De restauratie der Nieuwe Kerk te Delft. Een paleis als Departement
HET HOOGSTE RECHT
Het interieur der Nieuwe Kerk te Delft, waarvan de algeheele restauratie
nagenoeg voltooid is en die op 8 September a.s. officieel weer in gebruik zal
worden genomen
De eerste paardenrace van dit herfstseizoen, te Brighton verreden,
werd gewonnen door .Hypothesis" (links). - In het heetst van den
strijd
Ter gelegenheid van het zilveren jubileum der Nationale Vereeniging
tot bevordering der Paardenfokkerij in Nederland is in de Bossche
veemarkthallen een jubileumtentoonstelling gehouden. Het draven
voor de jury
Honing Is gezond. Zoo dacht een
jeugdige bezoekster der Engelsche
bijententoonstelling in Horticultural
Hall te Londen er deze week ook
over
In het voormalig paleis van H. K. H. Prinses Juliana aan den Kneuterdijk te
Den Haag wordt thans het Departement van Algemeene Zaken geïnstalleerd.
Het inbrengen der kantoorinventaris
Malcolm Campbell, gezeten op zijn race-boot na de verbetering van
Het wereld-snelheidsrecord op het Lago Maggiore
De opbouw der nationale tentoonstelling op volkstuingebied „Natova"<
welke door den Bond van Volkstuinders in het R.A.I.-gebouw te
Amsterdam georganiseerd wordt
FEUILLETON
Naar het Amerikaansch
van
MILDRED DANNING.
(Nadruk verboden.)
8)
De rechter lachte. Ik mag niet op mijn
eigen houtje recht spreken. U bedoelt, in-
plaats van een vervolging in te stellen?"
„Ja!"
„Neen, hij zal moeten vóórkomen, zoo dra u
goed genoeg bent. om op de zitting te ver
schijnen." De rechter kende de angst van dit
soort menschen voor alles wat met de wet te
maken heeft.
„Nu dan", begon Marshall wanhopig en
zweeg verder.
Toen hij echter zag dat de rechter aanstal
ten maakte om weg te gaan flapte hij de rest
eruit. „Wat wilt u me geven, als ik geen ver
volging instel?"
Zijn vrouw kwam een stap nader, en uitte
een protest, maar hij wendde zich kwaad tot
haar. „Hou je mond, zeg ik je", schreeuwde
hij.
Juffrouw Marshall keerde zich koppig af.
„U bedoelt, dat u tenslotte toch liever geld
hebt?" vroeg de rechter.
„Ja, daar komt het zoowat op neer", ant
woordde Marshall een beetje beschaamd.
„Hoeveel moet u hebben?"
Marshall dacht een oogenblik na. „Vijf hon
derd dollar!?" sprak de rechter hem na.
Marshall zat nu rechtop in zijn bed.
„Geen stuiver minder!" barstte hij uit.
eoed, hernam de rechter kalm. „Ik
zal niet probeeren je minder te bieden
maar ik zou niet weten, waar ik het geld
vandaan moest halen. Ik zou de zaak liever
sussen, terwille van zijn zuster, maar zooveel
zal ik niet bij elkaar kunnen krijgen. Het is
ook veel, want u bent met een paar dagen
weer heelemaal in orde. Hoe dan ook, als u op
uw stuk blijft staan, dan moet u uw eigen weg
maar volgen. Het spijt mij om Virginia. Ze is
een lief meisje en heeft zich juist met mijn
zoon verloofd."
Dit was een handigen zet van den rechter,
maar 't was absoluut waar. Hij kon 't geld
niet bij elkaar krijgen, want door zijn liefda
digheidszin was zijn bankrekening niet hoog
en Jackson's opvoeding had hem veel ge
kost.
Marshall leunde opgewonden voorover.
„Uw zoon Jackson?" vroeg hij.
„Ja."
Marshall zweeg eenige minuten en het was
den rechter duidelijk, dat hij met zichzelf
streed. Maar Marshall was in zijn hart niet
zoo'n kwaden kerel, zijn opvoeding en omstan
digheden in aanmerking genomen en zijn
beter ik won het pleit.
„Kijk ebns, ging hij voort, ik ken Jackson.
Hij gaf mehij is hier meer dan eens ge
weest. Ikik ben tevreden met twee hon
derd meneer!"
Weer wilde juffrouw Marshall er zich tus-
schen mengen, doch voor de tweede maal
werd haar de mond gesnoerd.
„U neemt genoegen met twee honderd dol
lars?" vroeg de rechter op kalmen toon.
„Zeker".
„Mooi. Laat Lem morgen naar het gerechts
gebouw komen, dan zal ik hem het geld geven.
Hij kan dan meteen de aanklacht intrek
ken
,Dat zal gebeuren, meneer."
„In orde. Ik ben blij, dat u tot dit besluit
gekomen bent en ik hoop, dat ik u met een
paar dagen zoo gezond als een vïsch, zal te
rug zien. Goedendag samen."
En de rechter vertrok; blij dat de naam
Fairfax voor de schande van een veroordeeling
gespaard bleef.
Onderwijl was Virginia naar huis gegaan
en wachtte daar in stijgende onrust, tot ze
het niet langer kon uithouden.
Toen zette ze haar hoed op en ging op weg
naar de Harrisville gevangenis, die achter
het gerechtsgebouw gelegen was.
Voor haar was het niets hier binnen te
gaan, maarLloyd!" Ze stelde zich hem
voor, norsch, verstokt, maar toch, haar broer,
die van ergernis verteren zou. De gemoedelij
ke cipier ontving haar zeer voorkomend en liet
haar dadelijk bij haar broer toe, Lloyd,
bleek geheel van streek en groette haar har
telijker dan hij ooit tevoren gedaan had.
„En Gene?" riep hij, „wat heeft hij ge
zegd? Is hij
„Hij heeft gezegd, dat hij zou doen wat hij
kon. Mijn arme jongen! Hoe kon je toch..."
„Zeur daar nu niet meer over", antwoordde
hij, „maar luisterEn hij vertelde zijn
plan. Virginia moest naar den rechter gaan,
om hem Lloyd, onder borgstelling vrij te
krijgen. Dan zou hij weggaan tot de zaak was
overgewaaid en de rechter het geld betaald
had.
,,'t Is toch mijn geld," eindigde hij.
Virginia, wilde niet toestemmen voor Lloyd
haar beloofde niet weg te loopen, maar dat
wilde hij eerst niet doen. Hij had grooten
lust haar te zeggen, wat hij dacht van de wij
ze, waarop de rechter haar ten koste van
hem beschermde, maar hij vond het toch ver
standiger dit voor zich te houden. Hij koos
de wijste partij, want hij begreep per slot
heel goed, dat alleen Virginia tusschen hem
en den toorn van den rechter stond. Dus op 't
laatst gaf hij haar zijn woord, de stad niet te
zullen verlaten en Virginia ging weg, dank
baar voor zijn vriendelijke houding ten op
zichte van haar.
Ze vond den rechter thuis en vroeg hem
haar te vertellen, wat er gebeurd was en wat
Marshall gezegd had. Toen de rechter haar
medegedeeld had dat Lloyd veilig was en dat
Marshall genoegen had genomen men een
geldelijke schadeloosstelling, zakte Virginia, in
een. en schreide of haar hart zou breken.
Plotseling herstelde zij zich en lachte door
haar tranen heen en de rechter bukte zich en
kuste haar betraand gezicht.
„Zoo, kindje," zei hij, nu is alles in orde.
Ben je nu gerust?"
„Ja, antwoordde Virginia met een beverig
lachje, „en u neemt het geld van mijn toelage,
dat ik overgespaard heb. Zou dat genoeg
zijn?? 't Is haast honderd dollar."
„Zeker liefje, dat zal ik gebruiken. Het zal
wel genoeg zijn."
„O, wat ben ik blij! En wordt Lloyd dan
vrijgelaten? Hij vroeg me, of ik u wilde vra
gen of hij niet onder borgstelling vrijgelaten
kon worden."
„Ja, morgenochtend wordt hij vrijgelaten.
„Nu niet?"
„Neen kind, ik geloof, dat een nachtje in de
cel hem uitstekend bekomen zal," zei de rech
ter onverbiddelijk, „bovendien, kan ik niet
tussehenbeide komen om hem zonder verhoor
vrij te laten."
Daarmee moest Virginia genoegen nemen.
Ze vloog op hem af en kuste" hem. „O. va
dertje", lachte ze. „Hoe kan ik u ooit dank
baar genoeg zijn?"
„Door nu naar huis te gaan en wat te rus
ten", sprak hij. En nadat Virginia een be
diende naar de gevangenis gestuurd had, met
een boodschap voor Lloyd, dat hij den volgen
den morgen uit de gevangenis zou mogen,
deed ze, wat de rechter haar gezegd had.
Maar de rechter vertelde nooit aan iemand,
waarom zijn jaarlijksche reis naar Washing
ton dit jaar niet doorging.
IV.
OP ZOEK NAAR TROOST.
Den volgenden morgen vroeg bezocht Mar-
chal's zoon. Lem, den rechter in het gerechts
gebouw en ontving van hem de beloofde twee
honderd dollars. Zooals de rechter en Mar
shall overeengekomen waren, zag Lem van de
aanklacht af en na de gebruikelijke formal!"
teiten, werd Lloyd vrij gelaten.
Virginia ontmoette hem, want ze was met
den rechter meegegaan naar het gerechtsge
bouw en wandelde met haar broer zwijgend
naar huis.
Dank zij de moeite, die de rechter zich voor
haar getroost had lekte 't nieuws van Lloyd's
arrestatie en zijn bevrijding, niet officieel uit,
en kwam niet in de kranten te staan, alhoewel
het zich onder de negers als een loopend vuur
tje verspreid had.
Het voorval was dus uit de wereld, maar
toen Virginia angstig naar haar broer's som
ber gezicht keek en zijn toooze blikken opving,
wist zij dat er nog meer zou komen en zij
waarschijnlijk weer de klappen zou moeten
opvangen.
Lloyd deed nauwelijks een mond open, tot
ze het huis bereikt hadden, maar zoodra de
de voordeur zich achter hen gesloten had en
Lloyd veilig was voor de nieuwsgierige blikken,
wendde hij zich tot zijn zuster.
Geef me alsjeblieft dadelijk wat te eten",
zei hij bitter.
„Ja, jongen. O, Lloyd, ik ben zoo blij je weer
terug te hebben."
Zij belde en gaf Sarah order voor Lloyd's
ontbijt.
Ze volgde Lloyd in de eetkamer en ging
naast hem zitten, terwijl hij op zijn ontbijt
wachtte. Ze probeerde een gesprek te begin
nen, maar Lloyd, die geplaagd werd door ge
wetenswroeging en tegelijkertijd door een
gevoel van verongelijkt te zijn, zat somber
met zijn mes te spelen zonder te antwoor
den.
(Wordt vervolgd.);