Af en aan
Borgstellingsfondsen voor den Middenstand
D'
M
Hun werking in de practyk.
e Borgstellingsfondsep hebben
«enigen tijd gefunctioneerd. Waar
deering en critiek hebben elkander
afgewisseld en er bestaat alle aan
leiding deze instituten nog eens nader te
bekijken. Vooral waar de mogelijkheid op
rijkshulp voor de bekende regionale Bora-
stellingsfondsen niet uitgesloten geacht
moet worden. Nog altijd is onvoldoende be
kend, waartoe deze fondsen dienen en hoe
zij werken. Zij zijn uitsluitend in het leven
geroepen voor middenstanders, die ten ge
volge van de tijdsomstandigheden in moei
lijkheden zijn geraakt en wier zaken, hoe
wel op gezonde basis gegrondvest, alleen dan
in stand kunnen blijven, wanneer de eige
naars den steun van derden ontvangen.
Middenstandsbedrijven, die eerst na Janu
ari 1932 zijn opgericht, komen voor deze
hulpverleening niet in aanmerking. Zoo zijn
deze borgstellingsfondsen te beschouwen als
crisisinstellingen. Zij hebben dus een semi
permanent karakter. Maar veel wat zich
eens als tijdelijk heeft aangediend, blijkt
achteraf een permanent karakter te heb
ben. Het feit, dat het Rijk voor veertig pro
cent borg staat voor de eventueel te lijden
verliezen, wijst in deze richting. Onjuist is
de opvatting, dat deze fondsen instellingen
zijn die zonder meer in moeilijkheden ge
raakte middenstanders credieten verstrek
ken. Men zou feitelijk kunnen zeggen, dat
het tegendeel waar is. De verstrekking van
geldelijken steun is niet de eerste taak dezer
fondsen. Neen, het fonds verstrekt in het
geheel geen credieten. Het stelt zich uit
sluitend borg voor de credieten welke aan
bepaalde middenstandsbedrijven verstrekt
worden Naast geldelijken steun verleent het
fonds advies. De practijk heeft aangetoond,
dat in vele gevallen de adviseerende hulp
voor de betrokken ondernemingen voldoende
ls.
Het te verrichten saneeringswerk is één
der belangrijkste functies, welke het fonds
te vervullen heeft. Vóór alles dient het fonds
er voor te waken, dat hulp wordt verleend
aan ondernemingen, die tóch reeds ten
doode staan opgeschreven. Het ware econo
misch niet verantwoord in die gevallen
daadwerkelijk op te treden. Vandaar dan
ook, dat het mogelijk is dergelijke fondsen
te doen functioneeren met betrekkelijk
ringe subsidies. In Rotterdam bedraagt het
totaal der. subsidies niet meer dan vijftig
duizend gulden, aan welk bedrag men vol
doende denkt te hebben.
De adviseerende taak der fondsen is dus
primair. Het spreekt wel van zelf, dat de
plaatselijke omstandigheden van invloed
zijn op de wijze, waarop de adviezen ver
strekt worden. Hier is het contact met de
vertegenwoordigers van den middenstand
Inniger dan ginds. In algemeenen zin is wel
komen vast te staan, dat een groot gedeelte
der middenstandsondernemingen, dat zich
tot het fonds wendt, niet de beschikking
heeft over gegevens, welke een inzichtr
geven van den werkelijken gang van zaken,
et een beetje onthutst gezicht maakte
Tom het pakje open, dat hem zoo
even bezorgd was.
„Maar dat is toch je reinste
dwaasheid, hoe kan Lous dat nu toch doen!
Dat kan ze toch niet meenen! Stel je voor,
daar stuurt ze hem zijn brieven en zijn portret
terug, alleen om die kleine woordenwisseling,
die ze gisteren gehad hebben! „Denk je heusch,
schat, dat wij zonder elkaar kunnen? Dat weet
je toch wel beter!" zegt hij tegen het portret
van Lous, dat op de tafel staat waaraan hij
zit te werken. Nog een heeleboel meer heeft
hij te beweren tegen het portret, dat hem
vriendelijk toelonkt en hem schijnt te vertellen,
dat hij geen vrede met Lousjes besluit mag
hebben.
Terwijl Tom aan het overleggen is, wat hem
nu te doen staat, zit Lous met een diepbedroefd
gezicht in haar kamer. In haar handen heeft
ze een klein portretje van Tom en haar zelf,
beiden in zeilcostuum. Wat waren ze saampjes
gelukkig, toen dat kiekje gemaakt werd. Aan
de Kaag waren ze toen met een heel clubje,
maar in dat clubje waren zij toch samen, ze
hebben dien dag met hun vrienden hun verlo
ving gevierd. Ze heeft het gevoel of ze nu wel
twintig jaar ouder is dan dien Zondag in Juni,
toen ze zoo juichend gelukkig waren.
Bij die herinnering beginnen de tranen weer
te vloeien, tegelijk vraagt ze zich af, of ze
eigenlijk niet een beetje te overijld gehandeld
heeft. Verbeeld je, dat Tom eenvoudig
antwoordt met haar haar brieven en haar
portret terug te zenden, 'dan is alles uit en dat
kan ze niet verdragen. Wat verschrikkelijk
toch, wat is ze ongelukkig!
Tom heeft intusschen de oplossing al gevon
den. Toen hij onlangs eens in oude schriften
zat te snuffelen, vond hij in een extra mooi
cahier een heeleboel aardige en minder aardige
gedichtjes. Een er van was hem voor het
grootste deel nog bijgebleven, wie het gedicht
had en hoe oud het was, dat wist hij niet
meer, als hij het al ooit geweten had, maar hij
vond het heel toepasselijk op het geval Lous—
Tom. Het luidde:
Ze waren zoo innig, zoo innig verliefd,
Verliefd tot over hun ooren.
Maar soms had hij haar en zij hem gegriefd,
Dat schijnt bij verliefden te hooren.
Het was meestal een niets, maar een niets
is soms veel,
In de oogen van hem, die verliefd is,
En daardoor ontstond er een woord van
krakeel,
Zooals iemand zegt, die gegriefd is.
Zij pakte cadeautjes en brieven tezaam,
Sloot alles secuur in een doosje,
Schreef een haastigen brief, al vermeed
ze zijn naam,
Ging zitten en schreide een poosje.
Het volgende couplet herinnerde hij zich
niet meer. maar dan volgde weer:
En hij zette zich neer en schreef haar weer:
„Ik heb wat jij zond, terugontvangen.
Maar de kusjes, die ik je gaf. zoo innig
en teer
Zond je niet en ik wacht met verlangen"
Het antwoord van het meisje in het gedicht
Was kort en krachtig:
„Ik wil met mijn antwoord niet dralen,
Als je zooveel waarde aan die kusjes dan
hecht,
Dan moet je ze maar zelf komen halen!"
En Lous antwoordde op dezelfde wijze als
het gedichtenkind en den Zondag daarop was
het Kaagkiekje geen historie geworden, maar
weer net zoo waar, als op den dag, dat het ge
maakt werd.
M. M. L,
Dat is op zich zelf reeds zeer bezwaarlijk.
Maar het is tevens een der bewijzen, dat 'de
betrokkenen grootendeels zelf niet of on
voldoende weten, hoe het met hun eigen
bedrijf gesteld is Het is duidelijk, dat in die
gevallen moeiüjk is vast te stellen, wat er
dient te geschieden.
Bij den opbouw der fondsen is zooveel
mogelijk aangestuurd op vermindering van
kapitaalsbij dra gen en vergrooting van jaar
lij ksche subsidies. Aangezien de verliezen op
borgstellingen uitsluitend bestreden worden
'uit de inkomseten van het fonds, is het
kapitaal slechts van beteekenis uit hoofde
van de rente, welke het afwerpt. In verband
met het feit, dat niet verwacht kan worden,
dat honderd procent verlies zal worden ge
leden, werd een maxima verliespercentage
aangenomen waarmede bij de vaststelling
van het totaal der te aanvaarden verplich
tingen op basis van ,t inkomstencijfer, reke
ning wordt gehouden. Dit percentage werd
op 40 vastgesteld. De financieele steun aan
de fondsen is afkomstig van Provincies,
Kamers van Koophandel en Fabrieken.
Middenstandsorganisaties, Crisis-comités,
maar zeer zeker ook van de Gemeenten. Het
blijft intusschen te betreuren, dat van ge
meentelijke zijde nog niet die hulp wordt
verleend, waarop wel aanspraak gemaakt
mocht worden.
Zeker, het is bekend, dat de financieele
positie van vele gemeenten allerminst roos
kleurig genoemd mag worden. Intusschen is
voor die gemeenten van hoogerhand een
regeling getroffen, zoodat deze hinderpaal
feitelijk omzeild is.
Naast de gemeentelijke- is ook de pro
vinciale hulp niet te versmaden. Limburg en
Noord-Brabant en ook Noord-Holland heb
ben in dit opzicht reeds de noodige voorzie
ningen getroffen. Limburg en Noord-Bra
bant voteerden 1 cent per jaar per inwoner
der deelnemende gemeenten. Zeeland stelt
voor 1937 een bedrag van f 1000 ter beschik
king ter tegemoetkoming in de administratie
kosten van de beide in deze provincie ge
vestigde fondsen. Zuid-Holland stelde 5 ct.
per Inwoner beschikbaar als storting in eens
in het bedrijfskapitaal. Drente stelt een
bijdrage beschikbaar gelijk aan die der deel
nemende gemeenten in deze provincie. Fries
land steunt door een garantie van 2 cent
per inwoner. De provincie Groningen steunt
met 1 cent per inwoner der deelnemende
gemeenten. Gelderland helpt door de borg
tochten gesteld door de fondsen voor 25 pet.
als mede-borg over te nemen.
De Kamers van Koophandel en Fabrieken
steunen op zeer verschillende wijze. Eener
zij ds zijn zij behulpzaam geweest bij de op
richting der fondsen, anderzijds hebben zij,
óf kapitaal verstrekt, óf een jaarlij ksche bij
drage verleend, terwijl in enkele gevallen
ook kantoorruimte, of een ambtenaar ter
beschikking is gesteld
De moeilijke financieele positie van vele
middenstands-organisaties is oorzaak, dat
de hulp van die zijde in het algemeen nog
al te wenschen overlaat. Wel wordt van wege
de landelijke bonden aangedrongen op
medewerking, doch deze is nog te gering.
Alle begin is moeilijk. Zoo is het ook hier
Zij die evenwel de beperkte beteekenis dezer
fondsen voor oogen houden, kunnen niet
anders dan tevreden zijn. De Borgstellings
fondsen moeten langzamerhand vertrouwen
wekken. Dat ise nu eenmaal dikwijls een
langdurige proces. Critici blijven natuurlijk
bestaan. Door velen worden de moeilijkheden
over het hoofd gezien. Alleen door medewer
king van alle instanties kunnen deze fondsen
iets voor den middenstand beteekenen. Het
is noodig daarop nog eens de aandacht te
vestigen.
MOLLERUS.
Geen Coloradokevers te Epe.
Poppen bleken van onschuldig insect
afkomstig.
WAGENINGEN, 21 Juli. De plantenziek-
tekundige dienst te Wageningen heeft kever
poppen. die in een aardappelveld te Epe wer
den gevonden, onderzocht en geconstateerd,
dat het geen poppen van Coloradokevers
zijn. Het betreft hier poppen van onslieven-
heersbeestjes, zooals deze thans veelvuldig
op aardappelvelden voorkomen.
EXAMENS HOOFDAKTE.
Haarlem, 20 Juli. Geëxamineerd 3 vr. en
5 m. candidaten. Geslaagd de dames P. G.
Pieterse, Heemstede, M. van der Veen, Heem
stede en de heeren G. C. Zijp, Alkmaar, Th. J.
G. Duindam, Heemstede, W. Th. van der Meu-
len, Velsen-Noord.
FAILLISSEMENTEN.
Uitgesproken faillissementen door de Ar-
rondissements-rechtbank te Haarlem op
Dinsdag 20 Juli.
1. L. Meesters, winkelier in verfwaren, wo
nende te IJmuiden, gemeente Velsen, Meeu
wenlaan 30.
Curator: Mr. Dr. A. van der Flier, te IJmui-
den-Oost.
2 A. H. Selderbeek, vroeger winkelier, thans
hulpportier, gewoond hebbende te Westzaan,
thans te Koog aan de Zaan, Irisstraat 52.
Curator: Mr. J. H. Ekering te Haarlem.
3 B. N. van der Blom, vrachtrijder, wonen
de te Haarlemmermeer, Leimuiderdijk 298.
Curatrice: mej. Mr. N. W. Riemens te
Haarlem.
Rechter-commissaris in deze faillissemen
ten: Mr. J. H. P. E. Mijnssen te Haarlem.
Opgeheven zijn de navolgende faillisse
menten wegens gebrek aan actief van:
1 H. I. Meyer, manufacturer, wonende te
Velsen-Noord, Wijkerstraatweg 126.
Curator: Mr. L. J. Venhuizen te Heemstede.
2. M. H. J. Keulier, arts, wonende te Haar
lem, Groote Houtstraat 10 rood.
Curator: Mr. L. Ali Cohen te Haarlem.
Geëindigd is het faillissement wegens het
verbindend worden der tweede, tevens slot-
uitdeelingslijst van:
de Coöperatieve Vereeniging: Christelijken
Coöperatieven Haarlemschen Bouwersbond,
gevestigd te Haarlem.
Curator: Mr. F. J. D. Theyse te Haarlem.
Geëindigd zijn de navolgende faillissemen
ten wegens het verbindend worden der eeni-
ge uitdeelingslijst van:
1 P. Snel. bakker, wonende te Velsen.
Curator: Mr. G. Mellema te Haarlem.
2 Jan van Twisk, eertijds sigarenwinkelier,
wonende te Bloemendaal.
Curator: Mr. Dr. F. A. Bijvoet, te Haarlem.
3 P. E. van der Veld, expediteur, wonende
te Zandvoort.
Curator: Mr. R. C. Bakhuizen van den
Brink te Haarlem.
4 Johan Jansen, automobielreparateur, wo
nende te Haarlem.
Curator: Mr. H. J. Hoppe, destijds te Haar
lem,
W. MULLENS.
Eon propagandafilm „Nederland"
Door Willy Mullens vervaardigd.
Rolprent zal over de geheele wereld worden
verspreid.
(Van onzen G. P. D.-medewerker.)
Het is stellig verheugend, dat de Vereeni
ging „Nederland in den vreemde", ingezien
heeft, dat men, om buitenlanders voor ons
land door goede propaganda te interesseeren
het materiaal daartoe moet worden her
zien. Uit die gedachte is het initiatief voort
gekomen. om een nieuwe (de vierde) film
over ons land te laten maken, thans met
muziek en met een spreker, die vertelt, wat
men op het projectiedoek ziet.
Reeds meerdere malen heeft de heer W.
Mullens, onze oudste cineast, samengewerkt
met de Vereeniging en ook thans was het
dezen cineast, die ons land doorkruist heeft
met zijn filmtoestel om datgene, wat vreem
delingen stellig zal interesseeren, vast te
leggen. Laat ons beginnen met vast te stel
len, dat de heer Mullens erin geslaagd is om
een goede filmreportage tot stand te bren
gen.
„Het was moeilijk om voor dit object
een juiste selectie toe te passen", aldus de
vervaardiger der film in een inleidend woord
Men kan dat ten volle beamen. En daarom
moet de arbeid voor deze film verricht, des
te meer gewaardeerd worden.
Zeker de film is
niet perfect gewor
den, hier en daar is
de fotografie niet
sterk, vaak zijn de
overgangen van het
eene naar het an
dere onderwerp te
plotseling. Maar
over het algemeen
zijn deze bezwaren
niet van zulk een
overwegenden aard,
dat men met min
der waardeerinL
over het resultaat
van den geleverden
arbeid zou moeten
oordeelen.
Neen, als propa-
ganda-materiaal i:
deze film stellig uit
stekend te gebrui
ken, vooral nu deze
film in 4 versies
(Fransch, Duitsch, Engelsch en Spaansch)
vervaardigd is. Het is n.l. de bedoeling dat
de Vereeniging „Nederland in den Vreemde",
een smalfilm zal gebruiken om in het bui
tenland propaganda te maken terwijl een
normaalfilm in de Nederlandsche theaters
zal worden vertoond. Er zullen nog landge-
nooten genoeg zijn, die met belangstelling
den heer Mullens op zijn cameraweg door ons
land zullen volgen, omdat zij Nederland nog
niet kennen
Zij zullen dan in deze reportage ettelijke
hoogtepunten, die wij in de laatste jaren
medemaakten, terugvinden. Zij zullen het ge
reedkomen van den Afsluitdijk, het huwelijk
van H.K.H. Prinses Juliana en Z.KH. Prins
Bernhard herbeleven, zij zullen een blik kun
nen werpen op pittoresk Amsterdam, op de
schilderachtige kleedij in Zeeland en Volen-
dam, kortom, zij zullen ons land zien, zooals
het is en.... zooals het den vreemdelingen
getoond moet worden. De vervaardiger van
deze film, die natuurlijk met zijn ervaringen
vroeger opgedaan, rekening heeft kunnen
houden, is er in geslaagd in enkele camera-
flitsen vast te leggen wat van ons land van
belang is en wat men zien moet, als men
ons land bezoekt!
De kaasmarkt te Alkmaar? Zij ontbreekt
evenmin als de paardemarkt te Den Bosch.
Het stadhuis van Middelburg vindt men er
evengoed als de antipode: het moderne Hil-
versumsche gemeentehuis. Onze bruggen,
onze veeal prachtige wegen, onze beide sta
dions, Giethoorn, onze industrie-centra,
enkele beelden, soms niet langer dan een
halve minuut, wordt er de aandacht op ge
vestigd. En steeds weer zegt een stem in
het Fransch, wat het geprojecteerde voor
stelt. Ons verkeer te water en te land, ons
natuurschoon en de wijze, waarop de land
bouwer in Nederland den bodem bewerkt:
deze film laat, het zien.
In ruim 3 kwartier zooveel over Nederland
en Indië bijeen te brengen: het is stellig
een prestatie. Daarom mag men hier van een
goede filmreportage spreken. Dat men er
tevens in gesliaagd is bij elk onderwerp pas
sende muziek te vinden en dat men voorko
men heeft dat de verklarende stem al t<
verstorend zou werken is stellig een compli
ment waard.
De Vereeniging „Nederland in den Vreem
de", die Melis Stoke bereid vond het scenario
te schrijven, zal zeker met deze caimerarepor-
tage succes hebben.
Nederland te toonen zooals het is: in dien
opzet is men geslaagd. Dat men het, als Ne
derlander, jammer zal vinden, dat enkele
deelen van ons land ontbreken, of dat vaak
een onderwerp alleen in groote lijnen wordt
weergegeven, ligt daaraan, dat men niet te
veel van het goede heeft willen schenken.
In een klein uur hebben degenen, die de
première van „Nederland", in de bovenzaal
van het Tuschinskitheater te Amsterdam,
bijwoonden, een groot gedeelte van ons land
aanschouwd. Dat het geen film, in den eigen
lijken zin des woords, is geworden, doet niets
af aan de waardeering, welke men voor het
geslaagde initiatief van „Nederland in den
Vreemde", mag toonen!
Wereld Jamboree 1937.
Aantal georganiseerde werknemers
neemt toe.
Blijkens mededeeling in de Juni-aflevering
van het maandschrift van het Centraal Bu
reau voor de statistiek is het aantal georga
niseerde werknemers in ons land in 1936 ge
daald van 728.150 tot 723.600, d.i. met 4550 of
V2 pet, In 1935 bedroeg de achteruitgang 3 pet.,
in 1934 5% pet. De volgende cijfers doen zien,
welk aandeel de verschillende richtingen in
de daling hadden.
Ledental op 1 Januari
1936 1937
Nat. Arb. Secretariaat 12.000 11.350
Ned. Arb. van Vakvereen. 285.650 283.400
Chr. Nat. Vakverb. 108.500 108.200
R.K. Werkl. Verb. 173.500 168.100
Ned. Vakcentrale 44.600 44.600
Ned. Syndical. Vakverb. 2.000 1.875
Oud-Katholiek Vakverb. 600
Niet bij den centrale
aangesloten 101.800 105.000
Kentering in verband met de
verbeterde conjunctuur.
Intusschen is met de opleving in het be
drijfsleven in de daling een kentering geko
men en een gedeeltelijke stijging ingetreden.
Deze was het grootst bij het N. V. V., dat in het
4e kwartaal van 1936 en het le kwartaal van
1937 met bijna 27000 leden vooruitging. Het
Chr. Nat. Vakverbond steeg met 350, het R.K
Werkliedenverbond won in het 4e kwartaal
340 leden, doch verloor er in het le 120.
Omgekeerd verloor de Ned. Vakcentrale in
het 4e kwartaal 1936 450 leden, terwijl het in
het le kwastaal 1937 er 100 won.
Maatregelen voor kaartverkoop-
Kaarten voor de tribune op
spitsdagen.
Bij het werk voor de inrichting van het
kamp en de voorbereiding van de ontvangst
der buitenlandsche en inheemsche gasten is
het aan het Hoofdkwartier van de Jamboree
niet mogelijk, alle vragen aangaande de rege
ling betreffende den verkoop van plaatsen
voor tribunes op den dag van de opening op
31 Juli en op den 2en bezoekdag der Koningin,
tevens Welpendag. op 4 Augustus individueel
te beantwoorden. Zooals reeds is bekend ge
maakt, zal de Koningin op 31 Juli de Jam
boree openen.
Het aantal plaatsen op de tribunes is uiter
aard beperkt. Er zijn 6000 zitplaatsen en 7000
staanplaatsen. In verband met den stroom var.
verzoeken, zoowel uit Nederland als uit het
buitenland om plaatsen te reserveeren voor
de „March Past", het défilé van de 28.000 pad
vinders uit alle oorden der wereld en de Rally,
is de Jamboreeleiding teruggekomen op het
aanvankelijk voornemen om geen plaatsen
vooraf uit te geven, doch slechts op het ter
rein de plaatsen te verkoopen, zoolang
ruimte beschikbaar blijft. Er zal thans ten
gerieve van hen die zekerheid willen hebben,
dat zij, op het terrein aanwezig, op een plaats
op de tribune kunnen rekenen, een voorver
koop worden gehouden. Met inbegrip van den
entreeprijs voor het terrein en de portikosten
voor toezending van de bestelde kaart, kost een
bewijs van toegang tot het kamp en tot de zit
plaatsen-tribune f 2,56, terwijl voor f 1,56 een
een toegangskaart tot het kamp en de staan
tribune wordt gezonden.
Betaling kan uitsluitend geschieden op de
girorekening van het Hoofdkwartier van de
Wereld Jamboree 1937 te Bloemendaal-Vo
gelenzang: 271885. Duidelijk moet worden ver
meld of kaarten voor 31 Juli of voor 4 Augus
tus worden gewenscht.
De plaatsen worden toegewezen in volgorde
van de ontvangen giro-overschrijvingen.
Zeeverkenners: een waterkamp aan
de Ringvaart.
Volie aandacht wordt geschonken aan de
belangen van de Zeeverkenners.
Tegenover den ingang van het Jamboree
kamp is een terrein gehuurd, waar kano's en
wherries op het droge kunnen worden ge
haald. Op de Trekvaart in de onmiddellijke
omgeving van het Jamboreeterrein zullen de
Zeeverkenners hun spel spelen (kanoraces,
kano-estafette, walvischvangst, enz., enz.) De
Versierde en verlichte vaartuigen zullen
Augustus des avonds voor de bezoekers van
het Jamboreeterrein een attractie te meer
zijn. Voor 't zeilen leent de Ringvaart van den
Haarlemmermeerpolder zich veel beter dan
de trekvaart, zoodat het grootere materieel
op de Ringvaart zal blijven. Hier wordt een
waterkamp ingericht op den Westelijken oever
van den Ringvaart, achter het Huis te
Bennebroek. Het waterkamp komt te staan on
der leiding van den heer J. J. Ellerman, die
in 1932 eveneens met het waterkamp belast
was.
Teneinde het verblijf van de buitenland
sche Zeeverkenners en van de Nederlandsche
Zeeverkenners in Vogelenzang zoo aange
naam mogelijk te doen zijn, werden enkele
excursies ontworpen, los van de gemeen
schappelijke tochten op 10, 11 en 12 Augus
tus. De havens van Amsterdam, Rotterdam en
IJmuiden zullen worden bezocht, evenals de
groote mailbooten van de Stoomvaart Mij
„Nederland" en de Rotterdamsche Lloyd. Op
een bocht met een der grootste trawlers van
de V.E.M. zullen 25 Zeeverkenners een indruk
krijgen van het visschen op de Noordzee. De
excursies en het Zeeverkennerswerk op de
trekvaart staan o.l.v. le luit. der Infanterie
J. J. Wijnsouw, assistent-commissaris voor
Zeeverkenners. Zaterdag 7 Augustus zal een
gemeenschappelijke tocht worden gemaakt
door de Zeeverkenners. Het motorschip „Prin
ses Juliana" is door den directeur van het
Onderwijsfonds, den heer G. de Jong ter be
schikking gesteld en zal dezen tocht mede
maken. Op dit Motorschip kunnen 200 ver
kenners worden ingescheept, die geen gele
genheid hadden hun eigen materiaal mede
te nemen. De roei- en zeilvereeniging „Het
Spaarne" zal bestuursintroducties verleenen
aan zeeverkenners, die met gieken e.d. kunnen
omgaan.
De aankomst der deelnemers.
De 92 deelnemers uit Australië komen 28
Juli te Roosendaal aan, waar op 20 Juli ook
de 60 deelnemers uit Armenië arriveeren. Op
30 Juli komen te Oldenzaal aan, de 70 deel
nemers uit Finland, 350 uit Noorwegen en
800 uit Denemarken. Te Roosendaal komen
30 Juli aan o.a. de 2400 deelnemers uit Frank
rijk, 800 uit België, 370 uit Luxemburg en
200 uit Zweden.
Uit Engeland arriveeren 5189 deelnemers
op 30 Juli, te Hoek van Holland en 31 Juli
nog 2400 te Roosendaal.
Eindelijk komen te Venlo op 30 Juli aan:
500 deelnemers uit Zwitserland. 700 uit Polen,
200 uit Roemenië, 300 uit Tsjecho Slowakije
en de Padvinders uit Hongarije, wier aan
tal nog onbekend is.
Op 21 Juli reeds wordt een aantal •Padvin
ders verwacht uit Saba, de kleinste der Ne
derlandsche Antillen. Zij komen te Amster
dam aan per s.s. Crijnssen.
Padvindstersgilde
bezoekt de Jamboree.
Op 6 Augustus a-s. zullen uit alle deelen
van ons land de padvindsters en haar leid
sters naar de Jamboree komen, om daar te
defileeren voor de beide Chiefs: Lady en Lord
Baden Powell. Na afloop daarvan zullen de
padvindsters het Wereldkamp bezichtigen.
Het défilé heeft plaats om 2 uur op het
groote rally-terrein.
In aansluiting op het défilé zal Lady Baden
Powell, de Chief Guide, daar aan de Neder
landsche Padvindsters een groote Padvind
sters Wereldvlag uitreiken, die door de af-
deeling Vlissingen vervaardigd is en die in
de komende maanden langs alle afdeelingen
van het Nederlandsche Padvindstersgilde zal
trekken, overgebracht door vlagescortes van
de eene plaats naar de andere. De vlag zal
in iedere afdeeling gedurende een plechtige
„internationale" bijeenkomst te midden der
padvindsters zijn. In die bijeenkomsten wordt
gesproken over den band die Padvindster en
Padvinders over de geheele wereld bindt en
de groote idealen van de Padvinderij, waar
van de wereldvlag de symbolen draagt. De
Wereldvlag draagt n.l. in de kleüren blauw
van de hemel en goud van de zon het drie-
deelige klaverblad met de leid-sterren van de
wet en belofte en de kompasnaald die om
hoog wijst, gedragen door de vlam van de
liefde voor de menschheid.
Deze vlag, waaraan een oorkonde is be
vestigd waarop ook Lady Baden Powell een
opdracht schreef, zal extra waarde hebben
voor het N.P.G. wanneer het die op 6 Augus
tus uit de handen van de Chief Guide zelf
zal mogen ontvangen. Na haar tocht langs
de 75 afdeelingen van het Gild, zal de vlag
op den internationalen Padvindstersdag: 22
Februari 1938, in het Haagsche Hoofdkwar
tier worden binnen gedragen, waar vertegen-
DONDERDAG 22 JULI 1937
woordigsters van alle afdeelingen haar zullen
ontvangen.
Als we het winkeldorp aan het begin van
de groote oprijlaan doorgaan komen we eerst
in subkamp 6. Op deze weide treffen we
hoofdzakelijk een groote groep EngeLschen,
ongeveer 1200 in totaal, niet alleen uit
Engeland zelf doch ook uit Barbados, Canada
Palestina en een aantal Schotten. Met sub
kamp 7 is dit kamp uiterst internationaal,
want behalve genoemde Engelschen zijn er
de Noren. Letten, Yougoslaven, Polen, Hol
landers en jongens uit Luxemburg. Sub
kamp 7. dat met no. 8 ten Noorden van
Teylingerbosch Ugt is nog gevarieerder be
volkt: Noren, Japanners. Inwoners van
Liechtenstein en Estland. Egyptenaren. Por-
'ugeezen, jongens uit Saba, Iran, Mexico,
Lithauen. Verder Russen. Siameezen, Curra-
gao'ers, jongens uit Engeland, Bermuda, Ja
maica en Wales en een betrekkelijk gering
contingent uit ons land.
Een veertigtal Grieken kan men aantref
fen in subkamp 5, dat ten Z.W. ligt van het
zooeven besproken subkamp 6. De Belgen
liggen nogal verspreid, doch het grootste
aantal vindt men in subkamp 8. De Oosten
rijkers zijn ondergebracht in de subkampen
3 en 9. Het bamboekamp van de dezer dagen
gearriveerde Nederlandsch-Indiërs is gelegen
in subkamp 4. dat ten W. van subkamp 6
ligt.
Voor de goede lorganisatie heeft ieder sub
kamp zijn eigen kleur(en). zoodat verwarring
met bagage voorkomen wordt. De kisten
moeten n.l. in de kleur van het subkamp uit
gevoerd zijn. Het groote contingent Hongaren
waarvan reeds een en ander in de pers werd
meegedeeld, slaat zijn tenten op in no. 7,
Amerika in no. 8.
EXAMENS.
Van de Chr. Burgerschool voor M.U.L.O. te
Hillegom slaagden tot heden de leerlingen D.
Paase, F. H. van Wijk, R. S. Schiilpzand en D.
J. Huis voor diploma B; de leerlingen G. de
Jong. J. F. Scholten, J. H. H. de Vries, C. v.
d. Walt en A. Werba voor diploma A, terwijl
J. F. Scholten tevens slaagde voor de 4e klasse
der Chr. Handels H.B.S. te Amsterdam.
NOG EEN RONSELAAR GEARRESTEERD?
Een zekere H. uit Terwinselen is op het
station te Heerlen gearresteerd verdacht van
ronselarij voor Spanje.
Verkeersregeling bij Jamboree
levert moeilijkheden op.
Rijksveldwacht heeft de leiding.
Commissaris Bakker uit Amsterdam geen
adviseur.
De Commissaris van politie C. Bakker te
Amsterdam was door het jamboree-hoofdbe
stuur aangezocht een verkeersregeling voor
de Jamboree te ontwei-pen en ten uitvoer te
brengen. Volgens de Tel. heeft de heer Bak
ker zich echter teruggetrokken als verkeers-
adviseur en thans is de verkeersregeling op
gedragen aan den heer J. Vermeyden, com
mandant van het zesde district van de Rijks
veldwacht. Deze heeft aan genoemd blad ver
klaard, dat men in het beste geval slechts een
draaglijke verkeersregeling bereiken kan,
daar het wegenstelsel te Vogelenzang vrij pri
mitief is.
De heer Vermeyden krijgt de beschikking
over drie parkeerterreinen met een geza
menlijke capaciteit van omstreeks vier dui
zend wagens, een cijfer dat hij echter onder
het grootste voorbehoud noemt, daar hij er
nog niet zeker van is.
Het Oostelijke parkeerterrein ligt aan den
Zwarteweg, vlak bij het station Vogelenzang,
aan de Oostzijde van de spoorlijn. Daar wilde
de commandant van de Rijksveldwacht in
hoofdzaak de autobussen onderbrengen en
zoo mogelijk de taxi's. Ten Noorden van het
Jamboree-terrein aan den Vogelezangschen
weg bij de Woenstduinlaan ligt 't tweede par
keerterrein en ten Zuiden van het terrein ligt
nummer drie aan de Margarietenlaan met
respectievelijk plaats voor 1400 en 1700 wa
gens, althans naar de eerste schatting.
Het is nu de bedoeling het verkeer uit
Amsterdam en ook uit het Zuiden zoo spoe
dig mogelijk ten Westen van de spoorlijn Haar
lem—Den Haag te brengen, dit in verband
met de vele spoorwegovergangen, die met het
drukke treinverkeer, even zoovele obstakels
zullen zijn. Zoo zullen de Amsterdammers
en allen die via den Haarlemmerweg naar
Bloemendaal trekken door Haarlem moeten
rijden over Oostvest, Papetorenvest, Koude-
horn, Nieuwegracht, Zijlweg, Overveen en de
Laan van Elswoud. Langs den z.g. Achterweg
bereiken zij dan het Noordelijke parkeerter
rein. Ook het verkeer uit Noord-Holland komt
daar via Velsen op uit.
Ook voor de automobilisten die uit de rich
ting Leiden komen met het Zuidelijk parkeer
terrein als einddoel is de z.gn. Achterweg, de
hoofd-ader. Zij bereiken via Noordwijk, Noord
wij kerhout en De Zilk het Jamboree-terrein.
Lisse en Hillegom zijn ook door dwarswegen
verbonden met dez en Achterweg en deze
dwarswegen denkt men eveneens te gebruiken,
al moet hier de spoorlijn gepasseerd worden,
hetgeen natuurlijk een groot bezwaar is.
Den Rijksstraatweg Haarlem—Den Haag
wil men reserveeren voor het doorgaand ver
keer en voor de autobussen en taxi's, dié
dan op het parkeerterrein aan den Zwarte
weg terechtkomen.
De fietsers zijn niet van het autoverkeer
te scheiden. In de onmiddellijke omgeving
van het Jamboree-terrein zullen de Woest-
duinlaan en de Manpadslaan speciaal voor
het rij wiel verkeer gereserveerd blijven. Op de
parkeerterreinen zullen speciale gedeelten
beschikbaar zijn voor rijwielen en motoren-
- En de voetgangers?
- Bij het statiom Vogelenzang ligt een
tunneltje onder de spoorlijn. Dit tunneltje
wordt door de familie Ruygrok, aan wie het
behoort, beschikbaar gesteld voor vrijen door
gang der voetgangers. Ook de treinreizigers,
die op het Oostelijk perron, dus uit de rich
ting Leiden, arriveeren, kunnen van dezen
tunnel gebruik maken.
Dit zijn overigens niet de eenige zorgen van
den heer Vermeyden. Want hij heeft nog 140
rijksveldwachters, die hij moet onderbrengen
ente eten geven. Gélukkig was de R.-K.
school te Vogelenzang bereid haar localiteiten
ter beschikking te stellen.
De vacanties begonnen daar wel eerst op
31 Juli, maar nu hebben de kinderen het aan
de Rijksveldwacht te danken, dat zij 2>/2 dag
eerder vacantie krijgen. Waarschijnlijk zul
len de veldwachters ook de openbare school
er nog bij krijgen.
De verkeersregeling zal heel moeilijk zijn,
vooral omdat men zich niet kan toetsen aan
vorige jamborees. Men weet wel dat men in
Hongarije eiken dag op 30.000 bezoekers te
Gödöllö kon rekenen, maar komen die hier
ook? Of zullen het er nog meer zijn?
De Rijksveldwacht zaf paraat zijn Dat is
het eenige dat de heer Vermeyden zeggen
kan.