Voorbereidingen voor de Wereld-jamboree De betooverde Villa. De voorbereidingen voor de Wereldjamboree te Vogelenzang zijn in vollen gang. Voortrekkers bezig met het slaan der afrastering van de terreinen Schotland werd deze week vereerd met het bezoek der Engelsche Koninklijke Familie. De hooge gasten nemen te Edinburgh een militaire parade af Een gewichtig moment voor de trans atlantische luchtvaart. De -Caledonia* van de Imperial Airways is Maandag avond van Foynes in Ierland gestart voor de proefvlucht naar Amerika als voorbereiding voor een regelmatigen vliegdienst over den Oceaan. De vliegboot gereed voor vertrek Springer (rechts) wenscht zijn tegenstander Raichenbach, die Nauwkeurig werk gedurende de bekende schiet-wedstrijden, het wereldkampioenschap dammen behield, na afloop der welke deze week te Bisley (Engeland) weer zijn aange- laatste partij geluk met zijn overwinning vangen Een jas met onderscheidingen van een deelnemer uit Ohio aan de bekende schiet-wedstrijden te Bisley eersten rustdag te Genève in den Tour de France werd door de renners dankbaar gebruik gemaakt, hetgeen bovenstaande foto toont Het station Vogelenzang ondergaat een aanzienlijke uitbreiding van de perrons in verband met de komende Wereldjamboree en het daardoor te verwachten druk bezoek FEUILLETON Naar het Engelsch bewerkt door J. R. VAN RIJN. (Nadruk verboden). 25) „Anita King!", riep Julian uit. „Ja, mevrouw King schijnt bij dat mensch te zweren en Agaath ging er heen voor din gen, die haar persoonlijk interesseerden en die met mij niets hebben uit te staan. Ze schrijft, dat ze niet eens aan mij dacht. Dat moet je vooral goed in het oog houden. Lees nu maar". Julian voldeed aan haar verzoek. En het volgende was wat hij las. „Ze wist mijn naam niet en wilde dien ook niet waten, ik mocht haar trouwens niets over mezelf vertellen. Het was een verschrik kelijke kamer, waar een lucht hing, alsof er het heele jaar hutspot gekookt werd. En het was een vreeselijk griezelig mensch, die me vrouw Thompson. Ze zei, dat ik me over C. heelemaal niet ongerust hoefde te maken, zooals ik je hierboven al geschreven heb. En toen begon ze opeens over jouw te pra ten, zonder naam te noemen natuux-lijk, maar ze gaf een beschrijfing van je en zei, 'dat je naam met een A. begon. Ze vertelde, dat je in ontzettend gevaar verkeerde. Er is niet de minste twijfel aan of ze jou bedoelde: de beschrijving van de villa klopte ook in alle details, en ze zag jou in dien kristallen bal je stond in je slaapkamer, stijf van schrik en er kwam „iets" achter je aan. Toen gaf ze een doordringenden gil en viel flauiw. Het was gewoon verschrikkelijk. Toen ze weer bij kwam wist. ze zich niets meer te herinneren, niets; maar vóór ze flauw viel zei ze maar aldoor, dat je in groot gevaar was en dat je direct uit dit huis moest. Amy, doe het toch alsjeblieft! Je kunt bij mij komen, als je tenminste tevreden bent met de kleine logeerkamer. Maar hoe dan ook, blijf geen uur langer in die afschuwelijke villa De brief ging nog een poosje in denzelfden overredenden, smeekenden toon door. Julian gaf, toen hij klaar was met lezen, de blaadjes aan Amabel terug. „En?", vroeg ze. Hij keek heel ernstig, legde beide handen op haar schouders en zag haar aan met een vasten blik. „Ik wou dat je deed wat je zuster vraagt. Ga zou gauw mogelijk hier vandaan" Amabel beefde een weinig, maar om haar lippen bleef een glimlach. „Wil je me zoo graag kwijt, Julian?" Hij liet haar los een keerde zich af. „Ja", zei hij. Er volgde een stilte, die Amabel eindelijk verbrak. „Wat zou dat allemaal beteekenen. Julian?" „Ik weet het niet", antwoordde hij lang zaam. Toen met wat meer levendigheid in zijn stem: „Het beteekent natuurlijk, dat de een of ander je hier met alle geweld wil weg hebben. Maar wie, of waarom, dat zou ik je niet kunnen zeggen...." „En jij raadt ma toe te geven, te gaan?" „Je moet gaan. Ik wil niet, dat je aan de hemel mag weten wat voor een gevaar bloot gesteld ben. George kan naar de pomp loopen met zijn mooie villa. Jij gaat!" Ze schudde het hoofd. „Neen, Julian". „Maar kindlief, Je kunt niet blijven; het is onmogelijk!" „Het is niet onmogelijk. Ik zal doorzetten". Ze keek hem aan met een angstige uitdruk king in haar oogen. „Julian, ik moet het vol houden. Ik heb het geld nu eenmaal ge- T.epteerd. „Als dat alles isbegon hij. Ze liet hem niet uitspreken. „O jawel, ik begrijp wel waar je heen wilt. Leenen is geen kunst, maar dat doe ik niet als ik het niet kan teruggeven. Ik heb het geld aangenomen en ik wil het verdienen". „Maar je hebt het toch niet uitgegeven? Stort het terug en laat ik je vandaag nog er gens anders heenbrengen". Haar oogen stonden nu vol tranen. „Ik kan het niet teruggeven, het was voor Daphne, ik had het noodig voor Daphne..." Julian had moeite een allesbehalve vrien delijke opmerking aan het adres van de af wezige Daphne binnen te houden. Inplaats daarvan zei hij rustig: Je bent een dwaas kind, Amabel, en als je .eerlijk bent tegenover jezelf, zul je moeten toegeven, dat ik gelijk heb". Amabel zuchtte. „Het is voor Daphne", herhaalde ze, daar om moet ik blijven". Julian kwam naast haar zitten, en legde zijn hand op de hare. „Je denkt toch zeker niet, dat ik voor m'n plezier blijf?", voegde ze er nog bij. „Zou, Daphne willen, dat jé hier bleef, als ze alles wist?", vroeg hij. „Neen, neen, natuurlijk niet", antwoordde ze haastig. Maar iets onzekers in haar stem en blik deed hem begrijpen, dat ze niet met volle overtuiging sprak. Zijn hand sloot zich' om de hare. Amabel bloosde en trok haar hand terug, sprong op en liep naar de schrijftafel. „Ik zal het heusch wel stellen", zei ze, nu met iets van koppigen trots in haar toon. Maak je maar niet bezorgd. Hoe dan ook k blijf!' Julian voelde zich gekwetst en zooals hij zichzelf met schaamte bekennen moest, jaloersch op Amabel. Twintig jaar geleden had ze zich precies zoo gedragen als nu, met iienzelfden overgang van teedere zachtheid naar stug voet-bijstuk houden, was er dat zelfde onwrikbare „ik moet" geweest, de taaie vastberadenheid van 'n onverzettelijken en onwankelbaren wil. Als jongeman had het razernij in Julian ontketend nu, gerijpt in jaren en levenservaring, had hij zichzelf beter m bedwang. Hij dacht nu méér aan haar en minder aan zichzelf. „Goed, als je dan per sé blijven wilt, kan ik je niet dwingen te gaan", berustte hij. „Maar je moet me toestaan de noodige maatregelen te nemen voor je veiligheid. Miss Miller moet vandaag nog de deur uit, maar je kunt hier ook niet alleen blijvenZeg, moet je je eigenlijk iedere minuut van die 6 maanden hier bevinden?" „Ik mag acht en veertig uur, afwezig zijn". „Mooi, dat is al een heele boel. Jij gaat naar je zuster of naar de Berkeley's en ik haal 'n paar detectives hierheen, als butler en als kamenier. Als die er zijn, kun je terug komen". Hij las teleurstelling op haar gezicht. „Dat gaat niet, Julian. Het was conditie, dat ik geen politie of detectives in huis bracht". Julian kon zich niet langer inhouden. Hij veroorloofde zich een aantal kwalificaties met betrekking tot zijn broer, die den heer George Forsham zeker hoogehjk verbaasd zouden hebben, indien hij ze had gehoord. Amabel's gezicht verhelderde. Het was een prettige sensatie, dat Julian zich ter wille van haar zoo boos maakte. Toen hij voldoende lucht had gegeven aan zijn opgekropte gevoelens legde ze een band op zijn arm en zei: „Laten we ons niet verder opwinden, Juian, maar liever trachten een plan te bedenken, [k heb al gedachtZe aarzelde en viel zichzelf toen in de rede: „Neen, eerlijk ge zegd, ik zou niet meer kunnen slapen in die kamer, geloof ik". „Dat hoeft ook niet. Je. kunt naar het oude gedeelte verhuizen. Miss Miller moet in vre desnaam vannacht hier nog maar blijven, anders moet ik ook weg. Gaan jullie in de twee kamers in de andere gang, tegenover den salon en de eetkamers. Dan zal ik den nacht eens in je tegenwoordige slaapkamer doorbrengen, ik ben benieuwd hoe het dan gaat". „Ik was er allang vandaan gegaan", be kende Amabel, „als het niet om de telefoon was". Opnieuw zweeg ze even. Toen, met een trilling in haar stem: „Je bent toch niet boos, Julian? We zijn toch vrienden?" Zijn gezicht verzachte heelemaal en hij kwam dichter op haar toe. „Natuurlijk, kindlief Amabel deed juist bijtijds een stap achter uit. De deur ging open en Anne Miller kwam binnen. HOOFDSTUK XXV. In den namiddag ging Julian naar zijn huisje om zich aan zijn correspondentie te wijden. Een van zijn brieven was gericht aan zijn neef, Sir Charles le Mesurier, chef van de centrale recherche. Een erg foraneele brief was het niet. Hij luidde: „Beste Charley, Zou je een van je schrandere lui willen opdragen al 't mogelijke te ontdekken om trent een zekere mevrouw Thompson, een medium, wonende Halkindale Road Nr. 13? Speciaal zou ik willen weten, of zij in de lataste dagen interlocaal is opgebeld uit dit hoekje van de wereld. Ik kom overmorgen even binnenvallen. Dan mondeling meer. groeten aan Isobel en de kinders. Julian". P.S. „Hoe gaat het met de valsche bank biljet jes? Ik hoop maar, dat je tenminste tot overmorgen nog in functie blijft!" (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 8