H' A Vrienden van de reis. Simpele Japonnetjes, verrassende details. Menu van de week Recepten Stoffen voor den winter EEN GEZOND STUKJE LEVEN. Elegante Ceintuurs VKITÜXÜ TT SEPTËOTBEK ¥937 EBBEN jullie nog nieuwe kennissen gemaakt op reis vraagt mevrouw aan haar overbuurvrouw, die zij voor het eerst ontmoet na de va- cantie. O ja, de familie Zus en Zoo uit Amster dam en dan ook nog meneer en mevrouw Dinges uit Middelburg, zulke aardige lui, wc hebben al een brief van ze gekregen. Heb- beix julie nog ontmoetingen gehad? Neen, zegt de andere, wij maken liefst heelemaal geen kennissen op reis. Dan zouden we niet geschikt zijn om met elkaar te reizen, want wij zijn er juist dol op. Zulke contrasteerende meeningen kan men in ieder hotel of pension, in iedere zo mer- of wintervacantie ontmoeten: de men- schen die er op uit zijn, om met zooveel mo gelijk gasten kennis te maken, en andei-en die dit juist probeeren te voorkomen. Wat heeft men nu aan zulke vrienden van de reis. Een leuke vacantie zullen de voor standers zeggen. Niets dan teleurstelling zeggen de tegenstanders. Een leuke vacantie indei-daad, dat kan het heel goed zijn. Men maakt kennis met elkaar, ontmoet elkander eerst alleen aan de maaltijden, daarna worden er 's avonds eens spelletjes gedaan, tenslotte maakt men gezamenlijke plannen. Nu is dat laatste al erg intiem voor een verhouding die nog maar enkele dagen oud is. maar kom, men is immers in een roos kleurige vacantiestemming en men stapt graag over een klein hebbelijkheidje van weerskanten heen. Bij het afscheid nemen woi'den er afspra ken gemaakt voor verdere ontmoetingen of voor bi*iefwisseling: de ontmoetingen vallen niet mee, vacantiegangei-s zijn nu eenmaal andere menschen dan diezelfden in hun wei-k, en het is best mogelijk dat de aan- knoopingspunten van de vacantiestemming in den dagelijkschen sleur niet meer te vin den zijn. Voor een productieve briefwisseling zijn er twee goede schrijfsters noodig en waar zijn de punten van aanraking wanneer men eikaars omgeving totaal niet kent? Dus spreekt men dan maar liever niets naders af over ontmoetingen, maar vindt dit toch ook geen bevredigend einde. Een maand later ziet men elkaar weer in de bioscoop: Wie zijn dat ook weer, die menschen daar op de achterste rij, ik moet ze toch kennen. En pas later valt ons in, dat dit het gezin Y is, waarmee we dezen zomer zooveel plezier hadden wat zegt die naam ons eigenlijk weinig meer, we vinden het wel wat bescha mend, de sympathie leek zoo groot en zoo oprecht! Dus dan maar met niemand kennis maken zegt degene die er geen behoefte toe voelt, dan heb je ook nooit teleurstellin gen. Maar zoo eenvoudig is het niet: de een heeft nu eenmaal behoefte er aan om de menschen uit zijn omgeving tot zijn kennis senkring te laten behooren, hij voelt zich eenzaam en ongelukkig in een onbekende omgeving, ook al is hij niet alleen op reis, de ander sluit de rest van de menschen in zijn vacantie liefst buiten. Er is echter nog een middenweg, die het eene. zoowel als het andere bevredigen kan, namelijk zonder het officieele gedoe van namen noemen en alles wrat daaraan vast zit. ieder die ons aantrekt en ons ook vrien delijk bejegent, als een bekende te beschou wen, er mee te praten, zoodat dit zeer vage contact ook niet verbroken behoeft te wor den, wanneer men naar huis teruggaat. Onze tijd eischt nietsal die voorstellerijen en offi cieele plichtplegingen in een gemoedelijke vacantie-onigeving, en tenzij men erg nieuws gierig van aard is, doet de naam er ook ver der niets toe. Alleen zij die graag jagen op menschen met klinkende namen of die nieuwsgierig zijn naar de levensomstandig heden van hun mede-hotelgasten zullen er op gesteld zijn, den officieelen weg te be wandelen. Een reisvriendschap is meestal niet meer dan twee of drie weken oud, al naar den duur van de vacantie lang is: in een heel enkel geval komt het voor, dat zulke kennismakingen uitgroeien tot iets goeds, tot een hechte band die een prettig reisgezelschap oplevert voor iedere volgende vacantie. Maar dat is een groote uitzondering. E. E. J.-P. VERWIJDER VLEKKEN ZORGVULDIG Mayonnaisevlekken komen nogal eens voor. Met het kloppen van mayonnaise spat allicht wat op japon of blouse. De dames zijn er dan al heel vlug bij met een zakdoek te trachten de vlek af te wrijven. Dit nu is glad vei'keerd.. Drenk een dotje watten in perchlooraethyleen en bet daarmede de vlek, wrijf met een watje voorzichtig na en bedek vervolgens de plek met een laagje magnesia, dat na een uurtje weer verwijderd kan worden. Blijft er echter nog een vlek achter, behandel die dan op de zelfde manier, doch inplaats van Perchloor aethyleen, met lauw water. Het overtollige wa ter verwijdert men door de plek met een zach te leeren lap zoo droog mogelijk te kloppen. Om kringen te voorkomen bedekke men de natte plek met een laagje magnesia, dat na een uur weer verwijderd kan worden. NIEUWE UITGAVEN Het jaar 1936. Bij de Uitgeverij De Torentrans te Zeist verscheen een overzicht in woord en beeld van het jaar 1933. I-Iet journalistieke deel, een overzicht van de vele internationale ge beurtenissen en vraagstukken, werd verzorgd door dr. M. van Blankenstein. L. Cohen, leeraar aan het Kennemer Lyceum, verza melde de foto's en teekeningen en voorzag deze van bondige bijschriften. Van de groote feiten uit het afgeloopen jaar, waai-aan bijzondere aandacht werd be steed. noemen wij de verloving van Prinses Juliana, de devaluatie van den gulden, den dood van koning Gecrge V en de abdicatie van Eduard VIT. de v ere vering van Abecsy- nië dcor Italië en den Spaanschen burger oorlog. Het boek maakt, evenals zijn voorgangers uit de drie voorafgaande jaren, een welver- zorgden indruk. De boekhandel H. de Vi*oede, Trans 6 te Utrecht gaf een brochure uit „Inlichtingen voor aanstaande studenten aan de Rijksuni- vei'siteit te Utrecht". Het boekje dat vooral hen die het voorne men hebben opgevat aan de Universiteit te Utrecht te gaan studeeren belang zal inboe zemen is samengesteld door den senatus Veteranorum van het Utrechtsch Studenten corps. Verschillende hoogleeraren leverden korte bijdragen. De zendeling-evangelist Ruth Paxson schreef „Stroomen van Levend Water" een werkje dat uitgegeven werd bij den Zoeklicht Boekhandel te Zeist. Een enkele aparte versiering geeft het origineele cachet De herfstmode brengt aardige vondsten, zoowel in coupe als versiering. In 't algemeen zijn de japonnetjes heel een voudig, doch hier en daar verrast een inte ressante lijn. Onze teekening geeft u drie mo gelij klieden voor de aanvulling van uw over- gangsgarderobe. Links een toiletje van het sportieve genre en toch eenigszins gekleed. Het is gedacht in fleschgroene wollen stof: twee met gouddraad bestikte motieven houden de ruimte van het lijfje bijeen; de rug is voorzien van een schou derstuk, de rok van een diepe plooi. Ceintuur tje met matkoperen gesp. Nummer twee is vervaardigd van zachtblau- we stof (pasteltint). Het lijfje zit op den rok vastgestikt. Koperen gespen vormen een ori gineele sluiting, tevens versiering. Tenslotte een iets gekleeder japonnetje: zwart crêpe, gegarneerd met tressen in een afstekende tint of van kleurig geruite zijde. Met wat goeden smaak kan dit een zéér aparte jurk worden. Zondag: Champignonsoep. Fritures met kalfs- ragoüt. Gebraden varkens haas. Aardappelen. Snijboonen. Appelpudding met room. Maandag: Kalfslappen. Bloemkool. Aardappelen. Caramelvla. Vruchten. Dinsdag: Runderrollade. Postelein. Aa r dapp elpuree. Broodschotel met appelmoes. Woensdag: Kerryschotel. Kalfsoesters. Slaboonen. Pruimencompote. Donderdag: Blinde vinken. Gestoofde sla. Aardappelen. Flensjes. Vrijdag: Gebakken kaas broodjes. Gestoofde (rauwe) visch. Aardappelen. Kropsla. Watergruel. Zaterdag: Macaroni met ham en kaas. Tomatensla. Wentelteefjes. Vruchten. VEGETARISCHE MENU'S. 3. Tomatensoep met groente. Spinazie met eieren en croutons. Aardappelen. Botersaus. Pannekoeken met appelen. 4. Roerei op gebakken brood. Tomaten- en kropsla. Aardappelkoekj es. Deensche rijst. 1. Griesmeelkoekjes met tomatensaus en sla. Aardappelen. Snijboonen Brusselsche appelen. 2. Gebakken kaas- plakken. Spercieboonen. Aardappelen. Boter. Chocoladepudding met vanillesaus. Griesmeelkoekjes met tomatensaus. Benoodigd: y2 L. melk, 120 gr. griesmeel, zout, boter, eiwit en paneermeel. Van melk, zout en griesmeel dikke gries- meelpap koken. Deze overdoen in een omge- spoelden vorm en koud laten worden. Daar na in dikke schijven snijden, door eiwit en pa- neermeel halen en in de boter vlug bruin la ten bakken. Ze met de bruine boter opdienen of tomatensaus er bij geven. Kaaskoekjes. Benoodigd: 1 ons boter, 1 ons bloem, 1 ons geraspte oude kaas, zout, peper. De boter in de bloem klein snijden en met de ovei'ige bestanddeelen doorkneden tot een stevigen bal. Het deeg uitrollen tot een lap van pl.m. 3/4 c.M. dikte. Hiervan reepjes snijden en deze op een beboterde plaat leggen. In een matig warmen oven de koekjes gaar en heel licht bruin bakken, (pl.m. 20 minuten.) Worden deze koekjes te donker gebakken, aan worden ze bitter van smaak. Ze moeten eigenlijk geel blijven en toch goed gaar zijn. Voor handige vingers We borduren zelf onze handschoenen Ditmaal moeten de vingers wel buitenge woon handig zijn, maar aangezien borduur werk op handschoenen nu eenmaal aan de orde van den dag is, zullen we er ons toch ook eens aan wagen. Er kan ons niets gebeuren, als we een solide, toch soepele kwaliteit kiezen en voorzichtig te werk gaan. Wat zegt u van wit met groen, beige met donkerrood borduurwerk? Misschien brengt deze schets u op een goed idee voor de versie ring van uw wintercollectie!" HET GEBIT VAN MOEDER EN KIND. Prof. Toverud te Oslo heeft kortelings be langrijke onderzoekingen gedaan op het gebied van tandhygiëne voor moeder en kind. Hij toonde met proeven aan, dat het voor het ge bit van het nog ongeboren kind van het aller grootste belang is, dat de aanstaande moeder veel fruit eix groente gebruikt, kortom een vi taminen- en mineraalzoutenrijke voeding tot zich neemt. Ook acht prof. Toverud voor kin- deren met melkgebit het wittebrood uit den booze. Bruin brood moet verre de voorkeur genieten, in de eerste plaats omdat ook de melktandjes oefening noodig hebben en ver der omdat de spijsresten van bruin brood zich niet zoo gemakkelijk tusschen de tanden vast zetten, waardoor gisting ontstaat. Het is van het grootste belang, dat de melk tandjes 't zoo lang mogelijk uithouden, zij toch zijn de wegbereiders van het vaste gebit. Prof. Korkhaus te Bonn heeft een 140-tal kinderen gedurende 2y. jaar uitsluitend met volkoren brood gevoed en hun gebitten geregeld onder zocht, evenals dat van 140 andere kinderen die thuis gewone wittebroodvoeding kregen Het verschil was verbluffend. Bij de laatste kinderen werden veel meer tandbederf en ge bitsonregelmatigheden geconstateerd dan bij de met bruinbrood gevoede kleintjes. Niet alleen voor een GOEDE PERMANENT WAVE, WATERGOIF OF ONDULATIE maar ook voor VAKKUNDIG VERVEN VAN GRIJS HAAR OF TINTEN in de NIEUWE MODEKLEUREN, is DULLER'S KAPPERSHUIS het adres voor betere HAARVERZORGING. KALVERSTRAAT 184 TELEFOON 4516. Onze bekende Permanent Wave kost slechts 1.10 en geeft U zes maanden voldoening. (Adv. Ingez. Med.) De oude degelijkheid keert terug! Met nieuwe kleurenpracht. Na veel schoonen schijn, die niet al te solide was, keert Parijs terug tot de ouder- wetsch-degelijke stoffen, zooals onze groot moeders ze, na lang bekijken en betasten, voor haar mantels en japonnen uitkozen. M. a. w.: we worden weer opgevoed in warenkennis en we zullen niet zoo licht meer iets kiezen, dat wel mooi van kleur, maar „verder niet veel bizonders" is. Kwaliteit in stoffen, rijkdom van tinten, eenvoud van dessins, ziedaar de drie wacht woorden van de komende wintermode. Alle fabrikanten van zijde, wol en lakenstoffen hebben zich uitgesloofd om de prachtigste kleuren te brengen: soms wordt één stof in meer dan honderd kleuren op de markt ge bracht. Klassieke dessins als pied-de-poule en Schotsche ruiten zijn door dezen kleurenrijk dom als herboren. Rodier zet in zijn ruitstof- fen groen tegen violet, roze tegen cassis, cy clamen tegen teerblauw.. ..en dezelfde tin ten, maar in heel kleine dessins, zijn in de bij passende effen stoffen verwerkt. Men voorziet reeds, dat enorm veel ruiten zullen worden gedragen, in verrassend nieuwe tinten. En zoowel de geruite stoffen als de tweeds zullen dezen whiter bijzonder zacht en donzig van oppervlakte zijn, waardoor de kleuren iets worden verzacht. Ontelbare nieuwe stof fen met de wonderlijkste namen als „Para- dou", „Velipil", „Suzelia", „Guedelya" kondi gen zich aan. Uitleggen, hoe die er precies uitzien gaat moeilijk, maar de algemeene in druk is er een van fijnheid en zachtheid. In de japonstoffen komt dezelfde tendenz tot uiting: Alles is teer, licht en soepel (met als frappante uitzondering enkele nieuwe, ta melijk stijve crêpe- en ripssoorten). Laken zal in het seizoen 1937-1938 zeer op den voorgrond treden: schitterende soorten, met metaaldraad doorweven, trekken vooral de aandacht. Verder veel zwart laken met kleui'ig borduurwerk, gedragen bij effen zwart, b.v. een kleurige blouse bij een effen rok. Het opleidingsschip „Pollux", pracht- opvoeding voor Hollandsche jongens. AN de Oosterdokskade te Amster dam, vlak bij de groote stad met haar benauwde dampen en toch doorwaaid van een frisschen bui ten wind, ligt een groot schip, stevig veran kerd en door een breede houten brug met den wal verbonden. 't Is het opleidingsschip „Pollux", domein van het matrozeninstituut en tevens „mu seumstuk" voor deh wandelenden hoofdste deling, die altijd graag wat te kijken heeft. Hier worden de matroosjes voor onze koop vaardij opgeleid door een particulier in stituut met Rijkssubsidie en de jongens tusschen 14 en 16 jaar in him blauwe werk pakken hebben er wanneer ze aan dek hun lessen volgen, den boel schoonmaken of in den hoogen mast klimmen, gewoonlijk nogal wat bekijks. Ze storen zich er weinig aan en de „Pollux" ligt ook te ver van den wal om de belangstelling hinderlijk te doen zijn. 't Is hier een school als ieder andere, er wordt hard gewerkt en natuurlijk ook van tijd tot tijd straf uitgedeeld, maarde geest schijnt er zoo buitengewoon prettig te zijn en de jongens vinden het er zoo fijn, dat een dankbare moeder, wier min of meer on handelbaar zoontje op de „Pollux" tot rede was gebracht, er me in enthousiaste bewoor dingen opmerkzaam op maakte. Of ik eens ga kijken? Natuurlijk, want de kennismaking met een echt prettige school kan niet anders dan een moederhart verheu gen, vooral in onzen tijd, nu de opleiding van onze jongens, zoowel in paedagogisch als in maatschappelijk opzicht, meer en meer een probleem wordt. Een afspraak met commandeur M. A. Wil- lemse, die op de „Pollux" den scepter zwaait, is spoedig gemaakt en weldra zit ik, na keu rig door den 14-jarigen „wacht" geëscor teerd te zijn, in het kantoor van den com mandeur, met uitzicht op het achterdek, waar intusschen inspectie wordt gehouden en les wordt gegeven in alles, wat een licht matroos moet weten. „U leidt dus uitsluitend op voor matroos?" „Ja zeker. We zijn geen doorgangshuis voor lastige jongetjes, waarmee de ouders geen raad weten. En ik durf gerust zeggen, dat een jongen, die thuis en op school ,de speelt", waar geen karakter en geen nïti zit, 't hier ook tot niets brengt. We hehh voor onze koopvaardij flinke jongens non* met heldere koppen, doorzettingsvermoï? liefde voor de zee en dat niet in de laat ste plaats met een gezond lichaam, is alles in orde, dan kunnen ze 't hier best i* houden en dan ben ik er ook later niet ban voor. n& Dit dus in 't algemeen. Maar nu komt hpt een enkele keer voor, dat een jongen die wél de noodige capaciteiten heeft om het tot iets te brengen, toch op school en in z'n hui selijke omgeving niet recht aarden kan „Dat is zelfs tegenwoordig een zeer veel voorkomende klacht van ouders en odvop ders". „Ja. De jeugd is dikwijls baloorig m hun vrijen tijd hebben ze soms geen leiding' ze hangen om en komen tot verkeerde din gen, ook als 't op zichzelf beschouwd noë lang geen verkeerde jongens zijn. En dan is b.v. een afleiding als deze, waar ze den heelen dag bezig zijn, meest in de open lucht waar ze steeds onder tucht staan, vaak vol doende om er heel andere kinderen van të maken. De jongens voelen, dat de leeraren en ik met hen meeleven, dat niets ons te veel is. En dan: er zijn vaste regels, waarvan niet wordt afgeweken; onder geen beding. De dag is stipt ingedeeld: 's morgens vroeg op was- schen en aankleeden, hangmatten opbergen aantreden, eten, 't gaat alles op de klok. Dan de practisc'he lessen, die een groot deei van den dag in beslag nemen, enteren, roeien looden, dekzwabberen en daar tusschendoor theorie. En als ze zoo den heelen dag bezi» zijn geweest, wordt er met smaak gegeten en zijn er geen kieskauwers". „Wat voor soort jongens krijgt u hier'" „Ik mag eigenlijk wel zeggen: van alles. Jongens uit alle kringen, maar steeds pittige kereltjes, wier hartewensch het is, te gaan varen, en die er zich ook de noodige moeite voor willen getroosten. De „afgezakte" typen komen hier niet. die probeeren zóó, zonder opleiding, een schip te vinden, wat trouwens meestal niet gelukt". „En uw jongens? Maken ze een goedé kans?" „Onze jongens", zegt de heer Willemse met' een verheugde glimlach „krijgen altijd een schip. Daar zorg ik voor. Want als ze 't di ploma hebben, kan ik er borg voor staan dat ze goed zijn". „Er komt dus weer meer werkgelegenheid in de zeevaart?" „Ja, 't. wordt ruimer, dat lijdt geen twijfel Maar 't is nog altijd zoo, dat scherp wordt geschift. Alleen de beste krachten kunnen vooruitkomen. Tijdens de zwaarste crisisja ren, toen 't hoe langer hoe moeilijker werd, hebben verschillende maatschappijen een goede reserve gekweekt door hun stuurlui al len in dienst te houden, met twee maanden onbezoldigd verlof. De goede krachten zijn dus niet door jongeren vervangen, waardoor het peil zeer goed is gebleven. En het spreekt vanzelf, dat ook de matrozen op peil moeten zijn. Trouwens veel jongens hier studeeren ver der. En dat is ook de reden, waarom we hier jongens uit alle kringen krijgen. Na hun ma- trozenopleiding van acht maanden, gaat een deel 1 y2 jaar varen en daarna naar de zee vaartschool, om zich verder voor derden stuurman te bekwamen. „Dat is toch niet de gewone weg?" ,,'t Is een van de wegen, die men kan in slaan. Natuurlijk gaan ook veel jongens, na hun einddiploma 3-jarige H.B.S. of Mulo te hebben gehaald (of zelfs dikwijls 5-jarige tegenwoordig) rechtstreeks naar de Zeevaart school. En dan komt het varen later, want twee jaar vaartijd moeten ze toch hebben. De 8 maanden hier op de „Pollux" tellen met den vaartijd mee. En de rest van de jon gens blijft matroos. „Ze gaan dan wel heel jong de wijde wereld in". „De meeste zijn 15 a 16 jaar. En natuurlijk zijn daaraan bezwaren verbonden. Maar aan den anderen kant: ze zijn hier een gezónd, ordelijk leven gewend en ik laat geen gele genheid voorbijgaan 0111 hen. zoowel bij dé lessen en lezingen als ieder persoonlijk, te wijzen op de groote gevaren van het zee mansleven. Verder moeten we. zooals ieder ouder tenslotte, de toekomst overlaten. „Nog één vraag: is het Matrozeninstituut Christelijk?" „Zeker, het is Christelijk in den ruimsten zin. We krijgen jongens van allei'hand ge loof; ik zelf ben Katholiek, maar dat doet er niet toe. Ieder krijgt godsdienstonderwijs in zijn eigen lichting; de ouders waardee- ren het zeer. dat hun jongens religieus wor den opgevoed". „Gelukkig", besluit commandeur Willemse. Twee heel belangrijke lichtpunten voor onze jeugd: de eroote behoefte aan tucht en de terugkeer tot den godsdienst. De jeugdkerken hier zitten vol tegenwoordig. En als wij op voeders daar dankbaar gebruik van maken, dan staat het met de toekomst van onze jeugd nog zoo slecht niet, als we soms ge neigd zijn te denken". Na deze bemoedigende woorden neem ik afscheid van den commandeur en van me- vrouw Willemse, die zoowaar een gezellig „flatje", bestaande uit salon, slaapkamer, keuken en logeerkamertje op de „Pollux" heeft. Ik werp nog even een blik in de groote eetzaal beneden en in de kombuis, waar de kok juist bezig is, enorme porties capucijners met spek op te scheppen. En deze smakelijke aanblik, gepaard met de heerlijke geuren uit de kombuis, versterkt nog even mijn krachtigen indruk van het mooie stuk gezond-Hollandsch leven, dat hier ligt- Opvoeding voor de zee, trots en glorie van onze natie; en een opvoeding, ge bouwd op echt oud-Hollandsche tradities, steunend op godsvrucht, eenvoud en gezond heid en een gemoedelijk soort tucht, die niets straf-mïlitairs heeft, maar toch als 'fc noo dig is, de lijn strak aanhaalt. Een opvoeding, die iedere moeder voor haar jongen zou wen- schen. R. DE RUYTER-v. d. FEER. In de .node van dezen herfst en winter zul len de bijzaken of „accessoires", zooals ze ge wichtiger heeten, weer een groote rol spelen. Het toletje mag eenvoudig zijn, als het kraagje maar fijn, de ceintuur maar oiigineel is, als het taschje maar „en style" is en de handschoenen in harmonie zijn met t geheel! Enkele vooraanstaande Parijsche modehui zen hebben deze ceintuurs ontworpen- Van Lola Prussac is deze origineele cein tuur van varkensleer (links) bestaande uit een geajoureerd en een effen gedeelte, aan elkaar verbonden door twee bronzen gefPe?' Madeleine Vionnet maakt de meer gekleeae japon versiering- daaronder; antiloop, ingelego met strass. Dan volgt een creatie van Ui-ioste: witte ottomaanzijde met versieringen van gr0011 lak en tenslotte eexi zeer sportief model van rood leer met afneembaar beursje (k°13 Prussae)s

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 10