FIGUREN D Wie zijn geschikt voor Indië? UIT HET VERLEDEN ORSINI. 1817—1858. Men moet aan bepaalde eischen kunnen voldoen. en 14den Januari 1858 bezocht Keizer I Napoleon III met Keizerin Eugenie een galavoorstelling in de opera, die toen nog gelegen was in de rue Le- Peletier, vlak bij de groote boulevards. On danks den wintertijd was het tamelijk zacht weer en er heersohte dan ook voor den in gang van het gebouw een drukte van be lang. Voorafgegaan en omringd door de lanciers van de lijfwacht in hun wit met blauwe uniformen, stappend in paradepas, naderden twee rijtuigen. In het tweede zaten de Keizer en zijn vrouw in groot avondtoilet met generaal Roquet. Langs den weg juichten en jubelden de menschen. Toen de koetsen voor den Schouwburg stilhielden, zwol het gejuich aan: men bracht het Keizerlijke echtpaar een ware ovatie. Op het moment, dat Napoleon zich ge reedmaakte uit te stappen, weerklonken met enkele seconden tusschenruimte drie hevige knallen. Een bomaanslag op het Keizerlijk paar! Dikke rookwolken verspreidden zich. overal hoorde men wilde kreten, getrappel van paardenhoeven, gekraak van brekend hout werk, gerinkel van springende ruiten. IJlings bracht men fakkels en toortsen aan en weldra kreeg men een overzicht van den ramp. De paarden voor het Keizerlijk rijtuig lagen met opengescheurde buiken voor de koets, waaruit, bleek en geschrokken maar volkomen ongedeerd, de Keizer en de Keizerin stapten. Generaal Roquet, aan de hals ge wond, moest worden weggedragen. Maar op straat lagen talrijke dooden en gekwetsten. De paarden der lanciers waren links en rechts op de menigte ingerend en hadden vele slachtoffers gemaakt. Men telde honderd- vierenveertig gewonden en twaalf dooden. De Keizer wilde zich onmiddellijk op de hoogte stellen van den omvang van de ramp, maar de commissaris van politie smeekte hem, dadelijk het gebouw binnen te gaan: „Als Uwe Majesteit zich niet vertoont, zal men het ergste vreezen; er zal een paniek uit breken, met alle gevolgen daarvan!" En zoo stapten Napoleon en Eugenie door glas scherven en plassen bloed binnen. Men speelde er Wilhelm Teil; onder de daverende knallen, het gejammer en geschreeuw, het hinniken der paarden, het breken der ruiten had men doorgespeeld, maar de zaal was geladen van spanning. Toen het Keizerlijke paar zich in zijn loge vertoonde, nog bleek maar glimlachend buigend naar de menigte, ontlaadde die spanning zich in een gebrul en gejuich, in luide kreten en hoera-geroep, dat niet wilde ophouden. Een half uur later nog tijdens de voorstelling, trokken Hunne Majesteiten zich in stilte eerug en reden, ditmaal zwaar geëescorteerd door Kurassiers onder commando van den gouverneur van Parijs zelf, naar de Tuilerieën. Ook ditmaal reed men langzaam, want de menigte, bin nen enkele oogeniblakken van alle kanten samengestroomd, wilde den Keizer begroeten toejuichen en nog eens toejuichen. Het werd een triomftocht van de opera tot het paleis. Wie weinig reden tot juichen had, was de Hoofdcommissaris van Politie te Parijs, Piétri. Een bomaanslag op den Keizer de situatie was niet aangenaam. En dat, terwijl men wist, dat er iets broeide. Afgezien van vage geruchten, waaraan de politie geen waarde had gehecht, was men op het hoofdcommis sariaat op de hoogte van een positief feit: de Fransche legatie in Brussel had bericht dat een Italiaan Pieri, een man van gevaar lijk allooi, naar Parijs was vertrokken. Maar men meende, dat het gevaar geweken was, daar deze Pieri, twintig minuten voor den aanslag vlak voor de opera was gearresteerd. Men had een revolver, een dolk en een bom op hem gevonden. Zonderling genoeg had er niemand toen aan gedacht, dat Pieri wei- eens medeplichtigen kon hébben. Intusschen, de politie herstelde haar fout; het geluk was met haar en nog dezelfde nacht kon zij de hand leggen op de drie andere leden van de bende, wier leider Felix Orisini was, een mooie, forsche Italiaan met golvende lange haren en een groote zwarte baard. De levensloop van orsini is merkwaardig genoeg om er hier wat meer over te vertel len. Zijn vader had in de gelederen van Na poleon I tegen Oostenrijkers gestreden, maar na den val van het Eerste Keizerrijk was er voor hem in het verdeelde, door Oosten rijk overheerschte Italië geen plaats meer. De jonge Felix werd in de haat tegen al wat Oostenrijkseh was opgevoed en was op zijn 20e jaar al lid van „Jong Italië", een revo- lutionnalre vereeniging, die zich ten doel stelde, de eenheid van Italië tot stand te brengen. Zulke groepen waren er toentertijd vele: men noemt de leden carbonari, (eigen lijk: kolenbranders, omdat hun plechtigheden aan het kolenbrandersbedrijf waren ontleend, zooals het zuiveren der bosschen van wolven als zinnebeeld van den strijd tegen de dwing- landij). Behalve tegen Oostenrijk richtten zich hun aanvallen ook tegen den Kerke- lijken Staat, het gebied van den Paus, dat midden-Italië omvatte. In een gevecht met Pauselijke troepen werd Orsini gevangen ge nomen, tot vijf jaar galeistraf veroordeeld, maar na twee jaarbegenadigd. Bij een late- ren opstand werd hij opnieuw gegrepen, maar wist te ontsnappen. Toen vatte hij het plan op naar Hongarije te gaan, om Kossuth, den onverzoenlijken vijand van Oostenrijk te be zoeken. Maar hij werd opnieuw gearresteerd en in Mantua gevangen gezet. Een Duitsche dame was zoo getroffen door zijn uiterlijk, dat zij hem eenige vijlen wist te bezorgen in zijn cel. Hij vijlde de tralies door, liet zich aan aaneengeknoopte lakens zakken, tui melde in de vestinggracht, werd door voor bijgangers gered, vermomde zich ten huize der Duitsche, bereikte de grens, zwierf toen zijn bezoek aan Kossuth op niets uitliep, van land tot land en kwam eindelijk in Enge land aan. Daar kwam voor het eerst het denkbeeld in hem' op Napoleon III te dooden, Napoleon, die als jonge man zoo enthou siast was geweest voor het ideaal der Ita- liaansche eenheid, dat hij zich bij de carbo nari had aangesloten, maar die als Keizer zijn eed gebroken en Italië in de steek ge laten had. Orsini meende, dat de dood van Napoleon een revolutie in Frankrijk zou doen uitbreken, die naar Italië zou overslaan. Het was niet moeilijk in Engeland menschen te vinden die bereid zouden zijn hem te helpen: Londen huisvestte een gansche kolonie Ita- liaansche vluchtelingen. Zoo bereidde Orsini 2ijn plan voor. De helsche machines werden ongeladen, door een kellner naar België over gebracht als apparaten voor gas. Orsini volgde met de ontplofbare stoffen in zijn koffer. De andere samenwerkers begaven zich regelhecht onder valsche namen en met valsche pa pieren naar de Fransche hoofdstad. In Brus De bomaanslag van Orsini op Napoleon III en zijn echtgenoote op 14 Januari 1858 te Parijs. sel kocht Orsini een paard, dat per trein 1 naar Parijs werd vervoerd. In de box bevon den zich in kranten gewikkeld ook de bom men. Dagelijks deed de samenzweerder een ritje door het Bois de Boulogne, waar hij eenige malen Napoleon in zijn open rijtuig tegenkwam. Hij keek den Keizer dan strak aan en prentte zich zijn trekken goed in het geheugen. Toen hoorde hij van het bezoek aan de opera. Om acht uur stonden de eedge- nooten gereed. Ze zagen, hoe Pieri gearres teerd werd en zullen zich wel verbaasd heb ben, dat de heele straat niet werd afgezet- Maar er gebeurde niets. Weldra naderde het hoefgetrappel, de wacht kwam in het geweer, de rijtuigen verschenen. Toen wierp Gomez zijn bom, daarna Orsini, vervolgens R/udio. De rest is bekend. Het proces tegen de saamgezworenen duur de slechts twee dagen. Op zichzelf leverde het niets bijzonders op. Door de bekentenis der gearresteerden was alles volkomen dui delijk geworden. Maar tijdens de verdedi gingsrede van den beroemden advocaat Jules Favre gebeurde er iets wat men een tweede en veel belangrijker explosie zou kun nen noemen. De verdediger wist, dat zijn cliënt niet te redden was. Maar hij poogde de daad te verklaren uit het gloeiende pa triottisme van den beschuldigde, uit zijn vurig streven naar de onafhankelijkheid van zijn vaderland. Hij sprak over de carbonari onder wie zich zulke „roemruchte leden" hadden bevonden (en iedereen begreep op wien hij doelde). Hij herinnerde aan Na poleon I die reeds geijverd had voor de ver drijving der Oostenrijkers uit ItaliëToen plotseling, haalde hij een papier tevoorschijn: „De beschuldigde heeft, in de hoop dat zijn bloed de onafhankelijkheid van zijn vader land ten nutte zal komen, zich in zijn cel tot den Keizer gewend in een brief die ik u, nu ik daarvoor de toestemming van hem aan wien hij geadresseerd is heb verkregen, zal voorlezen". Onder ademlooze stilte las Jules Favre toen de brief voor, waaTin Orsini den Keizer smeekte zijn vaderland onaf hankelijk te maken, hem bezwoer zich het loN van duizenden Italianen aan te trekken en Pruisen niet toe te staan Oostenrijk te steunen tegen Italië. „Wijs den laatsten wensch van een patriot op den trap van het schavot niet van de hand. bevrijd mijn va derland en de gebeden van vijf en twintig millioen burgers zullen u van geslacht tot geslacht begeleiden". Zoo eindigde het epistel pathetisch. Men heeft er vaak aan getwijfeld of deze in vloeiend Fransch gestelden brief het werk van Orsini zelf is geweest. Veelal wordt aan genomen, dat Jules Favre de gedachten van zijn cliënt in deze vorm heeft gegoten. Hoe dat ook zij, de indruk ervan was overwel digend; dat de Keizer toestemming had ge geven deze brief voor te lezen bewees, dat hij van plan was ziöh met de Italiaansche zaken te bemoeien. In alle Europeesche kabinetten werd de zaak druk besproken. Men bereidde zich voor de groote gebeurtenissen. Inmiddels sprak de jury het vonnis uit. Gomez werd tot levenslangen dwangarbeid veroordeeld, de andere drie aangeklaagden tot de doodstraf. Napoleon begenadigde een hun ner. De beide doodvonnissen werden 13 Maart 1858 voltrokken. Beide Italianen stierven kalm en waardig. Orsini's laatste woorden waren: Leve Italië! Leve Frankrijk! Toen suisde de valbijl neder. Orsini's aanslag was mislukt, hij ver speelde zijn leven bij een daad, die nutteloos scheen. Maar in werkelijkheid bereikte hij zijn doel. Napoleon was wakker geschud. Zijn geweten begon te spreken. Hij had toch den eed der carbonari afgelegd In den loop van 1859 had hij besprekingen met allerlei invloedrijke Italiaansche staats lieden, o.a. met Cavour, den minister van Sardinië. In het begin van 1859 trokken de vereenigde Fransche- en Sardinische legers de Po-vlake binnen en verdreven de Oosten rijkers. Voor de Fransohen was het wel een beetje vreemd, dat ze overal in de Italiaan sche steden het portret van Orsini zagen tentoongesteld. Voor 's Keizers komst moes ten die alle verwijderd worden. En daar be grepen de Italianen nu weerniets van: de Franschen kwamen toch het ideaal van Or sini verwezenlijken! Dank zij hem werd hun vaderland toch bevrijd? Enfin, ze zouden dan de zin hunner vrienden maar doen: de portretten verdwenen. Maar toen Napoleon al heel spoedig vóór de voltooiing der afhankelijkheid vrede sloot met Oosten rijk, doken plotseling overal de afbeeldingen van Orsini weer op. Napoleon die zij eenige weken geleden als vriend hadden ontvangen, beschouwden de vurige, opgewonden Ita lianen nu reeds weer als een verrader: hij voltooide het bevrijdingswerk niet,_ dat hij begonnen was. Weliswaar had de Keizer daar zijn redenen voor, maar die telden de Ita lianen niet. En zoo trok hij door tallooze krijgslieden beschermd door Turijn, waar voor ahe ven sters op alle muren de oogen van Orsini hem'aankeken: hebt ge uw eed gehouden, Keizer van Frankrijk, uw eed als carbonaro? En Napoleon sloeg de oogen neer. P. H. SCHRÖDER. OVERGANGSEXAMEN GYMNASIUM. Bij de vermelding in ons nummer van Za terdag van de namen der leerlingen, die aan het Stedelijk Gymnasium van de 5e naar de 6e klasse zijn overgegaan, is uitgevallen de naam: Truu* Duyvendak. Van de le naar d« 2e klasse ging over niet F. Aberon, maar: F. Aberson. De verbetering van <len Brouwers- vaartweg. Aanbesteding. HAARLEM Maandag. Hedenmorgen werd door den directeur van Openbare Werken te Haarlem aanbesteed: Het vernieuwen van den walmuur langs de Brou wersvaart, ter lengte van ongeveer 440 M., met bijkomende werken. Ingekomen waren 30 biljetten. Ingeschreven werd door: N. Cobelens en Zoon te Haarlem f 26.229; Fr. Philips te Haar lem g 27.300; N.V. Wormerveersche Aann. Mij. te Wormerveer f 27,800; G. Bakker te Haar lem f 28.000; A. W. Klos te Santpoort f 27.650 J. Kuipers te Zurich f f 30.920; Haarl. Grond en Heibedrijf te Haarlem w 27.950; A. Wester- veld te Amsterdam f 27,257. O. Linzel te Soest- dijk f 32.150; Gebr. de Vries te Haarlem, f 28,730. P. Broeken te Breda f 33.500. R. Rijker te Haarlem f 29,718. Firma Visser en Kopjes Koog aan de Zaan f 33.370; W. Aafjes en C. Timmerman te Assendelft f 33.000; J. P. v. d. Taak te Amsterdam f 33.900. Firma A. Schoorl te Haarlem f 28.800; D. R. de Jong en W. Borst te Bergen en Bakkum f 35.000; H. Steenkist te Haarlem f 25.600. N.V. Sliedrechtsche Beton IJzberbouw Mij., voorheen Volkers te Slie- drecht f 29,780; G. v. Dijk en Zoon, Hardinx- veld f 30.800. H. Broersma te Haarlingen f 26.180; A. Verhagen te Breda f 29.980; H.Ver- heul te Woerden f 24.879; Firma Brandsen en Ouwerkerk te Amersfoort f 29.330; Firma H. J. de Weers te Haarlem f 24.417. E. Woud te Wormer f 22,278; N. Vermeulen te Haarlem f 26,447; A. Meyer en Co te Diemen f 27,980. H. Barten te Amersfoort f 29,628; P. J. v. Hoften te Haarlem f 26,630. Laagste inschrijver is dus E. Woud te Wor mer voor f 22,278. Hollandsch Bloembollen kweekers Genootschap. Verklaart zich vóór het behoud van bedrijfsmaatregelen. HAARLEM Dinsdag. Onder leiding van den heer S. Schone- veld, uit Oegstgeest, vergaderde Maandag dag in café-restaurant Brinkmann, Groote Markt, het Hollandsch Bloemkweekers-Ge- nootschap ter behandeling van de vraag, of de bedrijfsmaatregelen voor het bloembollen vak opgeheven moeten worden, als nuttig voor dat vak. De voorzitter zeide in zijn openingswoord o.a. dat gevraagd mag worden, of de strijd over deze vraag wel altijd met faire midde len is gevoerd. Hierbij moet echter niet wor den stilgestaan; thans moet worden doorge drongen tot de kern van de zaak. Kan het vak zich onder de nog heerschende omstandigheden weer geheel vrij gaan be wegen? Moet het vak met een overproductie van 25 pet. daaraan medewerken? 1936 liet een surplus van 34 millioen tulpen. Dit jaar konden de later tulpen wel eens aan de beurt komen. Ook over de hyacinthen mag men ongerust zijn. Men bedenkt, wat er voor de arme kweekers voor de deur staat. Zouden wij, aldus spr., onder de gegeven omstandigheden, ons verklaren voor de vrij- hedi? Hoofdbestuur en directie hebben in hun prae-advies hierop een duidelijk antwoord gegeven. Wel zullen de orisismaatregele moe ten worden geliquideerd, maar niet in het tempo, als wel gewenscht wordt. Schade aanrichtende maatregelen moeten vermeden worden. Bij alle meemngsvei-schil is in het H. B. G. de onderlinge waardeering gelukkig gebleven. Aan de algemeene vergadering is thans het woord. De secretaris deelde mede, dat van de 25 afdeelingen er 24 vertegenwoordigd waren, met tezamen 217 stemmen. Meerderheid was dus 109 stemmen. De heer Et on an (Noordwijk) zeide, dat hij opdracht had, voor het behoud der be drijfsmaatregelen te stemmen. Persoonlijk was spr. er echter nooit een vriend van ge weest. De saneringsmaatregelen hebben de kleine kweekers aan den rand van den af grond gébracht. Spr. zou een commissie willen stichten, bestaande uit vakgenooten en belanghebben den (leden van de Alg. Vereeniging, expor teurs, enz.) die maatregelen zal kunnen ne men ten behoeve van het vak. Spr. bedoelde 3 leden van Bloembollencultuur, 3 van het H.G.G., 1 lid der L.T.B., 1 lid aan te wijzen door de Veilingdirecties. De minister zal hieraan nog eenige leden kunnen toevoe gen. Deze commissie zou moeten treden in plaats van de Sierteelt-Centrale. Een ander lid achtte teeltbeheersching en lage minimumprijzen voor het binnenland noodig. De afd. Haarlem wilde in elk geval iets doen voor de kleine kweekers. Haarlem is voor de bestending der bedrijfsmaatregelen. Ook de afd. Lïsse wil die handhaven, al heeft zij bezwaren en wenschen. Wat heeft men aan vrijheid, die den ondergang tenge volge zal hebben? Bij de nu volgende stemming ver klaarde de vergadering zich met 151 tegen 66 stemmen voor het behoud van bedrijfsmaatregelen. De voorzitter zeide toe, dat wenschen van leden door het bestuur zullen overwogen worden, Misschien kunnen middelen beraamd worden voor hulp aan hen, die onder de be- drij fsmaatregelen lijden Ramp op Rabaul eischte 260 slachtoffers. SAN FRANCISCO, 12 Juli (Havas). De kapitein van de mailboot „Golden Ear" uit Honoloeloe heeft een rapport overhandigd, dat is opgesteld na de aardbeving te Raboul op Nieuw Guinea, waarbij 260 menschen om het leven zijn gekomen. De bemanning heeft de bewoners geholpen bij de ontruiming der stad. Tijdens de redding is de marconist van het schip in zee gevallen en in de duisternis, veroorzaakt door de rookwolken der uitbar sting. verdwenen. Gedurende twee dagen en nachten stegen uit een onderzeeschen krater witte damp en zwarte asch honderden meters omhoog. Rabaul is volkomen verwoest. Het spoorwegpersoneel. Pensioen aan 60-jarigen. Men schrijft ons, dat de directie van de Ne- derlandsche' Spoorwegen bepaald heeft, dat het personeel dat den 60-jarigen leeftijd be reikt heeft, den dienst nog niet behoeft te ver laten. Deze maatregel is genomen om het Pen sioenfonds, dat reeds een wiskundig tekort heeft van 3.000.000, te verlichten. De hoofdbesturen van de 5 organisaties van spoorwegpersoneel hebben evenwel het voor nemen om aan hun leden aan te raden, om op 60-jarigen leeftijd den dienst met pensioen te vex-laten, opdat daardoor voor jongere men schen een gelegenheid komt om werk te krij gen. AMSTERDAMSCHE VEEMARKT. (Maandag en Woensdag) Ter veemarkt waren heden aangevoerd: 354 vette koeien, waarvan de prijzen waren le kwaliteit 7682 ct„ 2e kwal. 63—74 ct., 3e kwal. 57—62 ct., alles per K.G. 64 melk- en kalfkoeien 185250 p. stuk. 84 vette kalveren: 2e kwal. 5060 ct., 3e kw. 4248 ct., per K.G. levend gewicht. 110 xxuehtere kalveren ƒ835 per stuk; 29 schapen ƒ28ƒ33 per stuk. 496 varkens. Vleeschvarkens, wegende van 90110 K.G. 61—62 ct., zware varkens 60—61 ct., vette var- kexis 5859 ct., per K.G. slachtgewicht; 8 paarden 100f 170. Aangevoerd 3 wagons geslachte runderen uit Denemarken. Verbetering in den economischen toestand schept nieuwe kansen. De meeste eindexamens zijn weer achter den rug en vele jonge xnenschen staan aan het begin van hun leven. Conferenties tusschen ouders en leeraren over het al of niet door- studeeren, ruzies met vader omdat zoonlief het vertikt om in de zaak te komen en dan tenslotte de vraag die elke ouder zal stellen als zijn kind nu eenmaal niet met zijn plannen instemt; „Wat wil je dan?" „Ik wil naar Indië. Het is me in Holland te klein, te duf en te saai, ik wil avonturen be leven, een breederen kijk op het leven krijgen, kortom, ik wil weg". Voor de ouders van zulke kinderen en na tuurlijk in de eex*ste plaats voor die kinderen zelf is een dezer dagen een boek verschenen dat ze niet mogen vex-zuimen om te lezen. Uit den optimistischen toon die in den laatsten tijd weer uit Indië tot oxxs komt blijkt wel duidelijk dat de economische toestand in Indië aanmerkelijk verbeterd is en nóg steeds vex'betert. Door deze vex'betering komen na tuurlijk meer kansen voor jongelui die naar Indië willen gaan. Maar, zegt Dr. A. Goote zeer terecht in zijn werk „Wij in Indië", het aantal der betrekkin gen is beperkt en zal, ook in tijden van hoog conjunctuur, beperkt blijven. Zij die naar Indië gaan moeten er zich terdege van bewust zijn dat Indië niet een soort luilekkerland is, waar het geld voor het grijpen ligt, welke op vatting vooral vroeger nogal opgeld deed. Noodzakelijke vereischten Alvorexis den grooten stap te wagen moet men zich nauwkeurig afvragen of men wel de noodige geschiktheid voor een functie in Indië bezit. Elke mislukking in Indië is, en dit te meer door de gemengde bevolking, veel schrij nender en pijnlijker dan in het moederland. Aan welke voorwaarden moet nu iemand die naar Indië wil gaan voldoen? In de eerste plaats moet men in het bezit zijn van een uitstekende gezondheid, Ieder, die in de tropen wil gaan werken, zoo schrijft Dr. Goote, behoort zich aan een medische keuring te onderwerpen, óók, indien hiertoe geen verlichting bestaat. Het klimaat in Indië stelt zóó geheel andere eischen aan iemands physieke gesteldheid, dat het hoe goede ge zondheid men ook hier geniet altijd raad zaam is door een ervaren ax-ts (liefst een, die ook in de tropen gewerkt heeft) te doen uit maken, of er bepaalde physiologische bezwa ren tegen een vei'blijf in Indië bestaan. Naast de physieke geschiktheid worden thans óók hooge eischen gesteld aan de vóór-opleiding en aan de psychische eigenschappen van de sol licitanten naar een betrekking in Indië. Meest al wordt bovendien nog geëischt dat men zijn dienstplicht vervuld heeft. Meest leidende functies. Dr. Goote wijst er in zijn werk verder op dat het terrein waarop Nederlanders in Indië werkzaam zijn of tewerk gesteld kunnen wor den, vooral de laatste tien jaren gaandeweg ingekrompen is. De Nederlandex*s in Indië trekken zich hoe langer hoe meer in de lei dende functies terug. Daar zijn ze dan ook echter zeker niet overbodig. Welke betrekkingen Het aantal Nederlanders dat in Indië ambte naarsfuncties bekleedt is nog steeds zeer hoog. Van de ambtenaarsfuncties die Nederlanders in Indië vervullen zijn de voornaamste: Ambte naar van Chineesche en Japansche Zaken, Taaiambtenaren, Officieren bij de Gouverne- ments-marine. Houtvesters, Civiel-, Bouwkun dige-, Electr. technische-, Werktuigbouwkun dige-, Scheepsbouwkundige- en Mijnbouwkun- dige ingenieurs,. Gouvernementsartsen, Vee artsen. Ambtenaren bij de P.T.T., Leeraren, Ondex-wijzers, Candidaat-Indische Ambtenaren en Accountants. De uitzending wordt, sedert de crisis, beheerscht door twee principes: Uit gezonden wordt slechts op „bestelling" van Indië: Indië bestelt alleexx.'wat het ter plaatse niet of niet even goed krijgen kan. Het ini tiatief van de uitzending ligt dus niet langer in Holland, maar in Indië. Geen enkele ambte lijke of militaire kracht wordt meer uitgezon den'dan na voorafgaand overleg met de be trokken autoriteiten in Indië. In de particuliere bedrijvexi is het aantal ondergeschikte betrekkingen waarvoor men steeds Nederlanders neemt grooter. Op de banken en handelskantoren vindt men dan ook altijd een groot aantal Nederlandsche em ployés, omdat uitex-aax'd de buitenlandsche relaties van dergelijke instellingen zulks vor deren. De groote meerderheid van de Neder landers die in Indië in particuliere bedrijven werkzaam zijn vinden hun werkring in de vol gende bedrijfsgroepen: de cultures (met sui kerindustrie), de handel, de petroleumindus trie, het bankwezen (Ned. Hand. Mij., Ned. Ind. Hand. Bank), de scheepvaart en de daax-mee verbonden havenbedrijven. De meeste employés die in Indië werken hebben eerst reeds eenige jaren op de kanto ren in Nederland of in het buitenland van de betrokken maatschappijen gewerkt. Uitgezon derd natuurlijk die maatschappijen, die alleen kantoren in Indië hebben. De oproeping geschiedt veelal door adverten ties in de dagbladen. Meestal moet ook dan eerst eenige jaren op de kantoren in Holland gewerkt worden, waarna dan bij gebleken ge schiktheid uitzending volgt. Nog *n toekomst weggelegd. Zoo bestaan er dan voor hen die werkelijk vooruit willen, die voldoen aan de gestelde eischen en die vooral met niet te groote ver wachtingen over een eventueel te verdienen fortuin, naar Indië gaan, i-edelijke kansen. Is men dan eenmaal zoo ver dat men naar Indië gaat dan is een deugdelijke kennis van het land, gecompleteerd met eenig begrip van de speciale eischen die Indië aan de hygiëne steld, noodzakelijk. Blijft men dan verder met zijn beide beenen op den grond staan, dan is er in Indië nog voor zeer velen een zeer mooie toekomst weggelegd. Dr. A. Goote, Wij in Indië, Uitgever: Ned. Keurboekerij, Amsterdam. EXAMENS. H. B. S. A. Overgangsexamens, Bevorderd naar de 2e klasse: Corrie J. J. Das, Maria J. F. ten Have. Wenda van Pellecom (voorw.), Gerardina van Sluis- dam, P. C. Blokland, Th. van den Bos. S. C. Bruins. Ph. Deys, G. A. Gutzwiller, H. J. Hee- zius, C. A. Hout, K. J. B. Keuning. A. Kolderie, J. Kummer, B. H. Meylis, H. F. Prins, M. Rei- nalda, E. A. Schultz, F. Siepel, E. Sieswerda, L. J. van Til. Elly Buytenhuys, Gusta J. Kui pers, Elsje van Putten, Cathaxdna Wijnands, M. J. Brandon, J. D. de Bruijn, Ch.« W. Dah- men, J. van den Engel, E. Flooren, C. Haighton, F. G. Holling, E. Jacobson, H. F. Jongepier, J. P. Mudde, M. vaxi der Nat, J. J. Wensing, L. de Wijs, Willy A. vaxx Duin, Aklce van Kam pen, Helena P. Machielse, Anna Schilstra, Jo hanna T. IJff, E. J. Akkerboom, H. Boeree, J. M. Cassé, F. Dekker, C. Fris, J. A. Jacobs, H. Jonkers, J. H. Koch, J. N. Koegler, C. A. Ko- ningsbx'uggen, D. J. Krijgsman, E. Th. A. Loh- mann, K. A. Ploeg, F. H. Schelling, J. L. H. C. C. Stex-n. P. J. vaxx Tiggelen, H. J. Velt- huysen (voorw.)A. D. van den IJssel, K. Chr. Kostman (voorw.). Bevorderd naar de 3e klasse H. B. S. A: Maria van Coesant, Wilhelmina Greebe, Ger- dina Lindeman. Annie Sevensma, Willy Ver meer, Maria C. Vige, Gex-da W. Wesselink, Th. B. Bex-gman, R. Braaksma, I. A. Dragt (voor- waardel.) B. Enthovexx, A. Fibbe, M. P. Gans, R. van den Haak. P. Roos, A. C. F. Smit. H. J. van Tijn, W. Valstar (voorw.), P. H. de Vries, J. Wolff, T. van den Heuvel, Catlxarina M. v. Dam, Alma A. J. Gemmel, Hetty F. M. Jansse (voorw.) Ina J. Kruyer, Geertruida van Looy, Wilhelmina Out, Ingetje M. Vollaard, H. Beyer W. Boon, J. v. d. Burg, G. C. Ebeli, A. van Eden, J. Elsinger, J. M. W. Hos, H. Kolk, H. P. Lasschuit, J. A. Martin, M. I. Meyer, J. Uiterwijk, M. van Vliet, P. Vijlbrief, H. Zuu- rendonk, Elisabeth Brauckmann, Ursula van Dam (voorw.) Aletta Germeraad Leonie M. Hendriks, Jeannette M. Heynerman, Agatha Chr. Kat, Hetty Stekelenburg, Regina E. Veldheer, Jannetje Wanders, J. Boelsma, J. Folkertsma, W. C. Hartnxann, H. Heierman, H. Inpijn, F. Libbenga, T. Mandersloot (voor- waardel.) G. J. Pierlot, A. Polak, C. H. Vogel zang, A. F. Wickel, H. van der Zee (voorw.) Bevorderd naar de 4e klas: Lambertha J. Meeuwig, Magdalena Phen- ning, Maria G. Chr. v. d. Putten. Elisabeth Vink (voorw.), Lenie de Vries, P. Bakker, W. F. Breitenstein, E. J. Brian, G. A. Brongers, A. R. van Eldik (voorw.), N. J. van Garde- reix, H. H. Hamming, G. Jongert, J. J. van Kampen, F. W. Koster, A. Löwensteyn, J. Plooyer, S. Visser. H. Vos. W. Lenselink. Janna M. L. W. Bercht, Jeannette L. Dorré, Rie Groeneveld, Lucia A. Hendriks, Johanna P. Koeyers. Line M. Rosenberg, C. Bouma (voor waardelijk), H. J. Cassé, A. da Costa Sr., Luikinga, J. E. Mansvelder, R. C. Snel, H. S. C. van Hoewijk, R. L. Lieve, T. Lohmann, M. Stern, Z. van Waax-t, C. J. Wolzak, Thea Ver beek (voorw.), Lize Burk, Adèle L. de Haas, Kitty Meeuwig, Antoinette Oosterheert, Anna Zanen, P. de Boer, J. W. Engelsnxa, J. H. ten Have, J. J. Hogeland, C. de Jong, D. M. H. Keimer (voorw.), W. A. Klimbie, J. W. Lant- zendörffer, J. I-I. Menke (voorw.), J. G. Quee, H. M. Roosen'krans, P. K. T. Schuhmacher, J. W. Schutte. P. H. Sprokkreeff, E Vogel, J. de Vries, P. de Wolf, Inske v. d. Meer. Bevorderd naar de 5e klasse H.B.S. A. Geer trui A. van Akkeren, Jacoba C. de Bilt. Wilhel mina G. de Jong, Adriana de Nijs, Lutina Ul- derink, Nelly C. Zwaag, H. J. Baning, S. J. van Beek, C. G. Bos, M. J. Fredrikze, J. Goosens, L. H. de Haan, G. M. J. Heule, H. E. Hoyerman, Ph. A. de Korte, H. B. Kuin, R. van Looy (voor waardelijk), K. Peper, J. W. van Putten, H. H. Sminia, L. C. Stange, G. J. Stoelhorst, Th. Vis ser, E. Westerwijk Bosdijk. Johanna W. Becker, Wendelina A. Goed hart (voorw.), Hermina A. C. Nieuwenhof, Min- ke van der Zee, M. Beinema, G. J. Boersbroek, W. Boetje, G. H. Bos, H. Broekema, Chr. Drost, B. van Gorselen, J. H. Heuer, J. van den Heu vel, K. Huges, M. A. Joustra, G. A. Kleyn, J. N. Korstjens, J. D. Meyjes (voorw.), H. J. Rijn- veld, J. S. F. Tiesselink (voorw.), j. de Visser. Gerarda J. M. Baars, Heyltje Boeree, Maria W. Gulden, Aaltje Hollander, Franga J. Ossen- dorp, Willy H. L. P. Schoutendorp, Maria M. Vliegen, K. Anthoni, C. E. Bakker, J. J. Beun, L. C. Boogerd, W. M. van Breda, J. Broerse, L. Fibbe, E. R. de Haas, H. Heule, R. A. van der Laaken, J. Merks, W. B. van Norden, H. Peschar A. L. van Reenen. P. Schultz, D. Swens. Geslaagd voor het eind-examen M. H. B. S. ,,'t Kopje", de dames: A. Bierens de Haan, J. Bierens de Haan, N. v. d. Brandeler, I. Büller, T. Gunning, G. Huynink, IJ. Jolles. S. v. d. Laan, M. van Loghem, M. v. Nierop. A. Schor, J. Swens. S. van Toulon v. d. Koog, C. Ver meulen, H. Vink, G. v. d. Weide. Afgewezen: 1.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 7