HET HOOGSTE RECHT Luchtige en toch ernstige aandacht voor de traditioneele races te Salisbury, welke deze week gehouden werden Een interessant kijkje aan boord van het Prinselijk jacht „Piet Hein", dat hedenmiddag officieel aan het Prinselijk Echtpaar is overgedragen Z. K. H. Prins Bernhard bracht Vrijdagmiddag ter gelegenheid van hel 10-jarig bestaan van de N(ationale) L(uchtvaart) S(chool) een bezoek aan het vliegveld Ypenburg net aanbrengen der versiering in ae muiaer jacntnaven, vanwaar nei rnnsenj* tcmpom ueucmmuuay vertrok voor de officleele overdracht en de vlootrevue Southend-On-Sea, de bekende Engel- sche badplaats, baadt thans des avonds in een zee van licht, welke nieuwste illumina tie tot October zal worden voort gezet „Zooals de ouden zongen piepen de jongen"." Visschen aan de Maas te Maastricht De burgeroorlog in Spanje. Vluchtelingen uit Santander bij aankomst in de haven van Bayonne FEUILLETON Naai' het Amerikaansch van MILDRED DANNING. (Nadruk verboden.) 3) Lloyd had zijn uiterlijk niet mee; zijn slanke loome gestalte, het pafferig bleeke gezicht met de donkere kringen onder de oogen spraken heel duidelijk van een losbandig, doelloos le ven, wat ook sterk uitkwam in Lloyd's weeke kin en neerhangenden mond. Maar hij was "Virginia's broer en - Lloyd verbrak eindelijk de benauwende stilte. „Luister eeens, Jackson", begon hij „ik heb .moeilijkheden, „ik kan 't je ook wel eerlijk zeggen", voegde hij er met een soort grijns aan toe, „omdat Gene 't je misschien zelf wel vertellen zal, maar ik zou 't niet hebben ge daan, als mijn ontdekking van vanmorgen de situatie niet veranderd had. Ik heb me nooit verbeeld dat je een vriend van me was 'maar nu je familie wordt, verandert dat de zaak". Lloyd wachtte en Jackson antwoordde hem vriendelijk, hoewel 't hem wat moeite kostte. „Wat is er?" „Nu, het komt hierop neer dat ik wat geld "noodig heb". „En je toelage dan?" Lloyd werd plotseling kwaad. „Dat ongeluk kige beetje, dat mijn vader naliet, is nog niet eens voldoende voor een neger en je vader wil me geen voorschot meer geven. Ik weet waarachtig niet waarom, 't kost hèm toch niéts!" „Wel", antwoordde Jackson geduldig, „hij is alleen maar beheerder en moet Colonel Fair fax's wenschen uitvoeren." „O, dat heb ik herhaaldelijk van rechter Kent gehoord en nog veel meer. De kwestie is: wil jij mij vijftig dollar leenen?" „Vijftig dollar?" lachte Jack. „Nu vooruit, wil je ze me leenen?" Jackson aarzelde, besloot toen de waarheid te zeggen, hoewel hij nog jong genoeg was, om er zich wat vernederd door te voelen. „Beste Lloyd, ik bezit geen dollar!" Lloyd's hoofd ging van verbazing met een ruk overeind en toen kwam er een argwa nende uitdrukking in zijn oogen. „Ik geloof je niet," riep hij onbeschaamd. Jackson kon nauwelijks gelooven, dat hij goed verstaan had. Toen schoten zijn oogen vuur en hij kwam een stap naderbij. „Wat bedoel je?" vroeg hij beheerscht, maar Virginia had haar broer's woorden verstaan en kwam nu snel nader. „Lloyd, beste Lloyd, hijgde zij, „Wat is er? Toe Lloyd", en ze legde haar hand op zijn arm. Hij schudde die af, trad achteruit. Virginia, die in haar ongerustheid nauwelijks wist wat ze deed, kwam dichter bij Jackson en schoof haar arm door den zijne. „In orde", beet Lloyd haar toe. „Kies zijn partij maar, jullie kunnen voor mijn part alle bei naar den duivel loopen", en een oogenblik later waren Jack en Virginia alleen. „Jack Jack" snikte ze. „Wees niet hard voor hem, probeer hem te begrijpen. Hij is het eenige familielid dat ik nog heb en ik houd van hem. Hij is niet zooals hij lijkt. Toen we' kinderen waren was hij altijd lief voor me en hij is heusch grootmoedig, maar hij is jong en ik denk dat hij te veel drinkt. Wil je pro- beeren ook van hem te houden en Jack, lieve Jack wil je ook probeeren hem te helpen?" Jackson nam haar in zijn armen en keek in de mooie vochtige oogen. Teeder kuste hij haar, „Ik geef je mijn woord, dat ik het doen zal," zei hij. n. SCHADUW. Rechter Kent was dien dag op lunchtijd thuis. Mij zat alleen aan tafel, want Jackson was bij Virginia. De oude heer wist waar Jackson was en waarom, en hij verheugde zich in 't voorteeken, maar toch richtten zich zijn oogen telkens naar zijn zoon's leegen stoel, om ze dan weer snel af te wenden. Beiden waren geheel alleen in de wereld, be halve dan Virginia, die zij beiden op hun ma nier liefhadden. De stille tevredenheid van den ouden heer, als Jack weer thuis was, was in scherpe tegenstelling met het doelloos en eenzame rondloopen in huis, wanneer Jack son weer college liep. Vader en zoon hadden zich na den dood van de vrouw van den rechter zeer aan elkaar ge hecht. Hun levensopvattingen geleken veel op elkaar; hoewel, wat bij den eenen tot grim mige standvastigheid werd bij den ander nog vurig optimisme was. Eer en waarheid waren de trouwe metgezellen van den rechter en bij dit driemanschap had Jackson zich aange sloten. Toen rechter Kent eenigen tijd peinzend aan zijn disch had gezeten schudde hij zich zelf eindelijk wakker. Hij zou Jack toch niet verliezen, en kreeg Virginia er zelfs bij. Niet tegenstaande dat wist hij, dat om deze twee in de toekomst een betooverende cirkel ge trokken zou zijn, waarover hij zelfs niet zou kunnen heenstappen en de rechter vond deze lichte gewaarwording van eenzaamheid, die deze overweging hém gaf, heel moeilijk te be strijden. Pas laat in den middag, werd aan de deur van zijn studeervertrek geklopt en kwam •Jackson binnen. 't Licht in Jackson's oogen vertelde den va der alles, vóór Jackson nog gesproken had; hij zag zichzelf weer terug, een dertig jaar geleden, toen hij zijn eigen vader het nieuws vertelde, dat Jackson hem-mi bracht. Rechter Kent stqnd op en stak zijn hand uit. „En?""vroeg hij. „Ik we hebben u iets te vertellen, va der." De rechter glimlachte. „Ja," zei hij, „wat is er, examens uitgesteld?" „Neen. niets daarvan. De kwestie is dat ik we wacht u even!" Jackson draaide zich om en rende naar de deur, om 'n oogenblik later met Virginia's hand in de zijne terug te komen. „Dit is 't" riep hij. „Wat?" klonk het verbaasd. De twee knikten. Toen liet Virginia de hand van haar verloofde los en liep op den rechter toe. Ze legde haar zachte armen om zijn hals, trok zijn gezicht naar haar toe en kuste hem. „Bent u niet blij Vader?" vroeg ze. „Blij! Ik ben verrukt! Maar ik ben stom verbaasd, ik had nooit gedacht Virginia trad een schrede terug en keek hem aan. Zijn mondhoeken trilden en er was 'n glans in zijn oogen. „U hebt 't aldoor geweten", riep ze. „Nu", antwoordde de rechter met berouw volle stem, terwijl de glimlach op zijn ge zicht zich verbreede. „Misschien heb ik het een heel klein beetje vermoed. Hij wachtte en keek van den een naar den ander. Toen stak hij ieder een hand toe. „God zegene jullie", voegde hij er aan toe. Virginia sloeg haar armen weer om zijn hals, ging' toen op 'n hoek van zijn schrijftafel zitten en wendde zich tot Jackson. „Denk eens aan Jack" zei ze „we heb ben geen van tweeën een moeder en samen één vader, daar moeten we ons dan maar in schikken". „Dat zullen we", gaf Jack ten antwoord. De rechter lachte. „Ik denk dat ik voorloopig niet veel van jullie zie. dus bekommer je daar niet over" voegde hij hen toe. „Denk er alleen aan, dat ik er ben als jullie me noodig heb ben. Dat is 't eenige, waar wij oude men- schen in den tegenwoordigen tijd goed voor zijn." „Dat is niet weer", riep Viginia. Maar rechter Kent boog zich voorover en kuste zacht haar voorhoofd. Ik 'ben blij, erg blij", sprak hij weer. „God zegene jullie allebei". Na 'n pauze keerde de rechter zich af 't scheen dat hij gedachteloos papieren ordende. Virginia kwam dicht bij hem en drukte zijn arm. „Hij blijft even goed van u hoor!" fluis terde ze. De rechter streelde haar hand, zei niets en Jackson voelde zich in eens zoo on handig. Hij wist niet wat te zeggen. „En u hoort van ons alle twee," voegde Vir ginia er bij, „is 't niet Jack?" „Ja, natuurlijk." „Laat u die duffe oude wetboeken liggen, en geef meer tijd aan ons, wilt u?" „Ouwe duffe wetboeken, wel zéker!" „Weet u, rechter Kent", begon Virginia. „Wie is dat rechter Kent?" „Nu dan, vader" lachte ze verrukt. „Ik geloof, dat u meer van die oude boeken houdt dan vanJack". „Misschien meer dan Jack er van houdt", gaf de rechter droogjes terug maar hij glimlachte tegen zijn zoon. „U weet heel goed wat ik bedoel!" riep Virginia. „Ja, beste kind", hernam hij „maar spreek niet zoo minachtend over de wet. De wet is mijn meester, en zal eens Jack's meester zijn" Virginia pruilde. „Nu hoor als hij ooit maar ze brak lachend af. „Goed dan", vervolgde ze. „Nu gaan we en laten u bij uw boeken". Ze ging naar de deur, maar snelde weer naar den rechter terug en gaf hem nog een zoen. Maar Virginia was een echte vrouw. „En toch", fluisterde zij, „geloof ik, dat, als 't ooit tot een keus moest komen tusschen menschen die u liefhebt en de wet, u de wet zou kiezen." (Wordt vervolgd^ j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 8