WÊÊt Noodlottige vechtpartijen te Rotterdam. Kloppende Hoofdpijn? Ministerie Algemeene Zaken. Lichtstad-flitsen. Kunst in Haarlem en daarbuiten. gKHp j WOENSDAG 7 JU EI 1937 Twee mannen gedood. Noorsche „barbaren" sloegen voorbijgangers neer. Lange veete met het mes beslecht. Gisternacht, na het sluitingsuur van de cafés, zijn twee Noorsche zeelieden, die onder den invloed van sterken drank verkeerden, in de omgeving van den Schiedamschedijk te Rotterdam driemaal slaags geraakt met andere vreemdelingen. Een van deze vecht partijen is zeer noodlottig afgelopen. De 28-jarige Noor Edvard Johannes Jerkesed is zoodanig mishandeld, dat hij ter plaatse aan de gevolgen daar van is overleden. De beide Noorsche daders zijn in verzekerde bewaring ge steld. Om ruim kwart over een kwamen de 26 jarige B. H. M. en de 19-jarige E. J. R., olie man van beroep en thuisfoehoorende aan boord van het Noorsche motorschip „Solsten", lig gende in de Petroleumhaven te Rotterdam, na samen op stap te zijn geweest, op den Schie damschedijk. Zij ontmoetten daar hun 28- jarigen landgenoot Jerkesed, steward van be roep, doch op het oogenblik werkloos, die se dert een jaar verblijf hield in een pension aan het Vasteland in Rotterdam. Wat er precies gebeurd is, heeft de politie nog niet kunnen vaststellen, maar er is zeker heid, dat de beide mannen hun landgenoot, die daartoe geen enkele aanleiding heeft ge geven, plotseling lastig vielen. In een minimum van tijd ontstond er een vechtpartij. Eén van de mannen „schepte" Jerkesed: hij dook naar de beenen van het slachtoffer, waarop deze languit tegen de straat smakte. De man kwam met het achterhoofd op de tegels van de straat terecht en, alsof dat nog niet voldoende was, sprong de tweede Noor zijn makker bij. Hij sloeg het slachtoffer in het gezicht hoogstwaarschijnlijk is de ongelukkige nog eenige malen met het achterhoofd tegen de straat geslagen. Daarop zijn de twee zeelie den huns weegs gegaan. Omstanders die in middels naar de plaats van de vechtpartij wa ren gesneld, droegen het slachtoffer een café binnen, waarna de geneeskundige dienst werd gewaarschuwd. J. had een ernstige schedel breuk en was reeds overleden. De twee mannen waren intusschen op den hoek van de Bleekerssteeg gekomen, waar zij weer een vreemdeling tegenkwamen. Ook de zen man hebben de onverlaten gegrepen en tegen den grond geslagen. Dit slachtoffer, dat eveneens een gat in het hoofd moet hebben opgeloopen, daar de politie op deze plaats bloedsporen heeft aangetroffen, is er even wel in geslaagd, zich uit de voeten te maken. Men weet nog niet, wie deze man is geweest. Alsof er niets gebeurd was, zijn de gevaar lijke sujetten verder gegaan en eenige minu ten later ontmoetten zij weer een vreemde ling, die hun derde slachtoffer zou worden. Deze man die er eveneens in geslaagd is te ontkomen, is door een ruit van een pakhuis op den Schiedamschedijk geslagen. Toen kwam er een agent, die den belhamel B. H. M. heeft gearresteerd en overgebracht naar het politiebureau aan de Groote Pauwensteeg. De tweede man is doorgeloopen en is rustig naar huis gegaan. In den loop van den nacht is hij echter door de politie van zijn bed gelicht. Het tweetal geeft toe gevochten te hebben, maar zij vertellen geen idee te hebben wat de gevolgen van hun vechtpartijen zijn geweest. De echtgenoote van het slachtoffer en diens jongste zoon kwamen op het lawaai van glasgerinkel den winkel ingeloopen en za gen het slachtoffer badend in zijn bloed op den grond liggen, terwijl de lafhartige dader,, nog met het dolksmes in de hand, rustig den winkel verliet. De vrouw van het slachtoffer is de straat opgerend om hulp te roepen. Tegen de omstanders moet de dader gezegd hebben, op het moment dat hij den winkel verliet: „Dit is de tweede maal, dat hij mij verraden heeft aan den steun, nu is hij er aan". Op het geroep van de vrouw, waren inmid dels verschillende buren toegeschoten, onder wie mede enkele E.H.B.O.-ers. Toen zij den winkel kwamen, waar het bloedige drama zich in enkele oogenblikken had afgespeeld, vonden zij het slachtoffer niet. De man had nog kans gezien naar de keuken te strompe len, doch daar was hij ineengezakt en bewus teloos vanwege het vele bloedverlies op den grond blijven liggen. Onmiddellijk werden de politie en de ge neeskundige dienst gewaarschuwd. Tijdens het vervoer naar het ziekenhuis aan den Cool- singel is het slachtoffer aan de bekomen ver wondingen bezweken. Eenige buren, die den dader den winkel had den zien verlaten, terwijl hij het dolkmes nog in de hand hield, zijn V. gevolgd. Op den hoek van de Moerkerkstraat en de Millinxstraat heeft men hem staande gehouden. Nadat men kans had gezien den dader, die onder in vloed van sterken drank was, het moordwa pen afhandig te maken, wilde deze een der achtervolgers te lijf gaan, doch inmiddels was de politie reeds gearriveerd en V. werd over gebracht naar het politiebureau aam het Sandelingplein, alwaar hij is ingesloten. De hevigste hoofdpijn bedaart spoedig door M Ij n h a r d t's Hoofdpijnpoeders Per stuk 8 cent, doos van 6 stuks 45 cent. (Adv. Ingez. Med.) Noodlottig ongeïuk met een scliietmasker. ENGELSCHE VLIEGTUIGBOMMEN AAN GESPOELD. Eenige dagen geleden is op het eiland Schier monnikoog een vliegtuigbom aangespoeld, welke van Engelsche afkomst bleek te zijn. Het projectiel is Maandag door personeel van de artilleriefabriek aan de Hembrug onschadelijk gemaakt. Ook op het Simonszand, een plaat ten Oosten van het eiland, is een Engelsche vliegtuigbom gevonden. Deze is Dinsdag tot ontploffing gebracht. De bommen hadden een doorsnee van veertig centimeter en een ge wicht van 25 K.G. Vermoedelijk zijn zij bij oefeningen op de Noordzee omlaag geworpen. Tegenbeslag op de „Thorpehall" gelegd. Nu door de Spaansche regeering. Naar wij vernemen zal door een deurwaarder een tegenbeslag worden gelegd op de waarde volle lading van het s.s. „Thorpehall". Dit be slag geschiedt in opdracht van de Spaansche regeering. Dinsdagmiddag is door eenige experts in op dracht van de vermeende belanghebbenden het schip grondig doorzocht teneinde na te gaan, of er zich soms nog meer goederen van waarde aan boord bevonden. Dit onderzoek moet ech ter geen enkel resultaat hebben opgeleverd. Man om het leven gekomen. De vroegere slager J. L. te Overhoven-Sit- tard was Dinsdagmbiddag te zijnen huize bezig met het reinigen van een schietapparaat voor het dooden van slachtvee. Het wapen had en kele jaren geen dienst meer gedaan en was vastgeroest zoodat de heer L. zich wellicht niet voldoende kon overtuigen, of het geladen was. Vermoedelijk heeft hij de slagpin te hard tegen de tafel gedrukt, met het gevolg, dat het wapen afging. Hij werd in de hartstreek ge troffen en zakte in elkaar. In bewusteloozen toestand werd hij naar het ziekenhuis ver voerd, waar hij is overleden, voordat opera tief kon worden ingegrepen, L., thans verze keringsagent van beroep, was 36 jaar oud, ge huwd en vader van drie kinderen. Nieuwe Eerste Kamerleden. Het centraal stembureau heeft in de vaca tures, ontstaan door het niet aannemen van zijn benoeming door den heer T Nauta en door het bedanken als lid van prof. mr. Romme, tot leden der Eerste Kamer benoemd verklaard prof. mr. P. S. Gerbrandy te Amsterdam en den heer P. J. S. Serrarens te Bilthoven. De heer Serrarens, die, na sinds 1929 lid van de Eerste Kamer te zijn geweest, bij de jongste verkiezingen tot lid van de Tweede Kamer werd benoemd, welke benoeming hij toen heeft aanvaard, zal zijn benoeming tot Eerste Kamerlid niet aannemen. Tot lid van de Eerste Kamer zal dan worden benoemd ver klaard prof. dr. J. A. P. Barge te Leiden. van Dr. Co lijn tot hoofd van het departement benoemd. Gisteren is afgekondigd Staats blad no. 140, houdende de instelling van een departement van Algemeen Bestuur, dat den naam zal dragen van Ministerie van Algemeene Zaken. (Dag van inwerkingtreding 8 Juli 1837). Bij Kon. besluit van 3 Juli is met ingang van den datum van instelling- van het Ministerie van Algemeene Zaken benoemd tot Minister van Al gemeene Zaken, de Minister van Staat, Dr. H. Colijn, Minister van Buitenlandsche Zaken ad interim. Artsen en Middenstands- verzekering. Rapport der artsencommissie In beginsel voorgestelde grondslagen aanvaard. De tweede dag van de te Utrecht gehouden 88ste algemeene vergadering der Nederland- sche maatschappij tot bevordering der ge neeskunst bepaalde zich na afloop van het wetenschappelijke gedeelte tot een bespre king van het rapport der commissie voor de middenstandsziekteverzekering. Deze com missie, bestaande uit de heeren dr. Hammes, Diehl, van Batenburg, mr. Hage, dr. Posthu- ma, Smit en Kemes stelt voor, dat de Ne- derlandsche maatschappij een eigen onder linge waarborgmaatschappij voor dit doel in het leven zal roepen met plaatselijke afdee- lingen. Deze verzekering zou door centraal beheer geadministreerd worden. Een deel van de voorschotpremie zou in lliet crediet van den verzekerde geboekt worden en zijn eigen dom blijven bij gunstig verloop van het risico. De geneeskundigen zouden recht streeks voldaan worden. Royeering van de gunstig wordende risico's zou buitengesloten zijn. Weistandsgrens f 5000 voor gezinshoof den en f 4000 voor alleenstaande personen. Vele afgevaardigden namen deel aan de gedachtenwisseling over deze zeer samenge stelde materie. Allen waren overtuigd van een goed stelsel van middenstandsziektever zekering. Vele afgevaardigden betwijfelden de kans van slagen, maar waren gaarne be reid het nemen van een proef te bevorde ren. Namens de commissie beantwoordde dr. Hammes, de gemaakte opmerkingen. Ten slotte werd het voorstel van den voorzitter om in beginsel te besluiten tot aanvaarding van de voorgestelde grondslagen en om de verdere voorbereiding aan de commissie op te dragen (over belangrijke details zal de al gemeene vergadering nader beslissen) onder toekenning van een crediet tot een maximum van f '5000, terwijl bij voldoende ambitie tot oprichting zal worden overgegaan, aangeno men met 84 stemmen (38 afdeelingen) tegen 26 stemmen (6 afdeelingen). De voorzitter bracht de commissie hulde en dank voor haar arbeid. Na enkele huishoudelijke bezigheden werd de vergadering gesloten. De volgende alge meene vergadering zal in district II (Haar lem en Omstreken) worden gehouden. Weerzien. Men zij tocli voorzichtig op den weg! Dinsdagmiddag is te Berlikum de 40-jarige chauffeur W. H. Koopman, werkzaam aan de Lijemph aldaar, toen hij per fiets op weg was naar de fabriek, door een vrachtauto aan gereden en vrijwel op slag gedood. Koopman gaf op een gegeven moment richting aan en zwenkte op datzelfde oogenblik ook af. De chauf feur van de vrachtauto zag toen geen kans meer om hem te ontwijken met bovengemeld gevolg. DCODELIJKE VAL. Dinsdagmiddag is de 17-jarige loopjongen C. Suyken, vermoedelijk doordat hij misstapte, van de tweede verdieping van het schoenen magazijn Mesco aan de Hoogstraat te Rotter dam, naar beneden geslagen. De jongen viel eerst door een. glazen daklantaarn, waarna hij van ongeveer acht meter hoogte in den winkel terecht kwam.- Met een ernstige schedelfrac tuur is hij naar het ziekenhuis aan den Cool- singel vervoer, waar hij later aan zijn verwon dingen is overleden. Na lange veete. In Rotterdam-Zuid is gisteravond de melkboer P. J. van Berben, uit de Oleanderstraat, door den 47-jarigen J. V., die onder drankinvloed verkeer de met een mes in borst en armen gestoken. De man werd zoo ernstig gewond, dat hij spoedig is overleden. Omsteeks half acht vervoegde zich V. aan den winkel van Berben. De verhouding tus- schen den winkelier en den dader was sedert geruimen tijd gespannen in verband met een geldkwestie. Expresselijk was men dan ook gisteravond thuis gebleven, temeer daar V. voor den win kel van den melkslijter in den vooravond was gesignaleerd. Op een gegeven oogenblik was V. echter verdwenen en weer wat gerust ge steld is de oudste zoon daarop naar den bar bier gegaan. Om half acht echter kwam V. plotseling den winkel van den melkslijter binnen, terwijl hij de deur achter zich dicht deed. De melk slijter B., die op dat moment juist in zijn win kel was, geraakte in een korte woordenwisse ling met V. De beide personen geraakten spoedig daarop handgemeen en er ontstond in den winkel een worsteling. V. moet toen een dolkmes hebben getrokken en den melk slijter drie steken met zijn afschuwelijk wa pen hebben gegeven, twee in zijn armen en één ter hoogte van de borst, waardoor vermoe delijk het hart is geraakt. UIT DE STAATSCOURANT. Bij K. B. is met ingang van 15 Juli 1937 be noemd tot burgemeester der gemeente Beek: J. J. van Sonsbeeck, met toekenning van gelijkij tijdig eervol ontslag als burgemeester der ge meente Amstenrade. NEU BABELSBERG ONTDEKT AMSTERDAM. Nieuwe film der U.F.A. speelt in de hoofdstad. Neu Babelsberg heeft Amsterdam ontdekt, want binnenkort zal de U.FA. beginnen met het vervaardigen van een film, die voor het grootste deel in Amsterdam speelt, op de Am- sterdamsche pleinen, in Amsterdamsche stra ten en in Amsterdamsche huizen. Geen Volen- dam en Marken, geen „antiek" Amsterdam of Jordaantooneelen, doch Amsterdam van de fraaiste en meest kenmerkende punten gezien. Vooral de nieuwe wijken, Amsterdam Zuid, de fraaie Apollolaan en de Amstellanen en om geving zullen voor het grootste gedeelte de plaats van handeling uitmaken. De U.F.A. vervaardigt hier de buitenopnamen voor haar nieuwe productie „Colossseum", een detectivefilm, waarin de hoofdrollen zullen worden gespeeld door Hansi Knoteck, Victor Staal en Hïlde Koerber. De inzet is een paar- lencollier, kostbaar en zeldzaam, dat te San Francisco wordt gestolen en jaren later in onze hoofdstad weer opduikt Als regisseur zal Eduard von Borsocty optreden. Frans Hals' Visschersmeisje uit het Waïlraf Richartz-museum. Tot de aantrekkelijkste logés van Haar lem behoort ongetwijfeld het aardige volkskind dat, lief en ondeugend tege lijk over haar schouder heèn een antwoord schijnt te richten tot een hier onzichtbare, die haar misschien ook iets ondeugends heeft toegevoegd. Zij heeft waarlijk eenige gelijke nis met de Bohémienne uit het Louvre, die schalksche Zigeunerin, waarvoor Hals' doch ter Sarah poseerde. Saartje schijnt vader Hals veel zorg gebaard te hebben, wegens haar „los bandig leven", zooals dat deftiglijk in de kro nieken genoemd wordt. Hoever die losbandig heid ging en waaruit ze bestond, kan ons on verschillig laten; ook in die materie variee- ren de inzichten met de tijden, maar het schijnt vrij zeker dat toen Hals zijn dochter als model gebruikte, zij van zijn volle vader lijke genegenheid verzekerd was. Geen kun stenaar van beteekenis schilderde ooit meer uit het hart dan wanneer hij wezens van zijn eigen bloed te con terfeiten kreeg.... een band die binden blijft, ondanks leer en te leurstelling. En bovendienHals zal er de man niet naar geweest zijn een te snel stroomend bloed van zijn kind al te koppig te willen afdammen. Al heeft hij zelf zich veel minder uitbundig gedragen dan de oude le gendes het wilden doen voorkomen, hij zal in Sara allicht iets van zichzelf herkend en vergoelijkt hebben. Althans, de Bohémienne is met kennelijke toegenegenheid geschilderd en dit visschersmeisje doet eenzelfde senti ment bij ons opkomen. En daar komt het per slot van rekening ook voor den beschouwer van eeuwen later op aan. Want, al mag het gezegd zijn dat Frans Hals van kinderen hield en ze graag schilderde, hij heeft zijn visschersjongens en meisjes, zijn Haarlem- sche oolijke straatjeugd zoo vaak met kleine variaties gerepeteerd, dat het hem niet kwa lijk kan worden genomen, als niet alle exem plaren eenzelfde direct-aangrijpende harte lijkheid, eenzelfde ondefinieerbaar bron-sen timent openbaren. Tusschen de hem opgedra gen officieele portretten door waren vooral die kleinere genre-stukjes met kinderkoppen de pasmunt der vrije kunstbeoefening, die hij gemakkelijk van de hand kon zetten, en zon der nu bepaald van „potboilers", (arbeid puur om den schoorsteen te laten rooken)te spre ken kan men toch wel aannemen, dat zelfs Hals daarmee wel eens de hand lichtte, een aanzet door een leerling liet afmaken of een leerlingen- of atelier-arbeid met een paar ge niale toetsen het Hals-cachet verleende. Dat is niets buitengewoons, is door alle eeuwen heen gebeurd en ondanks alle kunstgeleerd heid, die zich de laatste vijftig jaar een mate van belangrijkheid is gaan toe-eigenen, die vaak den schijn wekt nóg belangrijker te zijn dan de kunst zelve, is er nog geen handleiding voor liefhebbers verschenen, die ze daarin wegwijs maakt. Attest en expertise zijn aller aardigste dingen, die berusten op gezag, al of niet op goeden grond verworven, maar ze ra ken meest den financieelen waardemeter meer dan den maatstaf der ongerepte schoonheid, die door de kunstgeleerdheid te vaak bij de curiositeit wordt achtergesteld. Gelukkig is hij, die een oog heeft, dat gevoelig is voor pic turale schoonheid en. die in de gelegenheid, is, dat te trainen voor het vele zien van uitslui tend het allerbeste, zonder zich om de mer cantiele gevolgen van een toeschrijving of opi nie te behoeven te bekommex-en. Zoo iemand heeft tenminste de kans een onvertroebeld in zicht te krijgen in wat goed is en wat niet, welk inzicht geen handboek of vademecum ge ven kan. Ons visschersmeisje is voor de be- zoekers een goed object om er zijn krachten aan te beproeven. Als men het eens werkelijk goed bekeken heeft en daarna eenige gelijk soortige onderwerpen met gelijke aandacht in het oog vat, zal men door vergelijking lang zamerhand „qualiteit" gaan onderscheiden en daarop berust voor den serieusen mensch feitelijk het geheele kunst-genieten. Eerst moet men zien met welk een harts tochtelijke vaart dit schilderij geschilderd werd. Alles er aan is raak: de verhouding tusschen figuur en totaal-oppervlak al vast dadelijk. „De figuur staat goed in het kader" zal een schilder zeggen. Dan: de verdeeling en het aarzellooze plaatsen der hoogste licht partijen, waarvan het brandpunt de witte hemdboord van het meiske is, waaraan dan weer de lichten op den kop en op de randen van den mand ondergeschikt gemaakt zijn doch toch vol tintelend leven blijven. Verder het prachtig-sterke en toch weer niet grove contrast, dat Hals geeft in het donkere over kleed en de zich geleidelijk verdiepende don kerte van den achtergrond. Men gevoelt wel licht, dat dit alles niet nu maar eens van te voren zoo door Hals bedacht is; zoo iets van „nu ga ik het zus en zoo maken", maar dat het geheele beeld hem op een gegeven moment gaaf en af door de schilders-hersens geflitst is en dat zijn schilders-hand de capaciteit had dit vizioenaire vast te leggen. Het is die hartstochtelijke vaart, die het mooie werk van Hals eigen is en die men niet overal in zoo sterke mate en zoo compleet zal terug vinden. Heeft men die hier eenmaal ontdekt dan zal men weer met beter begrip tegenover de andei'e visschersjongens en meisjes komen te staan. Kunst genieten zonder genegenheid voor het beschouwde is pose of waanwijsheid. Men moet „er van houden", hetzij impulsief (en van nature, hetzij op langer duur door een in tiemer omgang. Vragen wij ons nu af, waarom in het rijke wei-k van Hals nu juist dit schil derij ons lief is, of beter, één der velen is, die ons lief zijn, dan komt dat misschien, doordat Hals hier in zoo sterk verband staat 'tot onzen eigen tijd. Sterk voelt men, hoe heerlijk-bru taal Hals hier de conventies van zijn tijd den rug toedraait en zich gaan laat op den weg dien zijn hart alleen hem wees. Daardoor gaf hij de allergrootsten van later tijd den durf hem te volgen: eei*st aarzelend als soms Fra- gonard in de achttiende eeuw, dan stoutmoe- dig-romantisch als een Goya tegen de gren zen der negentiende, en eindelijk zijn glorie uitlevend in het gezonde realisme van Manet en zijn kring, om verder levend te blijven zoolang er nog schilders schilderen zullen. J. H. DE BOIS. j Na een jaar ziet ge Parijs weer en er is nie mand die zich daarover verheugt behalve gij- zelf. Onder een stralend-heeten zomerhemel ligt de geweldige stad te koken en te zieden: één razernij van verkeer en benzinedampen, één adem en één hartslag van millioenen men sehen, één enorm lichaam gestrekt langs beide oevers van de stille, breede Seine met nu, als middelpunt, de groote tentoonstelling. Zeven kilometer lang, vier kilometer diep: een prestatie om stil bij te worden van ontzag voor wat daar, rond den Eifeltoren, voor een kortstondig bestaan is verrezen. Uit het venster van mijn tijdelijke woning, het hoogste puntje van een hoog flatgebouw, is het weerzien in den val van den avond des te treffender: de blik waart om duizenden lichten, wier tinteling- links en rechts over een afstand van tientallen kilometers zich uit strekt. Vóór mij, hóóg en vreemd in een glans van iriseerend blauw: de Eifeltoren; rechts daarvan: hél-verlicht het Duitsche paviljoen; daartegenover de reusachtige beeldengroep een man en een vróuw die triomfeerend voort gaan die het Sovjet-gebouw bekroont; even meer naar achteren: de lichtlijnen van de Are de Triomphe; in de verte in den glans van licht de Sacré Coeur, vroom en vreemd merkteeken van het wufte Montmartre; en ge heel rechts, even zichtbaar nog boven de duistei-e warreling van boomkruinen en daken de beide, in zacht licht gedoopte, torens van de Nötre Dame. Zoo, leunend over mijn kleine balkon, lood recht en diep onder mij een stille, bijne pro- vinciaalsch-aandoende straat, links en rechts verlichte vensters van de andere honderd drie. kamer-woningen in dit flatgebouw, vóór mij Parijs-in-den-avond, is het weerzien aangrij pend als steeds. Ook zonder den Eiffeltoren, de tentoonstel ling, de Notre Dame en de Sacré Coeur voelt ge, aan die geuren die omhoog stijgen en aan de geluiden die tot u komen, aan de lichten die zich verliezen in de duisternis van het Bois de Boulogne, aan den avondheuvel die den rossen weerslag van de stad opvangt, dat ge in Parijs zijt aangeland. Na een fantasielooze en zakelijke treinreis, hettig en broeiend op dien vol-zomersehen Juli-dag, na nauwelijks acht uren ijlen langs de blinkende, gladde, ijzeren staven, die het ongeduld, de onrust, de ijver des menschen om de aarde hebben geslagen, hebt ge een andere wereld betreden. Vanmorgen liept ge door een Hollandsche stad en nu staart ge in den nacht over Parijs. En reeds ja waarlijk zijn vele gewich tigheden van voor-den-middag tot niets-en- niemandal geworden in dezen avond. De oneenigheid met mijn rechterbuurman over de sigaretteneindjes die zijn zoon over de schutting werpt krijgt op dit zeven-verdie- pingen-hooge balkon nog minder beteekenis dan één zoo'n tinkelend lantaarnpuntje langs de Tuilerieën. Wat zijn de breede basis, de smalle basis, de coalitie en de antithese in dat wonderlijk-blauwe licht waarin de Eiffeltoren gedompeld staat? Dan zoeft ge liftsgewijs de zeven étages naar beneden, wenscht hoofsch uw dikke con cierge goeden avond en rent met de bus naar den boulevard Montparnasse, om daar met recht te gaan onderduiken in Parijs. Temidden van alle kwasi-artisten en prach tige aanstellers van Parijs, tusschen de luiste en vadzigste jeugd van Europa, bestelt ge, vóór de Döme, een eerste café-crème, koopt ge er uw eerste Paris-Soir. Met den eersten slok drinkt ge Parijs in. Met den eerst blik op de krant ontvalt uw goede journalisten-degelijkheid u en gaat ge beseffen dat de Tour de France en wie dien giganten-strijd op de fiets winnen zal, méér menschen in stalen spanning houdt dan wie bij geval dien breeden basis bij ons in stukjes gebrokkeld heeft. Zoo zit ge voor de Döme. En ziet dan na een jaar die zelfde lange, lachende man in een gele trui (waarvoor ge in de Kalverstraat gesteenigd zoudt worden) voor kostbare dollars kostbare Amerikaanschen teekent. Dat na een jaar die rare, stupide, uitge plukte en geglazuurde jnffrouw-met-T-mo- nocle nog altijd met een verongelijkt gezicht haar yoghurt zit te lepelen. Dat alles ook hier het zelfde blijft. Tot en met den witgejasten man die zijn blad met ge- confijte en aan-stokj es-geregen vruchten langs de tafeltjes draagt. En ge ledigt, vóór het slapen gaan, een glas Dubonnet op dit zèlfs-hier-het-zelfde; op dit Parijs: altijd éénder, altijd-anders; altijd- boeiend, altijd-heerlijk. Op dit weerzien! Mr. E. ELIAS. Een slechte gelaatskleur? Purol geeft een gezonde huid. (Adv. Ingez. Med.) Motorjacht nabij Cadzand vergaan. In een plotseling opkomende onweersbui uit het Noordwesten die gepaard ging met een stormachtigen wind, is nabij Cadzand het Bel gische motorjacht „Dina", eigenaar de heer Klaassen uit Antwerpen, op de banken vastge- loopen en vergaan. De vijf opvarenden kon den door de reddingsboot van Cadzand aan boord worden genomen. Het motorjacht is latei- op de kust aangespoeld. Het visschersmeisje van Frans Hals, dat thans op de Frans Hals - tentoonstelling is geëxposeerd. ERNSTIGE AANRIJDING. Op het kruispunt van den Spaarnwouder- weg en den Sloterweg in Haarlemmermeer, waar reeds meermalen auto-ongelukken zijn gebeurd, heeft Dinsdagavond omstreeks 7 uur weder een ernstige aanrijding plaats gehad tusschen twee personen-auto's. De taxionder nemer V. uit deze gemeente reed met groote snelheid op den Spaarnwouderweg in de richting Schiphol. De heer B. wonende te Heemstede, naderde met matige snelheid ge noemd kruispunt, rijdende op den Sloterweg komende uit de richting Sloten. Deze bestuur der had aan V. voorrang moeten verleenen, doch merkte door het slechte uitzicht ter plaatse de snel naderende auto te laat op, met het gevolg dat de auto van B. aan de voorzijde werd aangereden en zwaar beschadigd werd, terwijl de auto van V. van links naar rechts werd geslingerd en over den kop sloeg en door deze geweldige kantelingen nagenoeg geheel werd vernield. De wagen was door de draad- afscheiding van den grooten rijweg en het rijwielpad over dit pad heengevlogen en in het plantsoen terecht gekomen. De heer V. werd zoodanig aan zijn hoöfd verwond, dat de hulp werd ingeroepen van Dr. S. uit Badhoevedorp, die een voorloopig verband legde. Zijn toe stand is naar omstandigheden bevredigend. De heer B. was er vrijwel ongedeerd afge komen. De deerlijk gehavende auto's werden met een kraanwagen weggesleept. De politie was spoe dig tec plaatse om een onderzoek in te stellen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 2