HET HOOGSTE RECHT De eerste heuvelrit van de K.N.A.C. voerde 70 deelnemers door de schoonste gedeelten van Zuid-Limburg. Het bestijgen van den Keuterberg bij Schin op Geul, een der steilste hellingen van het parcours Infanterie rukt op over de brug van het Twente Rijnkanaal bij Markelo tijdens de oefeningen, welke de Lichte Brigade Maandag hield De admiraals Pound en Estova, die de leiding der Engelsch-Fransche controle in de Middellandsche Zee hebben, ajo te Oran aangekomen FEUILLETON Naar het Amerikaansch MILDRED DANNING. (Nadruk verboden.) 23) Hierna ging ze vaak naar den rechter, als hij aan 't gerechtshof geen plichten te ver vullen had, zoodat zij elkaar in de volgende weken veel nader kwamen. Dan wandelden ze op en neer in den tuin van den rechter, vaak hand in hand, of hij met zijn hand op haar schouder en praatten dan over onbelangrijke dingen. Ze noemden Jackson niet meer, want geen van beiden kon over hem spreken, tenzij 't ergens goed voor mocht zijn, maar hun onuitgesproken verdriet bond hen tezamen. Virginia vertelde den rechter van Lloyd en vroeg hem haar te raden, maar 't was niet eenvoudig er iets aan te doen. Ze verzocht den rechter Lloyd op te zoeken en zijn invloed op hem te doen gelden, maar toen rechter Kent er heen ging en Virginia zich naar Lloyds ka mer begaf om hem te zeggen, dat de rechter hem wilde spreken werd Lloyd opeens zoo ra zend en zoo doodsbang, dat ze die twee niet bij elkaar had durven brengen. Rechter Kent stemde er eindelijk in toe zijn macht als Lloyd's voogd te doen gelden en zijn toelage in te houden, maar zelfs dit maakte geen verschil. Na de eerste paar da gen, had Lloyd wel niet zoo zwaar gedron ken, maar toch was hij zelden nuchter en 't inhouden van zijn toelage had hem zóó nijdig op Virginia gemaakt, dat hij heelemaal geen woord meer tegen haar zei en ook zijn ge woonten niet veranderde. Waar hij het geld vandaan kreeg, kon ze niet begrijpen. Zij miste verscheidene van haar eigendommen, zelfs een paar byouterieën uit zijn kamer en uit die van haar, maar dat durfde zij den rechter niet vertellen, 't zou hem toch niet gelukt zijn Lloyd tegen te houden. In de weken die volgden had er een eigen aardige verandering in den rechter plaats gegrepen. Tot dien dag had hij bekend ge staan als één van de kundigste en billijkste rechters in Virginia en hij stond ook bekend om 't feit, dat hij, waar 't vereenigbaar was met recht en billijkheid, mededoogen had, maar nu liet hij de overtreders, die voor hem gebracht werden, hun noodlot koelbloedig on dergaan, de rechter was nu zoo stug, als de wet het maar toestond. Maar Virginia wist beter. Toen hij vonnis geveld had over een neger en deze schuimend van woede in zijn cel terug was gevoerd, had de rechter een poos zwijgend thuis gezeten, was opgestaan, had zijn hoed genomen en was weer naar de stad gegaan, 's Nachts von den de wanhopige familieleden van den schul dige een mand vol eetwaar of een envelop met geld op de stoep of over den drempel gescho ven en wie de gever was, kwamen ze nooit te weten. Maar Virginia wist het en ze hielp den rechter met dit werk, blij dat zijn hart niet dood was, blij iets te hebben, wat haar gedach ten afleidde. Eens, toen ze den rechter kwam bezoeken, trof ze hem heen en weer loopend in zijn stu deerkamer, met een open brief in de hand. Ze begreep aan de uitdrukking van zijn ge zicht, dat hij een belangrijke beslissing moest nemen en ze ging voor het raam zitten wach ten, tot het oogenblik gekomen was, dat hij den brief neerleggen en tegen haar zou spre ken. Terwijl ze daar zat, vroeg ze zoch bezorgd af, hoe lang de gezondheid van den rechter 't bij zijn tegenwoordige levenswijze zou uit houden, want Jonathan had haar, met tranen in de oogen verteld, dat de oude man haast niets at en ze wist dat de rechter altijd door het huis dwaalde, terwijl de eenzaamheid hem steeds meer begon te drukken. Toen hij zich eindelijk tot haar wendde en haar den brief gaf, las ze hem en keek hem toen belangstellend aan. De brief was van een anderen rechter en deze behelsde 't verzoek of rechter Kent voor eenige maanden zijn werkzaamheden aan de rechtbank in 't naast- bije Evanville wilde overnemen. „Natuurlijk moet u gaan. Ik-ik zal u missen, vader, maar een verandering zal u, dunkt mij goed doen, u gaat toch?" De rechter wilde liever niet gaan. Hij wilde haar liever niet alleen laten, maar hij moest toegeven, dat hij niet erg goed in orde was. 't Huis was somber wat eenzaam ook mis schien en op het laatst kreeg Virginia haar zin en de rechter schreef, dat hij het werk zou overnemen en graag zijn vriend wilde helpen, een overweging, die van veel invloed was ge weest, hoewel hij dit niet toegaf. Het meisje ging weg. zich wel wat eenzaam voelend, maar gerust door de overtuiging', dat de verandering goed voor zijn gezondheid, mogelijk zelfs zijn behoud zou zijn, want de rechter was niet jong meer en deze slag was een zware geweest. En vreemd genoeg ontving Lloyd juist dien avond Jackson's brief. Virginia nam den br ief in ontvangst en met verdubbelde smart herkende zij het hand schrift. Een brief van Jackson, niet aan haar! Maar ze bracht den brief in zijn kamer en liet hem daar liggen. Den volgenden dag, na dat rechter Kent naar Evansville vertrokken was en haar alleen had gelaten, ging ze naar Lloyds kamer, nam den brief en overhan digde hem dien terwijl hij in bed lag. „Lloyd, deze is gisteravond voor je geko men. Hij is van Jackson. Maak hem alsje blieft open- en vertel me, wat er in staat." Bij hét hooren van deze woorden zat Lloyd plotseling met een doodsbleek gezicht rechtop in bed en griste haar den brief uit de hand. „Blijf er af", schreeuwde hij, „ik bedoel ga weg Gine en laat me alleen, wil je?" Virginia ging en liet hem tien minuten al leen, wat lang genoeg voor hem was, om den brief te lezen, maar langer kon zij 't niet uit houden. Toen ze weer naar binnen ging, vond ze Lloyd nog in bed, trillend en met een ver trokken gezicht, maar van den brief geen spoor! „Lloyd, wat heeft hij geschreven? Waar is de brief? Toe, mag ik hern alsjeblieft lezen?" Lloyd staarde haar een oogenblik als ver suft aan. 't Viel hem tegenwoordig soms moeilijk zijn gedachten te concentreeren. Toen snauwde hij haar plotseling toe. „O, Lloyd, toe waar is de brief? Laat hem mij toch lezen. Waar is hij? Maakt hij het goed?" „Je kunt dien brief niet lezen." „O, waarom niet Lloyd?" .yOmdat ik hem verbrand hem!" Met een hartbrekende jammerklacht liep Virginia snel naar den haard toe, waar zij een klein hoopje asch zag, dat platgetrapt was, nadat de brief verbrand was. Niets ervan was er over! „Maar,, waar is hij Lloyd? Waar is hij?" „Dat weet ik niet," loog haar broer, „ik heb niet op het adres gelet." Maar dien nacht kwam Lloyd heelemaal niet thuis, en 's morgens werd hij door twee man nen uit een taxi het huis binnengedragen. En toen de dokter kwam, uren later zooals het Virginia toeleek, zei hij dat Lloyd in een toe stand van volslagen uitputting verkeerde en dat 't er om zou houden of hij in leven zou blijven. DE TWEEDE STORM. De volgende dagen zweefde Lloyd tusschen leven en dood. Lloyd had zijn sterk gestel al jaren ondermijnd en de laatste weken van zich te buiten gaan aan alcohol, onvoldoende slaap en weinig eten hadden een algeheele inzinking te weeg gebracht. Dagen aaneen zat Virginia aan zijn bed. Soms lag hij rustig, in zich zelf mompelend, dan moest Virginia plotseling toesnellen, hem met alle kracht in bed te houden, waarbij een der negerbe dienden te hulp moest schieten, 's Nachts was er een gediplomeerde verpleegster en Virginia kon dan wat slapen. Maar met al zijn ijlen kreeg de niets vermoedende Virginia geen oplossing over de bijzonderheden van den diefstal van het halssnoer. Een massa onsa menhangende dingen, die hij zei, maakten haar in de war en verschrikten haar. Hij sprak veel over een zekere Gloria, smeekte haar niet boos op hem te zijn, noemde haar met allerlei lieve naampjes, zoodat een en an der Virginia overduidelijk werd, niettegen staande zij voortdurend probeerde, niet te luisteren en niét te begrijpen. Maar wat hy over een halssnoer zei, was altijd onsamen hangend en vaag. Langzamerhand begon hij op te knappen en vond Virginia het niet langer noodig, den heelen dag bij hem te zitten. Maar ze had genoeg gehoord om diep bedroefd te zijn over het leven, wat haar broer geleid had. In één opzicht was Lloyd's ziekte goed voor Virginia geweest. Tot dien avond dat hij ziek thuis kwam, had ze zich aangewend te berus ten en was haast onbewogen geweest als m trance, behalve als ze bij rechter Kent was, en hem probeerde op te beuren, kon ze uren aaneen thuis zitten, zonder iets te doen, of iets te zeggen en dan zat ze maar de denken en te denken. En nadat de rechter vertrokken was, en de noodzaak van praten niet meer bestond, zou 't verkeerd met haar zijn aige- loopen, als Lloyds ziekte haar niet tot haar zelf had doen komen en haar gedwongen had een tijdlang haar eigen narigheid te ver geten. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 8