BESTE VRIENDINNETJES
EN VRIENDJES
Aan allen!
L.l. Woensdagmiddag is het clubwerk weer
begonnen. Na het uitdeelen van de handwerk
jes die geen haast hebben, zijn we aan een
Sint Nicolaaspresentje begonnen, dat volgen
de week klaar komt. Tot slot is een verhaal
voorgelezen en werden eenige liedjes gezon
gen. De kwartieren vlogen om. Het was weer
echt gezellig. Leest allen het slot van de ru
briek onder belangrijk.
Lief ROZEKNOPJE. Hartelijk dank voor
je keurig kleurwerkje en je keurig briefje.
Moet je alleen nog gaatjes in je kussensloop
maken? Je bedoelt zeker knoopsgaten? Dat
is een moeilijk werkje om werkelijk netjes te
doen. Of ik prettig uit ben geweest? Ja hoor.
Bovendien trof ik goed weer. Zie ik je a.s.
Woensdag weer? Dag Rozeknopje.
Beste VERONEKA. Mijnheer R. heeft je
een goeden raad gegeven. Zoo heb je beide bij
eenkomsten kunnen bijwonen. Gezellig zeg
dat je mede mag spelen. Nu maar je uiterste
best gedaan met de repetitie's. Of ik een pret
tige herfstvacantie heb gehad? Ja hoor heel
gezellig en prettig. Ook heb ik verschillende
scholen bezocht. Het weer was uitstekend,
vooral voor November. Tot Woensdag. Dag
Veronika.
Beste KLEINE ZUS. Wel meisje, is het
clubuurtje je bevallen? Ik denk van wel. Vol-
gendeweek komt het werkje af. Misschien
krijgen we nog een ander cadeautje voor St.
Nicolaas af. We zullen maar flink aanpakken.
Tot ziens hoor. Dag kleine Zus.
Beste MOEDERS OUDSTE. Wat heb je
me een aardig briefje op rijm gestuurd Ik
denk dat- de andere rubriekertjes er ook van
zullen genieten en daarom plaats ik je briefje
hieronder. Het postpapier vind ik snoezig.
„Even kom ik U bedanken
Voor het briefje mij gestuurd
Ik zat met verlangen uit te kijken
Wat heeft die week mij lang geduurd
Maar, ha! het is reeds Woensdagmiddag
Woensdagmiddag hsClf twee
Moe ik ga gauw naar de club toe
Lezeresje gaat met mij mee.
Pietje, papje, pouden
Ik ben weer verkouden
Ik wilde haar sturen naar de Mookerhel
Maar ze blijft nog wat bij mij
Nu ga ik heerlijk slapen
Ik voel me heusch wat moe
Van al dat dichten, rijmen
Vallen m'n oogen top
Ben je nu al weer verkouden? Je bent toch
een stakker. Als ik tijd had. zou ik je heusch
beklagen. Is het je op de club bevallen? Vol
gende week vervolgen wij ons werk. Denk er
aan potlood, liniaal en schaar mede te
brengen. Dag Moeders Oudste.
Lief BOODSCHAPSTERTJE. Prettig dat
je zoo naar ons clubuurtje verlangde. Je hebt
de uurtjes al meer mede gemaakt, dus je wist
hoe het weer ongeveer zijn zou. Dat je er
naar verlangde, pleit voor het werk. We ma
ken nu eerst eenige eenvoudige St. Nicolaas-
cadeautjes. Als die klaar zijn beginnen we
aan het kleedje en tegen de Kerstdagen ma
ken we nog eenige Kerstversieringen. Het
kleedje blijft dan weer even rusten. Wil je je
tante zeggen dat ik tot December, iederen
Zaterdag en Zondag een logé heb. die
's Maandags weer vertrekt. Van Maandag tot
Vrijdag is dus m'n logeerkamer vrij en kan ze
komen als ze wil. Jammer dat ik je tante D.
niet ontmoet heb. Maar heusch ik heb geen
gelegenheid gehad even aan te komen. Mo
menteel weet ik zelf niet waar ik met m'n tijd
na schooltijd aan toe ben. Misschien lukt het
mij heden, Zaterdagavond even aan te ko
men. Wil je allen thuis m'n groeten terug
doen? Dag Boodschapstertje.
Best KRULLEKOPJE. Hartelijk dank ik
je voor je teekening. Ze is keurig geteekend en
gekleurd. Flink zoo. Neen, het weer is niet
zoo mooi meer. Maar mogen we wel klagen?
Waren de laatste weken niet, buiten alle be
rekeningen om, droog en helder? Neen, een
klacht past nu niet. We hebben al November.
Binnen twee maanden is het weer Januari en
hoewel het dan heel koud kan zijn, lengen
dan toch de dagen weer en gaan we de lente
en zon tegemoet. Je fiets gaat dus op stal en
geniet gedurende eenige maanden een wel
verdiende rust. Wil je je grootouders en moe
der m'n groeten terug doen? Tot Woensdag.
Dag Krullekopje.
Best TEEKENAARSTERTJE. Meisjelief.
wat heb je je briefje keurig versierd. Ik dank
je er wel voor. Ik vind je toch heusch een
flink meisje. Je schrijft me steeds geregeld
en begon er reeds mede, toen je slechts enkele
weken op school was. Je briefjes worden
steeds langer en beter gesteld. De taaifoutjes
zullen ook wel verdwijnen, wanneer je op
school wat verder bent. Is Sint Nicolaas reeds
in IJmuiden gearriveerd? Ik ben blij dat ik
het weet en zal m'n uiterste best doen, zoo
dat de goede man ook over mij tevreden kan
zijn. Zie ik je Woensdag weer? Dag Tee-
nenaarstertje.
Lief LEZERESJE. Nog wel gefeliciteerd
zeg. Wat jammer dat ik je verjaardag niet
geweten heb. Ik had je dan een kaart kunnen
sturen. Natuurlijk wil ik in je album schrij
ven. Breng haar a.s. Woensdag maar mede
naar de club. Den eerstkomenden Zondag
hoop ik er dan gelegenheid voor te hebben en
breng haar dan Woensdag er op volgend weer
terug. Tot ziens. Dag Lezeresje.
Best KRUIDJE ROER ME NIET. Of alle
rubriekertjes ook zoo blij zijn als jij dat de
club weer begint? Ja, ik meen van wel. In alle
briefjes werd het verlangen naar de uurtjes
in allerlei bewoordingen uitgedrukt. Ook door
de kinderen die voorheen reeds cluburen me-
demaakten. Je begrijpt dat ik dat heel pret
tig vind en altijd met genoegen m'n voorbe
reidingen tref en de uurtjes leid. A.s. Woens
dag gaan we aan het werk verder en hoop ik
nog wat nieuws te beginnen. Het zou leuk zijn
als jullie voor vader en moeder een St. Nico-
laascadeautje klaar kregen. Maar hard wer
ken, dan lukt het wel. Breng je behalve een
liniaal, potlood en schaar ook nog een schoon,
ledig luciferdoosje mee? Tot Woensdag.
Dag Kruidje roer me niet.
Lief ZONDAGSKIND. Je vraagt me of ik
een prettige Herfstvacantie heb gehad? Ja
hoor. Van Dinsdag tot Zaterdagmiddag ben ik
in Dordrecht geweest. Het was er echt gezel
lig. Oude kennissen heb ik weer ontmoet en
gesproken, eenige scholen bezocht, enz. Het
weer was uitstekend. Je vader krijgt toch ze
ker wel de schade vergoed? Want hij heeft
geen schuld aan het ongeval. Gelukkig dat hij
niet bij de fiets stond. Het geval had dan
ernstiger kunnen zijn. Nu is het gelukkig
slechts een bakfiets die aangereden is. Is het
clubuur je bevallen? Tot Woensdag. Df/g
Zondagskind.
Best CROCUSJE. Hoe het komt dat er
1.1. Zaterdag geen briefje aan je gericht in de
rubriek stond, weet ik niet. Ik had de laatste
courant mede naar Dordt genomen en heb
toen, volgens belofte, aan ieder kind dat mij
de week te voren geschreven had, geschreven.
Of ik, omdat m'n tijd wat kort was en dus
vlug moest werken je naam over het hoofd
heb gezien is mogelijk maar dan is dat toch
echt per abuis gebeurd, 'k Vind het jammer
en beloof beterschap.
Hoe heb je het op de club gevonden? Vind
je het prettig dat we eerst eenige St. Nicolaas-
cadeautjes maken? Denk je Woensdag er
vooral om een schoon ledig lucifersdoosje mee
te brengen? Dag Crocusje.
Beste POLLY. Moppig zeg, dat je met
twee andere jongens ook een club hebt opge
richt. Heb je ook het zelfde uur als ik n.l. van
1.45—3.00? Jij bent de leider? Dan heb je ook
de verantwoordelijkheid en moet je je van te
voren terdege voorbereiden. Je moet er voor
zorgen dat ieder passend werk krijgt, een
verhaal opzoeken om voor te lezen of zelf lezen
om te kunnen vertellen, enz. Ik hoop dat je
veel pleizier van je leiderschap zult beleven
en dat je ledental zich steeds in stijgende
lijn zal bewegen. Veel succes hoor. Dag Polly.
Lief KALFJE. Zeg vriend, moet ik nu ook
nog weerprofetes worden? Me dunkt dat ik al
werk genoeg heb. Momenteel ben ik vanmor
gen (Donderdag) om 4.30 opgestaan en za:
reeds om 5.15 de briefjes te schrijven. Vandaag
is er een dame jarig, die ik graag even ga
feliciteeren, bovendien heb ik nog veel werk
in verband met de schoolvoeding. Opdat alles,
n.l. m'n werkverdeeling, op rolletjes zou loo-
pen, moest ik wel zoo vroeg beginnen. Neen
hoor, aan weervoorspelling ga ik me niet wa
gen. Willen Hector en z'n moeder, wanneer
het IJselmeer dichtgevroren is, over het meer
naar Ermelo wandelen? Dat is me ook een
onderneming, zeg. Als ik ze was, ik bond dan
de schaatsen onder. Maar weet je wat ik hoop?
Dat de winter niet zoo streng wordt. Er zijn
zooveel arme menschen, die geen geld hebben
om volop te kunnen stoken. Ze hebben met
een strengen winter zoo ontzettend veel te
lijden, dat ik, ondanks ik je gaarne bezoek aan
oude kennissen gun, toch liever voor de min
der bedeelden een zachten winter wensch. En
dat wensch jij ook, nu ik je er even op attent
heb gemaakt. Dat weet ik zeker..Dag Kalfje.
Beste BERENDMAN. Dat is een oud be
kend liedje, zeg. Vijf en twintig jaar geleden
leerde ik het reeds m'n leerlingetjes. Je vraagt
me of er veel kinderen op de club waren? Ja
hoor. Ik denk dat ik, als het zoo doorgaat, twee
tafels noodig zal hebben om allen te plaatsen
en behoorlijke werkruimte te geven. Ik be
doel n.l. de lange tafels. Het was heel gezel
lig. Dat je aan ons clubuurtje denkt, begrijp
ik. Je hebt het altijd prettig gevonden op dt
club en zou weer present geweest zijn als je
niet naar E. verhuisd was. Wil je je ouders
m'n groeten terug doen? Dag Berendman.
Lief HANDWERKSTERTJE. Meisje
meisje, wat is je moeder toch lief voor je. Als
je maar even vrij bent en het weer is goed,
dan gaat ze met je uit. Je mag heusch wel heel
erg lief voor haar zijn en steeds doen wat ze
graag wil dat je doet. Heb je nu ook weer een
nieuwe jurk? Zal ik je nog herkennen als ik
je tegen kom? Een beige jurk met een blauw
kraagje en blauwe klepjes, 'k Vind het prach
tig hoor. Dag Handwerkstertje.
Best ZUSJESBESCHERMSTERTJE. Wil je
Jo K. voor haar compliment bedanken? Ja
m'n meisjes zijn echte huishoudstertjes, 'k Be
grijp dat Jo blij was met haar potje jam
Vooral omdat Gré ze gekookt heeft. Waren
jullie nog precies voor de bui binnen? Ik niet,
want ik had nog heel wat in orde te maken
vóór ik naar huis kon gaan. Je vader is een
echte bonnenverkooper. Weer of geen weer, hij
trekt er op uit. Hij denkt ook: met thuis blij
ven en wachten op mooi weer krijgen de kin
deren hun maag niet vol; van er op uit trek
ken moet het komen. Ja, het clubuur was weer
echt gezellig. Tot Woensdag. Dag Zusjesbe-
schermstertje.
Best GOUDMUILTJE. Het clubwerk is je
goed bevallen? Dat vind ik fijn. Ik hoop je
volgende week weer te zien, tenminste als je
wat later op de tooneelrepetitie kunt komen.
Kan dat niet dan kom je maar weer als alles
voorbij is. Wat zal jij een knap naaistertje
worden. Je hebt al heel wat modelletjes ge
maakt. Echt prettig hoor. Dag Goudmuiltje,
BELANGRIJK.
De couranten die Vrijdags en Zaterdags ver
schijnen zijn zoo overladen met kopij, dat
vooraf verschillende stukken gezet moeten
worden. Onder deze stukken vallen ook de
briefjes. Deze moeten in het vervolg uiterlijk
's Woensdags door mij ingeleverd worden.
Jullie begrijpt dat ik dan ook jullie briefjes
vroeger moet hebben.
Inplaats van Donderdags, moeten in het
vervolg de briefjes Woensdags vóór 3 uur in
mijn bezit zijn. Briefjes die later inkomen,
blijven een week liggen.
Denken jullie er aan a.s. Woensdag zoo
veel mogelijk een potlood, schaar en liniaal
mede te brengen en een schoon, ledig luci
fersdoosje? Niet vergeten hoor.
Veel groeten van
MEJ. E. VIJLBRIEF.
WAT JUMBO DENKT EN DOET.
Gezellige verhalen over olifanten.
Een olifant, zoo groot en dik als hij is, is
toch meestal zoo speelsch aangelegd als een
jong katje. De groote dierenvriend George
Hagenbeek, die een circus had, waarin ver
scheidene olifanten optraden, vertelt hier
van het volgende:
Wie met olifanten omgaat, valt vaak van
de eene lachbui in de andere, maar moet
daarbij terdege oppassen, dat de grappen
makerij geen ernst wordt en droevige gevol
gen heeft.
Olifanten zitten steeds vol kattenkwaad
Als ik met hen reisde, liet ik ze steeds den
heelen dag loopen, uitsluitend met het doel,
ze flink moe te maken, zoodat ze 's avonds
geen lust meer hadden om streken uit te ha-
len.want als Jumbo zich verveeltberg je
dan maar!
Een tentstang, de kap van een wagen, een
mestvork: 't zijn allemaal prachtige speel
dingen die je, als je zoo'n zware slurf en bo
vendien nog een paar dikke pooten tot je
beschikking hebt. zoo heerlijk kunt versplin
teren. De klappen, die je den volgenden mor
gen krijgt, zijn niet zoo erg: daar heb je je
dikke huid voor! Je knijpt eenvoudig je
oogen dicht en doet of je vreeselijk geschrok
ken bent. De baas wordt vanzelf weer goed
en dan krijg je toch weer klontjes.
Als je een olifant goed aankijkt, dan
krijg je 't gevoel, dat dit alles en nog veel
meer in z'n dikke hoofd omgaat.
Ei- wordt weieens gezegd, dat menschen
nieuwsgierig zijn, maar een olifant is dit nog
veel erger. Zoo had ik eens een exemplaar', dat
zijn nieuwsgierigheid moest bevredigen aan
een brandende petroleumlamp, die in den stal
hing. Toen we doodelijk verschrikt midden in
den nacht wakker werden door het lawaai,
was alles pikdonker. Na veel moeite werd een
reservelamp gevonden en poolshoogte geno
men. De olielamp vonden we keurig in on-
derdeelen terug, niet kapot. Jumbo had eens
willen kijken, hoe dat ding in elkaar zat.
Maar één vonkje in de gemorste petroleum
had, gezien de groote bossen stroo en hooi,
die zich in den stal bevonden, een geweldige
ramp kunnen veroorzaken!
De olifant is een kuddedier en als men meer
dikhuiden bij elkaar heeft, zijn de dieren
veel beter te regeeren. Eén is dan meestal
de aanvoerder en de anderen gehoorzamen
dan stipt. Maar soms komt het wel eens voor,
dat de eene olifant den anderen om een on-
verklaarbaren reden niet uit kan staan. En
dan komt het soms tot kloppartijtjes, die al
lesbehalve prettig zijn en zelfs menschen-
levens in gevaar kunnen brengen. Eens had
ik een uitstekende werkolifant, die zich ja
renlang onberispelijk gedragen had, maar
toen plotseling de anderen begon aan te vol-
De eerste 'ernstige vechtpartij had plaats te
Parijs, waar Karnaukel vlak na de voorstel
ling een jongeren olifant zoo'n geweldigen
opstopper toediende, dat hij als een bal op
de tribune viel, die gelukkig juist ontruimd
was. Het tralihek en een aantal stoelen bra
ken af als lucifershoutjes, doch gelukkig
kwamen de menschen met den schrik vrij.
Maar in Berlijn begon Karnaukel ook de
andere soortgenooten op den grond te boksefi
en er vielen harde klappen. Gelukkig waren
onze voorstellingen daar gauw afgeloopen en
daarna werd Karnaukel op non-actief ge
steld. Twee maanden later viel hij echter
plotseling om en was binnen een halfuur
dood. Bij sectie op het lichaam bleek, dat de
olifant hevig aan galsteenen had geleden. De
arme stumperd was van tijd tot tijd dol van
pijn geweest en had toen links en rechts om
zich heengebokst.
Een van mijn jongste olifantjes, Mally ge-
heeten, was zoo vreeselijk speelsch, dat er
geen land met haar te bezeilen was.
Alle olifanten gingen iederen dag netjes
op een rijtje naar het circus en moesten
dan steeds voorbij een prachtig perk viooltjes
Geen van de anderen bekommerden zich
om de bloemen, Alleen Mally kon er nooit
voorbij komen zonder met haar slurf een
bos viooltjes uit te trekken en de aarde woest
in het rond te slingeren.
Slaag noch stompen van haar kameraden
hielpen: Mally bleef ondeugend. Ze was ook
de eenige olifant, die nooit heeft willen ge
hoorzamen bij 't kunstjes vertoonen en kon
bijv. niet eens netjes een boomstam dragen
Drie stappen ver ging het goed, dan gooide
ze den boomstam neer. En we moesten er
maar in berusten, dat Mally niet wilde mee
doen!
WAAR IS DE VOGF»
DE VONDELING
Een ware geschiedenis uit het oude Triëst
Jagertje, je schiet vast mis
Als je eens wist, waar de vogel is.
Wanneer de jager naar huis is gegaan
Wijzen jullie den vogel maar aan.
W. B.—Z.
Ik ga je vandaag een heel oud verhaal
vertellen, dat nog in "de overlevering van de
stad Triëst voortleeft. De vaders vertellen
het aan hun kinderen en als de kinderen la
ter zelf volwassen geworden zijn, vertellen
ze het weer aan hun kinderenen dus
moet het wel echt zijn, denk je ook niet?
In oude tijden bestond er in Triëst, evenals
trouwens in veel andere steden, een vonde
lingenhuis. In den buitenmuur van het non
nenklooster, dat tevens ziekenhuis was, was
onder een der ramen een draaibare houten
schijf aangebracht, waarop arme ouders die
met hun jongste kindje geen raad wisten, het
zachte bundeltje konden neerleggen. Ze trok
ken dan meteen aan de bel, een zuster kwam
aangeloopen, draaide de schijf om en bracht
het kindje naar binnen, waar het liefdevol
werd opgenomen. Nu gebeurde het eens, dat
in somberen oorlogstijd, toen er te Triëst bit
tere armoe geleden werd, het gezin van een
schoenmaker, dat reeds zes kinderen telde,
nog met een lief zuigelingetje verrijkt werd.
Het kindje was een schat van een jongen,
maar toch liepen de tranen de arme nroeder
over de wangen. Want niemand liet in die
schrale tijden meer z'n schoenen lappen en
juist dien avond was het allerlaatste stukje
brood in het schoenmakershuis opgegeten.
Wat moesten ze beginnen? Huilen en jam
meren hielp niet; 't eenige wat er op zat,
was, dat vader het schattige jongetje te von
deling ging leggen, om te voorkomen dat het
van honger zou sterven. En zoo gebeurde 't
dat de schoenmaker in een somberen storm
nacht het kleine, zachte bundeltje in zijn
bevende handen nam en er mee de straat
opgingden langen, droevigen weg naar
het vondelingenhuis.
Zachtjes op zijn teenen loopend en tel
kens omkijkend of niemand hem zag, stond
hij eindelijk voor de draaischijf endeins
de verschrikt achteruit, want daar lag in het
witte maanlicht dat tusscshen de wolken
doorflitste, reeds 'n ander klein wit bundeltje
Een andere arme vader, net zoo wanhopig
als hij, had hier een kindje neergelegd en in
zijn verdriet zeker vergeten aan de bel te
trekken.
En toen hij dat hulpelooze wezentje zoo
klein en wit op de draaischijf zag liggen,
kreeg de schoenmaker opeens vreeselijk me
delijden. Ja, hij vergat heelemaal, dat hij
van plan was zijn eigen kind te vondeling te
leggen en werd boos op die vreemde ouders!
En op dit oogenblik sloeg het vreemde
kindje opeens de oogen op en keek hem met
twee groote donkerblauwe oogen aan. 't Was
den schoenmaker of die ernstige vragende
blik hem dwars door het hart ging, en nu
eerst besefte hij, dat hij ook zoo'n wreede
vader was.
Maar tegelijkertijd dacht hij: Neen, dat
kan ik niet doen. Dat nooit! En hij drukte
zijn eigen kindje stijf tegen zijn borst en
wilde haastig naar huis gaan. Maarweer
keek hij in de oogen van het andere vonde
lingetje. Hoe moest dat nu? Kon hij nu zijn
eigen kind mee naar huis nemen en dat an
dere kleintje, dat hem zoo vragend aankeek,
laten liggen? Neen, dat kon toch ook niet!
En een half uur later stommelde de schoen
maker het trapje van zijn armoedige kelder
woning weer af. Inplaats van een droeg hij
twee witte bundeltjes in de armen en legde
ze op tafel neer. De schoenmakersvrouw
slaakte een kreet van schrik en op 't zelfde
oogenblik begon het vreemde kindje te
schreien. En toen zei de vrouw maar niets
meer, maar ze nam het in haar armen en
begon de doeken, waarin het gewikkeld was
los te maken. En kijk, reeds toen ze de eer
ste doek had afgewikkeld, rolde een goudstuk
op d e tafel. Een tweede volgde en nog een
en nog eenen toen het kindje was uitge
kleed, schitterde de tafel van het zuivei'ste
goud. Nog nooit had het arme schoenmakers-
paar zoo'n schat bij elkaar gezien!
Waar de schat vandaan kwam, heeft men
nooit kunnen ontdekken. Jaloersche buurlui
fluisterden dat het regelrecht van den dui
vel afkomstig was en wel plotseling in stof
zou uiteenvallen, maar de pastoor van de
groote Kathedraal Maria Maggiore zei, dat
God hen had willen beproeven en hun de
zen schat geschonken had als belooning, toen i
de schoenmaker aan de verzoeking om zijn
kindje te vondeling te leggen, weerstand had
geboden.
Wist je dat? Het paleis op den Dam te
Amsterdam rust op 13659 palen.
Wistje dat? De vorige koning van Enge
land Eduard VIII gaf al? Prins van Wales op
een van zijn wereldreizen 600 dasspelden als
herinnering cadeau ter waarde van f 50.000.
wel, bouwden ze zooveel honfi
jaar geleden te Amersfoort al een heel nip,
we wijk?" Want ik dacht dat met dat Nieuw
Amersfoort een nieuwe wijk van ons AmerT
foort bedoeld werd. Toen ik echter verder l£
ontdekte ik dat ik dit Nieuw-Amersfoort in
Amerika moest zoeken. Het is een deel van
New-York zoo genoemd, omdat een Amers
foorter zich daar het eerst, nu ongeveer 3oü
jaar geleden, gevestigd heeft. Zoo treffen wp
in Amerika wel meer Hollandsche plaatsna
men aan. We vinden er n.l. ook Haarlem en
Breukelen. Ook Zuid-Afrika heeft plaatsen
met Hollandsche namen, o.a. Middelburg Er
melo, Utrecht. Dit verschijnsel doet zich'ech
ter niet alleen in Amerika en Afrika voor
maar evengoed in de verschillende landen
van Europa. Zoo vinden we de plaatsnaam
Ede niet alleen in ons land, maar ook in
Zweden en Engeland. Ons Barneveld heet
in Engeland Bare field, en ons Beverwijk heet
daar Berwick en van ons Breedvoort maken
de Engelschen Bradford. Ons Drentsche As
sen vinden we als Assche in Belgisch Brabant
en als Assens op het Deensche eiland Funen.
Ons Apeldoorn en de buurtschap Wiesel ten
N. daarvan vinden we in de omgeving van
Kleef in Duitschland terug als Appeldorn en
Wissel. Ons Hoorn vinden we in Denemarken
terug als Home; ons Olst daarentegen heet
ook in Denemarken Olst, zooals onze De Peel
in N. Brabant ook in Engeland Peel heet.
Omgekeerd vinden we tal van buitenlandsche
plaatsnamen, ja zelfs namen van vreemde
landen of werelddeelen in ons land terug als
plaatsnaam of naam van een deel van eea
plaats. Om b.v. Amerika te bezoeken behoe
ven we den Oceaan niet over te steken, maar
kunnen dat doen door een spoorkaartje te
nemen te Venlo naar Amerika, waar we na
21 minuten sporens van Venlo aankomen;
het ligt even voorbij Horst. Willen we echter
naar Nieuw Amerika, dan gaan we naar
Gaasterland in Friesland. Om Zurich te be
zoeken is 't niet noodig de reis naar Zwitser
land te maken. We maken een reisje over den
afsluitdijk en komen zoo in Zurich. Ook Si
berië en Spitsbergen kunnen we bezoeken
zonder een pooltocht te ondernemen. Voor
't eerste hebben we zelfs keus uit 3 reizen;
we vinden het in Beilen, Schore en Zeist; voor
't laatste, Spitsbergen dus, gaan we óf naar
Sappemeer óf naar Zuidbroek. Wie naar Lom
bok of Mataram wil. hoeft geen retourtje bij
de Maatschappij Nederland of de Rotter-
damsche Lloyd te nemen, maar hij kgn vol
staan met een bezoek aan Leersum of Dalf-
sen. Wie Elba wil bezoeken kan dat doen in
Venhuizen of in Oude-Niedorp, maar hij zal
hier geen herinneringen aan Napoleon vin
den en wie iemand naar Andere wereld wil
helpen, behoeft geen moord op hem te be
gaan, maar kan hem sturen naar Middeldum.
Wie Zandvoort wil bezoeken en toch geen zee
wil zien, ga naar het Drentsche Zandvoort
bij Exent.
W. B.-Z.
Wist je dat? Denemarken bestaat uit
ongeveer 500 eilanden.: Het heeft maar 1 stad
met meer dan 100.000 inwoners en wel Ko
penhagen (850.000 inw.) De brug over de
kleine Belt is 825 meter lang en telt 25 bogen.
Een tweede brug van 3200 meter lengte zal
het eiland Seeland met Golder verbinden. De
hoofdstad telt ongeveer 400.000 fietsers. Op
elke 11 inwoners 1 telefoontoestel. De schoor
steenveger draagt in Denemarken onder zijn
werk een hoogen hoed.
Wist je dat? Een kabeljauw legt gemid
deld 5.000.000 eitjes en een tarbot 8.000.000
ZE WOONDEN IN EEN TON.
door W. B.—Z.
Ze woonden met zijn beidjes
Al in een groote ton.
Ze hadden licht en warmte,
Soms ook een beetje zon.
Ze sliepen op een bedje
Van zeegras en kapok
Ze gingen 's avonds altijd
Met de kippetjes op stok.
Ze hadden een fornuisje
Met pannetjes heel klein
Al aten ze ook weinig
Zij kookte toch wat fijn
En komt het Haarlem'*
Dan pakt zij vlug de krant
Hij luistert, wat gebeurd is
In 't lieve vaderland.
Maar wordt het strakjes donker,
Dan sluiten zij de ton,
Ze slapen tot den morgen
Tot hen weer wekt de zon.