HET HOOGSTE RECHT De huldebetooging voor den jongen Koning Farouk van Egypte te Alexandrië had een droef einde. De menigte verbrak d« afzetting. Velen werden onder den voet geloopen, waarbij dertig personen om het leven kwamen Er waren nietalleen schoone koeien op den21stentokvee- dag, welke deze week te Cuyk aan de Maas werd ge houden en waarbij meer dan700 stuks roodbont waren aangevoerd De nieuwste snufjes op het gebied der hoedenmode waren te zien bij een society-huwelijk, dat dezer dagen te Chelsea plaats had De Nationale Persfototentoonstelling, welke te Amsterdam wordt gehouden, is Vrijdagavond door den hoofdcom missaris van politie, den heer H. J. Versteeg geopend. De hoofdcommissaris tijdens zijn rede Het Chineesch-Japansch conflict. Een Japansche troepenafdeeling zoekt te Sjanghai dekking onder een viaduct tijdens een bombardement door hun lucht- strijd krachten. De rook van brandende gebouwen wijst op het resultaat van den luchtaanval De gouverneur der Kon. Militaire Academie te Breda reikte Vrijdag aan de officieren en cadetten die een eerewacht vormden tijdens het Prinselijk huwelijk, een herinnerings medaille uit De kunstschilder Jan Poortenaar heeft een portret ver vaardigd van de actrice Else Mauhs in haar rol van Koningin Elisabeth. De schilder legt de laatste hand aan het doek FEUILLETON Naar het Amerikaansch van MILDRED DANNING. (Nadruk verboden.) 33) Nadat de technische punten van de zaak behandeld waren, werden de beëedigde ver klaringen van den procuratiehouder en den boekhouder afgelegd. Een vertegenwoordiger van 't Evansville hotel legde de verklaring af, dat er dien dag geen chèque van dit bedrag getrokken en geen geld door hen ontvangen was. De rechter wendde zich, nadat de advocaat had uitgesproken, langzaam tot zijn zoon. „Wilt u een van de getuigen een kruisver hoor doen ondergaan?" vroeg hij. Jackson schudde het hoofd. Hij kan eerst niet spreken, antwoordde toen: „Neen me neer." De advocaat van de bank sprong op. „Edelachtbare, ik zou den verdachte graag aan een kruisverhoor onderwerpen", zei hij. Rechter Kent- boog toestemmend. „U bekent", begon hij, „dat u een valsche post geboekt hebt?" „Ja." „U geeft ongetwijfeld ook toe, dat er vijf honderd dollar te kort in kas was, afgeschei den van die boeking". „Zeker", antwoorde Jackson rustig. „Met andere woorden u geeft toe, dat die boeking gemaakt is, om het tekort van de Vijfhonderd dollar in kwestie te dekken?" „Ja." Rechter Kent schoof nu op zijn stoel heen en weer, en hield de hand tegen zijn voor hoofd. „U hebt dus die post geboekt om het te kort te dekken, m.a.w. u hebt het geld geno men en den diefstal pogen te verbergen, door die valsche post." Jackson aarzelde een oogenblik. „Dat heb ik niet gezegd", antwoordde hij. De advocaat lachte ironisch. „De gevolg trekking ligt nog al voor de hand", merkte hij op. Jackson zag hem kalm aan. „Ik ben het niet met u eens", hernam hij, „als u een stuk goed in een gat van een pijp stopt, bewijst dat nog niet, dat u het gat in die pijp gemaakt hebt." Een oogenblik was er stilte in de zaal, even later gevolgd door een zacht gelach, toen de juistheid van de vergelijking tot de menigte doordrong. De advocaat beet op zijn lip. „Dat is schrander opgemerkt", gaf hij toe. „Het is ook niet mijn bedoeling te bewijzen dat u niet schrander bent." Rechter Kent leunde voorover. „Wilt u uw opmerkingen tot de zaak zelve beperken," klonk het rustig. De advocaat werd rood en hield blijkbaar met moeite zijn kalmte. „Heel goed", viel hij scherp uit. „Ik zal u een eenvoudige vraag stellen". Eerst keek hij naar de jury en toen weer naar Jackson „Hebt u die vijfhonderd dollar genomen en in uw bezit gehouden?" „Die vraag kan ik niet beantwoorden." „Waarom niet?" „Die vraag kan ik evenmin beantwoorden." De advocaat keek triomfantelijk in de rich ting van de jury en wendde zich toen weer tot Jackson. „Nu dan, waren die vijfhonderd dollar op het oogenblik dat u die boeking maakte, in het bankgebouw?" Jackson aarzelde weer en verzamelde zijn gedachten. Een snel overdenken van de si tuatie deed hem begrijpen, waarom deze vraag gesteld werd. Hij wist, dat als 't geld niet in het bankgebouw, of in zijn bezit was, toen de boeking gedaan werd, die boeking op zichzelf, afgescheiden van het verlies van het geld, een vervalsching opleverde. Hij besloot zijn vroegere plan, om zich op geen enkele manier vast te laten zetten, door te voeren. „Ik kan die vraag niet beantwoorden", hield hij vol. „Waarom niet?" „Ook hierop kan ik geen antwoord geven". Weer ruischte er stemmengegons door de Virginia hoorde het en het werd haar bang om het hart. Sinds het verhoor begonnen was, had ze daar in doffe wanhoop gezeten. Maar langzamerhand had ze zich aan den druk van de omgeving ontworsteld en haar heele hoop gevestigd op de mogelijkheid dat er geen vol doende bewijs tegen Jackson gevonden zou worden. Dat zou dan tenminste al zooveel ge wonnen zijn. En alles zou zelfs goed kunnen worden, als het bewijs van zijn onschuld ge leverd werd. Maar nu drongen enkele ge fluisterde zinnen tot haar door. „Er is geen twijfel aan zijn schuld, maar wat een knappe jongen is hij! Je zou nooit zooiets vernachten van iemand met zoo'n aardig gezicht." En Virginia ontdekte, dat iedereen om haar heen Jackson schuldig achtte. Eenige malen kwam het krankzinnige verlangen bij haar op. op te springen, naar Jackson toe te loopen, hem te troosten en hem te zeggen, wat zij van al die leelijke kwaadsprekers dacht, want ten spijt van die aanwijzingen tegen hem en van wat hij zelf toegaf, geloofde zij geen moment aan zijn schuld. Eens had ze iets slechts van hem geloofd en had toen het bewijs gekregen, hoe ver keerd ze hem beoordeeld had, en wat er ook gebeurde en wat hij zelf ook zei, nu wilde ze niet aan zijn schuld gelooven. Maar de advocaat had naar de jury gekeken, als om te zeggen: „Ziet u wel?" en wendde zich weer tot Jackson. .,'t Zou beter zijn, als u antwoordde", ried hij. „Ik geloof van niet." „Heel goed. Dit is alles, Edelachtbare." En de advocaat was aan het einde van zijn taak gekomen. Rechter Kent wendde zich tot zijn zoon en schraapte zijn keel. „Hebt uhebt u verder nog niets in het midden te brengen?" vroeg hij. Voor het eerst, gedurende het onderzoek, verloor Jackson zijn kalmte. Hij wendde zich af en keek onrustig door de zaal, als of hij een plek zocht om zich te ver bergen. Toen legde hij de hand tegen het hoofd, stond een oogenblik bewegingloos en draaide zich weer naar den rechter toe. Zijn gezicht was nu in rust. „Neen, meneer" antwoordde hij. De behandeling was afgeloopen en na de gewone formaliteiten begon de jury onder ling de zaak te bespreken. In de zaal heersch- te stilte. Virginia, die naar rechter Kent keek, zoo als hij daar zat, met het hoofd voorvergebo gen op zijn hand en zijn gezicht in de scha duw, voelde de oude hulpelooze wanhoop in zich opkruipen. Waar die onverschillige mannen daar zoo lang over zaten te fluisteren, was haar leven en geluk. Ze durfde niet naar Jackson kijken, uit angst dat hij haar zou zien en dit zijn ellende nog grooter zou maken. Zoo zat zij dus in beklemmende afwachting. Opeens stond de voorzitter van de jury op en sprak tot den rechter. „We hebben onze beslissing genomen, Edel achtbare". „En?" „Wij bevinden den verdachte schuldig." Een oogenblik stilte. Toen stond de rechter op wendde zich tot Jackson. „Hebt u nog iets tot uw verdediging aan te voeren?" vroeg hij zacht. Even zweeg Jackson. Zijn lippen bewogen, maar hij sloot ze vastberaden en keek zijn vader aan. 't Was nu toch gedaan. Waarom de zaak rekken, dacht hij, maar 't was een bit tere gewaarwording, dat zijn eigen vader over hem recht moest spreken. „Neen meneer", antwoordde hij langzaam. „Goed," voegde rechter Kent hem toe. Hij keek star voor zich, zijn oogen gericht op een plek ver buiten de grenzen van het gerechts gebouw, maar zijn gezicht was kalm en norsch en verried niets van wat er in hem om ging. Maar het meisje, dat alles zag, schreeuwde het haast uit van afgrijzen. Hij kon hem toch niet „Dit is een geval van opzettelijke valscn* heid in geschrifte," verklaarde rechter Kent. „Er zijn absoluut geen verzachtende omstan digheden aanwezig. Daarom stelt de recht bank zich op het standpunt dat hier de maxi mumstraf moet worden opgelegd en veroor deelt u tot dwangarbeid voor den tijd van tien jaren." Virginia hoorde die woorden als in ee" droom en toen de rechter uitgesproken hao, sprong ze met een luiden schreeuw op. „Dat kunt u niet doen, dat kunt u niet. u. dat is afschuwelijk!" riep ze uit, gleed van haar stoel en rende door de gaanderij, naa. den rechter. Twee zaalwachters sprongen toe om haar tegen te houden, maar ze ontwe*L hen, liep door en klampte zich vast aan o tafel, waar de rechter gezeten was. „Neem uw woorden terug, o, neem ze terug snikte ze. ,,'t Is niet waar, ik weet, dat het me zoo is!" De rechter gaf de zaalwachters een wen „Dit is mijnmijn dochter", sPra,k. n'Jj „Willen iiillie haar voor mij naar het no' begelei-" (Wordt vervolgd'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 8