Rechter zonder genade
Een typische opname, gemaakt vanuit de lucht, van een afdeeling militaire
vliegtuigen in actie tijdens den luchtverdedigingsdag te Amsterdam
De luchtverdedigingsdag welke Zaterdag onder groote belangstelling te Amsterdam werd gehouden, had een vlot verloop. Een
imposante opname tijdens de vlucht van het Javaeskader onder leiding van kapitein-vlieger Van Weerden Poelman boven de
Berlagebrug
Éen spelmoment voor het Fransche doel tijdens den wedstrijd Nederland
Frankrijk, welke in een 3 2 overwinning voor de gasten eindigde
Z. K. H. Prins Bernhard heeft Zaterdag de luchtverdedigings
oefeningen in de hoofdstad bijgewoond. De vorstelijke
bezoeker onderhield zich na zijn aankomst met de ver
schillende autoriteiten
Luchtafweergeschut
stond o.a. opgesteld
en werd gedemon
streerd op de Am-
stelbrug tijdens den
luchtverdedigings
dag welke Zaterdag
in de hoofdstad werd
gehouden
Kapitein E. L. Venema, commandant
van de militaire politie te Roermond,
is benoemd tot commandant der mili
taire poliiiefcroepen te Curagao
Bij wijze van proef voor het internationaal spoorwegverkeer
heeft Zaterdag een nieuwe bliksemtrein gereden van Parijs
naar Amsterdam. Het geheele traject werd afgelegd met
een Franschen bestuurder, die bij aankomst in ons land
begeleid werd door een Hollandschen collega. Na aankomst
in de hoofdstad
Het eerste Nederlandsche doelpunt in den wedstrijd Nederland Frankrijk wordt gescoord.
Bovenstaande zeldzame toto werd gemaakt juist op het oogenblik dat een der fotografen
dit spelmoment door middel van kunstlicht op de gevoelige plaat vastlegde
FEUILLETON
door
GEORG FROESCHEL.
22)
.„Morgen kan je slapen, net zoo lang als je
wilt, vandaag moet je je mooi maken en wij
gaan ergens naar toe waar het gezellig is!"
„Maar waarom dan, er is toch geen enkele
reden voor
„Een reden is er altijd, als men lust heeft
Diezier te maken, „-live now" leef nu, zoolang
als het lampje nog gloeit".
Zoo werd Marianne's toestand opnieuw ge
doken en zij moest gehoorzaam en vlug toilet
maken.
In^ het licht van de eenige kaars, die in
het huis voorhanden was. stond ze voor den
heinen spiegel van de waschtafel en kleedde
ach haastig aan. De armen wogen haar lood
zwaar en steeds weer verzamelden zich tra-
in haar oogen. Toen zij bijna klaar was,
het een steek los in haar zijden kousen en ze
moest bij het trieste licht lang zoeken, voor
Z1J in een diepe, ouderwetsche kast een ander
paar gevonden had.
Questenberg had eerst in de donkere huis-
Kamer gezeten, nu leunde hij tegen den deur
rui. Reusachtig vergroot maakte Marianne's
schaduw op den muur al haar bewegingen
®ee. hard drong de scherpe kant van de
deurstijl tusschen zijn schouders in zijn rug.
met half gesloten oogen keek hij toe hij zij
op den grond hurkend in de diepte van de
pst tusschen wit linnengoed naar haar kou
lil zocht. Langzamerhand verdween zijn
uoolijke stemming en hij voelde, dat hij en
n'ct de eigenschap bezaten om zonder voor-
R^ding pret te gaan maken en hij wilde
imst het heele plannetje opgeven, toen zij zich
van den spiegel afwendde en op hem toekwam.
„Ik ben klaar".
Nu kon hij niet meer terugtrekken. Het
avondtoilet en de smoking moesten naar de
danszaal, zelfs al hadden de menschen, die
er in staken, geen lust er toe. Hij legde den
mantel om haar schouders, toen wandelden
zij met het flakkerende kaarsje in de hand
naar de voordeur. Lang bleven zij in de natte
vallende sneeuw staan voordat een vrije taxi
voorbijkwam. „Geef mij een sigaret, Alfred,"
vroeg ze, toen ze naast hem zat, „ik heb een
gevoel of ik in tranen zal uitbarsten en toch
bestaat daar geen reden voor."
De entree van Marianne en Questenberg in
de zaal van het hotel, dat sedert eenigen tijd
als de meest chique gelegenheid, waar men
na het theater heenging, gold, was stijl
vol, maar niet imposant genoeg en de
kellner deed een poging om hem een slecht
tafeltje achter een kolom aan te wijzen. Het
gaf niet, dat Questenberg zijn naam en een
weinig nadrukkelijk zijn titel noemde en be
weerde, dat hij een uur geleden een tafel tele
fonisch gereserveerd had. Naam en titel
maakten hier niet den geringsten indruk en
zijn opmerking betreffende de telefonische be
stelling werd eenvoudig beantwoord met de
bewering, dat dit het bedoelde tafeltje was.
Neen, met het standpunt van recht bereikte
men in deze zaal niets en misschien was een
fooi ook tevergeefs, geweest. Maar Questen-
berg's gezicht werd plotseling zoo hoekig en de
knoken van zijn linkerhand kwamen zoo hard
op het versmade tafeltje neer, dat de kellner
opeens een gunstig tafeltje vond vlak aan den
rand van den dansvloer.
Daar zaten zij dan. Men kon niet beweren
dat men gemakkelijk zat op het dunpootige
stoeltje, waarvan de leuning met de geringste
beweging in aanraking kwam met den stoel
van de tafel ernaast. Het zou ook overdreven
zijn geweest om de verrichtingen van het paar
beroepsdansers, die in het van kleuren ver
anderde licht van schijnwerpers een lang
zame tango dansten als iets zeer bezienswaar
digs te betitelen. Zelfs de aanblik van de zaal
bood weinig, dat de hooge prijzen van het
menu en van de in leer gebonden wijnkaart
rechtvaardigde. Welwillend gestemde beoor
deelaars hadden het lokaal intiem kunnen
noemen, omdat het klein en slecht geventi
leerd was, het publiek kon zich met eenige
reden als uitgezocht beschouwen, omdat een
vrij groot aantal financieele kopstukken en
filmdiva's, met de daarbij behoorende her
melijnmantels en paarlencolliers aanwezig
waren. Zij lieten zich met een perfecte waar
digheid de champagne smaken en namen zoo
abstract aan het dansen 'deel, dat een ijzige
wind van hen scheen ai te vloeien. Ook de be
studeerde overmoed van enkelen, die zich uit
sloofden met het gooien van kleine witte bal
letjes papier .en bonte papieren slinger bracht
geen enkele van deze grooten, zelfs al indien
ze getroffen werden door zulk galant geschut,
uit hun rust en waardigheid.
Wat niet te loochenen viel was, dat veel
vrouwen in de zaal schoonheid, gratie en
smaak hadden, maar ook dat de indruk van
het geheel teleurstellend was. Daaraan waren
de mannen schuldig. Men was hier onder el
kaar, men had het geld of den titel om hier
mee te kunnen doen, maar ook had men de
ouderdom en de corpulentie waarmede het suc
ces betaald moet worden en die geen nog zoo
goed getailleerde rok noch een slanke, gra-
cieuse partner kon verbergen. En als men
onder de heeren een flinke jongemannenge-
stalte zag met koene oogen en een regelmatig
profiel, dan was het misschien een graaf, maar
bijna zeker een beroepsdanseur.
Marianne en Questenberg kwamen al gauw
tot de conclusie dat ze zich hier niet amusee
ren zouden. Zwijgend dronken zij een slokje
uit hun champagneglazen, plichtmatig .dans
ten zij twee- of driemaal en misschien had
den jazz en alcohol ten slotte Marianne op-
gevrooiijkt als Questenberg's stemming niet
zoo duidelijk aan het verergeren was. De
moeite, die hij zich had moeten geven, om
Marianne mee te krijgen, de kleine scène bij
het verkrijgen van een behoorlijk tafeltje
hadden zijn ondernemingslust opgebruikt; hij
voelde, dat zü daar niet thuishoorden, dat zij
er ongeschikt voor waren om mee te doen aan
deze komedie van genoegens.
Dus waren ze allebeide blij, toen plotseling
Roland Ravenner voor hen stond. Marianne
was jong genoeg om er plezier in te hebben
toen hij met luide stem zei: „TJ ziet er schit
terend uit" en ook Questenberg was hem
dankbaar voor de opmerking dat niemand
hem voor een rechter van instructie zou hou
den: vleierij valt altij'd in goede aarde.
„En waar is Ethel?" vroeg hij toen Ravenner
bij hen was komen zitten.
„Wij hebben gekibbeld"
„Serieus?"
„Heelemaal niet, zij heeft slechts gezegd, dat
ik .een ezel ben en ze zich over mij irriteert."
„En jij?"
„Ik heb haar geantwoord, dat ze een onop
gevoede vrouw was en een gevoellooze egoïste;
oprecht zijn is de basis van het huwelijk. Maar
anders is alles bij ons in orde, voor Kerstmis
gaan we naar het Reuzengebergte."
Ravenner draaide zich om en keek de zaal
in en pronkte tegenover Marianne met zijn
kennis van aanwezige personaliteiten. Het
mondaine gedoe was voor hem een mozaïek
van namen en titels, alle amourettes, alle fi
nancieele verhoudingen kende hij, ja, hij voor
spelde zelfs uit onmiskenbare voorteekens toe
komstige liaisons en zakelijke verbindingen,
die in de eerstkomende maanden de kern van
elk gesprek in Grünewald of op de beurs zou
den vormen.
Het thema was onuitputtelijk en scheen
voor hem zoo interessant te zijn, dat hij vol
komen verrast was. toen Questenberg plotse
ling opstond, een oogenblik strak over den
dansvloer heen staarde en daarop naar den
overkant stapte.
„Hallo, wat mankeert je, waar ga je naar
toe?" riep Ravenner hem na.
De rechter hoorde hém niet. In een eigen
aardige stijve houding onzeker in de knieën
stepte hij over de bruine parketvloer. Na een
moeilijke wandeling stond Questenberg voor
Irma Stiewekind. Op dat zelfde moment zetten
de Ten Ohio Men een levendige Foxtrott in,
de rechter maakte een buiging, Irma stond op
en trad dicht op hem toe. Reeds .werden zij
opgeslokt door het gewoel van de dansenden
en gleden zij weg.
Questenberg wist toen nog niet en ook later
vond hij er nooit een verklaring voor, waarom
hij de reis over de parketvloer begonnen was.
Anders gaat er voor elke daad een denken en
besluit voorafhij had niets bedacht, niets be
sloten, een hiaat in zijn bewustzijn onderbrak
de verhouding tusschen wil en daad. Hij had
het kleine bleeke gezicht onder het zwarte ge
golfde haai', aan den anderen kant van de
zaal herkend, hun blikken hadden elkaar over
dien afstand heen vastgehouden, had tusschen
hen een net zoo sterke verbinding van zen
dende en ontvangende krachten geschapen als
op den dag dat die gevangene in de kamer van
den rechter van instructie was binnengekomen
en zij in hem den knokigen. blonden man her
kende dien zij nooit gezien had. Zooals het
eind van een gestrekten elestieken band, dat
losgelaten wordt naar het andere einde vliegt,
zoo was Questenberg naar haar aangetrokken
geworden, het object van niet te controleeren
spanningen van den onbewusten wil.
Nu danste hij dan met Irma Stiewekind. en
zijn eersten indruk was, dat hij met niets
danste. Wel keek hij neer op losse zwarte
haren, wel lag een geparfumeerde vrouwen-
arm op zijn schouder, wel voelde hij aan zijn
linkerhand, de koele aanraking van haar vin
gers, maar het leek hem toe alsof hij zich al
leen rhythmisch voortbewoog in het gedrang.
Hij trok haar vaster tegen zich aan, om zich
te overtuigen, dat hij niet met een symbool,
met een kunstige compositie van kleur en geur
danste.
(Wordt vervolgd.)