DE CHINEESCH-JAPANSCHE STRIJD
-
Rechter zonder genade
Het voor Zuid Afrika bestemde kustvaartuig ..Durness», te Heusden gebouwd, heett Dinsdag op de Noordzee zijn proet-
vaart gehouden. Het schip zal op eigen kracht naar zijn plaats van bestemming vertrekken. De «Durness» op weg
Japansche cavalerie tijdens haar opmarsch langs de rivieren in Noord China. De ruïne der platgebrande
huizen is het teeken van de verwoesting, welke in de hardnekkige gevechten wordt aangericht
y - - -
i
Jeugdige trots bij een mooie inzending op de paddenstoelen
tentoonstelling, welke deze week in de Bugenhagenschool te
Amsterdam werd geopend
Het drijvende zwembad bij de Koningbrug te Rotterdam is
Dinsdag naar zijn «winter stalling» in de Hijschehaven ge
sleept
De tweede rolbascule brug voor de
overbrugging van de Oosterdoksluis te
Amsterdam is Dinsdag na een geslaagd
transport'op de plaats van bestemming
aangekomen en gemonteerd
JHr. mr. H. A. Quarles van Ufford,
secretaris van den Bond van eigenaren
van Ned. Indische suiker-ondernemingen
is benoemd tot secretaris van den
Ondernemersraad voor Ned. Indië
De motoren van het verongelukte K.L.M.-vliegtuig «Specht» zijn ter onderzoek door de deskundigen te Bandoeng op transport
gesteld. Bovenstaande foto, genomen aan de kade te Tandjong Priok, toont duidelijk hoe deerlijk de motoren en schroeven
gehavend werden
Koning Gustaaf van Zwedon nam persoonlijk deel
aan de groote herfst-jacht, welke te Berga bij Stock
holm op de Koninklijke jachtterreinen werd gehouden
FEUILLETON
door
GEORG FROESCHEL.
12)
«Alfred, wat heeft die man jou gedaan?"
De rechter zat roerloos op het zacht schom
melende bankje, keek neer op zijn handen, die
net de palmen naar boven op zijn knieën
jagen,^begon tweemaal te spreken; >;Ik
Maar de bekentenis, de erkenning van zijn
«Walen, kwam niet over zijn lippen. Lood
zwaar en koud bleef de last hem drukken, de
.0Tr,n w^en zich niet vormen.
Marianne raadde, las van zijn gezicht, uit
njn blik en zijn houding, wat hij in zich weg
sloot, wat zijn lippen niet zeggen konden, die
aoodelijke bekentenis, die den mensch ver
pletterde, omdat het den rechter schandvlekte,
W: ,,Ik haat hem!"
Met drie schreden door de schommelende
Poot was zij naast hem, ging zitten, sloeg
P-aar arm om zijn schouder, trok hem naar
zien toe en bad om hem uit de verschrikke-
hi 7€rsc^lri^^ino i°s te mogen maken en
«Pm tot haar terug te brengen. Wat zij daar-
oij zei, de onlogische vragen, waarop ze geen
antwoord verlangde, de naïeve vermaningen
troostwoord]es, haar beloften en herinne
rden, al deze woorden, zinnen en uitroepen
«aren als niets en gleden over Questenberg
hp8n' J?e toon alleen, was als muziek voor
hr die het wilde, verwarde verterende en
Brandende in hem, kalmeerde en verjoeg.
T€ryijl Marianne tot hem sprak, sprak hij
met zichzelf. Hoe kwam het, dat hij zoo zeer
zyn eigen maatstaf verloren had door dien
ï?0e was mogelijk dat een Ritten-
waid hem tot vijand had kunnen worden?
Wat was er geschied, dat voor hem, datgene
wat zijn ambt voorschreef tegenover een on-
ontwikkelden wetbreker geworden was tot een
gevoel- en geestverterenden strijd van man
tegen man? Niet de daad, die oninteressante,
in de zee van misdaad der groote stad gansch
gewone daad, en ook niet de koppigheid en de
brutaliteit van den misdadiger hadden hem
zoo meegesleept.
De glans van wilde vrijheid, die, slechts
zichtbaar voor hem, om de gestalte van Rit-
tenwald glansde, had hem verblind en hem
ertoe verleid, zijn leven met dat van den ge
vangene te vergelijken. Troebel, nuchter,
troosteloos had hem alles toegeschenen wat
hij het leven ontworsteld had, kaal en dor,
zonder vrucht of glans schenen hem verleden
en heden als hij het vergeleek met wat de an
dere beleefd had en beleefde, hij, die zoo vaak
in het volle licht van het succes gestaan had
en die nu nog in de vernedering van de ge
vangenis, on vernederd, ongetemd over hem
triomfeerde.
In Marianne's armen zacht gewiegd door de
kalme golfjes van het meer vervaagde bij
Questenberg de gistende zucht naar wraak.
Hij geloofde den demon overwonnen te hebben
als hij besloot om van nu af aan elk persoon
lijk gevoel uit deze affaire te houden. Slechts
de wet, de koude klare geschreven wet, zou zijn
richtsnoer zijn, hij wilde alleen rechtvaardig
zijn.
,.Lief, knap meisje," zeide hij en kuste Ma
rianne. Het was een herfstmiddag onder een
droef laaghangend wolkendek, dat zij, met
bleeke wangen, dicht naast elkander zaten,
op het achterbankje van de roeiboot, dat
stuurloos, tot dichtbij de geel schemerende
haag van hangende wilgentakken afgedreven
was.
vin.
EXPERIMENTEN OP EEN TRAP.
Ket kon drie uur 's middags geweest zijn,
toen een man in een donkergrijze overjas zijn
paraplu! dichtklapte en in het huis van de
Burg Strasse trad. De bezoeker liet de para-
plui wat af druppelen, en keek nog een poosje
naar den regen, die de massieve contouren van
den Dom onder een sluier verborg, dan liep hij
tot de trap, keek met een vorschenden blik
omhoog, keerde zich om en ging weer naar de
voordeur terug.
Niettegenstaande den triestigen en voch
tig killen dag was het toch wel wonderlijk, dat
de heer naar den knop van de automatische
trappenhuisverlichting rondkeek en dat hij,
toen hij hem ontdekt had er op drukte. Het
spreekt vanzelf, dat er nergens een gloei
lampje begon te branden.
De veronderstelling, dat de bezoeker het
mechanisme slechts uit tijdverdrijf in werking
wilde stellen, of dat hij één van die menschen
was, die op eiken knop die er toe uitnoodigt,
drukt, die elk apparaat waarop hun verstrooi
de blik valt, onderzoeken en in werking wil
len stellen, zou hem niet passen. Hij zag- er
niet uit als een onschuldige prutser of knut
selaar, hij leek met den neergeslagen rand
van zijn hoed, die zijn voorhoofd verborg, de
smalle schouders en de kleine voeten in over
schoenen gehuld, meer op een boekenwurm of
een muziekleeraar. Toen hij had vastgesteld,
dat de verlichting van de trap uitgeschakeld
was, zocht hij den concierge op en vond hem,
nadat hij alle deuren in de parterre geopend
had, in het achterhuis, waar Mannicke bezig
was een hoepel van een groote kuip met een
hamer vast te slaan.
De bezoeker bleef staan en keek net zoo
lang naar dezen arbeid, tot de concierge ver
wonderd opkeek. Toen zei hij„Ik ben rechter
Alfred Questenberg en verzoek U de verlich
ting van het trappenhuis in te schakelen. Het
is voor een ambtelijk onderzoek."
Dat was gezien de korte, droge manier,
waarop de rechter het zei, niet moeilijk te be
grijpen Maar Mannicke trok eerst een gezicht
alsof men Chineesch tegen hem gesproken
had Nadat hij begrepen had, waarover het
ging vervulde wantrouwen hem Deze eisch
scheen hem zeer verdacht toe overdag de
nachtverlichting inschakelen daar moest
iets achter steken, dat was bedrog, een mis
daad, een moord was het vooruitzicht! Zijn
vuist omklemde den hamersteel vaster, terwijl
hij Questenberg's legitimatie bekeek en diens
gestalte en gezicht met de photo vergeleek.
Toen hij zich dan ten slotte van het wet
tige van den wensch van zijn bezoeker over
tuigd had, week zijn ontstemming in het ge
heel niet. Zijn waardigheid verminderde niet
in het minst tegenover den autoriteit van den
staat. Hij bromde iets onverstaanbaars en
deed alsof er iets buitengewoons van hem
verlangd werd. Eindelijk ging hij met kromme
knieën naar een klein kastje, dat aan den
muur bevestigd was, opende het en legde zijn
hand op den hefboom van het contact van de
tijdverlichting. Voordat hij hem neerdrukte,
vroeg hij nijdig:
„Eerst moet ik weten, waarvoor dit nu die
nen moet."
Toen was Questenberg's geduld op. hij ant
woordde duidelijk: „Dat gaat je geen bliksem
aan."
Nu was Mannicke tevreden en hij drukte
den hefboom neer. Nadat de technische voor
bereidingen voor zijn onderzoek compleet
waren, begon Questenberg een eigenaardige
wandeling. Hij ging naar de vestibule terug en
klom de trap op. Daarbij telde hij de treden
en mat met de oogen breedte van den opgang
en de hoogte van de leuning. Langzaam
schreed hij op de eerste etage voorbij de flat
van gravin Rehkamp, ging naar de tweede
verdieping en kwam zoo voor den ingang van
de flat Stiewekind. Hier bleef hij langer staan,
las het naamboordje, bekeek de koperen deur
knop en het slot, haalde zijn horloge voor den
dag, hield het in de hand en nam de houding
aan van een dokter, die den polsslag van een
patiënt telt. Zoo wachtte hij op de voordeur-
mat van Stiewekind's flat, totdat de seconde
wijzer het hoogste punt van zijn cirkel bereikt
had.
Nu begon hij den weg naar beneden. Hij liep
niet al te vlug en ook niet al te langzaam,
maaralsof hij iemand begeleidde en daarbij
een gesprek voorzette, dat na het 'diner bij een
kop mokka begonnen werd. Om absoluut in
het goede tempo te blijven, bewoog Questen
berg in een stom gesprek de lippen. Hij onder
hield zich zonder woorden met een gefingeerde
dame. Hij ging met deze pantomime voort tot
aan de huisdeur, die hij met een sleutel, die
niet bestond opende. Toen reikte hij zijn on
zichtbare vriendin de hand tot afscheid lach
te vriendelijk in het niets, sprak nog eenige
groeten uit, knikte, zei een laatst „adieu" en
,.tot weerziens", sloot de deur, waarbij hij weer
den onzichtbaren sleutel gebruikte, en ging
dan regelrecht en ietwat sneller de trap
weer op.
Op de mat voor de flat van Stiewekind
maakte hij halt. Hij deed alsof hij ook deze
deur met een sleutel wilde openen. Dat was
het laatste gebaar van het stille spel. Toen
dit afgeloopen was keek hij op het horloge,
dat hij al dien tijd in de linkerhand gehou
den had. „Hij nam den tijd op" zooals men in
het sportleven zegt, waar het om fracties van
seconden gaat.
Maar op de deelen van een seconde lette
de rechter niet, hem was het voldoende te
hebben kunnen vaststellen, dat hij voor het
naar boven en beneden gaan en het afscheid
aan de voordeur twee minuten noodig gehad
had.
Toen drukte de rechter op den knop van
dentijdschakelaar en plotseling vlamde de
verlichting van het trappenhuis op, en hij
scheen met gespannen aandacht het een of
andere gevolg van zijn zeer overbodige illu
minatie te verwachten. Deze was van een on
gelooflijk larigen duur. Zoo leek het tenmin
ste voor Questenberg, die met het horloge in
de hand den tijd opnam. Men zegt, dat de tijd
vliegt. Dit gezegde verliest zijn kracht als men
ze controleert en men zich tijd geeft om op
den tijd te letten. Langzaam, volbracht het
wijzertje van Questenberg's horloge zijn rond
gang. Een minuutde rechte.r stond met
samengeperste lippen en voelde het kloppen
vari zi*> hart.
'WnHf- vervolgd.)