het gevoel voor een verloren zaak te strijden zal naar te verwachten valt zoo verlammend werken dat van een eigenlijke strijd g;een sprake meer zal zijn. Door zooveel autoriteiten gedekt zal de Minister de conventie van Lon den ratificeeren tenzijhij inziet dat een pufverbod dwaasheid is en misdadig tegenover de belangen van sinds jaren in ons land ge vestigde bedrijven en industrieën. De kwalificatie van dwaasheid voor een pufverbod is kras en zal dan ook nader gemo tiveerd moeten worden doch indien zulks slaagt, dan zullen de consequenties daarvan aanvaard moeten worden en dus zonder meer een pufverbod als dwaasheid gebrandmerkt. Argumenten vóór beperking van maaswijdte. Wij meenen niet. beter te kunnen doen, dan na te gaan de motiveering voor de beperking der maaswijdte eenerzij ds en die voor een pufverbod anderzijds, door de deskundigen ge geven. Omtrent de voorschriften over de beperking der maaswijdte concludeert het vorenbedoel de congres te Kopenhagen: „De doelmatigste maatregel bestaat .hierin, zooveel mogelijk de vangst van te jonge visch te voorkomen. Gebleken is dat bij het trawlnet en het Deensche net voldoende bescherming voor jonge rondvisch is te verkrijgen door een regeling der maaswijdte, voor te kleine plat- visch is echter dit niet mogelijk zonder de vangst van marktwaardige rondvisch ernstig te benadeelen". Eenige jaren later adviseert de Visscherij Centrale te Den Haag aan de regeering: „Het stelsel van bescherming der jonge visch door het stellen van eischen waaraan de vischtuigen moeten voldoen, gaat, zooals reeds werd opgemerkt, uit van de gedachte, dat langs dien weg aan de jonge visch gele genheid zal worden gegeven bij het visschen uit de netten te ontsnappen. Het behoeft geen nader betoog, dat dit stel sel afdoende zou zijn, als de vischtuigen zoo zouden zijn in te richten, dat uitsluitend marktwaardige visch werd gevangen en daar naast de te kleine visch buiten de netten bleef. Er is echter geen inrichting van de vischnet- ten denkbaar, welke een zoodanige selectie mogelijk maakt. Daarvoor loopen de verschil lende Noordzeevischsoorten te veel uiteen, wat vorm en grootte betreft. Het sparen van de jonge visch uitsluitend door het stellen van eischen, waaraan de vischnetten moeten voldoen, is dan ook uitge sloten te achten". Tweeërlei valt uit bovenstaande af te lei den. Eerstens dat bij de uitoefening der nor male visscherij door de samenstelling van het vischtuig te jonge visch wordt gevangen en tweedens dat voor de platvisch afdoende maatregelen daartegen niet zijn te treffen dan ten koste van de mogelijkheid eener loonende exploitatie. Diezelfde Visscherij Centrale erkent dat het eenige afdoende middel om den Noordzee- vischstand te behouden is de afzetting van be paalde gebieden. Om de daaraan verbonden kosten acht zij dit plan onuitvoerbaar. Dit is echter niet juist, temeer nu thans de tijd rijp is om die vraagstukken internationaal op te lossen. Indien het middel afdoende is, recht vaardigt het groote belang dat op het spel staat, ook belangrijke offers. Gerechtvaardigd is echter in geen geval een pufverbod, hetwelk geen enkele bescherming voor den vischstand biedt en alleen maar vernietiging van belang rijke bronnen van inkomsten tot gevolg heeft en dus ook derving van inkomsten voor de regeering. Argumenten voor verbod onder maatsche visch. Op welke wijze vervolgens een pufverbod wordt gemotiveerd, moge uit het volgende blijken. Is, aldus het congres te Kopenhagen, een bescherming van jonge platvisch door een regeling der maaswijdte der netten niet te verkrijgen, zoo verdient het aanbeveling om aanvoer van platvisch beneden een zekere maat te verbieden om de visscherij op die gronden waar voor het meerendeel zich plat visch bevindt, te voorkomen, terwijl eenzelf de verbod voor rondvisch is aan te bevelen om de werking van de voorschriften omtrent de maaswijdte te verhoogen en hare ontduiking te voorkomen. De Visscherij Centrale overweegt hierom trent aldus: „Wanneer voor de verschillende vischsoor- ten een maat gesteld en gehandhaafd wordt beneden welke zij niet mogen worden behou den en aangevoerd, wordt voorkomen, dat de ondermaatsche visch wordt aangebracht en afgeleverd. Eenige zekerheid dat ook de jonge visch bij het visschen gespaard wordt, is daar mede achter niet verkregen. Zich eenige illusie te maken omtrent het lot van het overgroote deel van de jonge visch, die na in den trawl te zijn gevangen en aan dek gebracht, nog weder te water geworpen wordt, is uitgesloten. Het grootste deel daarvan is als verloren te beschouwen. Op grond hiervan is ook een verbod van pufaanvoer waarop nog steeds wordt aange drongen, zonder meer niet het aangev/ezen middel om de jonge visch te sparen. Het sparen van de jonge visch moet gevon den worden in een combinatie van de stel sels, minimum maaswijdte aangevuld met het stellen van een maat op de visch". Daar nu, aldus wordt verder overwogen, bij een maaswijdte van 7y eM. kleinere of groo- tere hoeveelheden ondermaatsche platvisschen mede worden gevischt, moet er voor deze vischsoorten een minimum maat gesteld, be neden welke zij niet mogen worden aange voerd, om den aanvoer daarvan te voorkomen. Behalve op schol, tong, tarbot en griet zal ook een maat op schar gesteld moeten wor den, omdat deze in puf veel voorkomt. Stelt men geen maat op schar, dan bestaat het ge vaar dat de pufvisscherij gewoon zal door gaan, omdat die loonende blijft tengevolge van de groote vangst van schar, welke visch- soort juist extra bescherming noodig heeft. De Reedersvereeniging te IJmuiden heeft op onze brochure „Waarom geen pufverbod" geantwoord met een wederwoord, getiteld „Daarom een pufverbod". Hierin wordt betoogd dat een verbod van aanvoer van jonge rond visch van weinig belang is, doch waar het voornamelijk om gaat, en hier wordt geheel het standpunt van Dr. Tesch gevolgd, is een verbod van aanvoer van jonge platvisch, om dat „staat te verwachten dat, wanneer aan deze roofvisscherij geen paal en perk wordt gesteld, de uitbuiting, in de toekomst nog ver der zal gaan, wanneer de Zuiderzee geen nest meer levert en de drang naar uitbreiding van de industrie steeds meer om grondstof doet vragen. Maar wat in dit verband van groote beteekenis is, is dit, dat thans heel wat vis schers, voornamelijk pufvisschers gaan vis schen in het bijzonder op die plaatsen, waai de puf in groote hoeveelheden wordt aange troffen, ook al worden er op die plaat.ser slechts geringe en onvoldoende hoeveelheden marktwaardige visschen gevonden. Mogen evenwel de visschers geen platvischpuf meer aanvoeren, dan mag worden verwacht, dat de visschers er zich niet alleen niet op zullen toe leggen om die bepaalde plaatsen op te zoeken, maar zullen zij er ook toe overgaan om meer te zoeken naar gronden, waar de grovere marktwaardige visch in grootere hoeveelheden wordt aangetroffen". In dezen trant wordt verder herhaaldelijk in de pers over het pufvraagstuk geschreven en het publiek voorgelicht, zoowel in ons land als in het buitenland. Bestrijding argumenten voor verbod pufaanvoer. Dat de vele buitenlandsche deskundigen te Kopenhagen in congres bijeen, adviseerend om voor jonge rondvisch een aanvoerverbod uit te vaardigen op grond dat de voorschriften omtrent de minimum maaswijdte dan niet zullen worden ontdoken, daarmede zich be lachelijk hebben gemaakt en toonen van de practijk der zeevisseherij verre te staan, is voor ieder die terzake even op de hoogte is, duidelijk. Waar netten beneden een zekere minimum- maaswijdte niet aan boord zijn en hiervoor zorgt onze Regeering door een strenge con trole in de havens, daar is de veronderstelling als zou tijdens de visscherij de maaswijdte worden ingekort, niet anders te verklaren, dan uit gebrek aan praetisehe ervaring en inzicht van hetgeen tijdens de visscherij aan boord plaats heeft. Een dergelijke argumentatie, hoe onjuist ook, is te vergeven. Niet te vergeven is de opzettelijk onware voorstelling die ter verdediging van een ver bod tot aanvoer van platvischpuf wordt gege ven. De Visscherij Centrale adviseert tot dit verbod zonder eenige argumentatie gelukkig, doch de deskundigen te Kopenhagen en de Reedersvereeniging te IJmuiden beweren, dat dit verbod noodzakelijk is om de speciale puf visscherij op die gronden waar zich de plat- visehpuf speciaal bevindt, tegen te gaan. DAMCLUB IJMUIDEN—SNEEKER DAMCLUB. Tusschen deze twee damclubs werd een tweetal correspondentie-partijen gespeeld die thans zijn geëindigd. Voor D. C. IJ speelden A. Ligthart en P. Leijte en de partijen hebben ongeveer 8 maan den geduurd. De D. C. IJ'ers bleken technisch m alle opzichten de meerdere. Beide partijen werden door de IJmuidenaren gewonnen. JUBILEUM J. WOLTMAN. In de bestuurskamer van het Witte Kruis- gebouw is gistermorgen de heer J. Woltman door bestuur en zusters gehuldigd in verband met zijn 12y2-jarig jubileum als administra teur-propagandist der vereeniging. Namens het bestuur werd de heer Woltman gecomplimenteerd door den voorzitter den heer Unger, namens de zusters door zuster de 'aieurs. Beiden deden hunne gelukwenschen vergezeld gaan van een geschenk. Familie van den jubilaris woonde de een voudige plechtigheid bij. NAAR ZEE. De Hercules, Maria R. Ommering en Beatrice zijn naar zee vertrokken. Verder zou de Schoorl heden naar zee gaan. De Azimuth is in het dok geplaatst. ZATERDAG 3 JULI, 2 uur n.m. WILHELMINAKADE 2, een speciaalzaak in LINGERIES, TRICO TAGES en KOUSEN. Iedere kooper ontvangt bij aankoop van 75 cent een AARDIGE VERRASSING. Wij noteeren stadsprijzen. (Adv. Ingez. MedJ De steunverleening aan zee- visschers. Geen verdere verlaging der steunnormen. Zooals bekend is, zou met ingang van 1 Juli een tweede verlaging in gaan van de steunnormen voor de zeevisschers. Naar wij thans vernemen is bij het gemeentebestuur bericht ontvangen, dat de invoering van deze verlaging tot nader order is uitge steld. Van uitstel komt dikwijls afsteL Voor de betrokkenen is het te hopen dat dit ook hierbij het geval is. Een zwaar karwei. Het vervoer van het 1800 K.G. zware anker. De bodem der zee, vooral die der drukbeva ren Noordzee houdt heel wat geheimen ver borgen, geheimen die soms door het toeval ontsluierd worden. Zoo nu en dan komt er wel eens iets aan de oppervlakte, vooral door de trawlvisschers, die den zeebodem overal en in alle richtingen bewerken. Welke tragische ge schiedenis zou er verbonden zijn aan het groo te anker, dat onlangs door den IJmuider kot ter Sursum Corda werd opgevischt? Het zal wel een zware trek geweest zijn, want het anker woog 1800 K.G. ongetwijfeld dateert het uit den tijd, toen de zeeën alleen nog maar door zeilschepen bevaren werden. Als strandvonderij goed heeft de burge meester-strandvonder het anker door open bare Werken weg laten halen. Het heeft thans een plaatsje gekregen op het gemeenteter rein. Dat het transport niet zoo heel gemak kelijk ging laat zich denken. Bij het ophalen van het net met het zware anker er in is er heel wat schade aan het net ontstaan. RACKET REPARATIES!! Alle Sportartikelen „De Sportboek" Wijkerstraatweg 29 b. d. Pont Velsen-N. Tel. 3019 Bev. (Adv. ingez. MedJ AANBESTEDING VERRUIMING NOORDZEEKANAAL. Vrijdag 30 Juli zal ten bureele van den hoofdingenieur-directeur van den Rijks waterstaat worden aanbesteed het verruimen van twee vakken van het Noordzeekanaal tusschen de kilometerraaien 10.970 en 11.310 en de kilometerraaien 15.825 en 19.175 met bijkomende werken. DIRECTEUR VAN M. H. AANVAARDT ZIJN FUNCTIE. De nieuwe benoemde directeur van Maat schappelijk Hulpbetoon de heer P. Waarden burg heeft gisteren zijn functie aanvaard. Hij vond, toen hij voor het eerst zijn bureau binnentrad een aardige bloemenhulde van het personeel. Verder waren er bloemen van het personeel uit Dordrecht en van den heer Baks, oud-dircteur van MiH. te Dordrecht. UITBREIDING RIJKS H.B.S. De Rijks HJ3.S., waarin al sedert geruimen tijd gebrek aan voldoende ruimte is, zoodat in de tuinzaal les v/ordt gegeven, zal eindelijk met twee lokalen worden vergroot. De plannen zijn goedgekeurd en de aanbesteding is Woensdag door den Rijksgebouwendienst gehouden, de gunning zal wel spoedig af komen. De nieuwe lokalen komen aan de Zuidzijde dus aan den kant van het Velserbad.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 1