Een bezoek aan het Provinciaal
Ziekenhuis.
UIT HET VERLEDEN
BLOEMENDAAL.
Verpleging van geesteszieken voorheen en thans.
Een kleine maatschappij
waarin allen werken.
Als in 't midden der vorige eeuw Utrecht
kermis vierde, nam de eerzame burger, uit
gedost met hoogen zijden hoed, zijn telgen
mee, om naar de krankzinnigen te kijken, die
voor die gelegenheid in kooien voor het
publiek ter bezichtiging werden gesteld.
En nog in het begin dezer eeuw vonden
wij in „Meerenberg" een serie kamertjes met
ijzeren deuren en een luikje, waar geesteszie
ken als gevangenen opgesloten werden, waar
zij steeds verder afzakten naar het niveau
van het redelooze dier. Pogingen om hen op
te heffen uit die poel van ellende faalde,
steeds.
Laten wij ons voorgeslacht geen verwijten
doen. Laten wij alleen dankbaar zijn, dat
onze tijd anders en in dat opzicht althans
beter is.
En nog waren er in onzen tijd vreemde ge
ruchten rond, overblijfselen uit een tijd die
achter ons ligt, voorgoed.
Moge het volgende bijdragen tot een juister
inzicht in den zegenrijken arbeid, die in het
Provinciaal Ziekenhuis wordt verricht.
Vroeger was dit Meerenberg en er is een
tijd geweest, dat de directie een anderen
naam wenschte.
En ook dit is alweer een overwonnen stand
punt en de strijd, die toen werd begonnen,
is al zoo ver gewonnen, dat de naam eigen
lijk weinig gewicht meer in de schaal legt.
Toen het oude opzij werd gezet en het
nieuwe zijn intrede deed, was de strijd on
noemelijk zwaar. De oude vaste klanten on
der de patiënten waren zóó gewoon aan hun
wijze van leven, hun zich laten gaan, dat
het voor de leiders van die dagen een tita
nenstrijd is geweest.
Nu is die strijd gewonnen.
In het ziekenhuis wonen 1520 patiënten
en bovendien worden 20 patiënten in gezin
nen verpleegd.
De klassenafdeeling, in tweeën gesplitst,
telt 90 patiënten, het sanatorium 300 en het
Gesticht de rest.
Het sanatorium is de afdeeling waar de
patiënten kunnen worden opgenomen zonder
rechterlijke machtiging en dit is een zeer
toe te juichen regeling, die in de toekomst
uitbreiding verdient.
Een eigenaardig beeld geeft de verhouding
van het aantal mannen tot dat der vrouwen.
Er zijn. tweemaal zooveel mannen als vrouwen
Het hoofdgebouw dateert van 1849 en al
mogen de andere van la teren datum zijn,
men heeft toch steeds te worstelen met die
oude gebouwen, die gesticht zijn in een tijd,
dat het doel was het opsluiten van de pa
tiënten en dezelfde gebouwen moeten nu
dienen voor de actieve therapie, waarmee in
de jaren 1926—1927 een begin is gemaakt.
Welke zijn de grondbeginselen van deze
therapie?
Zij wil trachten de patiënten, die gekomen
zijn op een geestelijk laag niveau, op een
hooger sociaal niveau te brengen en is dus
in wezen te vergelijken met opvoeding.
Zij wil menschen, die de aanpassingsmo
gelijkheid aan de maatschappij verloren heb
ben zoover brengen, dat zij weer naar de
maatschappij terug kunnen.
Hoe bereikt men dit?
Door doelbewust een kleine maatschappij
te vormen, waarin alle maatschappelijke
acties zóódanig zijn gericht, dat alle reacties
de patiënten op een hooger niveau brengen.
In deze kleine maatschappij mogen allen
werken en werken ook allen.
Deze arbeidstherapie bestond eigenlijk al
ir 1849, maar was vroeger niet het wezen der
zaak.
De allerlaagststaande menschen wil men er
door vatten en daardoor brengen tot nor
male gedragingen.
Men wil vooral hen pakken, die zich mis
dragen.
Men wil de patiënten beletten zich over te
geven aan pathologische bespiegelingen, aan
hallucinaties, en hun het gevoel geven van
nuttig te zijn.
Hulpmiddelen hiertoe zijn de werkthera-
pie en de inrichting van het milieu.
Waar vroeger kale muren waren, waar de
tafel ongedekt was en het eten nauwelijks
werd opgediend, vindt men nu de sfeer als
bij ons thuis: gordijnen, een bloem, een
keurig gedekte tafel.
Dan de ontspanningen, welke men vindt
van de allereenvoudigste tot de hoogste
trap: de zangvereeniging, wandelclub, gym-
nastiekveeeniging, mondharmonicaclub, or
kest, voetbalclub, tooneel, kermis, visschen,
schaatsenrijden, café, winkel enz.
En steeds is het doel het opwekken van
nuttige reacties.
Zooals ieder bouwwerk, moet ook dit van
onder af worden begonnen, dus met de aller
moeilijkste patiënten.
Wat men hier laat doen lijkt heel eenvou
dig en een buitenstaander ziet licht de
moeilijkheden over het hoofd. Toeft is ook dit
eenvoudige een onmisbare schakel in dit op
voedingssysteem.
Wij zullen nu een rondgang maken, om
de theoretische beschouwingen aan de prac-
wjk te toetsen.
Allereerst het werk binnenshuis en dan
hegrijpen we meteen, hoe heel anders het
gebouw er uit zou zien, als het nu volgens
moderne principes kon worden gebouwd.
In het eerste vertrek zijn mannen bezig
met zeer eenvoudig werk. Misdragingen van
ernstigen aard, zoo vertelt men ons, komen
met voor. Men vestigt onze aandacht op een
werkenden man, die blind is. en stom, en
krankzinnig.
Langs de moeilijke heerenpatiënten komen
we in de klasse-afdeeling met moderne pla-
mndverwarming en drie modern gemeubi
leerde, gezellige vertrekken: eetzaal, conver
satiezaal, serre.
Negentig pet. der bevolking werkt.
Wij bezoeken nu een vrouwenafdeeling, die
i14 vrouwen telt, allen Gemeentepatiënten.
zÜn meer van die afdeelingen maar alle
Seven hetzelfde type.
Weer bewonderen we de gezellige sfeer in
»Leetzaal die nu verlaten is. Want allen
Werken.
pe Vfouwen, die te „moeilijk" zijn, om naar
de centrale naaikamer te gaan, werken apart
in 2 kleinere kamers. Een enkele droomt,
een enkele wendt zich af. Zusters kijken
rustig toe. Een vriendelijke groet van den
dokter. Een vriendelijke herkenning van de
patiënte.
Dan zijn we op de plaats waar vroeger de
verschrikking huisde; waar de onrustige pa
tiënten verbleven, waar massieve deuren de
cel afsloten. Waar de muren kaal waren en
alles vast stond.
Nu heerscht er rust. En door de glazen
deur kijken we even naar binnen: een bed,
kraakzindelijk, pantoffels, netjes neergezet,
alles orde, stiptheid en door het raam zien
wij in den tuin, waar de merel zingt.
Vroeger dik glas, dat uitlokte, om er zijn
krachten op te beproeven en dat vernield
werd, nu gewoon glas, dat heel blijft.
Acties en reacties! Zeker, een enkele maal
moet een patiënt geïsoleerd worden in de
isoleerkamer, maar over 't algemeen komen
er geen dissonanten voor en zijn hier van de
314 patiënten slechts twee onsociaal.
Wij passeeren de therapie-zaal voor de al
lermoeilijkste patiënten.
Nog geen 10 jaren geleden was het hier
heel onrustig. Nu fs ieder rustig bezig aan
zijn taak.
Ferdinand de Lesseps.
1805—1894).
Zes duizend menschen woonden den 17en
1869 de officieele opening van het Suez-
kanaal bij. Een en zestig schepen van allerlei
natiën, waaronder twee Nederlandsche, met
Prins Hendrik, den broer van Koning Wil
lem III en zijn vrouw, Amalia van Weimar
aan boord, voeren op dien dag door de
nieuwe zeestraat van de Middellandsche naar
de Roode Zee. Vooraan het jacht van Keizerin
Eugénie, waarop zich ook De Lesseps met
zijn twee zoons bevond. Gedurende de heele
tocht was de Keizerin uitermate zenuwach
tig, ja zoo volkomen overstuur, dat zij zich
in haar hut moest terugtrekken, waar zij in
tranen uitbarstte.- „Gedurende de heele reis
was het mij alsof ik een ijzeren band om
mijn hoofd had", zeide zij na de aankomst in
de haven van Timsah tot De Lesseps. „Elk
oogenblik vreesde ik dat het schip zou moe
ten stoppen, dat de eer van de Fransche vlag
geschandvlekt en de vrucht van uw werk ver
nietigd zou worden door de een of andere
ramp". Maar alles liep goed af.
Eenige dagen later vereenigden zich in het
kerkje van Emalia, aan den oever van het
Kanaal een uitgelezen schare voor een twee
de plechtigheid: de vier en zestig-jarige
leider van het grootsche werk trad voor de
tweede maal in het huwelijk. Zijn bruid was
Héléne de Bragard, die toen juist 21 lentes
telde. Zooals Emile Zola, destijds verslaggever
van de Figaro, schreef: „Na twee zeeën met
elkaar te hebben doen huwen, huwt De Les
seps nu zelf ook nog". Uit zijn eerste echt
had De Lesseps vijf kinderen. Héléne schonk
hem er nog een dozijn bij. Men kan hier
waarlijk van een welbesteed leven spre
ken.
Zoo was dan toch na duizenden jaren het
werk, waarvan reeds de Egyptische pharoa's,
de Romeinen, de Arabieren, Alexander de
Groote, Caesar en Bonaparte hadden ge
droomd, tot standgekomen. Honderd een en
zestig K.M. woestijn had men doorgraven,
200 millioen francs aan het werk ten koste
gelegd.
De route van Amsterdam tot Batavia was
6000 K.M. bekort; meer dan 1/4 van den af
stand. Dat had de wilskracht en de volhar
ding van één man tot stand gebracht, dat
was zijn antwoord aan de sceptici, die zei
den: „eerder aan de mogelijkheid te ge-
looven van een vliegtuig, dan van een kanaal
door de landengte van Suez", aan de Engel-
schen die hem vergeleken met den graaf van
Monte Christo en andere romanhelden van
Alexander Dumas, aan Gladstone, den En-
gelschen minister-president, die de onder
neming in het Parlement had gequalificeerd
als „de meest schaamteloozen aanslag ooit
gepleegd op de onnoozelheid en de goedge-
loovigheid van ons volk". Maar het was ook
zijn antwoord aan het eenvoudige burger
mannetje dat voor zijn spaarduitjes een aan
deeltje in de Suez-kanaalmaatschappij kwam
nemen en vroeg om een aandeel in de
Spoorwegmaatschappij door het eiland Susa.
„Maar man", voegde men hem toe, „het is
geen spoorweg maar een kanaal, het is geen
eiland maar een landengte, het is niet in
Susa, maar bij Suez". „Dat kan me allemaal
niet schelen", antwoordde het mannetje; „als
De Lesseps het maar doet en als het maar
tegen de Engelschen gaat, schrijf ik in".
Toen Ferdinand de Lesseps in 1859 de
eerste spade in den grond stak en de werk
zaamheden een aanvang deed nemen, was
hij reeds een in en buiten Frankrijk bekend
man, die zijn vaderland belangrijke dien
sten had bewezen. Hij was opgeleid voor den
consulairen dienst en werd in 1832 tot vice-
consul in Alexandrië benoemd. Het schip
waarop hij naar Egypte voer moest wegens
eenige verdachte ziektegevallen aan boord
in quarantaine en de Fransche consul-gene
raal zond den jongen man die zich gruwe
lijk verveelde, eenige boeken. Daaronder be
vonden zich de geschriften van een ingenieur
die onder Bonaparte mee was getrokken
naar Egypte en daar op bevel van zijn gene
raal een studie had gemaakt van het pro
bleem der doorgraving. Dit werk boeide De
Lesseps bovenmate. Plotseling zag hij zijn
levenstaak voor zich: de Middellandsche Zee
en de Roode Zee moeten verbonden wor
den.
Intusschen bleef De Lesseps zijn consu
laire loopbaan trouw, tot in 1849 een con
flict met de regeering hem noopte af te
treden. Maar al heel spoedig daarna noodig-
de Said Pacha, de onderkoning van Egypte,
hem uit naar Alexandrië te komen en drie
weken na zijn aankomst werd het contract
Ferdinand de Lesseps in het costuum
van lid der Académie Francaise.
ge/teekend, waarbij De Lesseps werd
machtigd de landengte door te graven. De
naam Port Said herinnert nog steeds aan
den man wiens steun van onschatbare be-
teekenis is geweest voor het kanaal van
Suez.
Rothschild, de groote bankier, was bereid
de inschrijving voor de 200 millioen francs
die het werk zou kosten op zich te nemen.
/Hoeveel vraagt u daarvoor?", vroeg De
Lesseps.
„Vijf procent, als gewoonlijk", was het
antwoord.
„Dank u hartelijk. Dat zou 10 millioen wor
den. Zooveel geef ik voor uw loketten niet
uit. Dan huur ik liever een huis voor 1000
francs per maand en knap het zaakje zelf
op".
„Dat zal u niet lukken"
„Dat zullen we zien".
En de leening werd met een aanzienlijk
bedrag overteekend.
Het is te begrijpen dat een man als De
Lesseps zich na het groote succes van het
Suez-kanaal aangetrokken voelde tot een
nog zwaardere taak. Nu hij twee zeeën had
verbonden, wilde hij twee oceanen vereeni
gen door middel van een kanaal dwars door
Panama. Over de wenschelijkheid van deze
verbinding was reeds omstreeks 1500 ge
sproken, toen de Spanjaarden in dat gebied
hun vlag hadden geplant, maar een derge
lijk werk behoorde in dien tijd tot de on
mogelijkheden. Pas in de 19e eeuw doken
opnieuw plannen op. Willem I, de energieke
Koning der Nederlanden, heeft zelfs een
maatschappij die de doorgraving tot stand
wilde brengen, financieel gesteund, maar bij
gebrek aan medewerking moest men de on
derneming staken nog voor men met de uit
voering begonnen was. In 1876 gingen de
Vereenigde Staten er zich mee bemoeien.
Een internationale commissie raamde de kos
ten op ruim een milliard francs. Trots zijn
73 jaar nam De Lesseps in 1878 de hoofd
leiding van het werk op zich. Overtuigd dat
voor dit kanaal evenveel belangstelling zou
bestaan als voor dat van Suez deed hij een
beroep op het publiek voor een eerste leening
van 400 millioen. Er kwam echter slechts
30 millioen binnen. Desondanks besloot de
leider een begin te maken met het werk. Het
is niet te loochenen dat De Lesseps toen wat
vreemd met getallen is omgesprongen. Op
een reis door de Vereenigde Staten, die hij
ondernam om propaganda voor het kanaal
te maken, verlaagde hij voortdurend de
raming: van een milliard daalden de kosten
tot 700, daarna zelfs tot 600 millioen. In
Amerika vond hij echter weinig steun en
pas na een tournée door Frankrijk kon hij
verklaren over 300 millioen te beschikken. In
1882 werd de eerste ploeg arbeiders aan het
werk gezet.
Toen kwamen de tegenslagen: de aan
nemers-combinatie staakte het werk, daar
zij zich niet in staat achtte haar verplich
tingen na te komen; de gele koorts rukte
tallooze arbeidskrachten weg. In de zeven
jaar dat de Franschen het werk bestierden
waren het er, naar betrouwbare schatting
20.000. Zandverschuivingen en overstroomin
gen brachten onophoudelijk verwoestingen te
weeg. Na enkele jaren moest de oude De
Lesseps erkennen dat hij volkomen gefaald
had; zelfs een nieuwe leening bracht geen
uitkomst en in 1889 moest het faillissement
van de Panama-kanaal-maatschappij wor
den aangevraagd. De schuld bleek ruim twee
milliard te bedragen. Maar toen kwam het
ergste: schatten waren besteed om staats
lieden om te koopen, de pers de mond te
snoeren, autoriteiten te „stoppen". In de
Kamer waren door Kamerleden die daarvoor
grof betaald werden, volslagen onware mede
deelingen gedaan betreffende het werk. Het
werd een financieel schandaal van geweld.
Duizenden aandeelhouders, voor het grootste
deel kleine spaarders, stelden een gerech
telijke vervolging in tegen De Lesseps en zijn
zoon Charles. En het proces vond voortgang
Niettegenstaande Charles vooortdurend op
de edelmoedigste wijze alle schuld op zich
nam, werden vader en zoon beide veroor
deeld tot een gevangenschap van 5 jaar. Het
vonnis tegen den vader is niet ten uitvoer
gelegd, dat tegen den zoon is na korten tijd
nietig verklaard. Maar Charles heeft eenige
maanden m de cel doorgebracht. Toen was
echter De Lessep's verstand reeds gebroken:
de kindsche grijsaard heeft nooit geweten
dat zijn zoon gevangen heeft gezeten. Als
bijzondere gunst had men den zoon n.l. toe
gestaan af en toe zijn vader te bezoeken
Begeleid door twee rechercheurs die voor zijn
vrienden doorgingen, gebruikte hij dan ten
huize van zijn vader den maaltijd en werd
daarna weer naar zijn cel terug geleid. Van
het groote schandaal heeft hij ook niet meer
geweten. Men legde hem kranten van vroeger
"tijd voor en onthield hem zorgvuldig alle
lectuur waarin over het faillissement en de
gevolgen daarvan werd gesproken.
Nog enkele jaren heeft De Lesseps geleefd.
In 1894 kwam het einde. En vijf jaar nadien
werd te Port Said zijn standbeeld onthuld,
dat zich twintig meter boven de zeespiegel
verheft en reeds op grooten afstand zicht
baar is. Zoo heeft men dan toch den man
geëerd die in den strijd tegen de krachten
der natuur tenslotte de nederlaag had ge
leden, maar wien het nageslacht dankbaar
blijft omdat hij metterdaad de volken der
wereld nader tot elkaar heeft gebracht.
P. H. SOHiRöDER.
Motorrijder over den kop geslagen
Duorijder ernstig gewond.
NIEUWERBRUG, 16 Aug. (Z. H.) Van
ochtend is op den Rijksstraatweg onder deze
gemeente een motorfiets over den kop ge
slagen, doordat de jas van den duorijder tus-
schen de ketting van het achterwiel geraakte.
De duorijder, de 16-jarige D. Voorendonk uit
Den Haag, bleef bewusteloos op den weg lig
gen. Een onmiddellijk gewaarschuwde genees
leer constateerde een zware hersenschudding.
In zorgwekkenden toestand is de jongen naar
het Algemeen Ziekenhuis te Woerden ge
bracht. De bestuurder van het motorrijwiel
kwam er zonder letsel af.
HET NATIONALE TABAKSFEEST IN
ZUID-BOSTON. Elk jaar wordt
in Zuid-Boston (Vereenigde Staten)
een nationaal tdbaksfeest gehouden.
De zelfs voor Amerikaansche ver-
houdingen groote tabakspijp is het
middelpunt vam het foest.
Ziekenvervoer tijdens de
Jamboree.
De auto reed af en aan.
Hoewel de Jamboree reeds Maandagmiddag
officieel gesloten werd, zijn vele deelnemers
nog enkele dagen gebleven, zoodat ook de ver
schillende diensten nog de geheele week in
tact bleven. Zoo heeft ook de hospitaaldienst
nog eenigen tijd doorgewerkt en eerst Vrijdag
is men er toe overgegaan een gedeelte der in
het hospitaal opgenomen patiënten over te
brengen naar de Haarlemsche ziekenhuizen.
Gedurende de Jamboree heeft de genees
kundige dienst ten nauwste samengewerkt
met de firma Mathot, die een harer zieken
auto's van 's ochtends acht tot 's avonds tien
uur op het terrein gestationneerd had, waar
deze uitstekende diensten heeft bewezen.
Want hoewel de algemeene gezondheidstoe
stand van de jongens de meest optimistische
voorspellingen heeft overtroffen, toch was het
aantal patiënten met lichte ongesteldheden
en kleine verwondingen nog vrij groot. Men
bedenke maar eens, dat het hier een kamp
van 28.000 jongens betrof.
Zoo reed de auto dan ook af en aan, en in
totaal werden in het tijdvak van 27 Juli tot en
met 14 Augustus 112 patiënten van de ver
schillende sub-kampen naar het hospitaal
vervoerd, terwijl er 20 naar de verschillende
Haarlemsche ziekenhuizen moesten worden
overgebracht, zij het steeds voor vrij^ onge
vaarlijke gevallen. Bij de ontruiming van het
hospitaal werden nog zes jongens naar een
ziekenhuis vervoerd, terwijl eveneens een zes
tal naar het station werd gebracht, om per
trein naar huis terug te keeren.
Het terrein stelde vaak zware eischen aan
personeel en wagen, maar de verschillende
hindernissen konden het personeel niet be
letten, hun taak te verrichten. Een woord van
waardeering is hier zeker op zijn plaats.
PROF. DR. H. ALDERSHOFF OVERLEDEN.
Te Utrecht is in den ouderdom van 70 jaar
overleden Prof. Dr. H. Aldershoff, buitenge
woon hoogleeraar in de Serologie aan de Rijks
Universiteit te Utrecht.
EXAMENS INSTITUUT PuNT.
Bij de in Juli door het Centraal Bureau te
Den Haag gehouden eamens slaagden voor:
Maehineschrijven: de dames: J. Allard, G.
van Berkum, A. Hollander, G. G. de Jong,
H. J. L. Klein Schiphorst, J. P. Leyh, I. Ne-
lissen, E. J. Schuyt, R. van Telgen, N. Vester,
I. Zuilhof en de hoeren: G. A. van Apeldoorn,
H. Kruyswijk, J. J. Tekamp.
Kantoorstenograaf Ned. 130; de dames: A.
Kampman, B. E. Kooi, B. Lootsma en de heer
L. Buning.
Kantoorstenograaf Duitsch 100; de dames:
G. Grilk, E. Pondman.
Kantoorstenograaf Engelsch 100: mej. E.
Pondman.
Boekhouden: de heeren: J. van Lennep,
C. Nieuwendijk, S. v. d. Schaar, J. P. Schmal,
G. J. Schreuder.
Voor de in Juni gehouden praktijkexamens
van Mercurius of Vereeniging van Leeraren
slaagden voor Nederl. Handelscorresp.: de
dames E. Dieckman. M. Kuyper, E. Teerink,
J. P. I. Zweers, N. N. en de heer L. Hutter.
Fransche Handelscorresp.: de dames A. de
Goederen, L. A. J. S. Wintershoven.
Duitsche Handelscorresp.: de heer H. J.
Kooy.
Engelsche Handelscorresp.: de heeren: H.
de Baat Doelman, P. J. Freni.
Boekhouden: de heeren: J. Boesveld Jr.,
J. Noordraven, P. Berends.
Allen leerlingen van het Instituut Pont, te
Haarlem.
EXAMEN HANDENARBEID.
Haarlem 13 en 14 Augustus. Geëxamineerd
12 vr. candidaten. Geslaagd de dames: W. H.
Smits, J. van Rees, W. A. v. Voorthuyzen. G.
Kreupeling, H. G. L. Meijer. K. H. Duin, D. J.
B. Vorsselman, A. v. Leent,
Groote brand in kampong te
Batavia.
Ruim duizend menschen dakloos.
BATAVIA, 16 Augustus (Aneta). Gister
middag is in de buurt Tanah Tinggi, nabij het
station Senen, dus vrijwel midden in Bata
via, een kampongcomplex afgebrand over een
oppervlakte van een kilometer lengte en hon
derd meter breedte. Er stond een vrij krach
tige bries, welke het vuur tot een vlammen
zee aanwakkerde.
Tusschen de twee- en driehonderd wonin
gen zijn afgebrand. Ruim duizend menschen
zijn dakloos.
ROEIEN.
NAKLANKEN VAN DE JAMBOREE.
Dank van de spoorwegen.
De directie der Nederlandsche Spoorwegen,
deelt mede, met groote voldoening te hebben
kunnen vaststellen, dat het buitengewoon
groote reizigersvervoer, verband houdende
met de wereldjamboree te Vogelenzang,
evenals de aan- en afvoer van de deelnemers,
zeer vlot en regelmatig is verloopen.
Aan allen, die door de degelijke voorberei
ding en nauwgezette uitvoering daaraan met
groote toewijding hebben medegewerkt, be
tuigt de directie gaarne haren dank.
Poolsche luchtverkcnners nemen
afscheid.
Op Ypenburg heeft een intieme maar niet
temin hartelijke plechtigheid plaats gehad.
De N.V. Exploitatie Mij. vliegveld Ypenburg
heeft aan de Poolsche luchtverkenners die op
Ypenburg kampeerden in verband met de jam
boree een afscheidsdiner aangeboden. Tijdens
den maaltijd heeft de heer Nussink het woord
gevoerd, waarop de heer St. Sroczijnski, pers
attaché van de Poolsche legatie, namens de
Poolsche luchtverkenners bedankte. Hij zeide
o.a. dat Ypenburg van nu af voor de Polen on
afscheidelijk verbonden was met den bloei
van de Nederlandsche vliegerij. Wederzijds
werden geschenken overhandigd.
Een woord van dank van den
chief scout.
Bij het verlaten van ons land heeft de chief
scout lord Baden Powell tot den pers- en pro-
pagandadienst van de wereldjamboree een
brief gericht, waarin hij verzoekt zijn dank
over te brengen aan het Nederlandsche volk
en in "net bijzonder aan de bevolking van
Bloemendaal en Den Haag, voor de grootsche
en hartelijke ontvangst, welke de wereld
jamboree en het internationale padvinders-
congrc: is bereid.
De Europeesche Ro<4ikampioen-
scliappen.
De prijsuitreiking.
Zondagavond had in „Krasnapolsky" te
Amsterdam de prijsuitreiking der Europeesche
roeikampioenschappen plaats.
De voorzitter van den Ned. Roeibond, ir. Th.
P. Tromp, voerde het eerst het woord. Hij
bracht allen, die hadden medegewerkt tot het
slagen der wedstrijden, dank voor hun arbeid.
Onder groot enthousiasme werd besloten, een
telegram aan H. M. de Koningin te zenden,
waarin namens de 12 vertegenwoordigde lan
den diepe erkentelijkheid werd uitgesproken
voor het feit, dat de Europeesche kampioen
schappen onder Hare bescherming mochten
worden verroeid.
De Coupe Glandaz werd door den heer
R. Fioroni aan den Duitschen Bond overhan
digd.
De speciale herinneringsmedaille van de
F. I. S. A., welke Zondagmiddag aan Z. K. H.
Prins Bernhard bij zijn bezoek aan de wed
strijden was uitgereikt werd door het F. I.
S. A.-bestuur voorts toegekend aan het ge
meentebestuur van Amsterdam, aan ir. W. A.
de Graaf, directeur van Publieke Werken
Jhr. J. E. van Heemskerck van Beest, onder
directeur van P. W.: ir. P. c. v. Niftrik
eveneens van P. W. ir. Th. P. Tromp en W
Jonge jan, resp. voorzitter en secretaris van
den Ned. Roeibond ir. H. J. van der Leeuw,
bestuurslid dr. C. W. G. Mieremet, oud-voor
zitter van den Ned. Roeibond dr. R. J. Th
Meurer, voorzitter van den Amsterdamscheri
Roeibond en G. J. Nijland, gedelegeerde van
de vereeniging „De Nederlandsche Sportpers"
bij den roeibond.
Een luchtverdedigingsfonds.
Gesticht op initiatief van de Vereeniging voor
Nationale Veiligheid.
Door de vereeniging voor nationale veilig
heid werd het luchtverdedigingsfonds in het
leven geroepen.
Dit luchtverdedigingsfonds is met zijn werk
begonnen en momenteel bezig de talrijke
aanvragen te behandelen, zoodat zoo spoedig
mogelijk met de opleiding kan begonnen
worden.
Voor zoover de adspirant niet in het bezit
is van het vliegbewijs a. zal aan hem de
eisch gesteld worden het zweefbrevet b te be
halen, terwijl alsdan in samenwerking met
het Fokkerfonds zijn opleiding tot het be
halen van genoemd vliegbewijs a gedeelte
lijk of geheel wordt bekostigd.
Zij, die meenen voor deze opleiding in
aanmerking te komen, kunnen hun aanvra
gen indienen bij het secretariaat, Vijverweg
2, Park de Kievit. Wassenaar.
Wil echter het doel ..Nederland een vlieg-
vaardig volk" worden bereikt, dan zullen niet
tientallen, maar honderden jongemannen
gereed moeten staan om onze luchtvloot te
bemannen.
Dit is alleen te bereiken, als het Neder
landsche volk hiertoe vrijwillig een offer
brengt en duizenden tegen een jaarlijksche
bijdrage van minimum een gulden begunsti
ger worden van het luchtverdedigingsfonds.
Stort daarom nog heden uw bijdrage op
CTironummer 287177 van den penninemeester
Vereeniging voor Nationale Veiligheid, Den
Haag, of geeft u schriftelijk als begunstiger
op bij het propagandacomité Luchtverdedi-
gingsfonds, Bezuidenhout 21, Den Haag. u