De Onrust in Frankrijl
Het Rijwielplaatje.
Litteraire
Kantteekeningen.
De incidenten bij den jaarlijkschen wieler
wedstrijd Tour de France, die tengevolge had
den dat de leidende Belgische ploeg te Bor
deaux den strijd opgaf, moeten erkend worden
als een nieuw symptoom van de in Frankrijk
heersehende onrust. Er zijn veel belangrijker
verschijnselen geweest, zooals de bezetting van
fabrieken door stakers, de onzinnige vertra
ging in den bouw van de wereldtentoonstel
ling, de hötelstaking te Parijs. Deze beide
laatste feiten hebben Frankrijk direct en zeer
ernstig benadeeld, evenals de incidenten
waarvan per auto reizende vreemdelingen de
last en schade ondervonden. Het gebeurde met
de Tour de France draagt er eveneens toe bij
in het buitenland den indruk te wekken, dat
in Frankrijk orde en regel blijkbaar op beden
kelijke wijze geschaad zijn. Immers is geble
ken dat de Belgische deelnemers, die al vele
gegronde grieven hadden en wier leider op het
traject Pau—Bordeaux al met steenen beko
geld was door de bevolking, pas hebben opge
geven toen zij zelfs in de stad Bordeaux, de
vierde stad van Frankrijk, overlast ondervon
den. Bij hun vertrek naar de start wei-den
steenen en vuil naar hen gegooid, en werden zij
uitgescholden. Dit werd hun te machtig. Zij
gaven op ofschoon zij nog de leiding hadden
en men moet wel aannemen dat zij daar zeer
verstandig aan hebben gedaan.
Nu beschouw ik' de ervaringen van wiel
renners heusch niet als zoo bijzonder belang
rijk, maar het feit op zichzelf dat de als regel
zeer rustige en ordelijke bevolking van Zuid-
Frankrijk ook al rare excessen begint te ver-
toonen, geeft te denken. Een relletje onder de
landbevolking in het Zuiden en in de stad
Bordeaux is als symptoom onrustbarender
dan een dergelijk relletje in Parijs.
De indruk, dien het buitenland tegenwoor
dig van Frankrijk krijgt is dat de bevolking
zich niet krachtig genoeg geregeerd meer
voelt, niet precies meer weet wie eigenlijk haar
regeerders zijn en in haar onzekerheid over
de heersehende toestanden tot losbandighe
den overgaat. Men kan hier politieke beschou
wingen aan vastknoopen, die licht bezijden de
waarheid gaan. Met algemeenheden omtrent
socialistisch bewind komt men er niet. De
socialistische regeeringen in Scandinavië
handhaven de orde in die landen uitstekend,
evenals de socialistische regeeringen in Enge
land dat jaren geleden al hebben gedaan. De
weifelende koers van de Fransche Volks
front-regeering ,die in de zwakke positie ver
keert dat zij in het parlement de stemmen
noodig heeft van de communisten, die geen
regeerings-verantwoordelijkheid hebben mee
gedragen voor zeer ingrijpende besluiten,
heeft kennelijk het vertrouwen der bevolking
geschokt. De toestand der Fransche staats
financiën is miserabel en het is de vraag of
de herstelpolitiek, door den thans teruggeroe
pen en zeer ervaren minister van Financiën,
Bonnet ingezet, nog tijdig redding zal kunnen
brengen.
Dat merf de schuld geeft aan de bewerkers
van de kapitaalvlucht is geen afdoend ex
cuus: men had die kapitaalvlucht -kunnen en
moeten voorzien. Maar Frankrijk heeft na
den oorlog al eens meer in financieelen
„doodsnood" verkeerd en is dien toen te bo
ven gekomen zonder zulk onrustbarende
symptomen als thans voorkomen. De hotel-
staking heeft het -buitenlandsche bezoek aan
de wereldtentoonstelling evenzeer benadeeld
als het feit, dat die tentoonstelling maar voor
een deel gereed is gekomen en bij haar ope
ning zelfs nog op geen stukken na gereed
was. Dat wijst op gebrek aan samenwerking,
gebrek aan saamhoorigheidsgevoel, gebrek
aan gezond nationaal besef.
Dat alles is zeer ernstig voor Frankrijk en
de incidenten bij een internationale sportge
beurtenis die door millioenen in het buiten
land met belangstelling gevolgd wordt zijn dat
ook. Wie de geschiedenis van Frankrijk kent,
moet aan deze symptomen wel beteekenis
hechten. In ieder ander land zou men ze
trouwens ook met ongerustheid observeeren.
De volksmassa heeft behoefte aan gezag en
orde, onder iederen vorm van bewind. Heeft
zij het vertrouwen in haar regeerders zooda
nig verloren, dat zij zelf gaat handelen tegen
hun wil in, dan is dat een onmiskenbare
uiting van wanorde en een omineus verschijn
sel. In ieder land zijn slechts weinigen tot
regeeren geroepen.
Zij behooren tot verschillende geestes
richtingen maar zij zijn altijd maar een
kleine minderheid, omdat de gave des re
genten een persoonlijk talent inhoudt dat
slechts aan weinigen gegeven is. In geheel
ander connectie heb ik daar onlangs nog
eens de aandacht op gevestigd. Als men dit
vergeet en menschen op de leidende posten
zet alleen wegens hun politieke kleur en
zonder aanzien van hun persoonlijke gaven
moet men het duur bekoopen. Het schijnt dat
men in Frankrijk aan deze fout ten prooi is
gevallen.
R. P.
BEVERWIJK
onderlinge vischwedstrijd.
De Hengelaarsvereeniging ,,'t Kappertje" zal
op Zondag 1 Augustus te Akersloot een onder-
lingen wedstrijd houden op witvisch. Voor de
zen wedstrijd zijn verscheidene fraaie prijzen
uitgeloofd.
Le den ver gad er ing
De Hengelaarsvereeniging ,,'t Karpertje!
heeft in haar clublokaal aan den Alkmaar-
schenweg een goed bezochte ledenvergadering
gehouden. Na een inleidend woord van den
voorzitter, den heer J. Maenhout, werden de
notulen gelezen en ongewijzigd vastgesteld.
Tegen het beleid van het bestuur, dat ver
volgens aan de orde kwam, werden geen be
zwaren aangevoerd, waaruit bleek, dat de be
stuursleden de belangen der vereeniging naar
wensch behartigen.
Een zeer belangrijk punt van de agenda
vormde een bespreking over het pachten van
vischwater. De voorzitter gaf allereerst een
overzicht van den stand van zaken. Het be
stuur was er in geslaagd het water van de
slooten langs den spoorlijn Haarlem—Uitgeest
te pachten met ingang van 1 Januari 1938. De
vereeniging heeft hiermede een stuk visch
water verkregen, waarop zij terecht trotsch
mag zijn.
Uit de bespreking bleek wel, dat alle leden
er zeer mee ingenomen waren.
In verband hiermede werd besloten om het
inleggeld van heden af met f 1 te verhoogen,
zoodat dit nu f2.50 zal bedragen. Vervolgens
werden 'n ballotage- en 'n controlecommissie
benoemd. Deze laatste commissie zal aan den
waterkant dienst doen.
Het bestuur stelde daarna voor het artikel
van het reglement betreffende het aannemen
van adspirantleden te schrappen, dit cnet het
oog op de gevaren langs den spoorweg. Hoe
wel de meeningen daarover uiteenliepen werd
toch besloten in het vervolg geen adspirant
leden aan te nemen. Alleen personen, die den
leeftijd van 18 jaren hebben bereikt, kunnen
als leden tot de vereeniging toetreden.
Als nieuwe leden werden aangenomen de
heeren H. Luyt, P. H. Nielen, C. van Veld
huizen, H. J. Calf Jr. en W. C. Antonisse.
Daarna sloot de voorzitter deze geanimeer
de vergadering, waarvan alle leden voldaan
huiswaarts keerden, omdat het streven naar
eigen vischwater thans eindelijk in vervulling
was gegaan.
tentoonstelling van werkstukken.
Zaterdagmiddag en Zondag werd in de
gynastiekzaal van de H. Hartscholen een ten
toonstelling gehouden van werkstukken, ver
vaardigd door de leerlingen van de meisjes
school. Zeer vele ouders en andere belang
stellenden hebben van deze gelegenheid, om
het werk der kinderen te bezichtigen gebruik
gemaakt.
de plaatselijke bioscoopcommissie.
De heer mr. J. O. Baron alhier is benoemd
tot lid van de plaatselijke bioscoopcommissie,
in de vacature, ontstaan door het overlijden
van den heer A. v. d. Bliek.
naar de jamboree.
De. Wandelsportvereeniging „De Voortrek
kers" zal deelnemen aan den Jamboree-
marseh.
eerste plechtige h. mis.
Zondag heeft Pater J. Welagen in de paro
chiekerk zijn eerste plechtige H. Mis opge
dragen.
Zaterdagavond werd de neomist door èen
comité uit de buurtbewoners van' den trein
gehaald en bij zijn woning feestelijk ont
vangen. Een der comitéleden heeft hem
namens de buurtbewoners woorden van ge-
lukwensch toegesproken.
Te 8 uur werd de jonge priester bij de
kerk van O.L. Vrouw van Goeden Raad fees
telijk ingehaald door de parochiegeestelijk
heid, het kerkbestuur en de jeugdorganisa
ties. Daarna volgde een plechtig Lof, dat door
honderden parochianen werd bijgewoond.
Zondagmorgen celebreerde Pater Welagen
aan het fraai versierde hoofdaltaar zijn eer
ste plechtige H. Mis, daarbij geassisteerd door
pastoor P. J. P. M. v. d. Pavoordt als Pres
byter-assistent en de kapelaans der parochie
Van Sehijndel en Corsten, respectievelijk als
diaken en sub-diaken.
Het zangkoor onder leiding van den heer L.
Tervoort zong zeer i^er diens telijk de Missa
Pontificalis voor gemengd koor en orgelbe
geleiding van Lorenzo Perosi.
De Pastoor P. v. d. Pavoordt, hield na het
Evangelie de feestpredikatie, naar aanleiding
van den tekst: „En de ouden van de stad
stonden verwonderd en zij gingen hem tege
moet en riepen hem toe: Ls uw komst die van
een vreedzame? De predikant schetste de
taak van den priester als een vredelievende,
omdat hij is de middelaar tusschen den Vorst
des Vredes en de menschen. Spr. schetste
vervolgens het verheven werk en de hooge
waardigheid van den priester.
Na afloop van de K. Mis zong het koor
nog een priestercantate, waarin de heer B.
J. W. Langendijk de soli zong.
Zondagmiddag hield de neomist een druk
bezochte receptie in de pastori#, waarbij hem
naast ontelbare gelukwenschen, ook fraaie
geschenken werden aangeboden.
Des middags te vijf uur celebreerde de
jonge priester een plechtig danklof.
WIJK AAN ZEE
Fietsbezitters beider kunne,
We zijn nu weer in den tijd,
Die merkwaardig is te noemen
Voor elk, die een fiets berijdt,
't Fietsmerk is uw aandacht waardig
En besteed die er dus aan,
Anders zal 't u niet veel later
Mogelijk nog slecht vergaan.
't Helpt u niet, of u al aanvoert:
't Oude is nog lang niet slecht,
Ik heb geen nieuw plaatje noodig,
'k Ben aan 't oude erg gehecht,
't Helpt ook niet of u de plaat poetst,
Tot ze glanst in gouden schijn,
Uiterlijk op acht Augustus
Moet er een nieuw plaatje zijn.
Als ge 't langer nog laat loopen,
Wordt ge mogelijk beboet,
Met de kans dat ge dan tekens,
Zelf nog langer loopen moet.
Al verfoeit uw schoonheidsvisie
't Rijwielmerk met hart en ziel,
Als gij prettig fiets wilt rijden,
Offer dan uw achterwiel.
P. GASUS.
SANTPOORT
BRIDGE-DRIVE in DéPENDANCE.
Woensdag 28 Juli houdt de Beverwijksche
Bridge-club in Dépendance een bridge-drive.
De prijzen bestaan uit luxe voorwerpen.
LANDDAG DER R. I. G. m.
Een gezamenlijke Vredesgroep, bestaande
uit de afdeelingen Haarlem en Beverwijk van
de A. N. V. A„ Haarlem, Bloemendaal en Be
verwijk van den A. N. V. V. B., Haarlem, Vel-
sen en Beverwijk van de I. A. M. P. en Haar
lem van den S. V. B. was voornemens Zondag
j.l. op een terrein aan den Middenduinerweg
een openbaren landdag te beleggen, waar als
sprekers zouden optreden Ds. A. R. de Jong uit
Bussum, Cor Huisman uit Gouda en mevr.
Buising van Besouw uit Heemstede.
De weersomstandigheden waren echter van
dien aard, dat de landdag in een „sehuurdag"
moest worden omgezet.
Rede Cor Huisman.
Het eerst voerde Cor Huisman het woord.
Deze spreker noemde internationale aaneen
sluiting meer dan ooit noodig, daar de ge
heele wereld aan het bewapenen is. Elke dag
brengt ons nader tot een nieuwen wereldoor
log, een oorlog, die in materiëel en geestelijk
opzicht vreeselijker zal zijn dan die van 1914
1918. Een nieuwe oorlog toch -zal geen onder
scheid maken tusschen strijders en non-com
battanten.
De moderne oorlog is geworden een modern
technisch bedrijf, waarin van persoonlijken
moed geen sprake meer is. In den nieuwen
oorlog heeft men genoeg aan karakterloosheid
en trouweloosheid. Bovendien helpt het aan
tal oorlogsapparaten beslissen.
De moreele en psychologische oorlogsvoor
bereiding is in vollen gang. De R. I. G. M.
(Rassemblement International contre la
Guerre et le Militarisme) wil daartegen stel
ling nemen. Straks zal in Parijs naar wegen
worden gezocht, die zullen leiden tot waar
achtige aaneensluiting tegen oorlog en mili
tairisme, waaruit blijkt, dat de R. I. G. M. zich
iets ten doel heeft gesteld van beklemmende
actualiteit.
Rede mevr. Buising van Besoiiw.
Mevr. Buising had tot onderwerp gekozen:
„Eén land: de wereld één vólk: de merisch-
heid".
„Ziet daar", aldus spr. „de kern van de vre-
desgedachte, want nietwaar, het universeel
doel te bereiken van internationale aaneen
sluiting tegen oorlog, en militairisme, is het
ideaal van de wereld, van de Menschheid.
De deelnemers aan het Parijsche congres
zullen door één gedachte bezield zijn, n.l. de
gedachte van uitbanning van den oorlog, die
de broederschapsgedachte tot een aanfluiting
maakt, die een slag in het gelaat is van de
humaniteit.
De haat tegen den oorlog bracht ons te
zamen, aldus spr. Uit welk oogpunt men er te
gen is, komt er niet op aan, als men er maar
tegen is met zijn geheele ziel, zijn geheele op
standige hart.
De internationale aaneensluiting doet geen
consessies aan welken oorlog ook. Elke geweld
toch roept weer nieuw geweld op.
De harten van de menschen moeten ont-
varpcelijk gemaakt worden voor onzen vredes
wil. Wij moeten het uit de hoofden hameren,
dat de oorlog een noodzakelijk kwaad is. Ber
gen moeilijkheden zullen we daarbij te over
winnen hebben, maar wij zijn bereid den
zwaren strijd te aanvaarden, omdat 't er om
lat „te zijn of niet te zijn".
De Volkenbond heeft gedeeltelijk gefaald,
omdat de vertegenwoordigers niet allen van
ontvankelijke harten waren voorzien als een
Henderson bijv.
Eén land de wereld, één volk de
Menschheid! Om. dit te durven zeggen, heeft
men moed noodig. Tegenstanders lachen om
onze naïeveteit, de meerderheid van het
Christendom qualificeert ons streven als mis
dadig. Desondanks komen wij toch tot de
wereld met onze boodschap van verdraag
zaamheid en broederschap. Geen vijanden,
slechts vrienden willen wij kennen, kinderen
van één vader willen wij zijn, die elkaar de
hand reiken.
Nadat mevr. KerkhofPet „Terugblik 1914"
van Martien Beversluis en „Ik wouvan
Garmt Stuiveling had gedeclameerd, sprak ds.
De Jong een slotwoord. Deze wees er op, hoe
duizenden „Nooit meer Oorlog" hebben geroe
pen en er thans weer voor zijn. Wij weten, dat
wij de massa niet achter ons hebben zoo zei
de spr. Laten wij haar daarvoor niet te hard
vallen. De oorlog hoort nog bij ons. De
mensch heeft in zich den wil om zich te ver
zetten. Deze wil heeft geleid tot grandiose
momenten in de wereldhistorie.
Verder hebben wij de neiging in ons, ons
door de massa te laten leiden, wij hebben een
neiging om moedig en dapper te zijn of om
moed en dapperheid te bewonderen.
Wij hebben allen de moeder lief en één van
de uitingen is de liefde tot het vaderland. Wij
zijn geboren in de lage landen van de zee
daardoor heeft zich in ons een bepaalde gees
teskracht ontwikkeld. Daarom is het dwaas te
zeggen: „Ik geef niets om mijn vaderland",
maar even dwaas is het te spreken van: „Mijn
land is alles".
Moeilijk is het zich aan te sluiten bij der
nieuwe* gedachten sfeer. Maar het zal anders
worden. Zieners hebben geprofeteerd, wat eers
gemeengoed en de wereldgeschiedenis zal
worden.
HET VEREENIGINGSGEROUW DER NED.
HERV. GEMEENTE.
Ons bericht inzake het niet-gunnen van den
bouw van bovengenoemd gebouw, willen we
aanvullen met de mededeeling, dat de gunning
niet heeft plaats gevonden, omdat zelfs de
laagste inschrijver vrij ver boven de begroo
ting bleef. Wij plaatsen deze aanvulling ook
daarom, omdat ons is gebleken, dat men hier
en daar van meening was, dat men het werk
den laagsten inschrijver, den heer Koomen.
niet wilde gunnen. Deze meening is echter
in strijd met de waarheid, wat men reeds kon
concludeeren uit onze mededeeling, dat het
een inschrijving-bij-uitnoodiging was.
MIDDELBARE TECHNISCHE SCHOOL.
Toelatingsexamen.
Het toelatingsexamen tot de M.T.S. werd af
genomen op 20, 21 en 22 Juli. Totaal ingeschre
ven candi'daten: 331 waarvan toegelaten: 165.
Totaal niet geslaagden, afgewezen en terugge
trokken 166.
Toegelaten tot de afdeeling Bouwkunde en
Weg- en Waterbouwkunde le jaar Theoretici:
H. J. Bos, Halfweg, W. A. Andries, M H. L.
Groene velt, Haarlem, Th. A. F. y. d. Horst,
Beverwijk, K. H. Jung, Leiden, F. W. Kost, G.
P. Kuiper, Haarlem,, A. P. J. v. d. Laaken,
Haa.rlem, J. J. Leenhouts, Leiden, G. C M.
Lindhout, Haarlem, F. A. Mastenbroek, Leiden,
A. F. C. Morlang, Haarlem, J. W. F. Oosterhof
Overveen. R. L. Schilpzand, Hillegom, R. H. v'.
d. Vlerk, Leiden, J. A. Weimar, IJmuiden.
Geslaagd zijn voor deze afdeeling idoch niet
toegelaten: M. Cramer, Haarlem, Th. Gerner,
Santpoort, A. A. L. M. ten Hacken, Haarlem,
D. A. H. Heringa, Arnhem, W. Jansen, Haarlem,
A. Volker Katwijk aan Zee.
Afgewezen: 4.
Tot deze afdeeling Practici zijn toegelaten:
K, C. de Boer, Haarlem, IJ. Booy, Nieuwe Nie-
dirp, A. S. Docen, Beverwijk, H. Hoenderdos.
Haarlem, H. Stefels, Heemstede, D. N. Vennik
Alkmaar.
- Geslaagd zijn: H. A. A. M. Langendijk, Bever
wijk, K. Tip, Alkmaar, J. F. ten Veen, Haarlem.
J. J. Zwager, Heemstede.
Afgewezen zijn: 5.
Toegelaten tot de afdeeling Werktuig
bouwkunde en Electrotechniek, le jaar.
Theoretici: H. v. d. Beek, Enkhuizen; J
Bierhuys, Bandoeng; H. v. d. Bol. Den Haag-
D. W. v. Bostelen, H. v. d. Coik, Haarlem,
W. F. Dankmeyer, Haarlem; R. A. Dekens,
Batavia, J. A. de Haan, Haarlem; J. A. Habig,
Wassenaar; J. Hey, Arnhem; P. Jimmink!
Den Haag, J. Kokke, Heemstede; J. M. Leurs
Den Haag; J. W. J. v. Maale, Haarlem; m'
Macrander, Zutphen; E. Manuel, Oegstgeest,
A. R. W. Muyen, Heemskerk; J. Oostenrijk,
Sassenheim; F. S; J. Otterspoor, Haarlem; A
P. Preyde, Heemstede; J. H. v. Randwijk
Santpoort; G. E. de Rooy, Haarlem; F. W
Spoor, Leiden; J. G. v. d. Stoop, Den Haag-
J. Verhagen, Haarlem; J. A. Vlasveld, Haar
lem; A. Westerveld, Bandoeng; A. H C.
Weyers, Heemstede; A. J. Winter, Haarlem;
M. S. de Winter, Nijmegen; J. Zonneveld.
Voorburg.
Geslaagd zijn voor deze afdeeling, doch
niet toegelaten: J. v. Arkel, G. Benit, Haar
lem; A. W. de Bruyn, Haarlem; J. H. v. Cleef,
Den Haag; J. J. Dieckman, Haarlem; F. H
v. Dijk, Hillegom; C. Fuhri Snethlage, Ren-
kum; J. Gutteling, IJmuiden; A. A. Baron v.
Hardenbroek v. Ammerstol, Haarlem; R. J.
G. Hof, Den Haag; J. Keessen, Aalsmeer- H
F. Klein, Driehuis; E. C. N. Koning, IJmui
den; G. G. P. Langer, Den Haag; C. J. Nu-
sink, Aerdenhout; W. H. v. Peski, Baarn; G.
v. d. Wiel, Noordwijk a. Zee.
Afgewezen: 9.
Toegelaten tot de afdeelinf Practici:
G. H. Beinema, Haarlem; W. J. v. Bil der
beek, Heemstede; T. de Bruyn, Den Haag;
W. J. de Haan, Alkmaar, L. Kelder, Den
Haag; P. A. Koelemij, Overveen; M. Koppen
berg Den Haag; J. G. Mellema, Santpoort;
C. H. Noordhoorn Boelen, Wassenaar; P. Over-
klift Banddoeng, H. A. Reus, Haarlem, A. Roos
Scheveningen; W. G. Teunissen, Haarlem-
G. K. Vermey, Haarlem. N. Volmar, Driehuis,
C. Zwaan, Barsingerhorn, A. Zwart, Haar
lem.
Geslaagd zijn voor deze afdeeling:
D. J. Alberts, Hengelo. J. H. Apetz, Velsen;
P. Bruinvis, Alkmaar; J. O. Bijsterveld, Den
Haag; J. C. Van Dalen, Haarlem; J. van
Drecht, Den Haag; A. J. Hengstmengel, J.
A. Hoos, Den Haag; C. v. d. Kamp, Deventer,
C. A. Kroon, Heilo, Ch. Matthijsen, Enschedé;
L. Olivier, Alkmaar; A. G. Robeer, K. F.
Scheidel, Den Haag, J. Ph. de Waard, Alk
maar, U. Wiegers, Alkmaar.
Afgewezen 15.
Toegelaten tot de afdeeling Vliegtuigbouw-
kunde (Werktuigbouwkunde) le j. Theoretici:
A. G. Alewijn, Utrecht; W. J. de Bode,
Leeuwarden; J. de la Bije,'Leiden; P. R. Cla-
ringbould, Den Haag; A. J. Dinant, Leiden;
J. Drost, Deventer; J. J. Ebbers. Curacao, J
MAANDAG 26 JUEI 1937
WEEK-ABONNEMENTEN.
dienen uiterlijk Woensdagsavonds
betaald te zijn, daar de bezorgers op
Donderdag afrekenen.
DE ADMINISTRATIE
Vrouwen. Door Louis de Bour
bon.
De Ontmoeting. Door Jos Pan
huysen.
Schaduwen. Door Filip de
Pillecijn.
(Drie uitgaven van Nijgh en
Van Ditmar te Rotterdam).
In het, nu verdwenen, tijdschrift Forum
dat door deze Rotterdamsche uitgevers in
het licht werd gezonden, hebben wij naar ik
meen Filip de Pillecijn al ontmoet. Ook Louis
de Boux-bon is geen onbekende voor ons. Van
Jos Panhuysen die evenwel reeds een roman
en eenige novellen gepubliceerd heeft, is deze
ontmoeting voor ons inderdaad een eerste
kennismaking.
Het gaat in alle drie dezer kleine boeken
over „vrouwen". Het moet voor haar toch
wel een eigenaardige voldoening zijn, dat
nog maar steeds de mannen niet over haar
uitgepraat raken. Dat ze nog maar voortdu
rend onder velerlei belichting bekeken kun
nen worden, dat ze nog altijd als geïdeali
seerde sfinxen in der mannen hersens kun
nen rondwroeten. Daar zullen er onder haar
wel zijn die er een stille pret om hebben, als
kunstenaars zich zoo om haar bekommeren
en in haar veel meer ondoorgrondelijks ver
moeden, dan ze zelf weten te bevatten
maar haar natuur is het nu eenmaal die be-
kommei-nis als eene haar rechtens toekomen
de hulde te aanvaarden. De veranderde le
vensomstandigheden, het meer dan ooit vroe
ger, samen opgroeien, het elkaar vliegen af
vangen in het maatschappelijke, het om hals
brengen der romantiek die vroeger in een
minder gemakkelij'ken omgang school, dat
alles heeft niet belet dat veel kunstenaars
schrijvers in het wezen der vrouw de onuit
puttelijke stof blijven zien waar-uit hun ge
dachte-beelden worden opgebouwd, telkens
weer anders, telkens weer opnieuw diepzin
nig, raadselachtig; verfijnd-nuanceerend de
gevoelens die ze tegenover de zwijgende of
sprekende sfinx trachten onder woorden te
brengen. Als ze waant onbespied te zijn zou
men de sfinx misschien kunnen zien glim
lachen om dat alles, zooals een man wel eens
kan monkelen, wanneer een moderne schrijf
ster op het mannen-wezen een alles-binnen-
ste-buiten-keerende psychische vivisectie
gaat toepassen. De romantiek blijkt een zóó
zeer natuui-lijk iets. dat ze, weggejaagd zijn
de, telkens in galop terug keert. Een beetje
vei-momd misschien, Voor het smachten der
jonkvrouwen en het heroisch gedrag der
ridders, is de analyse van Ihun aller onder
bewustheden in de plaats getreden; men zou
bij veel litteraturu van een „psychische ro
mantiek" kunnen spreken. Men behoeft
Freud niet van alles de schuld te geven
dat een dichter als Rainer Maria Rilke
schreef zooals hij schreef en in Frankrijk bij
voorbeeld, nu pas ontdekt wordt, is zeker
buiten hem omgegaan.
Rilke is lectuur over een stervenden jon
gen man die zijn dagboek bijhoudt (in In
termezzo, de tweede schets in De Bourbon's
Vrouwen). In die schets is het de figuur van
de kleine Maritza die het leven en de liefde
symboliseert. Als de stervende waant beter
te zullen worden, is het Maritza die zijn ver
langen en zekei-heid personifieert. Het terug-
keerende levenis Maritzadie daar
geen weet van kan hebben omdat voor haai
de dood zekerheid en haar aanwezigheid
mede-lijden is. Heel fijn zijn hier de ge
dachten van den stervende uitgesponnen. In
„Josine" en in „Ellen" geeft de Bourbon op
even fijne wijze een voorzichtig benaderend
beeld van twee overbesnaarde vrouwenzielen
die in hun, het pathologische naderend ge
voelsleven niet zonder schoonheid zijn en
daar tusschen in staat het grootste verhaal,
dat van „Eric van Veen's angstige leven" dat
met een vrijwillig heengaan eindigt, omdat
een vrouw met haar gave liefde tusschen
Eric, en wat hij zijn roeping waande, was in
getreden.
Dit zijn geen dingen voor nuchtere men
schen. Die weten het altijd beter. Eric, en
Gustaaf, en Arthur van Lange hadden'het
gemakkelijk zus en zoo moeten doen, dan
was er geen vuiltje aan de lucht geweest.
Wie zoo redeneert maakt een vertelling van
De Bourbon licht belachelijk. Maar dat is
niet de manier om litteraire kunst te genie
ten. Men heeft de door een schrijver ge
droomde mogelijkheden te aanvaarden en
dan slechts te zien of zijn beelding saam-
klinkt met zijn droom, zijn taal niet schrijnt
op de suggesties die hij teweegbrengt. In de
verhalen van De Bourbon is een gaafheid
van vorm en gedachte, die uitzonderlijk is en
tegelijk de uiterste breekbaarheid van dun
Chineesch porcelein bezit. Een fijn boekje
voor wie op zijn tijd aan zijn nuchterheid
vac an tie weet te geven.
In „De Ontmoeting" van Jos Panhuysen
mist men dat uiterst breekbare, dat subtiele
wat De Bourbon's vertelsels aannemelijk
maakt. Maar ook hierin zijn aantrekkelijke
qualiteiten, al zijn het weer andere. Een mi
nister ontmoet op doorreis in de spoor-
wachtkamer van zijn jeugdstadje een zon
derlingen ouden heer, dien hij in Zijn jeu^d
gekend heeft.
Zij herkennen elkaar en door een enkelen
naam dien de oude heer uitspreekt, ont
brandt bij den minister een felle begeerte
alles uit zijn jeugd te doen herleven door
den man wiens naam genoemd werd te gaan
opzoeken. Die heeft namelijk in zijn vreemde
J. C. Evers, Warnsveld; M. Farjon, Zwanen,
burg; H. v. Hees, Reeuwijk; F. A. P. Klein
Heemstede; H. J. v. d. Klip, Leiden, E. Kunst'
Batavia; J. Mertens, Batavia, H. Noorderdorp
Loosduinen, J. F. Paalman, Voorburg; F. i,
Penders, Den Haag; G. W. v. Santen,
Haag, H. Smit, Wormerveer; J. Rohlff, c_
Waagenaar, Obdam.
Geslaagd: A. J. M. Bercht, Haarlem-
F. A. van de Berkhof, Heilo; P. Es!
schers, Den Haag, G. C. Hendriks, Den
Haag; H. M. H. Hoffman, Den Haaf
J. W. Koelet, Delft; E. S. v. d. Linden, Am
sterdam; H. J. Mulder, Santpoort; C. B. 01-
denboom, Scheveningen; R. G. Pieters
Utrecht, H. G. Pluim, Den Haag; J. L. Sterke
Haarlem; K. Tanis, Hoofddorp; Ch. M. Vonk
Overveen; Th. B. C. Voorendt, IJsselstein; j|
L. Wever, Vlagtwedde.
Afgewezen 9.
Toegelaten tot de afdeeling Practici:
A. C. A. Bosschaert, Den Haag, A. J. v. Bre-
da, Den Haag.
Geslaagd doch niet toegelaten:
L. W. M. Beekman, Den Haag, G. H. Eilan-
der, Diepenveen; H. J. Harkink, Lochem; H,
J. Klunder,Den Haag; C. E. Ligtvoet, Ussolo, j'
M. v. d. Sande, Den Haag, G. H. Verberne, Deii
Haag, A. J. Westerink, Den Haag.
Afgewezen 3.
Toegelaten tot de afdeeling Scheepsbouw-
kunde Theoretici, le jaar: en Vliegtuigbouw,
kunde (Scheepsbouwkunde)J. H. E. v. Bre-
men, Haarlem, S. de Jong, Amsterdam; J. c.
Kweldam, Schagen, K. Lursen, Haarlem; A,
Mewe, Amsterdam, L. Stegink, Deventer, K,
Zinkweg, Castricum.
Geslaagd doch niet toegelaten;
J. W. M. Goes, Bloemendaal; J. v. Krieken,
Haarlem, G. Roorda v. Eysinga, Bloemendaal;
J. v. Waasdijk, Den Haag, W. de Widt, Haar
lem. Afgewezen 0.
Toegelaten tot de afdeeling Bouwkunde, 2e
studiejaar, bijzondere cursus: R. Brandner,
Haarlem, E. H. Broekhuizen, Hengelo, G. G.
Korpershoek, Deventer, F. Krieks, Zandvoort,
C. Bloem, Den Haag, J. C. de Waal, Heilo.
Toegelaten tot de afdeeling Weg- en Wa
terbouwkunde, 2e studiejaar, bijzondere cur-
sus: J. Gerrits, Roozendaat, J. A. Hiele,
Vlissingen; M. Meyer, Lekkerkerk; D. p,
Paulussen, Leiden; L. Souget, IJmuiden; R.
H. Snel, Alkmaar; H. J. Tjaden, Bloemen
daal; S. H. Traksel, Haarlem; W. v. Wamel,
Haarlem.
Toegelaten tot de afdeeling Werktuigbouw
kunde, 2e studiejaar, bijzondere cursus: G,
H. Hollenbacht, Den Haag; W. F. Janne, Hen
gelo, J. M. Joustra, Alkmaar, J. W. Keiler,
Den Haag; J. M. Pijnacker Hordijk, Wasse
naar; P. j. de Ruyter, Bloemendaal; G. J.
Sleutelberg, Haarlem; H. Wassenaar, Haar
lem; H. A. Witteveen, Eschede; G. J. Krijger,
Zeist; J. v. Ooyen, Haarlem; J. Oudman,
Haarlem; A. W. Pos, Den Haag.
Toegelaten tot het 2e studiejaar, gewone
cursus: L. Kramer, Den Haag; A. Stam,
IJmuiden.
Toegelaten tot de afdeeling Vliegtuigbouw-
kunde (Wei-ktuigbouwkunde) 2e studiejaar,
bijzondere cursus: J. W. Best, Laren, C. W.
Grootendorst, Boskoop; F. Boogaard, Arn
hem; G. Hiemstra, Amsterdam; J. Köther,
Bandoeng; J. C. H. Ledeboer, Almelo; C. J.
Nijhuis, Apeldoorn; J. Chr. van Wezel, Den
Haag; J. J. Wouterse, J. Wijchman, Vorden;
W. F. Zetteler, Leeuwarden.
Toegelaten tot den gewonen cursus van
deze afdeeling; J. K. Boogaard, Wassenaar, E,
H. E. Jongeneel, Heemstede.
Toegelaten tot de afdeeling Electrotechniek,
2e studiejaar, bijzondere cursus:
R. Boers, Den Haag, F. H. v. Heeteren, Den
Haag, H. W. Jonkman, Meppel, G. E. Koot,
Haarlem, J. Kragten, Haarlem, J. W. Reinders,
Warmenhuizen, M. de Vries, Den Haag.
Toegelaten tot den gewonen cursus van deze
afdeeling;
D. R. Bronkhorst, Haarlem, W. J. de Kanter,
Den Haag.
Toegelaten tot de afdeeling Scheepsbouw
kunde en Vliegtuigbouwkunde, 2e studiejaar,]
bijzondere cursus:
G. J. H. Drewes, Leiden, P. A. Galle, Heem
stede, J. M. H. A. Hauwer, Utrecht, D. J. Klink,
Den Haag, W. N. Koot, Haarlem, T. R. J. Olt-
mans, Apeldoorn, H. W. Stapel, Spaarndam.
Toegelaten tot de afdeeling Bouwkunde
derde studiejaar: A. Terpstra, Amsterdam.
Tot de afdeeling Vliegtuigbouwkunde derde i
studiejaar is toegelaten:
J. Sterkenburg, Amsterdam.
Tot de afdeeling Bouwkunde laatste studie
jaar is toegelaten;
A. Deelder, Schiedam, J. Sterel, Amsterdam,
Tot de afdeeling Werktuigbouwkunde laat
ste studiejaar is toegelaten:
G. O. Bakkernes, Velsen.
Tot de afdeeling Vliegtuigbouwkunde laatste
studiejaar is toegelaten:
L. G. G. Willems, Haarlem.
Uitgereikt het getuigschrift, vereischt vooi
toelating tot het examen voor een acte L. N. 0,
aan de heeren: A. P. M. Bierman, Alkmaar,
G. H. Nijmolen, Ratum, D. Toet, Scheveningen,
W. Verhagen, Velsen, G. de Vries, Alkmaar,
J Vijlbrief. Haarlem. Niet geslaagd: 4.
jeugd een rol gespeeld en door hem zal hij
ervaren wat er terecht gekomen is van vrou
wen die hij heeft lief gehad en die nu plot
seling weer sterk in zijn geest actief worden
en zijn geheele zijn-van-vandaag, dat van
den altijd bezigen minister van Financiën,
den man van hooge positie, vader en heer
van een voornaam gezin, met toovermacht
achteruit dringen.
De minister heeft nog een uur den tijd
voor zijn trein vertrekt. Hij verzoekt den
ouden heer op hem te wachten en iets te ge
bruiken: hij zal binnen het uur terug zijn.
In dat uur gaat de minister het stadje in
en spreekt de menschen die hij zien wilde;
nog sterker: doorleeft zijn jeugddaden en
emoties met een groote "intensiteit, een ge
heel vergeten, verzonken, verleden wordt
weer reëel en de belangrijkste ontdekking
die hij doet is dat hij een zoon heeft uit dat
verzonken verleden. De tragiek van het ge
val van minister van Toor is misschien dat
hij zoo fel het verleden herlevend tegelijker
tijd moet gaan gevoelen, dat hij op den dag
van vandaag volmaakt onbelangrijk gewor
den is, een schim, een schaduw, die even
goed in de wachtkamer had kunnen blijven
zitten. Als hij na een poosje aan het station
arriveert, is de oude heer voor zijn rekening
in beschonken toestand geraakt en brengt
hij bem nog even naar zijn woning
Laten we hopen dat hij zijn trein nog heelt
(Vervolg op de volgende pagina.).