PEIPING
Thijs IJs heeft een raar avontuur
Verklaring van den Japanschen
Minister van Oorlog.
Slapeloosheid
Incident in de haven van
Las Palmas.
Tandheelkundig
Instituut
GEHEEL GEBIT
Het Palestijnsche Vraagstuk in de
Mandatencommissie.
DINSDAG 10 AUGUSTUS 1937
De tijd der onderhandelingen is voorbij.
Japansche troepen Peiping
binnengerukt.
Havas meldt uit Tokio:
De Japansche minister van oorlog,
Soegijaarna, heeft tegenover pers
vertegenwoordigers verklaard, dat
Japan geen diplomatieke onderhande
lingen met China kan voortzetten,
tenzij de Chineezen hun dwalingen
toonen.
Hij zeide verder, dat het noodzake
lijkheid is, dat Japan zich er op voor
bereid het hoofd te bieden aan de ko
mende moeilijkheden.
Japansche kringen zeggen, dat leger
en vloot het er thans over eens zijn,
dat onderhandelingen met Nanking
vergeefsch zullen zijn, zoolang de
Chineeschen troepen igeen nederlaag
onderhandelingen na de overwinning
der Japanners op nuttige wijze zul
len kunnen worden hervat.
Voorts verklaarde Söegijama, aldus
het D.N.B., dat de ontwikkeling een
zeer ernstige wending heeft genomen.
Nu China door den opmarsch zijner
troepen zijn verdragsverplichtingen
heeft geschonden, is het geduld van
Japan ten einde. Als dergelijke
- schendingen zich nog langer zouden
voordoen, zou Japan zich tot gewa
pend optreden gedwongen zien. De
tijd diplomatieke onderhandelingen
is voorbij, tenzij China op het laat
ste oogenblik tot bezinning komt.
Japansche troepen in Peiping.
Japansche troepen zijn Peiping binnenge
rukt. Het leger bestond, naar Havas meldt,
uit 5000 man, een vijftigtal tanks en vele
vracht en andere auto's. Terwijl de Japansche
bevolking de troepen met gejuich verwel
komde en de Japanners ook door vertegen
woordigers van verschillende instellingen en
vereenigingen begroet werden, liet de Chi
neesche bevolking zich niet op straat zien.
Vliegtuigen hebben vlugschriften uitgewor
pen, waarin gezegd wordt, dat de troepen
zijd binnengetrokken om Chineezen en
vdeemdelingen orde en veiligheid te verschaf
fen.
Domei meldt nader uit Peking dat daar na
de aankomst van Japansche troepen onge
veer' 2.200 Japansche ingezetenen, die sedert
27. Juli een toevlucht vonden in de gezant
schapswij k, naar hun woningen zijn terug-
De oomimondant der Japansche troepen
-verklaarde, dat zijn manschappen de orde
en rust in Peiping kwamen herstellen. De
Japansche troepen, zeide hij, beschouwen
de Chineesche troepen wel als vijanden, doch
wij hebben niet de bedoeling, het den Chi
neezen, die zich aan de wetten houden, lastig
te maken.
De toestand te Nanking rustig.
Ondanks het vertrek van een groot aantal
vrouwen en kinderen blijft het rustig in
Nanking.
De geruchten over een staatsgreep worden
met verontwaardiging tegengesproken. De
politieke en milittaire leiders zijn het eens,
meldt Reuter.
De algemeene opvatting in Chineesche
kringen is. dat een minnelijke schikking on
waarschijnlijk is. Men heeft de overtuiging,
dat Japansche troepen zullen voortgaan met
Tsjahar en Soei Yoean en zoo mogelijk ook
Noord Sjansi te overweldigen en op die wijze
feite de bezetting van het Chineesche ge
bied ten noorden van de Gele rivier zullen
voltooien aleer Tokio over -een regeling zal
praten.
Japansche troepenconcen
tratie bij Nankau.
Volgens berichten uit Nanking hebben de
Japanners in de buurt van Nankau, tusschen
Peiping en Soei Yoean, ongeveer 25.000 man
samengetrokken. Er zijn nog meer transpor-
ton onderweg, in het geheel ter sterkte van
50.000 man.
Van Chineesche zijde verklaart men, vol
gens het D. N. B., dat deze troepenconcen
traties verband houden met de voorbereidin
gen, welke worden getroffen voor een inval
111 de provincie Tsjahar.
De Chineezen zouden vastbesloten zijn hard
nekkigen tegenstand te bieden.
Ook Chineesche troepen rukken op.
De Japansche generale staf deelt mede, dat
troepen van de centrale regeering in Sj an
ting oprukken in de richting van de kust.
Van Japansche zijde heeft de pers vernomen,
jjat een Chineesche opmarsch naar de kust
net Japansche leger zou noodzaken tot het
ontschepen van troepen en het bezetten van
Tsmgtau, dat door de Japansche bewoners
ontruimd. De Japanners verwachten ge
vechten langs den spoorweg PeipingHankau
doch gelooven niet aan groote krijgsverrich-
ttogen langs de lijn Tientsin-Poekau. Niette
min moesten vrachtauto's, die uit Tientsin
naar Tsjangtsjau waren vertrokken, terug-
keeren, naar men gelooft, in verband met het
oprukken der Chineesche troepen naar het
Noorden.
Toestand te Tientsin ontspannen.
Uit Tientsin wordt aan de bladen gemeld,
dat 3000 Chineesche politiebeambten den vre
de en de rust handhaven. Deze politietroepen
staan onder toezicht van de commissie tot
handhaving van den vrede. De tramdiensten
zijn hervat.
De
Japansche autoriteiten hebben naar Havas
verneemt, aangedrongen op de instelling
van censuur in de post- en telegraafkantoren
der Britsche en Fransche concessies. Het con
sulaire corps heeft dit verzoek echter beslist
afgewezen, daar censuur zou worden be
schouwd als een inbreuk op de rechten dei-
concessies. De ambassades zal een Japansch
memorandum worden overhandigd.
De Chineesche en Japansche verliezen.
Volgens het blad Ji sji Pao heeft generaal
Soeng Tsje Joean aan de Nanking-regeering
getelegrafeerd, dat de Chineesche verliezen
in Noord-China 5.500 man bedroegen.
Volgens den Japanschen staf is het effec
tief van het 29ste leger, dat voor het conflict
80.000 man bedroeg, door de verliezen én de
serties tot 30.000 man teruggeloopen.
Het Duitsche Nieuws Bureau meldt uit Nan
king, dat aldaar van het front in Noord-Chi
na bericht is ontvangen, dat de Japanners in
den sector van Nankau de krijgsoperaties
hebben geopend.
De Japansche troepen, die ter sterkte van
1000 man onder bescherming van geschut tot
den aanval overgingen, zouden na een verwoe
den strijd zijn teruggeslagen.
Zes Chineezen terechtgesteld.
Zes Chineezen, die geprobeerd hadden den
spoorbrug over de gele rivier tusschen Pei
ping en Hankau in de lucht te laten vliegen,
werden door Chineesche militairen te Sin
Siang (Noord Honan) gearresteerd en we
gens hoogverraad terechtgesteld.
Ook Frankrijk protesteert te
Salamanca
De Fransche regeering heeft haar consul te
Salamanca opgedragen, bij de autoriteiten
daar te protesteeren naar aanleiding van het
bombardement van een Fransch schip bij Al
giers. (Havas).
tengevolge van de zomerwarmte, overwint
men spoedig door het gebruik van een paar
Mijnhardt's Zenuwtabletten. Buisje 75 ct.
(Adv. Ingez. Med.j
Amerika
Wel een Duitsch antwoord aan
Huil.
Het blijkt, dat ook van Duitsche zijde ge
antwoord is op den oproep van Huil, aldus
meldt het D.N.B. Met heeft doen weten, dat de
Duitsche regeering met passende belangstel
ling van den oproep kennis heeft genomen.
De Duitsche politiek berust, zooals bekend is,
op de regeling der internationale betrekkingen
door vreedzame gedachtenwisseling en komt
dus, aldus verklaart men, overeen met de door
minister Huil geuite gedachten.
Ongelukkeu in de Tiroolsclie
bergen.
Vier beklimmers gedood.
In de Tiroolsche bergen zijn niet minder
dan vijf ongelukken gebeurd. De bergbe
klimmers, die daarvan het het slachtoffer wa
len, waren voor het grootste deel Duitsche
studenten. De ongelukken hebben vier doo-
den geëischt.
Bemanning van Fransch schip
weigerde Spaansche passagiers van
boord te laten gaan.
Zij moesten militairen dienst verrichten.
Havas meldt uit Casablanca: Aan boord
van den Franschen mailstoomer „Marechal
Lyautey" heeft zich een incident voorgedaan,
terwijl het schip aanlegde in de haven van
Las Palmas.
Het schip, dat van Dakar kwam, had
drie Spaansche passagiers aan boord,
die volgens de Spaansche autoriteiten
overeenkomstig de huidige wetten,
militairen dienst moesten doen. De
bemanning van het Fransche schip
weigerde de Spanjaarden aan land te
doen gaan, niettegenstaande de gezag
voerder van het schip en de Fransche
consul den raad gaven hen te laten
gaan. Hierop werd het schip omsingeld
door een aantal kanonneerbooten, die
mitrailleurs op het Fransche schip
richtten en eenige honderden soldaten
begaven zich met de wapens in de
vuist aan boord. Met kolfstooten en
vuistslagen werd de bemanning op 't
achterschip bijeengedreven, waarna
de soldaten 't schip doorzochten naar
de drie passagiers;
Vervolgens kreeg de kapitein van de „Maré-
chal Lyautey" opdracht 't anker te lichten en
hij werd gewaarschuwd, dat bij de minste
demonstratie van de bemanning de kustbatte-
rijen het vaartuig tot zinken zouden doen
brengen.
In verband met dit incident zullen de
Fransche schepen Las Palmas niet meer aan
doen.
RIJKSSTRAATWEG 16
HAARLEM-NOORD, TELEF. 16726
Pijnloos trekken inbegrepen.
Tegen onze bekende lage tarieven. (Met garantie)
BESLIST PUNLOOZE BEHANDELING.
Spreekuren alle werkdagen
van 912 en 14 uur, Zaterd. 9—12 uur
Avondspreekuren
Dinsdag, Woensd. en Donderd. v. 79 u.
(Adv. Ingez. Med.)
ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLING
Wat is er? riep oom Mopperniet. Wat is er, Thijs? Waar ben je?
Want Thijs was plotseling als in de aarde verdwenen. Uit het gat,
dat hij gegraven had, klonk Thijs' stem triomfantelijk: Ik heb wat
gevonden, oom. Kom gauw naar beneden! Het lijkt hier wel een huis
of een hol!
Ik kom al, riep oom, maar omdat hij nogal dik was, wel twee
keer zoo dik als Thijs, kostte het hem verschrikkelijk veel moeite, om
door het gat naar beneden te gaan. Thijs lag dubbel van het lachen,
toen oom's dikke beenen door het gat zichtbaar werden.
Daar gaat ie dan! riep oom en met een plof zat hij ineens naast
Thijs op den grond.
Goed werk te Genève.
e permanente mandatencommissie is
ongetwijfeld een van de belangrijkste
hulporganen, die de Volkenbond be
zit. Zulks niet alleen in verband met-
baar taak. Deze komt neer op het onderzoe
ken van de wijze, waarop de mandatarissen
zich van hun taak inzake het beheer over de
mandaatsgebieden en de toepassing van de
te dien opzichte geldende internationale
voorschriften gedragen hebben, alsmede het
vervolgens aan den Volkenbondsraad kenbaar
maken van haar oordeel of advies. Maar be
langrijk is ze ook wegens haar samenstelling.
Hier toch heeft men nu eens te doen met een
commissie, wier leden daarin zitting hebben
als volkomen onafhankelijke personen, welke
op grond van eigen inzicht hun meening moe
ten vormen, en die dus niet zijn of mogen zijn
orgaan, spreekbuis van de Regeering van hun
vaderland.
Nu van Engelschen kant de stelling is op
geworpen, dat het Palestina-mandaat, orndat
het niet voor verwezenlijking vatbaar zou zijn
gebleken, een einde dient te nemen, en Pa
lestina in een zeer kleinen onafhankelij ken
Joodschen, in een veel grooteren Arabischen
staat (vereenigd met Transjordanië) en in
eenige kleine, doch strategisch hoogst belang
rijke stukjes onder Britsch mandaat, verdeeld
moet worden, heeft de Raad aan de manda
tencommissie het verzoek doen toekomen het
betreffende rapport met voorstellen van de
Engelsche onderzoekingscommissie-Peel te be-
studeeren. En dit natuurlijk om vervolgens op
grond van die studie aan den Raad advies uit
te brengen.
Intusschen moest de commissie zich ook nog
altijd met haar gewonen arbeid ten aanzien
van het Palestina-mandaat bezig houden, te
weten het onderzoek van de rapporten over de
jaren 1935 en 1936, alsmede van eenige inge
komen petities. Naar het schijnt, was men het
in den boezem der commissie aanvankelijk nog
niet heelemaal eens, hoe precies de agenda in
te kleeden. Er bleek een strooming te bestaan,
die eigenlijk vond, dat het gewone werk aan
het bestudeeren en bediscussieeren van de
voorstellen der commissie-Peel vooraf behoor
de te gaan. Dan zou men i.nmers juist met
betrekking tot allerlei in dat rapport voorko
mende kwesties beter beslagen ten ijs komen
dank zij de kennis van zaken omtrent hetgeen
er zoo in de laatste jaren in Palestina gedaan
ennagelaten is. Intusschen scheen de
Engelsche Minister van Koloniën Ormsby Gore
veel liever te zien, dat men eigenlijk maar
terstond de actueele kwestie zou aansnijden.
In elk geval kreeg hij vast gelegenheid om
hier te Genève nog eens het standpunt van
zijn regeering uiteen te zetten. Dat deed hij in
een besloten zitting, al was hem herhaaldelijk
gevraagd het in het openbaar te doen. Nu,
heel veel verschil maakte het in de practijk
niet uit, want het door de informatie-afdeeling
van het Volkenbondssecretariaat verstrekte
communiqué was zeer uitvoerig en gaf in
hoofdtrekken vrijwel de heele rede van Gore
weer. Typisch was daarin, dat hij eenerzij ds
betoogde wat hij na het jongste Lagerhuis-
debat over de Palestina-kwestie wel moest
doeii dat de Engelsche regëering nog geen
definitief standpunt ten opzichte van het dee-
lingsplan innam, doch dat hij tegelijkertijd
toch heel sterk den indruk wilde doen post
vatten als zou het ongetwijfeld tot een deelini
komen. Daarom ook ging hij juist in onder-
deelen .in op allerlei kwesties, die zich dan
zouden voordoen. Naar mij ter oore kwam,
moet deze houding in de commissie in het al
gemeen niet zulk een goeden indruk gemaakt
hebben. Daar toch staat men op het stand
punt, dat eer men zich een oordeel kan vor
men omtrent de vraag, of inderdaad de Engel
sche stelling inzake de onmogelijkheid van ver
wezenlijking van het huidige Palestina-man
daat, gegrond is, onder de oogen zal moeten
worden gezien, of de hiervoor aangevoerde
argumenten inderdaad steekhoudend zijn. En
dus vond men, dat de heer Gore wel wat op de
feiten vooruitliep.
Momenteel staat ook nog niet vast, hoe de
mandatencommissie zelf eigenlijk oordeelt
over wat zij in dezen mag (kan) ondernemen.
Zal zij zich uitsluitend bezig houden met na
te gaan, of er gegronde termen bestaan voor
den Volkenbondsraad om mee te werken aan
opheffing van het huidige mandaat, of zal zij
zich ook nog uitspreken over het ontworpen,
in breeden kring zeer aangevochten, deelings-
plan, gelijk dat ter tafel ligt?
De heele situatie is dus wel zeer ingewik
keld. Vooral ook, omdat men uit den aard der
zaak tevens geïnteresseerd is in de vraag, wel
ke houding tenslotte de Zionisten zelf die
thans hun congres te Zürich houden met
betrekking tot de vraag deeling van Palesti
na of voortzetting van het mandaat, zullen
aannemen. In theorie behoeft de mandaten
commissie zich hiervan niets aan te trekken.
Maar als men zou weten, dat de Zionisten zelf
aan deeling de voorkeur zouden geven en er
is onder hen een vrij sterke strooming, die
er zoo overdenkt, niet in de laatste plaats,
omdat de te vormen Joodsche staat volle vrij
heid zou hebben ten aanzien van het immi
gratie-vraagstuk, terwijl onder de huidige om
standigheden een den Zionisten hoogst onwel
gevallige beperking der Joodsche immigratie
een feit zou wezen zou het praktisch heel
weinig zin hebben als de mandatencommissie
net een tegenovergesteld advies ging uit
brengen.
Zooals ik reeds even aanduidde, vergadert
de mandatencommissie achter gesloten deu
ren. Dat pleegt zij gemeenlijk te doen en wel
om ongetwijfeld nog niet zoo verwerpelijke
redenen. Toch kan men wel een en ander ver
nemen van wat er binnenskamers voorvalt.
Ten deele dank zij de communiqués en voorts
ook wel, doordat soms de leden wel eens iets
loslaten. Op een en ander berust dus eveneens,
wat ik u in dezen brief vertel. Zoo ook de we
tenschap, dat een pikant geval is, dat een dei-
leden van de mandatencommissie een Brit is,
die, zelf voortkomende uit den kring van In
dische bestuurders, van huis uit niet zoo heel
welwillend tegenover den minister van kolo
niën staat. Tusschen beide departementen
Indië is een afzonderlijk departement
schijnt nogal eens wrijving te bestaan. Toen
Gore sprak, moet zijn landgenoot vrij duidelijk
hebben doen blijken, door zich n.l. met andere
zaken bezig te houden, dat hij zich voor de
uiteenzettingen van den Engelschen minister
van koloniën niet bijster interesseerde! En
toen hem later een zijner collega's lachend
toevoegde, dat hij, als Engelschman, toch ze
ker wel zou instemmen met de Engelsche dee-
lingsvoorstellen, sprong hij verontwaardigd op:
als lid dezer commissie was hij een volkomen
onafhankelijk man en dus liet hem de opvat
ting of het verlangen van Londen kuud.
Dat de permanente mandatencommissie
niet met zich laat spotten en er voor den man
dataris bepaald een verplichting bestaat om i
rekening en verantwoording ten overstaan van
dit Volkenbondsorgaan af te leggen, is thans
weer eens zonneklaar gebleken.
De heer Ormsby Gore verlangde er erg naar,
zoo spoedig mogelijk uit Genève te vertrekken
om zijn vacantie te beginnen. Dit vermoede
lijk niet eens zoozeer tengevolge van zijn
wensch om eenigen vrijen tijd te krijgen, als
wel omdat hem het ondervraagd worden in de
commissie zoo nu en dan toch minder prettige
gewaarwordingen gaf.
Hem is echter duidelijk gemaakt, dat hij
goed zou doen met te beloven toch nog maar
eenige dagen te blijven, welke belofte hij ten
slotte heeft gedaan. De commissie staat n.l.
op het standpunt, dat zij het haar plicht acht
alles te ondernemen, wat aan een weibezon
ken oordeel en advies, berustende op zoo vol
ledig mogelijke voorlichting, ten goede kan
komen. Vandaar dat zij, nu zij besloot het
jaarrapport van 1930 te gaan onderzoeken
(en dat van '35 voor zoover daarin nog dingen
voorkomen, die in het rapport van 36 en (of)
in de uiteenzettingen van de commissie-Peel
een plaats innemen), meteen kenbaar maakte
dat zij den heer Gore, wanneer men zulks noo-
dig mocht achten, om nadere aanvullende in
formaties zal vragen. Ook en vooral in verband
met wat tenslotte de Koninklijke Enquête
commissie te boek heeft gesteld. M. a. w. voor
hem is het examen nog geenszins afgeloopen.
Uit wat we verder vernamen blijkt, dat de
permanente mandatencommissie zich wel de
gelijk bevoegd acht aan den Raad over en in
verband met de publicaties van de commissie-
Peel een advies uit te brengen. Maar zij zal
eerst nog eens rustig nagaan of zij, tot vast
stelling van een advies (en of de Raad voor
het nemen van eenige beslissing) over vol
doende, tevens ook over voldoende onpartij
dige gegevens beschikt, gezien het rapport-
Peel, gehoord de uiteenzettingen en de be
antwoording op hem gestelde, ten deele even
tueel te stellen vragen, van minister Gore.
M. a. w. de mandatencommissie heeft zich
volle vrijheid voorbehouden om eventueel den
Raad zelfs te adviseeren eerst nog eens een
aanvullend onderzoek naar de heele situatie
en de verhouding in Palestina in te stellen of
te doen instellen!
Indien men wat ongetwijfeld heel wel
mogelijk is tot de conclusie mocht komen,
dat de gegevens wèl voldoende zijn, dan zal
de permanente mandatencommissie ten aan
zien van de verschillende dankbare oplossingen
haar inzicht kenbaar maken. Zij zal bijv. in
dat geval mededeelen, of zij meent dat het
mandaat in zijn huidigen vorm gehandhaafd
dient te worden, dan wel of eenige wijziging,
en zoo ja, welke, gewenscht is. Ook een reeks
van andere oplossingen, zooals indeeling van
Palestina in een Joodsch, een Arabisch en
een gemengd kanton, verdeeling in zelfstan
dige staten, zal de commissie dan onder de
oogen zien. Daarbij behoudt ze zich dus heele
maal voor, als niet-poltiek orgaan, het licht te
werpen op allerlei mogelijke regelingen. En
wel zoo, dat zij tevens de voor- en nadeelen,
die volgens haar aan elk dier soluties ver
bonden zijn, zal schetsen.
Dit alles tezamen bewijst wel, dat er hier
hoogst ernstig werk wordt ondernomen door
mannen, die vast besloten zijn zich ten volle
te kwijten van wat zij huil plicht achten, ge
zien de positie en de verantwoordelijkheden
van het orgaan waarvan zij deel uitmaken.
In een volgenden brief hoop ik o.a. nog eens
het een en ander te kunnen opmerken over
wat men in Volkenbondskringen met betrek
king tot verschillende eventueele oplossingen
voor mogelijk en voor raadzaam houdt.
Dr. E. v. RAALTE.
Is U verbrand in de zon?
Als de huid van Uw gelaat, hals en armen
door de zon pijnlijk verbrand is, of dat gij U
bij het fietsen hebt doorgezeten, doe er dan
onmiddellijk Purol op. Dit verzacht en ge
neest spoedig. Purol (wit en geel) beide in
doozen van 30 en 60 ct., tube 45 ct. Bij Apoth.
en Drogisten.
(Adv. Ingez. Med.)
Correspondent van de „Times" te
Berlijn moet Duitschland
verlaten.
Represaillemaatregel tegen de uitwijzing
van Duitsche journalisten.
Naar Reuter uit Berlijn verneemt hebben de
Duitsche autoriteiten besloten de „Times" te
verzoeken zijn hoofdcorrespondent te Berlijn,
Norman Ebbut binnen veertien dagen terug
te roepen. Indien zulks niet zou geschieden,
zal zijn verblijfsvergunning worden ingetrok
ken. Havas verneemt hierover nog dat Norman
Ebbut wiens terugroeping de Duitsche regee
ring heeft verzocht als gevolg van de uitwij
zing uit Engeland van drie Duitsche journalis
ten, heeft zijn krant sedert 1925 te Berlijn
vertegenwoordigd.
De Engelsche bladen toonen zich over deze
uitwijzing zeer verontwaardigd.
NIEUW PROTEST VAN ENGELAND BIJ
GENERAAL FRANCO.
LONDEN, 10 Augustus. (Havas). In wel
ingelichte kringen wordt vernomen, dat de
Britsche regeering opnieuw een nota aan
generaal Franco heeft gezonden, waarin ge-
eischt wordt, dat het op 14 Juli ter hoogte
van Santander in beslag genomen vracht
schip „Molton" vrijgegeven en een schade
vergoeding uitgekeerd wordt.
HET AANTAL WERKLOOZEN IN ENGELAND
Op 26 Juli bedroeg het aantal werkloozen
1.379.459, hetgeen 22,861 meer is dan het cijfer
van Juni, doch 272,613 minder dan dat van
Juli 1936. (Reuter.)
Ontploffing aan het Albertkanaal
Twee werklieden gedood en drie gewond.
HASSELT, 10 Augustus (Belga). Er heeft
zich een ontploffing voorgedaan in een duiker,
welke dienen moet om onder het Albertkanaal
bij Diepenbeek het water door te laten van
een beek. welke Hasselt van drinkwater voor
ziet.
Hierbij werden twee werklieden gedood en
drie gewond.