BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES Aan allen! L.l. Woensdagmiddag is het clubwerk weer begonnen. Na het uitdeelen van de handwerk jes die geen haast hebben, zijn we aan een Sint Nicolaaspresentje begonnen, dat volgen de week klaar komt. Tot slot is een verhaal voorgelezen en werden eenige liedjes gezon gen. De kwartieren vlogen om. Het was weer echt gezellig. Leest allen het slot van de ru briek onder belangrijk. Lief ROZEKNOPJE. Hartelijk dank voor je keurig kleurwerkje en je keurig briefje. Moet je alleen nog gaatjes in je kussensloop maken? Je bedoelt zeker knoopsgaten? Dat is een moeilijk werkje om werkelijk netjes te doen. Of ik prettig uit ben geweest? Ja hoor. Bovendien trof ik goed weer. Zie ik je a.s. Woensdag weer? Dag Rozeknopje. Beste VERONEKA. Mijnheer R. heeft je een goeden raad gegeven. Zoo heb je beide bij eenkomsten kunnen bijwonen. Gezellig zeg dat je mede mag spelen. Nu maar je uiterste best gedaan met de repetitie's. Of ik een pret tige herfstvacantie heb gehad? Ja hoor heel gezellig en prettig. Ook heb ik verschillende scholen bezocht. Het weer was uitstekend, vooral voor November. Tot Woensdag. Dag Veronika. Beste KLEINE ZUS. Wel meisje, is het clubuurtje je bevallen? Ik denk van wel. Vol- gendeweek komt het werkje af. Misschien krijgen we nog een ander cadeautje voor St. Nicolaas af. We zullen maar flink aanpakken. Tot ziens hoor. Dag kleine Zus. Beste MOEDERS OUDSTE. Wat heb je me een aardig briefje op rijm gestuurd Ik denk dat- de andere rubriekertjes er ook van zullen genieten en daarom plaats ik je briefje hieronder. Het postpapier vind ik snoezig. „Even kom ik U bedanken Voor het briefje mij gestuurd Ik zat met verlangen uit te kijken Wat heeft die week mij lang geduurd Maar, ha! het is reeds Woensdagmiddag Woensdagmiddag hsClf twee Moe ik ga gauw naar de club toe Lezeresje gaat met mij mee. Pietje, papje, pouden Ik ben weer verkouden Ik wilde haar sturen naar de Mookerhel Maar ze blijft nog wat bij mij Nu ga ik heerlijk slapen Ik voel me heusch wat moe Van al dat dichten, rijmen Vallen m'n oogen top Ben je nu al weer verkouden? Je bent toch een stakker. Als ik tijd had. zou ik je heusch beklagen. Is het je op de club bevallen? Vol gende week vervolgen wij ons werk. Denk er aan potlood, liniaal en schaar mede te brengen. Dag Moeders Oudste. Lief BOODSCHAPSTERTJE. Prettig dat je zoo naar ons clubuurtje verlangde. Je hebt de uurtjes al meer mede gemaakt, dus je wist hoe het weer ongeveer zijn zou. Dat je er naar verlangde, pleit voor het werk. We ma ken nu eerst eenige eenvoudige St. Nicolaas- cadeautjes. Als die klaar zijn beginnen we aan het kleedje en tegen de Kerstdagen ma ken we nog eenige Kerstversieringen. Het kleedje blijft dan weer even rusten. Wil je je tante zeggen dat ik tot December, iederen Zaterdag en Zondag een logé heb. die 's Maandags weer vertrekt. Van Maandag tot Vrijdag is dus m'n logeerkamer vrij en kan ze komen als ze wil. Jammer dat ik je tante D. niet ontmoet heb. Maar heusch ik heb geen gelegenheid gehad even aan te komen. Mo menteel weet ik zelf niet waar ik met m'n tijd na schooltijd aan toe ben. Misschien lukt het mij heden, Zaterdagavond even aan te ko men. Wil je allen thuis m'n groeten terug doen? Dag Boodschapstertje. Best KRULLEKOPJE. Hartelijk dank ik je voor je teekening. Ze is keurig geteekend en gekleurd. Flink zoo. Neen, het weer is niet zoo mooi meer. Maar mogen we wel klagen? Waren de laatste weken niet, buiten alle be rekeningen om, droog en helder? Neen, een klacht past nu niet. We hebben al November. Binnen twee maanden is het weer Januari en hoewel het dan heel koud kan zijn, lengen dan toch de dagen weer en gaan we de lente en zon tegemoet. Je fiets gaat dus op stal en geniet gedurende eenige maanden een wel verdiende rust. Wil je je grootouders en moe der m'n groeten terug doen? Tot Woensdag. Dag Krullekopje. Best TEEKENAARSTERTJE. Meisjelief. wat heb je je briefje keurig versierd. Ik dank je er wel voor. Ik vind je toch heusch een flink meisje. Je schrijft me steeds geregeld en begon er reeds mede, toen je slechts enkele weken op school was. Je briefjes worden steeds langer en beter gesteld. De taaifoutjes zullen ook wel verdwijnen, wanneer je op school wat verder bent. Is Sint Nicolaas reeds in IJmuiden gearriveerd? Ik ben blij dat ik het weet en zal m'n uiterste best doen, zoo dat de goede man ook over mij tevreden kan zijn. Zie ik je Woensdag weer? Dag Tee- nenaarstertje. Lief LEZERESJE. Nog wel gefeliciteerd zeg. Wat jammer dat ik je verjaardag niet geweten heb. Ik had je dan een kaart kunnen sturen. Natuurlijk wil ik in je album schrij ven. Breng haar a.s. Woensdag maar mede naar de club. Den eerstkomenden Zondag hoop ik er dan gelegenheid voor te hebben en breng haar dan Woensdag er op volgend weer terug. Tot ziens. Dag Lezeresje. Best KRUIDJE ROER ME NIET. Of alle rubriekertjes ook zoo blij zijn als jij dat de club weer begint? Ja, ik meen van wel. In alle briefjes werd het verlangen naar de uurtjes in allerlei bewoordingen uitgedrukt. Ook door de kinderen die voorheen reeds cluburen me- demaakten. Je begrijpt dat ik dat heel pret tig vind en altijd met genoegen m'n voorbe reidingen tref en de uurtjes leid. A.s. Woens dag gaan we aan het werk verder en hoop ik nog wat nieuws te beginnen. Het zou leuk zijn als jullie voor vader en moeder een St. Nico- laascadeautje klaar kregen. Maar hard wer ken, dan lukt het wel. Breng je behalve een liniaal, potlood en schaar ook nog een schoon, ledig luciferdoosje mee? Tot Woensdag. Dag Kruidje roer me niet. Lief ZONDAGSKIND. Je vraagt me of ik een prettige Herfstvacantie heb gehad? Ja hoor. Van Dinsdag tot Zaterdagmiddag ben ik in Dordrecht geweest. Het was er echt gezel lig. Oude kennissen heb ik weer ontmoet en gesproken, eenige scholen bezocht, enz. Het weer was uitstekend. Je vader krijgt toch ze ker wel de schade vergoed? Want hij heeft geen schuld aan het ongeval. Gelukkig dat hij niet bij de fiets stond. Het geval had dan ernstiger kunnen zijn. Nu is het gelukkig slechts een bakfiets die aangereden is. Is het clubuur je bevallen? Tot Woensdag. Df/g Zondagskind. Best CROCUSJE. Hoe het komt dat er 1.1. Zaterdag geen briefje aan je gericht in de rubriek stond, weet ik niet. Ik had de laatste courant mede naar Dordt genomen en heb toen, volgens belofte, aan ieder kind dat mij de week te voren geschreven had, geschreven. Of ik, omdat m'n tijd wat kort was en dus vlug moest werken je naam over het hoofd heb gezien is mogelijk maar dan is dat toch echt per abuis gebeurd, 'k Vind het jammer en beloof beterschap. Hoe heb je het op de club gevonden? Vind je het prettig dat we eerst eenige St. Nicolaas- cadeautjes maken? Denk je Woensdag er vooral om een schoon ledig lucifersdoosje mee te brengen? Dag Crocusje. Beste POLLY. Moppig zeg, dat je met twee andere jongens ook een club hebt opge richt. Heb je ook het zelfde uur als ik n.l. van 1.45—3.00? Jij bent de leider? Dan heb je ook de verantwoordelijkheid en moet je je van te voren terdege voorbereiden. Je moet er voor zorgen dat ieder passend werk krijgt, een verhaal opzoeken om voor te lezen of zelf lezen om te kunnen vertellen, enz. Ik hoop dat je veel pleizier van je leiderschap zult beleven en dat je ledental zich steeds in stijgende lijn zal bewegen. Veel succes hoor. Dag Polly. Lief KALFJE. Zeg vriend, moet ik nu ook nog weerprofetes worden? Me dunkt dat ik al werk genoeg heb. Momenteel ben ik vanmor gen (Donderdag) om 4.30 opgestaan en za: reeds om 5.15 de briefjes te schrijven. Vandaag is er een dame jarig, die ik graag even ga feliciteeren, bovendien heb ik nog veel werk in verband met de schoolvoeding. Opdat alles, n.l. m'n werkverdeeling, op rolletjes zou loo- pen, moest ik wel zoo vroeg beginnen. Neen hoor, aan weervoorspelling ga ik me niet wa gen. Willen Hector en z'n moeder, wanneer het IJselmeer dichtgevroren is, over het meer naar Ermelo wandelen? Dat is me ook een onderneming, zeg. Als ik ze was, ik bond dan de schaatsen onder. Maar weet je wat ik hoop? Dat de winter niet zoo streng wordt. Er zijn zooveel arme menschen, die geen geld hebben om volop te kunnen stoken. Ze hebben met een strengen winter zoo ontzettend veel te lijden, dat ik, ondanks ik je gaarne bezoek aan oude kennissen gun, toch liever voor de min der bedeelden een zachten winter wensch. En dat wensch jij ook, nu ik je er even op attent heb gemaakt. Dat weet ik zeker..Dag Kalfje. Beste BERENDMAN. Dat is een oud be kend liedje, zeg. Vijf en twintig jaar geleden leerde ik het reeds m'n leerlingetjes. Je vraagt me of er veel kinderen op de club waren? Ja hoor. Ik denk dat ik, als het zoo doorgaat, twee tafels noodig zal hebben om allen te plaatsen en behoorlijke werkruimte te geven. Ik be doel n.l. de lange tafels. Het was heel gezel lig. Dat je aan ons clubuurtje denkt, begrijp ik. Je hebt het altijd prettig gevonden op dt club en zou weer present geweest zijn als je niet naar E. verhuisd was. Wil je je ouders m'n groeten terug doen? Dag Berendman. Lief HANDWERKSTERTJE. Meisje meisje, wat is je moeder toch lief voor je. Als je maar even vrij bent en het weer is goed, dan gaat ze met je uit. Je mag heusch wel heel erg lief voor haar zijn en steeds doen wat ze graag wil dat je doet. Heb je nu ook weer een nieuwe jurk? Zal ik je nog herkennen als ik je tegen kom? Een beige jurk met een blauw kraagje en blauwe klepjes, 'k Vind het prach tig hoor. Dag Handwerkstertje. Best ZUSJESBESCHERMSTERTJE. Wil je Jo K. voor haar compliment bedanken? Ja m'n meisjes zijn echte huishoudstertjes, 'k Be grijp dat Jo blij was met haar potje jam Vooral omdat Gré ze gekookt heeft. Waren jullie nog precies voor de bui binnen? Ik niet, want ik had nog heel wat in orde te maken vóór ik naar huis kon gaan. Je vader is een echte bonnenverkooper. Weer of geen weer, hij trekt er op uit. Hij denkt ook: met thuis blij ven en wachten op mooi weer krijgen de kin deren hun maag niet vol; van er op uit trek ken moet het komen. Ja, het clubuur was weer echt gezellig. Tot Woensdag. Dag Zusjesbe- schermstertje. Best GOUDMUILTJE. Het clubwerk is je goed bevallen? Dat vind ik fijn. Ik hoop je volgende week weer te zien, tenminste als je wat later op de tooneelrepetitie kunt komen. Kan dat niet dan kom je maar weer als alles voorbij is. Wat zal jij een knap naaistertje worden. Je hebt al heel wat modelletjes ge maakt. Echt prettig hoor. Dag Goudmuiltje, BELANGRIJK. De couranten die Vrijdags en Zaterdags ver schijnen zijn zoo overladen met kopij, dat vooraf verschillende stukken gezet moeten worden. Onder deze stukken vallen ook de briefjes. Deze moeten in het vervolg uiterlijk 's Woensdags door mij ingeleverd worden. Jullie begrijpt dat ik dan ook jullie briefjes vroeger moet hebben. Inplaats van Donderdags, moeten in het vervolg de briefjes Woensdags vóór 3 uur in mijn bezit zijn. Briefjes die later inkomen, blijven een week liggen. Denken jullie er aan a.s. Woensdag zoo veel mogelijk een potlood, schaar en liniaal mede te brengen en een schoon, ledig luci fersdoosje? Niet vergeten hoor. Veel groeten van MEJ. E. VIJLBRIEF. WAT JUMBO DENKT EN DOET. Gezellige verhalen over olifanten. Een olifant, zoo groot en dik als hij is, is toch meestal zoo speelsch aangelegd als een jong katje. De groote dierenvriend George Hagenbeek, die een circus had, waarin ver scheidene olifanten optraden, vertelt hier van het volgende: Wie met olifanten omgaat, valt vaak van de eene lachbui in de andere, maar moet daarbij terdege oppassen, dat de grappen makerij geen ernst wordt en droevige gevol gen heeft. Olifanten zitten steeds vol kattenkwaad Als ik met hen reisde, liet ik ze steeds den heelen dag loopen, uitsluitend met het doel, ze flink moe te maken, zoodat ze 's avonds geen lust meer hadden om streken uit te ha- len.want als Jumbo zich verveeltberg je dan maar! Een tentstang, de kap van een wagen, een mestvork: 't zijn allemaal prachtige speel dingen die je, als je zoo'n zware slurf en bo vendien nog een paar dikke pooten tot je beschikking hebt. zoo heerlijk kunt versplin teren. De klappen, die je den volgenden mor gen krijgt, zijn niet zoo erg: daar heb je je dikke huid voor! Je knijpt eenvoudig je oogen dicht en doet of je vreeselijk geschrok ken bent. De baas wordt vanzelf weer goed en dan krijg je toch weer klontjes. Als je een olifant goed aankijkt, dan krijg je 't gevoel, dat dit alles en nog veel meer in z'n dikke hoofd omgaat. Ei- wordt weieens gezegd, dat menschen nieuwsgierig zijn, maar een olifant is dit nog veel erger. Zoo had ik eens een exemplaar', dat zijn nieuwsgierigheid moest bevredigen aan een brandende petroleumlamp, die in den stal hing. Toen we doodelijk verschrikt midden in den nacht wakker werden door het lawaai, was alles pikdonker. Na veel moeite werd een reservelamp gevonden en poolshoogte geno men. De olielamp vonden we keurig in on- derdeelen terug, niet kapot. Jumbo had eens willen kijken, hoe dat ding in elkaar zat. Maar één vonkje in de gemorste petroleum had, gezien de groote bossen stroo en hooi, die zich in den stal bevonden, een geweldige ramp kunnen veroorzaken! De olifant is een kuddedier en als men meer dikhuiden bij elkaar heeft, zijn de dieren veel beter te regeeren. Eén is dan meestal de aanvoerder en de anderen gehoorzamen dan stipt. Maar soms komt het wel eens voor, dat de eene olifant den anderen om een on- verklaarbaren reden niet uit kan staan. En dan komt het soms tot kloppartijtjes, die al lesbehalve prettig zijn en zelfs menschen- levens in gevaar kunnen brengen. Eens had ik een uitstekende werkolifant, die zich ja renlang onberispelijk gedragen had, maar toen plotseling de anderen begon aan te vol- De eerste 'ernstige vechtpartij had plaats te Parijs, waar Karnaukel vlak na de voorstel ling een jongeren olifant zoo'n geweldigen opstopper toediende, dat hij als een bal op de tribune viel, die gelukkig juist ontruimd was. Het tralihek en een aantal stoelen bra ken af als lucifershoutjes, doch gelukkig kwamen de menschen met den schrik vrij. Maar in Berlijn begon Karnaukel ook de andere soortgenooten op den grond te boksefi en er vielen harde klappen. Gelukkig waren onze voorstellingen daar gauw afgeloopen en daarna werd Karnaukel op non-actief ge steld. Twee maanden later viel hij echter plotseling om en was binnen een halfuur dood. Bij sectie op het lichaam bleek, dat de olifant hevig aan galsteenen had geleden. De arme stumperd was van tijd tot tijd dol van pijn geweest en had toen links en rechts om zich heengebokst. Een van mijn jongste olifantjes, Mally ge- heeten, was zoo vreeselijk speelsch, dat er geen land met haar te bezeilen was. Alle olifanten gingen iederen dag netjes op een rijtje naar het circus en moesten dan steeds voorbij een prachtig perk viooltjes Geen van de anderen bekommerden zich om de bloemen, Alleen Mally kon er nooit voorbij komen zonder met haar slurf een bos viooltjes uit te trekken en de aarde woest in het rond te slingeren. Slaag noch stompen van haar kameraden hielpen: Mally bleef ondeugend. Ze was ook de eenige olifant, die nooit heeft willen ge hoorzamen bij 't kunstjes vertoonen en kon bijv. niet eens netjes een boomstam dragen Drie stappen ver ging het goed, dan gooide ze den boomstam neer. En we moesten er maar in berusten, dat Mally niet wilde mee doen! WAAR IS DE VOGF» DE VONDELING Een ware geschiedenis uit het oude Triëst Jagertje, je schiet vast mis Als je eens wist, waar de vogel is. Wanneer de jager naar huis is gegaan Wijzen jullie den vogel maar aan. W. B.—Z. Ik ga je vandaag een heel oud verhaal vertellen, dat nog in "de overlevering van de stad Triëst voortleeft. De vaders vertellen het aan hun kinderen en als de kinderen la ter zelf volwassen geworden zijn, vertellen ze het weer aan hun kinderenen dus moet het wel echt zijn, denk je ook niet? In oude tijden bestond er in Triëst, evenals trouwens in veel andere steden, een vonde lingenhuis. In den buitenmuur van het non nenklooster, dat tevens ziekenhuis was, was onder een der ramen een draaibare houten schijf aangebracht, waarop arme ouders die met hun jongste kindje geen raad wisten, het zachte bundeltje konden neerleggen. Ze trok ken dan meteen aan de bel, een zuster kwam aangeloopen, draaide de schijf om en bracht het kindje naar binnen, waar het liefdevol werd opgenomen. Nu gebeurde het eens, dat in somberen oorlogstijd, toen er te Triëst bit tere armoe geleden werd, het gezin van een schoenmaker, dat reeds zes kinderen telde, nog met een lief zuigelingetje verrijkt werd. Het kindje was een schat van een jongen, maar toch liepen de tranen de arme nroeder over de wangen. Want niemand liet in die schrale tijden meer z'n schoenen lappen en juist dien avond was het allerlaatste stukje brood in het schoenmakershuis opgegeten. Wat moesten ze beginnen? Huilen en jam meren hielp niet; 't eenige wat er op zat, was, dat vader het schattige jongetje te von deling ging leggen, om te voorkomen dat het van honger zou sterven. En zoo gebeurde 't dat de schoenmaker in een somberen storm nacht het kleine, zachte bundeltje in zijn bevende handen nam en er mee de straat opgingden langen, droevigen weg naar het vondelingenhuis. Zachtjes op zijn teenen loopend en tel kens omkijkend of niemand hem zag, stond hij eindelijk voor de draaischijf endeins de verschrikt achteruit, want daar lag in het witte maanlicht dat tusscshen de wolken doorflitste, reeds 'n ander klein wit bundeltje Een andere arme vader, net zoo wanhopig als hij, had hier een kindje neergelegd en in zijn verdriet zeker vergeten aan de bel te trekken. En toen hij dat hulpelooze wezentje zoo klein en wit op de draaischijf zag liggen, kreeg de schoenmaker opeens vreeselijk me delijden. Ja, hij vergat heelemaal, dat hij van plan was zijn eigen kind te vondeling te leggen en werd boos op die vreemde ouders! En op dit oogenblik sloeg het vreemde kindje opeens de oogen op en keek hem met twee groote donkerblauwe oogen aan. 't Was den schoenmaker of die ernstige vragende blik hem dwars door het hart ging, en nu eerst besefte hij, dat hij ook zoo'n wreede vader was. Maar tegelijkertijd dacht hij: Neen, dat kan ik niet doen. Dat nooit! En hij drukte zijn eigen kindje stijf tegen zijn borst en wilde haastig naar huis gaan. Maarweer keek hij in de oogen van het andere vonde lingetje. Hoe moest dat nu? Kon hij nu zijn eigen kind mee naar huis nemen en dat an dere kleintje, dat hem zoo vragend aankeek, laten liggen? Neen, dat kon toch ook niet! En een half uur later stommelde de schoen maker het trapje van zijn armoedige kelder woning weer af. Inplaats van een droeg hij twee witte bundeltjes in de armen en legde ze op tafel neer. De schoenmakersvrouw slaakte een kreet van schrik en op 't zelfde oogenblik begon het vreemde kindje te schreien. En toen zei de vrouw maar niets meer, maar ze nam het in haar armen en begon de doeken, waarin het gewikkeld was los te maken. En kijk, reeds toen ze de eer ste doek had afgewikkeld, rolde een goudstuk op d e tafel. Een tweede volgde en nog een en nog eenen toen het kindje was uitge kleed, schitterde de tafel van het zuivei'ste goud. Nog nooit had het arme schoenmakers- paar zoo'n schat bij elkaar gezien! Waar de schat vandaan kwam, heeft men nooit kunnen ontdekken. Jaloersche buurlui fluisterden dat het regelrecht van den dui vel afkomstig was en wel plotseling in stof zou uiteenvallen, maar de pastoor van de groote Kathedraal Maria Maggiore zei, dat God hen had willen beproeven en hun de zen schat geschonken had als belooning, toen i de schoenmaker aan de verzoeking om zijn kindje te vondeling te leggen, weerstand had geboden. Wist je dat? Het paleis op den Dam te Amsterdam rust op 13659 palen. Wistje dat? De vorige koning van Enge land Eduard VIII gaf al? Prins van Wales op een van zijn wereldreizen 600 dasspelden als herinnering cadeau ter waarde van f 50.000. wel, bouwden ze zooveel honfi jaar geleden te Amersfoort al een heel nip, we wijk?" Want ik dacht dat met dat Nieuw Amersfoort een nieuwe wijk van ons AmerT foort bedoeld werd. Toen ik echter verder l£ ontdekte ik dat ik dit Nieuw-Amersfoort in Amerika moest zoeken. Het is een deel van New-York zoo genoemd, omdat een Amers foorter zich daar het eerst, nu ongeveer 3oü jaar geleden, gevestigd heeft. Zoo treffen wp in Amerika wel meer Hollandsche plaatsna men aan. We vinden er n.l. ook Haarlem en Breukelen. Ook Zuid-Afrika heeft plaatsen met Hollandsche namen, o.a. Middelburg Er melo, Utrecht. Dit verschijnsel doet zich'ech ter niet alleen in Amerika en Afrika voor maar evengoed in de verschillende landen van Europa. Zoo vinden we de plaatsnaam Ede niet alleen in ons land, maar ook in Zweden en Engeland. Ons Barneveld heet in Engeland Bare field, en ons Beverwijk heet daar Berwick en van ons Breedvoort maken de Engelschen Bradford. Ons Drentsche As sen vinden we als Assche in Belgisch Brabant en als Assens op het Deensche eiland Funen. Ons Apeldoorn en de buurtschap Wiesel ten N. daarvan vinden we in de omgeving van Kleef in Duitschland terug als Appeldorn en Wissel. Ons Hoorn vinden we in Denemarken terug als Home; ons Olst daarentegen heet ook in Denemarken Olst, zooals onze De Peel in N. Brabant ook in Engeland Peel heet. Omgekeerd vinden we tal van buitenlandsche plaatsnamen, ja zelfs namen van vreemde landen of werelddeelen in ons land terug als plaatsnaam of naam van een deel van eea plaats. Om b.v. Amerika te bezoeken behoe ven we den Oceaan niet over te steken, maar kunnen dat doen door een spoorkaartje te nemen te Venlo naar Amerika, waar we na 21 minuten sporens van Venlo aankomen; het ligt even voorbij Horst. Willen we echter naar Nieuw Amerika, dan gaan we naar Gaasterland in Friesland. Om Zurich te be zoeken is 't niet noodig de reis naar Zwitser land te maken. We maken een reisje over den afsluitdijk en komen zoo in Zurich. Ook Si berië en Spitsbergen kunnen we bezoeken zonder een pooltocht te ondernemen. Voor 't eerste hebben we zelfs keus uit 3 reizen; we vinden het in Beilen, Schore en Zeist; voor 't laatste, Spitsbergen dus, gaan we óf naar Sappemeer óf naar Zuidbroek. Wie naar Lom bok of Mataram wil. hoeft geen retourtje bij de Maatschappij Nederland of de Rotter- damsche Lloyd te nemen, maar hij kgn vol staan met een bezoek aan Leersum of Dalf- sen. Wie Elba wil bezoeken kan dat doen in Venhuizen of in Oude-Niedorp, maar hij zal hier geen herinneringen aan Napoleon vin den en wie iemand naar Andere wereld wil helpen, behoeft geen moord op hem te be gaan, maar kan hem sturen naar Middeldum. Wie Zandvoort wil bezoeken en toch geen zee wil zien, ga naar het Drentsche Zandvoort bij Exent. W. B.-Z. Wist je dat? Denemarken bestaat uit ongeveer 500 eilanden.: Het heeft maar 1 stad met meer dan 100.000 inwoners en wel Ko penhagen (850.000 inw.) De brug over de kleine Belt is 825 meter lang en telt 25 bogen. Een tweede brug van 3200 meter lengte zal het eiland Seeland met Golder verbinden. De hoofdstad telt ongeveer 400.000 fietsers. Op elke 11 inwoners 1 telefoontoestel. De schoor steenveger draagt in Denemarken onder zijn werk een hoogen hoed. Wist je dat? Een kabeljauw legt gemid deld 5.000.000 eitjes en een tarbot 8.000.000 ZE WOONDEN IN EEN TON. door W. B.—Z. Ze woonden met zijn beidjes Al in een groote ton. Ze hadden licht en warmte, Soms ook een beetje zon. Ze sliepen op een bedje Van zeegras en kapok Ze gingen 's avonds altijd Met de kippetjes op stok. Ze hadden een fornuisje Met pannetjes heel klein Al aten ze ook weinig Zij kookte toch wat fijn En komt het Haarlem'* Dan pakt zij vlug de krant Hij luistert, wat gebeurd is In 't lieve vaderland. Maar wordt het strakjes donker, Dan sluiten zij de ton, Ze slapen tot den morgen Tot hen weer wekt de zon.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 10