Onze Indische Luchtpostbrief.
SPORT IN OOSTENRIJK.
H'
Een e-Ioos boek.
Geïsoleerd. - Geen wedstrijden tegen Italië en
Duitschland. - Klachten uit Johannesburg.
De val van een rampokker, De verleiding
der contanten. Het spook der 01
bevolkingNieuws van de Frobenius-
expeditie en van den Volksraad.
Onze
ö.d. 21
Indische correspondent schrijft ons
Juli van Batavia uit:
oewel men in den laats ten tijd heel
dat minder hoort over de rampok-
partyen in Wesfc-Java, blijkt toch
uit de telkens door druppelende be
richten, dat marechaussees en veldpo
litie niet stil zitten en telkens opruiming
kunnen houden onder het gespuis, dat de
bevolking langen tijd heeft geterroriseerd.
In zekeren zin speculeert de politie hier
op de ijdelheid dezer inlanders, die, wan
neer ze een misdaad begaan hebben, tel
kens weer in hun oorspronkelijke woon
plaats terugkomen en daar den grooten
meneer uithangen om zoo door te gaan
voor iemand, die „brani" genoeg is om het
gezag te trotseeren. In tegenstelling met den
Europeaan, die met zijn buit zoo gauw moge
lijk over de grenzen zal trekken
Het is daarom, dat de politie voornamelijk
op spionnenberichten moet afgaan en op deze
manier de geestelijke leiders der uiteengesla
gen rampokbenden in hun eigen dessa's op
het spoor moet komen. Zoo liep tot voor kort
de bekende bandiet Ilias what is a name'
in Depok, Mr. Cornells en Buitenzorg vrij
rond, niet meer zooals vroeger zijn over
vallen en knevelarijen bij het volle daglicht be.
drijvend maar nu in het vallend duister de
afgelegen kampongs brandschattend. Onver
moeid werd hij opgejaagd, tot dat een spion
nen bericht binnenkwam, dat Ilias op een
Zondagmorgen bezoek zou brengen aan één
zijner vier vrouwen. De politie verschool zich
in de woning en bij het tikken op de deur,
vloog de agent met de revolver naar buiten.
Ilias wilde woedend zijn mes trekken, maar
een scherpe knal velde den roover neer. Na
zijn verpleging in het hospitaal zal de lange
lijst van misdaden hem kunnen voorgehouden
worden
Zeer onlangs trof de marechaussee te Pasar
Minggoe een van de gevaarlijkste knapen,
die reeds vroeger in een vuurgevecht was ge
wikkeld geweest, op de markt aan, waar hij
kalm zat te eten. Ook hier verzet en een
schot, waarna bleek, dat de bandiet een revol
ver met 24 patronen op zak had en van plan
was geweest zijn leven duur te verkoopen.
Door deze successen keeren de rust en het
vertrouwen langzamerhand weer terug en de
arme boer kan weer zijn eigen rijst volledig in
de schuur brengen, instede van een wreede
contributie aan den rampokleider te moeten
afdragenals hij den oogst reeds niet
langen tijd geleden heeft voorverkocht!
De Javaansche tani (boer) kan immers in
den regel geen weerstand bieden aan de ver
leiding om zij.' product geheel of voor een
groot deel te velde reeds te verhandelen tegen
contanten. Men ziet reeds maanden van te
voren de kaboels (opkoopers) het platteland
met dat doel doorkruisen en overal con
tracten afsluiten. Nu tevens onder allerlei
maatregelen tot verhooging van de inheem-
sche volkswelvaart ook die voorkomen tot een
redelijke verhooging van den rijstprijs
bijvoorbeeld door het weren van buitenland-
schen import brengt deze zwakheid van
den Javaan een nog grooter nadeel, want dooi
de rijstprijsstijging worden de kosten van
eerste levensonderhoud tezamen met die van
het geheele productie-apparaat voor die men-
schen ook duurder.
Maar het grootste nadeel is nog, dat die
menschen( met de contanten in handen het
geld aan allerlei onnutte zaken besteden.
Eenerzijds beproeft men aan dit euvel tege
moet te komen door kleine desabankjes in het
leven te roepen om de bevolking aan contan
ten te helpen zonder volledige verkooping.
Anderzijds oppert men het practische denk
beeld om maar zoo spoedig mogelijk met de in
ning van de landrente te beginnen, zoodat als
dan tenminste een deel der oogstgelden goed
besteed wordt!
Door verschillende onderzoekingen is echter
wel gebleken.i' dat door deze mentaliteit van
vóórverkoopen de tani nog slechts voor een
zeer klein deei de vrije beschikking heeft over
de inkomsten van zijn eigen aanplant. Zelfs
wordt niet zelden geconstateerd, dat de ge
heele opbrengst vaak voor een lange reeks van
jaren aan geldschieters verbonden is, zoodat.
in dergelijke gevallen de landbouwer practisch
uit zijn eigendomsrecht is gestooten. Zorgwek
kend is daarbij dat dit geen incidenteele ge
vallen zijn, maar zooals het verslag van de
Algemeene Volkscredïetbank zegt, groote groe
pen der bevolking daarbij betrokken zijn. De
schuldenlast ten plattelande heeft enorme af
metingen aangenomen en daarom kan van
een algemeene volkswelvaartvermeerdering
als gevolg van den conjunctuuromslag voor-
loopig nog geen sprake zijn. Een scherp on
derscheid blijft hierbij te maken tusschen ge
bieden waar handelsgewassen een voorname
rol spelen met hun hoogere exportprijzen, en
die streken, waar men in eerste instantie af
hankelijk is van de inkomsten uit de rijst
oogsten.
Daarbij moet nog geconstateerd worden,
dat een verhooging van de welvaart door
uitbreiding van bebouwde gronden op Java
nog slechts in zeer beperkte mate kan
plaats vinden. Wanneer men in gedachten
houdt, dat een aanzienlijk deel van de
bergstreken althans moet gereserveerd
blijven voor bebossching. wil men de wa
tervoorziening niet geheel in de war bren
gen en daardoor ook de voedeslvoorziening.
Er zijn misschien, aldus de rede van
den directeur van Economische Zaken op
het houtvesterscongres te Bandoeng, nog
rond 300.000 H.A. ontginbare vrije gron
den op Java, terwijl de bevolking jaarlijks
met minstens 500.000 zielen aangroeit. De
opbrengst van den grond zal moeilijk nog
verder kunnen worden opgevoerd .terwijl
ook voor de ondernemingscultures geen
verdere uitbreiding mogelijk is. Aldus ma
terialiseert zich het spook der overbevol
king thans van jaar tot jaar meer tot een
wezenlijke dreiging.
Waren de oogsten niet vele jaren achter
een zeer gunstig uitgevallen, dan zouden
nu reeds de gevolgen niet te overzien zijn
geweest. Een betrekkelijk geringe mindere
opbrengst van 20 pet. zou voor het gouver
nement reeds tot een extra-uitgave voor im
port-rijst moeten leiden van f 40 millioen.
In dat bedrag zou de bevolking met
haar vele schulden niet kunnen bijdra-
S<Volgens mr. Hart is deze dreigende over
bevolking toch niet geheel ontmoedigend,
omdat het noopt om het bevolkingsvraag
stuk krachtig in beschouwing te nemen in
verband met de emigratie naar de Buiten
gewesten. Door een intensieve propaganda
zal deze emigratie wellicht het tienvoudige
gaan bereiken van thans en zal daardoor de
bevolkingsaanwas van Java tot belangrijk
kleinere proporties zijn terug te brengen.
Daar blijven nog vele afgelegen streken
tie romantiek geven, die wij zoo gaarne aan
de tropen willen toekennen. Zoo maakte de
Frobenius-expeditie onlangs kennis met zeer
interessante bijzonderheden op Ceram. Ook
na het binnendringen van het Christendom
is daar op bepaalde plaatsen nog veel van
het oude bewaard, of weet men althans nog
veel van wat vroeger geschiedde. Een van
de bergen wordt door een deel van de Wemale
Alfoeren beschouwd als de verblijfplaats van
de zielen der afgestorvenen. Moeten zij daar
om een of andere reden vertoeven dan nemen
zij een diep stilzwijgen in acht en durven
nauwelijks in het rond te kijken. De eerste
Alfoer, die zich had laten doopen, sliep eens
op dien berg en vertelde den volgenden dag.
dat hij door zware droomen gekweld was en
bezoek had gehad van zijn gestorven oom
die. hem zijn overgang naar het christen
dom en naar de „Kompenie" (het gouverne
ment) had verweten, en hem met een mes
bedreigde om hem afvallig te makenDe
expeditie wijdt bijzondere aandacht aan de
verschillende tegenstellingen onder de stam
men en zal eind Juli naar Nieuw-Guinea
vertrekken met uitzondering van dr. Jensen
die naar Duitschland terugkeert.
Ondertusschen luisteren wij hier op Java
kalm naar hetgeen de Volksraad te vertellen
heeft. Helaas handelen niet alle leden naar
de door den heer Abdul Rasjid geciteerde
Oostersche zegswijze, dat ..wanneer men iets
kan zeggen zonder te spreken, het beter is
te zwijgen". Over de verhouding Holland-
Indië wordt echter in veel gematigder termen
gesproken dan voorheen; men heeft het ver
der over de lage loonen en over de wensche-
lijkheid van meerdere lastenverlaging; men
heeft het buitenlandseh verlofreglement in
tweede lezing aangenomen en wil ten slotte
voorloopig t.a.v. de „in hooge mate onrede
lijke rechten van het Philipsconcern" een
motie in dienen.
Zoo leeft de politiek naast de romantiek.
(Nadruk verboden).
Verduistering te Lisse.
Dader meldt zich bij de Haarlemsche
politie aan.
Maandagavond kwart voor elf heeft zich aan
het Haarlemsche politiebureau aangemeld een
-jarige reiziger uit Hillegom, die mededeelde
dat hij ten nadeele van zijn te Lisse wonenden
patroon verduistering had gepleegd tot een to
taal bedrag van f 2500. Dit geld had hij voor
zijn firma geïnd. De man is naar Lisse over
gebracht en ter beschikking van de politie al
daar gesteld.
NIEUWE FUNCTIE BIJ HET P.E.N.
Ged. Staten stellen aan Prov. Staten voor,
in art. 1 van het salarisreglement 1920 op te
nemen een nieuwe functie: „Portier dienst
en administratiegebouw P.E.N.. met een be
zoldiging van f 1690f 1937 per jaar.
(Een Amerikaanseh auteur heeft
een roman van 50.000 woorden ge
schreven, zonder gebruik te maken
van de letter e.J
Dat is weer echt Amerika.
Wie doet het hier dien schrijver na.
Om in wel vijftigduizend woorden.
Geen enkle e te doen bestaan,
Hoe krijgt de man zooiets gedaan,
Zonder zijn boek zelf te vermoorden?
Als iemand hier zooiets verzon.
Zou 'k zelfs niet weten, hoe het kon.
Je kunt de e hier niet vermijden;
Neem nu het onderwerp a'lleen,
Er kan er „letterlijk" niet een
Een werklijk e-loos leven lijden.
Er mag geen woord in staan van eer,
Van heldenmoed, van zedeleer,
Van teere edele gelieven;
Aan 't ernstig mensch kom je niet toe,
De dief is evenzeer taboe
En met hem ook de detective.
Het kan niet van 't verleden zyn,
Van toekomst of van heden zijn.
Geen werk over merkwaardigheden;
Gebannen is de levensles,
Zooals ook geld en het succes,
Ja, 't moet een boek zijn zonderreden.
Dit is weer echt Amerika,
Geen mensch hier doet dien man het na,
Dat zei ik. naar ik meen, al vaker;
Ik voeg er niet aan toe: helaas.
Maar wel goddank, ik vind zoo'n dwaas.
Geen kunsten aar maar kunstenm aker.
Al is er dan het woord roman,
Dat zonder e het rooien kan.
Geen lezer kan een boek genieten.
Dat „letterlijk", niet maar in schijn.
Aldus beroofd, eenbok zou zijn,
Die hier geen schrijver ooit zal schieten.
P. GASUS.
De Schotsche doedelzakkers in hun schilder
achtige kleedij tijdens de groote demonstratie
die Maandag in de arena gegeven werd
De Frans Halslentoonstelling.
De twintigduizendste bezoeker
is er al geweest. Groote be
langstelling voor de tentoonstel
ling bij de buitenlandsche pad
vinders.
HAARLEM Dinsdag.
Vanmorgen om kwart voor elven bereikte
het zeer drukke bezoek aan de Frans Hals Ten
toonstelling een nieuwen mijlpaal, want de
twintigduizendste bezoeker trad binnen. Het
was, om precies te zijn een bezoekster: mej. A.
Kamminga te Haarlem. Haar werd verzocht
in de kamer van den directeur te willen komen,
waar de heer G. D. Gratama haar toesprak en
haar een bouquet en den geïllustreerden cata
logus der tentoonstelling aanbood.
Het aantal 20.000 is wel zeer snel bereikt;
men is dan ook buitengewoon tevreden over
de belangstelling voor de tentoonstelling. In
de laatste dagen is die sterk beïnvloed ook van
de zijde van de Jamboree. Groote contingenten
buitenlandsche padvinders verschijnen dage
lijks in het Museum, onder aanvoering van hun
leiders, om kennis te maken met de prachtige
verzameling scheppingen van een der grootste
schilders die de wereldhistorie kent. Zoo ont
moeten de internationaal-bijeengebrachte
menschen uit het verre verleden, die nog voor
ons schijnen te leven in Hals' edele herschep
ping, en de internationaal-bijeengebrachte
_eugd van het Heden elkaar in Haarlem. Het
is een uiting temeer van de ongekende ge
beurtenissen die onze stad thans beleeft en die
haar plotseling in het centrum der wereld
belangstelling hebben geplaatst.
Hoe zeer deze unieke verzameling van
Frans Hals' meesterwerken de aandacht
trekt, zelfs tot ver buiten de landsgrenzen,
moge blijken uit het volgend lijstje van be
kende personen uit kunst- en overheidskrin
gen die sinds de vorige opgave het Frans
Halsmuseum bezochten:
Dr. Max J. Friedlaender, de heer H. Sca-
venius, Deensch gezant Den Haag; Mr. Char
les J. Livingood. President of the Board of
Trustees van Le Due de Trevis te Parijs;
The Cincinnati Art Museum; Dr. A. Bredius,
Dr. A. H. Cornette, Directeur van het Mu
seum van Schoone Kunsten te Antwerpen;
Graf von Moltke, Conservator Wallraf-
Richartz Museum te Keulen; Albert L. Kop
pel te Zürich; de heer Kerkmeyer. Directeur
van het West-Friesch Museum te Hoorn;
Jhr. D. C. Roëll, Directeur van de Gemeente-
Musea te Amsterdam; Mr. Dr. A. Baron
Röell, Commissaris der Koningin in Noord-
Holland; Z.Exc. Jhr. Dr. J. Loudon. H.M. Bui
tengewoon Gezant en Gevolm. Minister te
Parijs; Jhr. H. Loudon, Commissaris van de
Kon. Petr. Maatschappij; Baron S. van
Heemstra. Secr. v. H.M. de Koningin; Jhr.
Mr. Dr. H. A. v. Karnebeek, oud-minister v.
Buitenlandsche Zaken; Commissaris der
Koningin in Zuid-Holland.
Ook de jeugd laat zich niet onbetuigd!
Telkens weer komen er de laatste dagen
ook groepjes padvinders, die in stille bewon
dering het werk van den Haarlemschen
meester beschouwen.
Juist de intense belangstelling voor deze
oude kunst onder de jongeren heeft een
vreugdevolle verrassing opgeleverd.
Het gemeentebestuur
van Bloemendaal heeft
Maandag een maaltijd
aangeboden aan de
Jamboree-leiding.
Staande Lord Robert
Baden Powell of Gil-
well, aan zijn rechter
hand, even zichtbaar,
Jhr. mr. C. J. A. den
Tex, daarnaast Prms
Gustaaf Adolf van
Zweden en staatsraad
Rambonnet, hoofdver
kenner voor Nederland.
(Van onzen Weenschen correspondent)
Weenen, 29 Juli.
Oostenrijk verkeert op sportgebied op het
oogenblik in een buitengewoon eigenaardige,
eenigszins benarde en geenszins benijdens
waardige positie, daar er een soort sport-
oorlog met Italië is uitgebroken en wedstrijden
tegen Duitschland onder de huidige omstan
digheden ook wel tot de onmogelijkheden be-
hooren. De Oostenrijksche sportsmen en sport-
dames zijn hier het slachtoffer van de politiek
en van de politieke gevoelens geworden. Let
wel: ik houd deze uiteen, omdat zij van héél
verschillenden aard zijn. Oostenrijk als staat
leeft in innige vriendschap met Italië, maar
het gros van het Oostenrijksche volk kan de
Italianen niet uitstaan.dit is niet alleen
een gevolg van Italië's gedrag in den wereld
oorlog. maar het is een van de voorouders
geërfde afkeer van de Oostenrijkei's van alles
wat Italiaan isen daarom is het in Oos
tenrijk bij wedstrijden, die tegen Italiaansche
tegenstanders gespeeld werden, steeds tot felle
anti-Italiaansche betoogingen gekomen, die
vooral in den laatsten tijd steeds ernstiger
vormen aannamen. Het toppunt was wel de
voetbalmatch, welke enkele weken geleden in
het Weensche stadion plaats vond. Circa vijf-
en veertigduizend toeschouwers woonden den
wedstrijd van de Weensche club Admira tegen
de club Genoa uit Genua bij. Men weet, dat
de spelers tegen het einde van den kamp, in
plaats van tegen den bal te trappen, op elkaar
losgeslagen hebben Het spel ontaardde in een
vechtpartij, waarbij een Italiaan een paar
tanden verloor, terwijl zijn kaakbeen op drie
verschillende plaatsen gebroken werd. Er wer
den ettelijke gewonden van het slagveld, par
don het voetbalveld weggedragen, en het
Weensche publiek joelde en schreeuwde en
schold de Italianen uit en heeft den Italiaan-
schen doelverdediger ook nog eventjes in de
gauwigheid afgerost.
Deze ontmoeting was een van de wedstrij
den om den Mitropa-cup. Een week later zou
Admira te Genua tegen dezelfde Italiaansche
club spelen. Iedereen vroeg zich af, hoe dat
zou afloopen. De Weensche spelers, die den
Italianen hun excuus hadden aangeboden voor
het te Weenen in het stadion in den Prater
gebeurde, waren al onderweg en de Italiaan
sche grens al over, toen hen het bericht be
reikte. dat het Italiaansche ministerie van
binnenlandsche zaken de match verboden had.
Men deelde hun dit telegrafisch van Weenen
uit mede. Dit telegram bereikte de spelers te
Venetië. Maar de Italiaansche politie ging nog
vérder en liet den Oostenrijkers weten, dat zij
Italië binnen vierentwintig uren moesten ver
laten. Dit stond dus gelijk met een uitwijzing
(al zeggen de Italianen hoffelijk, dat zij de
Oostenrijkers „alleen maar vriendelijk uitge-
noodigd hebben Italië binnen een etmaal weer
te verlaten!") De Oostenrijkers hebben daar
op onmiddellijk een athletiekwedstrijd afge
last, welke een paar dagen later te Weenen
tegen Italiaansche dames had moeten plaats
vinden, niettegenstaande men niet bang had
hoeven te zijn, dat het daarbij ook tot uit
spattingen en betoogingen zou zijn gekomen,
daar er ten eerste nooit veel toeschouwers bij
dex'gelijke wedstrijden aanwezig zijn en de
Weeners dit moet gezegd worden in de
tweede plaats veel te galant tegenover dames
zijn! De diplomatieke betrekkingen zijn nu
op sportgebied om zoo te zeggen tusschen de
beide landen afgebroken. Het heet. dat Musso
lini in hoogsteigen persoon alle sport-verkeer
tusschen Italië en Oostenrijk verboden heeft,
daar hij de moeizaam en duur verworven
vriendschap tusschen de beide staten niet door
geharrewar op sport-gebied naar de maan wil
laten gaan.
Men heeft het groote publiek in Oostenrijk
nog altijd wijsgemaakt, dat er in de reeks
der Mitropacup-matches toch nog een wed
strijd plaats zou hebben tusschen de clubs
Lazio uit Rome en Austria uit Weenen. indien
Austria tenminste voor den wedstrijd in aan
merking zou komen. In ingewijde kringen ech
ter geloofde men daar niet aan. Austria moest
te Boedapest tegen de Hongaarsche club
Ferencvarosi spelen en de Weensche club
moest dezen wedstrijd nu verliezen, wilde men
niet, dat zij daarna tegen Italianen zou moe
ten spelen. En Austria hééft verloren, en wel
flink ook, met eventjes 61.
In Weenen is iedereen stom verbaasd ge
weest. maar aldra hoorde men overal fluiste
ren en spoedig ook op luider toon beweren, dat
er iets niet in orde was geweest en dat de
Weeners misschien wel geld gekregen hebben
onder de voorwaarde te Boedapest op hun kop
te krijgen!
Tegen Duitschland wordt ook al zoo goed als
niet gespeeld, omdat een deel van het publiek
in Oostenrijk daarbij altijd pro-Duitsche en
pro-nazi-betoogingen in elkaar zet. waarbij
„Heil Hitier" geschreeuwd en het Horst Wes-
sel-lied gezongen wordt, waarvan de Oosten
rijksche bewindhebbers niet gediend zijn. Een
ka jak-tocht op den Donau met Duitsche deel
nemers werd al verboden en wedstrijden te
gen Duitsche sportslui zullen ook voorloopig
wel niet plaats hebben. Tegen mededingers uit
de twee grootste naburige staten kunnen de
Oostenrijksche sportbeoefenaars dus niet meer
uitkomen.
Minder prettig ook vindt men in sport
kringen de berichten, die men uit Zuid-Afrika
krijgt. Een ijshockey-team van de Wiener Eis-
laufverein is daarheen getogen oen er zijn kun
sten te laten zien. Nu zijn er ernstige ver
schillen van meening tusschen den organisator
van deze reis en de vereeniging ontstaan,
maar tot overmaat van ramp heeft het be
stuur van de vereeniging der in Johannes
burg woonachtige Oostenrijkers zoowel aan
het officieele Oostenrijksche Sport- en Turn-
front als aan den Oesterreichischen Eis-
hockeyverband en aan den Wiener Eislauf-
verein geschreven, dat de Oostenrijksche spe
lers zich daarginds minder fraai gedragen
hebben. Bij een banket, waarop nogal veel ge
dronken werd, schijnen de Weensche ijshockey
jongens wat al te vriendelijk tegen verschil
lende jongedames geweest te zijn. De landge-
nooten in Johannesburg beklaagden zich
daarover en wanneer de spelers te Weenen
terug komen zal deze zaak streng onderzocht
worden. Prettig vooruitzicht voor de repatri-
eerende ij sj on gelingen, wier hart niet van ijs
schijnt te zijn!
Overval op de Russische
ambassade te Tientsin.
Door Wit-Russen gepleegd?
TOKIO, 3 Augustus (Havas). Het minis
terie van buitenlandsche zaken heeft de
pers het volgende communiqué verstrekt:
„In den middag van den eerste Augustus
heeft de Sovjet Russische consul te Tientsin
Smirnof, den Japanschen consul getelefoneerd
om hem er van in kennis te stellen, dat vol
gens zekere "geruchten een groep Wit-Russen
in den nacht van den eersten op den tweeden
Augustus een aanval zou doen op het Rus
sische consulaat. Tijdens een conferentie van
alle op verzoek van den Russischen consul
Smirnof, bijeengekomen consuls, deelde deze
mede. dat zijn consulaat was overvallen door
een groep bandieten van onbekenden oor
sprong.
Op twee Augustus protesteerde dezelfde
consul bij den Japanschen collega. Een onder
zoek wees uit, dat de Wit-Russen ons volko
men onbekend waren. Wij hebben met deze
zaak niets uit te staan, de strijd tusschen
Witte en Roode Russen is een bekend feit, dat
in de geheele wereld bestaat. Wij willen daar
volstrekt niet in gemengd worden. Wij heb
ben op het oogenblik reeds voldoende zorgen.
Ons daarin te willen meesleepen geeft bewijs
van een zuivere Sovjet-drijverij, die heel wei
nig goeds voorspelt. Het ministerie van bui
tenlandsche zaken weet niets van een protest
of een démarche van Moskou en heeft geen
enkel protest ontvangen van den Sovjet
ambassadeur te Tokio.
Geruchten over nieuwe arrestaties
in Rusland.
Uit MoskouOnbevestigde geruchten spreken
over de arrestatie van generaal Chripine. lei
der der militaire organisatie „de onafhanke
lijke luchtmacht". Deze luchtmacht bestaat
uit eenheden, die ter directe beschikxing van
het centrale conmandement staan. Verder zou
generaal Pomarantsef, dc directeur van de
academie voor de militaire luchtvaart, gear-
dresteerd zijn. Men weet alleen, dat beide ge
neraals sedert langen tijd niet meer gezien
zijn, hetgeen voldoende is om geruchten te
doen ontstaan.
Voor het eerste kampvuur, dat Maandagavond op
toesig
de Wereldjamboree te Vogelenzang ontstoken werd en waarbij het publiek aan-
mocht zijn, bestond een enorme belangstelling
BURGERLIJKE STAND
HAARLEM, 3 Augustus.
Bevallen 31 Juli: G. J. Hulsegge—van der
Putte, z.; 1 Augustus: W. J. van der Linden-
van de Vooren, d.; L. L. W. A. Klaassen—
Ritter, d.; 2 Augustus: J. Immïng—Kaart, d.;
M. G. ValentFlipsen, d.; G. H. A. Merks-
Booms, d.; E. A. de LangSzesny. d.; 3 Aug.:
D. van Kampen—Hoolwerf, d.
Overleden 2 Augustus: G. Harmens—Vcgter,
79 j., Jansstraat.