Rechfer zonder genade Voor het slaan der palen ten behoeve van de bescherming der Fransche Z. Exc. mr. dr. ir. J. A. M. van Buuren, bracht Vrijdag een bezoek aan de ondergrondsche Erich Kleiber repeteert met het Concertgebouw-orkest te concessie te Sjanghai is men verplicht van bovenstaande primitieve hulp- werken der Staatsmijn Maurits te Lutterade. De minister (x) in gezelschap van verschillende Amsterdam voor de uitvoeringen van Strauss «Rosenkavalier» middelen gebruik te maken autoriteiten gereed voor de afdaling in de schacht onder auspiciën van de Wagnervereeniging Bij hun aankomst in New York ter deelname aan het internationaal springconcours werden luit. kolonel L. R. de Kruyff en ritmeester Pahud de Mortanges verwelkomd door den Amerikaanschen kapitein Ladue (midden) De minister van Financiën, Z. Exc. mr. J. A. de Wilde, bracht Vrijdag een bezoek aan de Effecten- beurs te Amsterdam, waar hij met belangstelling van een en ander kennis nam De nieuwe «Mau- retania» voor de Cunard-White Star Line is te Birken head in aanbouw. Het zeekasteel zal een waterverplaat sing van 33000 ton hebben De consul-generaal te Amsterdam van de Vereenigde Staten, de heer K. S. Patton, gaat binnenkort de hoofdstad verlaten, daar hij naar Singapore wordt overgeplaatst FEUILLETON door GEORG FROESCHEL. 27) Karl Rittenwald sedert een half uur niet meer gedetineerde, maar veroordeelde, begreep nog niet wat er met hem gebeurd was. Jaren geleden had een collega in het automobielvak hem door een onhandigheid een zware Engel- sche sleutel op het hoofd laten vallen. Hij was er bewusteloos door geslagen en dezelfde ge voelens van leeg hoofd en opstandige maag hadden hem nu weer getroffen, maar toen wist hij, dat de klap, die hem trof na eenige dagen, misschien weken vergeten zou zijn, deze klap duurde niet alleen het jaar van straf, maar ook zoovele jaren daarna. Zou men ooit over dien buil kunnen heen komen?" Voor den eersten keer had Karl Rittenwald tegenover machten gestaan, die hij niet be greep en hij had daarom het onderspit moe ten delven. Te beseffen, dat er tegenover lichamelijken moed en kracht nog listige machten stonden, waartegen een ijzeren wil en stalen zenuwen niets in te brengen hadden, brak het hart van den sterksten man. En juist dit feit, dat overmacht den moedige kon fnui ken en hem in het verderf storten, trof hem in het diepste van zijn levenswil. Rittenwald had een harde jeugd gehad in het na-oorlogsche Duitschland. De ineenstor ting had hem, flinke jongen, die hij was, on middellijk door zijn technische kennis in hel automobielvak gebracht en zoo geraakte hij ook in de sportclub van zijn afdeeling. Hie1 had hij, geboren in de bergen, spoedig ontdekt dat hij met zijn gezonde longen, zijn weer standsvermogen. zijn optimisme, meer betee kende dan de andere jongens. Hij overwon de gewone club-intriges, speelde zichzelf van het derde naar het tweede en van het tweede naar het eerste elftal. Het eerste handgeklap, de eerste bijvalsbe tuigingen van het publiek, voelde hij als een gloeienden. adem, die hem een idee gaf, van wat beroemdheid zou beteekenen en hem den duw gaf om sporttalent in sport-genie om te zetten. Zoo werd hij held en afgod van de voetbal wereld, beroemd, geliefd door de tallooze lief hebbers van het spel op de groene glasvlakte, en daar elk volk in zijn jeugd de toekomst ziet, een afgod in het wedergeboren land. En dit ging zoo door totdat, gedurende een interna tionalen wedstrijd een tegenstander hem met een harden klap in de kniestreek trof. Hij zakte toen op beide knieën, lag eenige minu ten kromgetrokken van pijn op het veld, stond op, en speelde door tot het laatste fluitje van den scheidsrechter. De zwelling van de knie verminderde niet meer, zijn been verstijfde, en op een kwaden dag concludeerde de dokter „water in de knie". Alle kranten schreven lange artikels over den beroemden sportman, wiens loopbaan nu beëndigd was, daarna verstomde langzamerhand de lof van het gauw vergetende publiek en zoodra het voetbalpu bliek een nieuw idool gevonden had, vervaagde de oude held. Sindsdien werkte Karl Rittenwald in een Amerikaansche automobielfabriek, waarin de onderdeelen samengevoegd werden. Hij was een handig, nuchter en zwijgzaam arbeider, die niet onder de verdoovende eentonigheid van het werk leed, en wien de loopende band geen b- -el kon geven. Hij dacht aan de toe komst, ipoedig, volgende week, eerstvolgende maand zou die zieke knie weer beter worden, in een poosje zou alles zich herstellen en zou hij weer als held, sterker en stralender zich kunnen toonen. Maar die armzalige knie kwam niet in orde. Wel liep hij er twee of driemaal mee over de sintelbaan, maar eiken keer strompeide hij met vaalgrijs gezicht en 'am in beide beenen in het kleedlokaal. Dat was het einde van voetbalgeluk en sport er en pok van belangrijke bedragen, die de club hem onder allerlei benamingen toestopte. Elk weekloon moest door zes maal acht uur verdiend worden en toen de beurs flauw werd en afzet van automobielen verminderde, toen moest hij zelfs gaan stempelen, van den steun leven, zooals millioenen, wier hoop dagelijks verflauwt. Rittenwald verdween in die massa, maar hij paste zich niet aan aan het noodlot. Na twee jaren was hij zoover gekomen, dat hij begon te beseffen, dat er voor hem slechts een weg overbleef, om aan dat noodlot te ont komen: de weg der misdaad. Hij zonk niet, zooals het in de reclasseering heet, van kwaad tot erger, hij ging niet aan den drank, hij kwam er niet toe door uitspattingen, hij werd niet verleid, of streed met zijn geweten. Hij zag het helder en bewust in, dat hij niet aan de draaibank zijn leven wilde verslijten, dat hij om zijn noodlot te veranderen een daad tegen de wet moest begaan. Het beteekende slechts om een gat te maken in een stalen brandkast en een flink bundeltje van die blauwgroene papiertjes, die den weg tot alles opensluiten, in zijn handen te krijgen. Dat hij het recht had zooiets te doen, daaraan twijfelde hij niet. Kalm berekend, zonder zenuwen of bezwa ren voerde hij uit, wat hij besloten had te doen. Om ter zake deskundigen voor zulk een onderneming te vinden, was niet moeilijk. Men behoefde 's avonds slechts twee straten ver der gaan. In plaats van zijn glaasje bier in het gewone stamcafé te drinken, ging hij naai de kroeg van Kasper. Hier vond hij verschil lende mannen, die met zuurstofbranders en breekijzers overweg konden. Rittenwald had er moeite, tijd en geld voor over om het ver trouwen van deze menschen te winnen en toen hij na lange nachten al hun vakkennis afge luisterd had en een compleet, modern inbre kers-instrumentarium bezat, ging hij aan den arbeid, alleen. Onder de tallooze stalen brandkasten in Berlijn, koos hij er een, die in alle waarschijn lijkheid een groot bedrag aan contanten zou bevatten en die betrekkelijk gemakkelijk te -bereiken was. Dagenlang hield hij de Delta- Bouwmaatschappij in het oog, 'stelde het 'grondplan vast en de plaats van de brand kast, die dan juist onder de flat van Reh- kanip moest zijn, die tooh gedurende de zo mermaanden op reis was. Het was dan ook niet zoo moeilijk om valsche sleutels voor huis- en flatdeur te maken en om de zuurstof- en waterstof- cylinders in de kamers van de gravin binnen te smokkelen. Op een warmen zomeravond brak hij door het plafond van de administra tie heen en hij was er juist aan toe om den binnenwand van de stalen brandkast open te smelten, nadat de buitenwand geruischloos met behulp van de venijnige staalblauwe vlam uit elkaar gezakt was. toen de kinderen het gat in den vloer ontdekten. Als een aap klom hij onmiddellijk naar boven langs het touw, dat hem bij de afdaling behulpzaam geweest was, holde de donkere trap af, stiet tegen een gestalte aan, die hij niet zien kon, opende de voordeur met een valschen sleutel, die hij in zijn buitenzak droeg en rende de straat op in de richting van het circus. Hij zou beslist ontkomen zijn, als hij niet in die vervloekte straatmakerskuil gevallen was. Half verdoofd, werd hij door de politiemannen opgepikt en in dit moment, toen hij half suf was, was hij bereid om de ge volgen van zijn daad te dragen, en indien hij door den commissaris met meer egards en niet tutoyeerend afgeblaft was geworden, zou hij alles bekend hebben. Toen deze ambtenaar hem als een ouden, verstokten inbreker be handelde en afsnauwde, zweeg hij minach tend en liet zich verbitterd naar zijn cel terug brengen. Het eerste verhoor van den rechter van instructie had hem bewezen, dat zijn zaak er veel beter voor stond, dan hij dorst hopen. De machtsmiddelen van de jus titie, waartegen hij met een bijgeloovig res pect tot nu toe, omdat hij ze niet kende, op gekeken had. verachtte hij zoodra hij ze nader had Ieeren kennen. Ja, als men hem zooals in de Middeleeuwen, op de folterbank geplaatst had. dan zou hij er anders over gedacht heb ben! Maar dat spelletje van vraag en antwoord, dat gewichtig opschrijven van zijn leugentjes' de kinderachtige strikvragen, die de rechter hem stelde daarmee was hij toch in een hand omdraaien klaar, dat werd voor hem meer een sport, waarin hij als oergezond mensch, met een helderen kop, het winnen moest van dezen bleeken, zwakken, muffen paperassenman, ook al had die gestudeerd en al bezat die een res pectabelen titel! Slechts eens verloor hij z«n evenwicht en dat was, toen Irma Stiewelona hem in zijn gezicht zei, dat zij in hem den man herkende, dien zij in dien nacht op de trap ontmoet had. Men had hem er lang zamerhand aan gewend om leugens en ver draaiingen als zijn eenig verdedigingsmiddel te beschouwen, maar dat zijn leugens door een nog sterkeren leugen, door zulk een flag rante meineed opzij geschoven zou woraen, daarop had hij niet gerekend. Op dat oogenblik stond hij even sprakeloos tegenover die valsche getuige, zijn verwarring was zoo groot, dat hij zich wilde teldagen over het onrecht, dat men hem aandeed. Maar sindsdien waren er weken verloopen, hu n-ia tijd gehad om de scène in de kamer van oen rechter van instructie ontelbare malen te ner- leven, om de gestalte, het gezicht en de stem van die vrouw in alle details te herinneren. Het was een hysterische vrouw, een dom verwaand schepsel, wie de rechter iets inge praat had, die iets van buiten geleerds na- kletste, dat was geen tegenstandster waarvoor men bang behoefde te zijn. Op de trap het toen stikdonker geweest, ze kon hem on mogelijk herkend hebben, hij was sterk genoes geweest om volwassen mannen verdmntsew op te dringen, hoe gemakkelijk zou het zu om de „waarheid" tegenover een vrouw vau zwakken wil te doen zegevieren? (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 8