OE STRIJD IN HET VERRE OOSTEN. Rechter zonder genade ten bate van den Engelschen Bond van varietiéartisten De heer E. G. M Roolvink te Almelo, die benoemd verklaard is tot lid der Tweede Kamer als opvolger van prof. dr. P. J. M. Aalberse Aan het gebouw van de Effectenbeurs te Amsterdam, waar eens Vondels woning stond, is een beeltenis van den dichter aangebracht Het gedenkteeken wordt in den gevel geplaatst Het 40-jarig jubileum van de Italiaansche Opera is Dinsdagavond gevierd met een gala-opvoering van «Manon Leseaut» in het theater Carré te Amsterdam. De medespelenden in de bloemen. Geheel links Sara Scuderl FEUILLETON doör GEORG FROESCHEL. De rechter Alfred Questenberg stamde uit een officiers-familie, en van zijn vader had hij de kunst zijn kalmte te bewaren, geërfd. Toen hij zich weer naar Irma omgekeerd had, was er op zijn gezicht niets te lezen dan rust en vertrouwen, en zijn blik was in overeenstem ming met zijn woorden, die vol hoop en moed waren. „Weest U maar niet bezorgd, Mevrouw, alles komt wel weer in orde. Gaat IJ nu rustig naar huis, U zult Uw proces winnen. U moet natuur lijk een advocaat nemen, het doet er niet veel toe, wie, misschien kan Gravin Rehkamp U raad geven. Aan dien advocaat vertelt U, dat zich tegenover Uw man van geenerlei schuld bewust bent en dat de aanklacht en de op roep der getuigen slechts een intimidatie zijn om U gewillig te maken. Wanneer U daaraan beslist vasthoudt en U zich door geen dreige menten of list daarvan af laat brengen, dan kan U niets gebeuren. Dus hoofd omhoog. Me vrouw l" Zoo. vriendelijk, troostend, suggestief tot haar sprekende, begeleidde hij haar tot aan de deur en drukte haar stevig de hand: „Adieu, Me vrouw Stiewekind." Terwijl Questenberg nog op den drempel atond, trad de referendaris Xaver Schmidt binnen. Deze laatste was eerst sedert veertien dagen ln dienst, droeg een homespun sportpak met plus-fours en zag er altijd uit. alsof hij luist van de leeuwenjacht kwam. .Goeden morgen, mijnheer Questenberg" Eoette hij luid en hing zijn sportpet aan den ,pstok, .neemt U het mij niet kwalijk, dat ik een weinig te laat ben vanmorgen; tusschen de Bismarckstrasse en Knie was er een opont houd bij den ondergrondschen spoorweg. Wij hebben een kwartier lang stilgestaan." Xaver Schmidt sprak met luide, kernachtige stem, altijd, zoodra hij loog, sprak hij luid en kernachtig. De rechter zag hem met een doffen blik aan. „Tusschen Bismarckstrasse. en Knie, mijnheer. De een of andere storing in de centrale, misschien kortslui ting". „Kortsluiting, ja zeker kortsluiting." Ques tenberg leunde tegen den deurstijl en staarde naar de geruite sportkousen van Xaver Schmidt, die een paar gespierde kuiten om spanden. „Zegt U eens Mijnheer Xaver Schmidt, wat doet volgens Uw opinie een man, die zich in een vertwijfeld parket bevindt?" Schmidt bracht dit in verband met zijn misselijk uitvlucht je, liet zich echter niet van de wijs brengen en antwoordde slagvaardig: „Een man is nooit in een vertwijfeld parket." „Maar als hij zich nu toch daarin bevindt, wat dan. Mijnheer Schmidt?" „Dan rookt hij eerst eens een sigaret!" „U bent goed geluimd, U bent altijd goed ge luimd, hoe oud bent U feitelijk. Mijnheer Schmidt?" „Twee en twintig jaar. Mijnheer Questen berg." „U waart niet in den oorlog?" „Maar Mijnheer, ik was nog een zuigeling toen het begon." „Natuurlijk. U behoort reeds tot de nieuwe generatie. U komt zeker van het sport- of tennisveld?" „Neen, ik hè® gezwommen. Ik train mij op den vrijen slagv/ Vroeger was ik een korte- afstand-zw( mr ir, maar van den zomer wil men mij vo >r de 1500 meter uit laten komen. Hart en lor jer. zijn er goed voor, zegt de dok ter van de zw mclub „Ja, hart e> longen moeten sterk zijn." De rechter keelik ings Schmidt heen door het raam naar d<. baksteenen muur van de ge vangenis. „Wa's staat er voor vandaag op de 'agenda?" De referendaris opende een lade van zijn schrijftafel, haalde er een lijst uit en las de namen van dé opgeroepen getuigen voor. „De eersten wachten al op de gang." „Stuurt U ze allemaal maar weer weg en stelt U de zitting uit tot de volgende week, ik moet eerst een andere zaak in orde brengen. Ook U kan gaan Mijnheer Schmidt, ik zal U vandaag niet noodig hebben." Questenberg draaide om de deurpost heen en Xaver Schmidt greep reeds naar zijn pet „Een oogenblikje, mijnheer Schmidt kunt U mij misschien aan een sigaret helpen." „Maar natuurlijk. Mijnheer Questenberg." De rechter deed een greep in de geopende doos, aarzelde „Mag ik er drie uitnemen, ik. „Met het grootste genoegen, neemt U er net zooveel als U wilt, Mijnheer". Drie sigaretten rookte Questenberg dezen morgen in zijn bureau, drie mogelijkheden wa ren er, op drie manieren kon hij de strik, die hem gevangen had, weer losknoopen. Hij was het gewend om elke gebeurtenis met een juri dische nauwkeurigheid in te deelen. af te ba kenen en zijn logica verliet hem niet, nu het om zijn eigen noodlot ging, zelfs zijn onder gang verdeelde hij in afdeelingen en para grafen. Door het onderhoud met Irma had hij zich de premisse volkomen helder voorgesteld, hij wist nu alles over haar en Stiewekind en liet de hoop varen, dat er op het laatste oogen- blik nog een verzoening, of een vergelijk tus schen de echtgenooten mogelijk zou zijn ge weest of dat de aanklacht ingetrokken zou worden voor de behandeling. Het proces zou uitgevochten worden en hij zelf zou als getuige onder eede moeten verklaren, of hij echtbreuk gepleegd had. Dit was de voorwaarde, die niet te ontloopen was, de onverbiddelijke voorwaar de, die hij moes accepteeren, omdat ze hem opgedwongen werd. De wet liet hem slechts één weg open: wan neer hij in het proces Stiewekind versu? Stiewekind ongeroepen werd en de eed afge legd had. dan was het zijn plan de waarheir te vertellen en niets te verzwijgen, te zeggen dat Irma Stiewekind in zijn flat geweest was. Hij kon zich aan het geven van een verkla ring onttrekken, maar dit op zich zelf was een bekentenis, ook daarmede zou de zaak Stiewekind tegen Stiewekind beslist worden. Het huwelijk zou ontbonden worden en de echtgenoote, Irma, zou alles verliezen wat zij bezat, reputatie, eer, vermogen, sociale positie en zeker ook het kind. Aan den eiseh van de wet was voldaan, maar voor hem bleef de niet te verloochenen plicht om dat weer goed te maken wat hij verknoeid had. Hij moest zijn eigen huwelijk ontbinden en Irma trouwen, met Irma, waar mee niets hem verbond, die hem apprès tout geheel vreemd was. Er moesten drie slacht offers vallen als hij gehoor gaf aan den op roep der getuigen: Irma, Marianne en hij zelf. En deze, de eerste mogelijkheid, had Ques tenberg in zijn geheel overdacht, toen hij de eerste sigaret gerookt had. Gesteld ook, dat hij zich onttrok van het be vel van de rechtbank, dat hij deze Waldemar Stiewekind een goedkoope zege af stal? Geschiedde het niet vaak genoeg, dat be langrijke getuigen voor een proces begonnen was, stierven? Voor de gerechtigheid is de dood de eenige altijd geaccepteerde veront schuldiging, daar helpt geen verdagen, geen dwingelandij, een doode getuige blijft stom zweert geen enkelen eed meer. Getuigen zijn ook stervelingen, ziekten en ongevallen kun nen hen wegmaaien, van tijd tot tijd begaat er een zelfmoord, zonder zich van het verdere verloop van het proces iets aan te trekken. Ook dat was een mogelijkheid, zelfs een zeer achtenswaardige mogelijkheid, want zij kostte twee slachtoffers minder dan de eerste. Er was ook nog een derde mogelijkheid. Als rechter wist hij precies wat zij beteekende, want hij was er ambtshalve vaak genoeg tegen opgetornd. Getuigen verschijnen ter zitting leggen hun eed afmaar ja, ook dat was mogelijk het zou zelfs de gemakkelijk ste oplossing van alles zijn. Talloozen hadden haar in zulke gevaarlijke momenten gebruikt. Maar er behoorde kracht noch moed toe om haar te kiezen. Het persoutilijke gevaar daarbij was miniem, het succes was zeker.... Ook dit wist Questenberg uit zijn eigen prak tijk en toch verkreeg de gedachte aan de derde mogelijkheid geen oogenblik macht over hem. Zijn geweten en zijn zelfbewustzijn wezen haar onmiddellijk af, drongen haar terug in het diepste van zijn bewustzijn. Neen, voor hem den rechter, wiens taak het was de wet te be schermen, om voor de wet te vechten, was deze uitv/eg niets. De rechter van de arron- dissements-rechtbank Alfred Questenberg, drukte heftig de derde sigaret, die hij nauwe lijks aangestoken had, uit. Een handbeweging verwaaide de dunne rookwolken, die over zijn schrijftafel hingen. Nog had hij tijd voor hij een beslissing nemen moest. Hoé deze ook uitviel, orde, plichtsge trouwe orde moest hij achterlaten. Hij opende alle laden en kasten, rangschikte zijn map pen en dokumenten, schreef korte notities voor het openbaar ministerie, vulde zijn sta tistieken in en werkte sinds lang verzuimde kleinigheden bij. Na vier uren hard werk legde hij talie bij elkaar behoorende papieren in bundels, die hij nauwkeurig volgens letter en nummer in laden en kasten legde, sloot verder zorgvuldig alles met de verschillende sleutels, die hij aan zijn huissleutelring droeg, af. Daarop waschte hij zijn handen, trok zijn overjas aan en zette zijn hoed op. Bij de deur gekomen keerde hij zich om, greep in zijn broekzak en maakte met klamme vingers de schrijftafel- en kast- sleutels van den ring los, en hield ze in zijn hand, toen hij in de gang stapte. Dicht bij de hoofdtrap ontmoette hij den algemeenen secretaris. „Ach, Mijnheer Schneider, wilt U deze sleutels voor mij bewaren?" „Gaarne, Mijnheer Questenberg." (Wordt vervolgdjj Aan majoor-vlieger G. P. van Hecking Colen brander (rechts) werd Dinsdag te Soesterberg het afschrift uitgereikt van het Kon. Besluit zijner be noeming tot Officier in de orde van Oranje Nassau met de zwaarden sche stad. Jeugdige Chineesche vluchtelingetjes komen een schuilplaats zoeken in de internationale concessie Het hoofdbestuur der Nederlandsche padvinderij is Dinsdag door Z. K. H. Prins Bernhard ten paleize Noordeinde te Den Haag ontvangen in verband met de benoeming van den Prins tot Koninklijk Commissaris. Voor het paleis v.l n r. de heeren: ds. Kalkman, Van Ryen, Telder, baron Van Pallandt van Eerde, mr. Höppener. Oosterlee, Van Leeuwen, Mante en Spijkerman De nieuwbenoemde reser ve-officier-vliegeis en reser ve-otticier- waarnemers bij de Luchtvaartafdeeling te Soesterberg zijn Dinsdag beëedigd door den commandant luit- kolonel F A. van Heijst eerste uitzending via nieuwe draaiende zendmasten van Phohi P.CJ. te Huizen had Dinsdag plaats De uit voerenden bij deze «birthday- De strijd in Sjanghai. Een schrijnend beeld van de ellende in deze Ooster.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 8