VROUW
Een blik op Parijs
Wintermode
Voor Handige Vingers
Winterdienst
Menu van de week
Recepti
en
Sportkousen
Rubriek voor Vragen
en de man
Xfe lees in een heerenmodeblad een
aanstellerig ding, onder ons gezegd de
gewichtige mededeeling, dat ernstige onder
handelingen gaande zijn om „zeer veel nieuwe
bijzonderheden" op 't gebied van de heer en-
mode van dit seizoen te lanceeren
Mijn nieuwsgierigheid is tot het uiterste
gespannen en ik ben waarlijk ontroerd, als ik
fees, dat,de revers van het jacquet dezen
herfst een weinig breeder zijn geworden"
Want nu kan met bijna mathematische
zekerheid worden tegemoetgezien het model
bericht van den volgenden herfst, waarin
dan te lezen zal zijn, dat „de revers van het
jacquet weer een klein weinigje smaller ge
worden zijn".
Verder lees ik, dat de jacquetten zelf, na
dat ze den vorigen herfst „een weinig korter
werden gedragen, nu weer „een weinig langer'
zijn. Dat de heer, die prijst stelt op een
modieus voorkomen „donkerblauwe of zwarte
costuums draagt voor den namiddag" en dat
de nieuwe winterulster geen heele ceintuur
meer heeft, doch enkel een half ceintuurtje
van achteren".
Dat het „namiddagsilhouet van den gentle
man-.-." nu word ik toch een beetje
draaierig! Ik leg het blad weg en peins erover,
waarom toch de damesmode altijd zooiets
vanzelfsprekend gewichtigs over zich heeft en
de heerenmode daarentegenalleen maar
een beetje belachelijk aandoet.
En ik kom tot de conclusie, dat 't aan ons
zelf ligt. Wij mannen leven niet genoeg mee.
dat is de kwestie! We denken er niet over
om onzen kleermaker, onmiddellijk na de
lectuur van het wintermodebericht. opdracht
te geven voor het nieuwe „namiddigsilhouet
van den gentleman", als ons oude silhouet
nog redelijk goed is. Op z'n hoogst kiezen wij
als we tóch een paar nieuwe pakken noodig
hebben, voor dezen winter donkerblauw of
zwarten daarmee basta.
Want eigenlijk leeren we 't nooit, dat „mee
leven met de mode". En als onze kleermaker
ons de maat neemt voor een jacquet en we
met belachelijk opgeheven armen en een
loodzwaar hart stil moeten staan, zeggen we
toch weer gedachteloos: „maakt u 't alstu
blieft maar weer precies zoolang als het
vorige". A
„Zeker, mijnheer", zegt de klermaker, want
hij kent ons en weet, dat hij hoogstens met
zachtheid Iets bereikt zeker, maar het
jacquet wordt anders dit seizoen drie centi
meter langer gedragen".
En verder zegt hij met een glimlach: „zoo
als mijnheer wenschten maakt stille
tjes het jacquet toch drie centimeter langer.
Want het is zijn eer te na, dat wij ons on
modieus gekleed in den winter zouden wa
gen.
Hij laat ons echter in schijn de manlijke
zelfstandigheid
VRIJDAG 19 NOV. 1937
BLAUWSEL VOOR HET HAAR.
Sommige dames zijn met recht trotsch op
haar mooie sneeuwwitte haren, die mits met
zorg gekapt, zoo koninklijk staan.
Maar dan moeten ze ook werkelijk spier
wit zijn! En hieraan ontbreekt 't nog wei
eens, vooral als het haar pas gewasschen en
gedroogd is.
Wanneer ons witte haar soms eens de kleur
van oud ivoor vertoont, behoeven we echter
niet te wanhopen. Even zorgvuldig naspoelen
in lauw blauwselwater enhet haar krijgt
'n zachte, teerblauwe glans, die zoo bijzonder
fijn staat, dat we er op den duur niet meer
buiten kunnenl
De uitvoering van deze origineele werk
stukjes is al heel eenvoudig. Wanneer het
truitje 2 recht 2 averecht gebreid is en er
zoodoende ribbels ontstaan zijn, maken de
hierop aan te brengen steekjes het aardigste
effect.
Twee ribbels worden verbonden met kleu
rige wol. Wanneer de volgende rij begonnen
wordt, verspringt men en zoodoende wordt
het aardige smockeffect verkregen. De werk-
teekening laat de bewerking duidelijk zien.
Men kan deze versiering op verschillende
plaatsen aanbrengen, langs de taille, als
breede banden van schouder tot taille, maar
ook aan de pols of schouders zal zij een aar
dig effect maken
Voiletjes en shawls.
worden al heel gauw kreukelig en verliezen
hun frischheiö. Zoo nu en dan moeten ze
voorzichtig worden gewasschen en in ieder
geval herhaaldelijk opgestreken vóór we
Uitgaan.
Zwart met wit heeft ook
dit seizoen de voorkeur.
Allerlei nieuwe kleuren lanceeren de Pa-
rijsche modehuizen ten gebruike van de
vrouwen der geheele. beschaafde wereld.
Maar de Parisienn'e zelfdie draagt
toch, na rijp beraad, altijd 't liefste zwart
met wit, een combinatie die slank maakt en
steeds een gedistingeerden indruk geeft.
Een speciale teekenaar heeft deze week
eens enkele bijzonder fijne zwart-wit combi
naties, die de Parisienne bij voorkeur draagt,
voor onze lezeressen vastgelegd. U ziet
(v.l.n.r.)
le Tunique van zwart met witte dentelle
de laine, gedragen op een japonnetje van
zwarte crêpe marocain. De ceintuur en in
gezette schouderstukken zijn eveneens in
zwart gehouden.
2e. Japon van zwart fluweel met korte
mouwen en knoopjessluiting op den rug. Het
jabotje is van wit batist, versierd met een
randje fijn haakwerk.
3e. Flatteus jurkje van zwart satijn, waar
van het lijfje en de korte, gespleten mouwen
zeer ruim zijn genomen. Deze ruimte ver
dwijnt onder een zwaar koord van gedraai
de reepjes satijn, die in geestige arabesken
zijn gelegd langs hals en schouders.
4e. Een smaakvol toiletje van zwarte crêpe,
opgevroolijkt door banden, strikjes en een
soepele jabot van wit velours chiffon.
Twee van deze toiletjes nl. no. 2 en 4 zijn al
heel gemakkelijk zelf te maken.
E zon schijnt vroolijk. maar de wind
blaast ijzig en het heeft vannacht
gevroren, niet maar zoo'n beetje ruig,
maar écht gevroren. We zijn verwend
dit najaar met een langdurige periode van
zacht weer, maar zooals het weer er nu uit
ziet zijn we toch wel den winterdienst inge
gaan.
Daar zijn we dus weer beland in de maan
den van gesloten ramen en deuren, van kou
de voeten en handen, van rood-omrande en
pijnlijke ooren, van ontredderde en kale
tuinen, van natte voeten, overschoenen, laar
zen en regenjassen, en misschien over een
paar weken al van bevroren kranen en van
bevroren watermeters. Dit laatste zal voor-
loopig allicht zoo'n vaart nog niet loopen,
het is een hooge uitzondering wanneer in
November al vries- en sneeuwkou aan de
orde komen. Maar voor onze buitenkranen
mogen we nu al wel de noodige zorg hebben;
over het algemeen zijn zij laag boven den
grond aangebracht en daar vriest het meestal
eerdet dan op hooger gelegen plaatsen.
Nu wordt het ook tijd voor den echten
wlnterkost. stamppotten, erwten- en boonen
soep. kool in verschillende vormen, en wat
enkele weken geleden nog een veel te zwaar
en te onverteerbaar maal scheen, zal nu met
veel smaak worden verorberd.
Voor helaas velen wordt met zulk weer ook
het kleeding- en dekkingvraagstuk urgent,
laten we daaraan allen nog eens onze spe
ciale gedachten wijden. Op alle mogelijke
manieren kan daarbij nog wel eens worden
geholpen, hetzij dat men de kast en de de
kenkist nog eens naziet, of die ook overtollige
lading hebben, of dat men aan handige huis
moeders wol en flanel geeft om ze zelf naar
haar eigen denkbeelden kleeren voor het ge
zin te laten maken, wat velen graag doen.
Of dat men een groepje vrouwen bij elkaar
zoekt en zelf aan het werk tijgt voor de een
of andere vereeniging. of dat een speelpot
bestemd wordt voor dit doel, waarmee al
tijd ettelijke menschen gediend zouden zijn.
Wie aan zijn medemenschen gedacht heeft,
moet ook de vogels niet vergeten, die met
een heel klein beetje moeite best verzorgd
kunnen worden met wat oude broodkorstjes,
met wat aardappelkruim, of, wil men het
luxueuser doen, met een vetbal, pinda's
dergelijke.
De winterdienst is begonnen, laten wij ons
daarvan wel bewust zijn en ons leven daar
naar inrichten voor zoover dat mogelijk is
En het verder in huis zoo gezellig mogelijk
maken, omdat we voor de komende maan
den daar volkomen op aangewezen zullen
zijn.
E. E. J.-P.
le zij-pen; 2 r. overhalen, pen uitbreien.
2e zij-pen: uitbreien tot op 4 st. na, minde
ren, 2 r. Vervolgens 3 pennen overbreien.
We herhalen dit (niet vergeten telkens om
de 6 pennen den kabel te laten draaien) tot
op de kleine pennen elk nog 15 st. zijn, waarna
we die pennen verder gewoon recht breien.
Als we van den boord af 31 kabels hebben
begint de teen. We verdeelen het werk zoo, dat
op de twee kleine pennen samen evenveel st.
zitten als op de groote en breien als volgt:
Groote pen: 2 r. overhalen, pen uit tot op
4 st. na, dan minderen, 2 r.
Eerste kleine pen: 2 r. overhalen, pen uit.
Tweede kleine pen; pen uit tot op 4 st. na,
dan minderen, 2 r.
Nu weer 3 pennen recht overbreien, en deze
twee toeren herhalen, tot er op de groote pen
16 st. staan en op de kleine elk 8 st. Nu dit
zelfde zonder 3 pennen recht er tusschen, tot
er op de groote pen 8 st. staan en op de kleine
elk 4 st. Nu draaien we het werk binnenste
buiten, steken de beide kleine pennen op een
pen, en kanten af. door de twee pennen van
8 st. tegen elkaar te leggen en telkens 1 st.
van de voorste en 1 st. van de achterste te
zamen te breien; de verkregen 8 st. kanten we
op de gewone manier af.
Sp.—Th.
Maandag:
Aardappelen.
Runderrollade
Maizenapudding met.
Andijvie
bessensap.
Aardappelen (ook voor
Vrijdag:
Dinsdag koken)-
Gestoofde kabeljauw
Gebraden appelen
Winterwortelen
Dinsdag:
Aardappelen.
Jachtschotel van de
Havermoutpap.
rest.
Zaterdag:
Rollade
Bruine boonensoep
Roode kool
van boonenwater en
Vruchten
de rest boonen van
Woensdag*
Donderdag
Gehakt.
Pannekoeken
Spruitjes
Appel.
Aardappelen.
Zondag:
Rijst met bitter
Vermicellisoep
koekjes
Kalfslappen.
Donderdag:
Stoofperen
Bruine boonen
Aardappelen.
Gebakken spek en
Koffievla.
uien.
Het menu voor den Zondag kan voor het
grootste gedeelte 's Zaterdags klaar gemaakt
wórden. De bouillon kan men trekken .en de
soep verder afmaken met gehakt en vermi
celli, zoo dat men ze alleen nog maar te war
men heeft.
De stoofperen kan men rood koken, en even
voor het eten binden met sago
De koffievla kan den vorigen dag gemaakt
worden, alleen klopt men het eiwit, dat voor
het garneeren gebruikt wordt, op het laatst
stijf met wat suiker, en legt het als schuimpjes
op de vla, even voordat men ze binnen brengt.
Bruine boonensoep (restverwerking, 4 pers.)
Benoodigd: 1 L. boonenwater, 2 bouillon
blokjes, overgebleven boonen, 1 flinke ui,
bloem, 2 lepels boter of maizena.
In de wintermaanden kan men overgeble
ven boonen, wanneer men ze in het kookwa
ter bewaart, zeker van Donderdag tot Zater
dag overhouden.
Men maakt hier dan een dikke soep van en
gebruikt meer of minder bloem, naar gelang
men meer of minder boonen over heeft.
Wil men de soep Vrijdags eten, dan kan
men inplaats van bouillonblokjes, soja of mag-
gi-aroma nemen, twee geur- en smaakgeven-
de stoffen van plantaardigen oorsprong.
Hieronder volgt de bereiding:
De boonen met het kookwater verwarmen,
er uit scheppen en met een vork fijnmaken.
Het vocht meten en zoo noodig aanvullen tot
De ui sninperen en in de boter of het vet
bruin bakken. De fijngemaakte boonen en het
lookwater met de bouillonblokjes toevoegen,
en de soep 1 kwartier laten koken. Door een
metalen zeef zeven, terugdoen in de pan en
binden met de aangemengde bloem. Als de
soep doorgekookt heeft en goed van dikte is,
op smaak afmaken met wat peper en zoonoo-
dig nog wat zout.
Bloem geeft, wanneer men ze aanmengt,
gemakkelijk klontjes. Dit gebeurt echter niet
wanneer men evenveel water als bloem te
gelijk in het kommetje doet, dit roert tot men
een dik papje heeft, dat volkomen glad is, en
er dan zooveel water bijdoet, dat men het ge
makkelijk 'schenken kan.
Jachtschotel van resten rollade.
Benoodigdheden: pl.m. 4 ons resten rollade^
1 K.G. koude aardappelen (overgebleven van
Maandag). 2 lepels vet van de jus of boter, 2
d.L. bruin van de jus of water met een bouil
lonblokjes, 1 groote ui, 2 lepels bloem, 3 dL.
melk, 1 Tepel boter, zout, nootmuskaat.
Bereiding: De ui snipperen en in jusvet
of boter met de bloem bruin bakken, het
vleesch malen of wakken en met het vocht bij
de uit doen. Het vleesch hierin zachtjes laten
stoven tot het malsch is.
Voor de puree de melk koken, de aardappe
len hierin zacht en warm laten worden, daar
na fijn stampen, 1 lepel boter toevoegen en:
de puree kloppen tot de luchtig is. In een
vuurvaste schotel, de helft van de puree doen,
hierop de vleeschmassa leggen, en hierop de
rest van de puree. Een dun laagje paneermeel
er over heen strooien, een paar stukjes boter
er op leggen en het schoteltje in de oven zet
ten tot het mooi bruin is.
VEGETARISCHE MENU'S.
1. Gebakken
kaaslapjes
Stamppot van
savoyekool.
Vruchten en noten
2. Broodgehakt mei
bruine boter.
Aardappelen.
Andijvie
Chocoladepudding
met vanillesaus.
3. Witte boonen met
tomatensaus.
Flensjes met gember
4. Witte boonensoep
Andijviesla met
biet
Gebakken
aardappelen
Vruchten.
RECEPTEN.
Gebakken kaaslapjes:
Benoodigdheden: 4 niet te dunne plakjes
jonge kaas. (1 c.M. dik), samen pl.m. 3 ons, 2
lepels bloem, 2 a 3 lepels water, paneermeel,
boter om te bakken.
Bereiding: De korst van de kaas af
snijden. De bloem met het water tot een dik
papje aanmengen en de plakjes er door halen.
Daarna met paneermeel bestrooien en vlug
in heete boter of vet bruin bakken. Bakt men
ze langzaam, dan gaat de kaas te veel smel
ten.
Broodgehakt:
Benoodigdheden: 200 gr. bruin brood zonder
korst, 1 ei, 1 theelepel zout, 1 lepel soja, wat
melk, 1 lepel gehakte peterselie, 70 gr. boter,
kerry.
Bereiding: De zeer fijngesnipperde ui
in 1 lepel boter met de kerry licht 'geel fruiten.
Het brood weken in wat warme melk en fijn
maken. 3'et ei, de ui, soja, zout en gehakte
peterselie toevoegen en alles goed met elkaar
vermengen. Er één of meer ballen van maken,
ze door paneermeel rollen en in de rest van
de boter bruin bakken. Daarna uit de jus ne
men en deze afmaken met wat water.
Zelfgemaakte
Sint Nicolaas Cadeautjes
Hierbij geef ik u enkele cadeautjes, die min
of meer bij elkaar hooren, en het daarom zoo
bizonder aardig doen, wanneer u voor allemaal
dezelfde stof verwerkt. Met een lapje toile de
soie of een ander stofje dat soepel en zijde
achtig aandoet, liefst in een zachte tint, al of
niet met een klein bloempje bedrukt, krijgt u
een echt-vrouwelijk cachet aan uw cadeautje.
We beginnen met een lingerie-plankje waar
van de afmeting ongeveer 25 bij 32 c.M. is. U
kunt er stevig karton, of heel dun triplex voor
nemen. Deze rechthoek naait u goed-sluitend
om. Dan knipt u twee biezen van 2Vz c.M.
breed, en minstens 60 c.M. lang, die vouwt u
beide in de lengte dubbel, stikt ze vast,
draait ze binnenste-buiten. en haalt er een
plat of rond elastiekje van 20 c.M. lengte door.
Zoo krijgt u twee rekbare ruches, die even
wijdig aan elkaar op 8 c.M. van den rand,
juist aan de achterzijde worden vastgemaakt.
Dan kunt u er heel gemakkelijk zijden of
kunstzijden ondergoed tusschen schuiven zoo
dat het vervelende wegglijden van uw stapel
tjes ondergoed in de kast tot het verleden be
hoort. Wanneer u hetzelfde doet met een
stukje karton van 18 bij 12 c.M. dan is dat een
heel practische houder voor zakdoeken.
Dan kunt u met eenzelfde stukje kunstzij
nog twee kleerenhangers omnaaien. Dit kan
natuurlijk ook heel aardig met cretonne. Is de
stof erg dun. dan raad ik u aan eerst een wol
len of flanellen lapje om de hangers heen te
naaien. De dunne stof geeft het aardigste
effect wanneer u de stof even als een ruche
inhaalt. U kunt het ook maken met een dwars-
latie, dat eveneens omgenaaid is, en met twee
koordjes bevestigd wordt. Behalve voor lange
gekleede japonnen of wollen-tricot en ge
breide jurkjes die niet te veel mogen rekken,
is zoo'n latje ook bizonder handig voor apar
te rokjes van mantelpakjes of deux-pièces.
Aan andere zijn vier of vijf lussen van
koord gemaakt, waaraan u een paar wasch-
knijpers (even gelakt in een gezellige kleur)
hangt. Daar kunt u dan de bijpassende onder
jurk, shawl, zijden kousen of ceintuur aan
ophangen.
Tenslotte gebruikt u de kleine overgeschoten
lapjes nog om dit kleerenkastgarnituur uit
te breiden met een paar keurige sohoenspan-
ners. De beide uiteinden omkleedt u. en de
tusschengelegen veer kunt u ook even lakken,
of bekleeden met een lange reep die u tot
ruche verwerkt.
Deze sportkousen in kabelpatroon kunnen
gedragen worden door jongens van 14 tot 16
jaar of door dames met schoenmaat 38 tot 40.
Deze op de foto zijn gebreid van witte onont-
vette geitenwol en daardoor uitstekend ge
schikt voor de wintersport. We hebben 200 gr.
wol noodig en 4 breipennen, stalen pennen
no. 10.
Opzetten 104 st. op 3 pennen, en wel 3939,
en 26 st. We breien eerst een boord van 1 r.
verdr. 1 a., en 25 toeren lang. Daarna begint
de kabel: 3 r. 2 a. 6 r. 2 a. 3 r. 2 a. 6 r. 2 a. enz.
en zoo 6 toeren in de rondte. (Een toer is 3
pennen). Elke 6e pen wordt de draaipen: we
splitsen de 6 rechte steken in 2 x 3 st. en
draaien met het bijnemen van een 3de pen de
eerste 3 over de tweede 3 heen.
Als op deze manier de kous 18 kabels lang
is, zijn we aan de kuit en minderen heel sterk.
De eerste pen breien we nu als volgt: 3 r. 2 a.
6 r. 2 a. 3 r. en dan 4x 3 r. te zamen; dan weer
2 a. 6r. 2 a. De daaropvolgende toer heeft dus
op de eerste pen 9 r. naast elkaar, waarvan we
nu weer door 3x 3 r. te zamen 3 recht maken.
Het patroon loopt nu weer gewoon door (er
is een kabel minder) tot we weer 4 kabels
boven elkaar verder zijn, waarna we weer min
deren door van die overgebleven 3 rechten op
de eerste pen er 1 te maken. Er zijn dan nog
90 st. op de pen. We splitsen nu het werk in
een voor en een achterkant, de voorkant uit
46 st. bestaande en de achterkant uit 44 st. er
zorg voor dragende dat de mindering juist in
het midden van den achterkant komt. De
achterkant is de hielkant: we breien 29 pennen
1 pen r. 1 pen a. Bij de 30ste pen begint de
kleine hiel op de gewone, door onze groot
moeders beter gekende manier, dan door
ons: we zijn aan den averechtschen kant:
24 st. breien, twee te zamen (dit heet min
deren) nog 1 st. breien en het werk omkeeren
Nu aan den rechten kant 1 st. afhalen 5 s*
breien 1 st. afhalen, 1 st. breien en de afge
haalde over de gebreide halen (dit heet over
halen) nog een st. breien en het werk omkee-
ren. Averecht breien tot de opening in de pen,
daar minderen en nog een st. breien, omkee-
ren en tot de opening breien, daar overhalen
en nog 1 st. breien, omkeeren, enz.
Als alle steken op die pen gebreid
zijn is de kleine hiel af. We nemen nu
opzij van den grooten hiel 14 st. op, laten de
voorste pen ook weer meedoen en verdeelen de
twee andere pennen zoo. dat bij het midden
van den kleinen hiel de splitsing is.
De voet wordt nu als volgt gebreid:
Voorpen: 5 st. r., 2 a. 6 r. 2 a. 3 r. 2 a. 6 r. 2
a. 3 r. enz. weer eindigende met 5 recht.
van alle Abonnés van dit blad worden door
een specialen Redacteur en zijn talrijke
medewerkers zoo mogelijk en ten spoedigste
beantwoord.
De vragen moeten worden geadresseerd
aan het bureau van ons blad, met duidelijke
vermelding van naam en woonplaats.
De namen der vragers blijven redactie
geheim.
Vragen, waaraan naam en adres ontbreken,
worden terzijde gelegd
De antwoorden worden GEHEEL KOSTE
LOOS thuis bezorgd.
RECHTSZAKEN
VRAAG: Mag Ik op mijn balcon „kloppen" en
zoo ja. hoe laat?
ANTWOORD: Het ls Ingevolge de A. P. V.
verboden kleedjes te kloppen aan den openba
ren weg (dus ook op een balcon aan den open
baren weg) op andere tijden dan 's morgens
tusschen 6 en 8 of 9.30 en 10.30 uur en 's avonds
tusschen 10 en 11 uur.
Het ls niet verboden beddegoed op een balcon
te hebben.
PLANTEN.
VRAAG: Wanneer moet ik een aronskelk (cal-
la) (om in een pot in huis te plaatsen) planten?
Mag zij veel zon hebben en wanneer bloeit zij
ongeveer?
ANTWOORD: U kunt haar nu wel in een pot
planten, in een niet te warme kamer voor het
raam zetten. De hoeveelheid water hangt af van
de grootte der plant en de temperatuur waarin
ze staat. Alleen de scherpe zon van Mei tot Juli
zou haar niet goed hekomen, doch voor dien
tijd is de zon niet nadeellg voor haar. zelfs noodig,
want de plant groeit anders te spichtig op.
VRAAG: Hoe kan ik een uitgebloeide cyclame
overhouden?
ANTWOORD: De plant op een lichte onver
warmde plaats zetten en de hoeveelheid water
langzamerhand verminderen, totdat de bladeren
afsterven. Daarna de plant in den pot laten staan
en op een vorstvrije plaats overhouden. In het
voorjaar anderen grond geven en weer beginnen
te kweeken.
VRAAG: Hoe moet ik een gloxinia, di9 uitge
bloeid is, behandelen?
ANTWOORD: U kunt den knol in den pot la
ten staan en de plant droog houden op een
vorstvrije plaats. A.s. voorjaar begint u dan ln
versche aarde weer te kweeken.
DIVERSEN.
VRAAG: Hoe krijg ik vuile beige glacé hand
schoenen schoon?
ANTWOORD: Eenige uren lnweeken in wasch-
benzine, daarna glad op een steenen blad leggen
en met nagelborstel stevig afschuieren. Daarna in
schoone benzine goed kneden en spoelen. Ten
slotte tusschen doeken zoo droog mogelijk klop
pen, oprekken en glad ophangen. Geen vuur of
vlam ln do nabijheid.
VRAAG: Wanneer wordt een meisje meerder
jarig en wanneer een jongen?
ANTWOORD: Beiden bij het bereiken van den
21-jarigen leeftijd.
VRAAG: Is het in Nederland mogelijk, dat
iemands voor- of achternaam wordt gewijzigd?
Zoo ja, wat zijn ongeveer de kosten?
ANTWOORD: 1. Ja.
2. Voor het eerste pl.m. 10.—, het tweede
pl.m. 30.