H ZONDERLINGE LEVENS IGHEIDSWEEK CARTOUCHE. 22.28 NOV 1937 ADDEN de tijdgenooten van Louis Dominique Bourguignon een voor- zienenden geest gehad, zij zouden dezen spitsboef, roover, bendeleider en moordenaar niet Cartouche, maar Staats vijand No. 1. hebben genoemd. Zonder over drijving kan deze meester in de „konst van het beurzen-snijden" de geestelijke vader van AI Caone, Bonnet, de Spada en wat de oude en nieuwe wereld verder aan illustere bewo ners van de „onderwereld" mag hebben opge leverd, warden genoemd. En toch hebben deze epigonen, hoezeer de meerderen in technische vakbekwaamheid, in één opzicht hun mees ter niet weten te evenaren: Cartouche, hij mag een aartsschurk zijn geweest, heeft niet alleen zijn bedrijf uitgeoefend met een on miskenbaar talent; een feilloos combinatie vermogen, een onuitputtelijk initiatief en een zeldzame scherpzinnigheid, hij bezat daarenboven de gave om zijn tallooze misdrij ven op een onnavolgbare wijze te enscenee- ren met de gratie van een edelman en de hu mor van een man-van-geest. Daarom heeft het Frankrijk zijner dagen hem veel vergeven ja zelfs bewonderd en vereerd. De breedspra kige dichter, die zijn lof zong in de dertien boeken, die te zamen het merkwaardige dicht werk „Cartouche of de gestrafte Booswigt" vormen, kan schier geen adjectieven genoeg vinden, om de bijzondere eigenschappen van den „held" te omschrijven: stout, dapper en grootmoedig wordt hij genoemd, krachtig behendig, rijk voorzien van geest, verstand en oordeel; schoon hoe jong', aldus bralt het vers, dat men zelfs aan Voltaire heeft toegeschreven, „bezat hij die vermetelheid die drift, die moed en krach* dat oordeel en beleid, dat hij de stoutste der ontwerpen uit kon voeren...." Cartouche's terechtstelling. Hadden zijn daden den toets der moraal kunnen doorstaan, waarlijk onze Cartouche zou een biograaf gevonden hebben als een Uilenspiegel, aan wien hij vaak meer herin nert dan aan zijn, met de vondsten der mo derne techniek en de methoden van de twin- tigste-eeuwsche zakelijkheid opereerende discipelen. Cartouche, wien de eer toekomt de eerste misdadiger-van-grooten-stijl der moderne ge schiedenis te zijn geweest, beoefende nog het „handwerk", dat heel wat meer list en in ventief vermogen vorderde dan de gewelds- practijken van pantserauto's en machine geweren der Amerikaansche „zware jongens'. En alsof deze meester in de kunst der regie voor een theaterpubliek speelde, liet hij nooit na, voor een verrassend als geestige ontknoo ping te zorgen, die haar uitwerking vrijwel nooit miste: men huiverde wel even, maar men amuseerde zich toch en lachte. Cartouche slaat zijn slag. Hf 00 houdt op een goeden dag een voor- name karos voor de ambtswoning van den commandant der politiewacht stil. Twee fraai uibgedoschte lakeien zijn een waardigen grijsaard van gestreng uiterlijk bij het uit stijgen behulpzaam en dienen aanstonds den hoogen bezoeker als adellijk Engelschman aan. Natuurlijk wordt hij met alle voorko mendheid ontvangen en wel in de eetzaal, waar de luitenant zich juist aan het middag maal te goed doet. De aristocratische vreem deling komt.de hulp der ordebewaarders in roepen: zoojuist heeft hij een anonym schrij ven ontvangen, waarin hem wordt medege deeld, dat de beruchte Cartouche, die afgrijse lijke schurk, een plan heeft beraamd om het hotel te berooven, waarin de rijke Engelsch man zijn intrek heeft genomen. Mocht de politie er in slagen nog denzelfden dag de hand te leggen op Cartouche, dan kan zij van een vorstelijke belooning verzekerd zijn. De commandant doet met veel strijkages de toe zegging, niets onbeproefd te zullen laten om dit vuige complot te verijdelen en vergezelt met hoffelijke buigingen zijn hoogen gast tot de deur. Nauwelijks is hij teruggekeerd in de eetkamer, of hij komt tot de ontstellende ontdekking, dat al het zilveren tafelgerei spoorloos is verdwenen. Blijkbaar hebben de lakeien het oogenblik, waarop de comman dant met ontzag en bewondering de karos van den vreemdeling nastaarde een dankbaar gebruik gemaakt en door de open vensters hun slag geslagen. Eenige uren later wordt een keurig pakket aan de eommandantswo- ning bezorgd, inhoudende lepels en vorken van het fraaistetin, opdat de bestolene niet al te zeer onthand zal zijn door het gele den verlies. Zoo is Cartouche! Maar niet altijd zijn z'n streken zoo gemoedelijk: als jonge man van achttien jaar deel uitmakend van een dieven bende, wandelt hij eens met zijn „chef" langs de Seine-kade. Zijn meester, blijkbaar geneigd om Cartouche iets aangenaams te zeggen, deelt hem vertrouwelijk mee, dat hij den jon gen man als zijn opvolger beschouwt in het geval, dat hij eens mocht komen te vallen. Cartouche wijst, zooals zelfingenomen men- schen plegen te doen, deze loftuiting natuurlijk blozend van de hand met het zwakke protest, dat hij immers veel te jong zou zijn, om bij zyn bendegenooten het noodige gezag af te dwin gen. „Jij, m'n waarde?" antwoordt de „chef", „]e jeugd pleit juist voor je; en wat kracht, da-P" perheid en sluwheid aangaat zou je jezelf toch hiet kunnen overtreffen, al werd je zoo oud ais Methusalem!" Cartouche bloost niet meer, protesteert evenmin, maar als man-van-de- daad steekt hij zijn leider pardoes een dolk m duwt kem tn de Seine en keert terug kwartier van zijn bende om zich, g den laatsten wensch van den overledene, aan het hoofd daarvan te stellen, troo ""^-theoretici zouden in Cartouche R2?. dankbaar object gevonden hebben: nouis Dominique stamde uit een eerzaam bur- iRofejm' da^. *ien tiJde van zijn geboorte "L dusTi11 Courtille, een Parijsche wijk, woonde. Vader Bourguignon. een godvruchtig man, die in zijn uil een valk zag, zond zijn zoon naar het college van Clermont om hem door de Jezuitenpaters te doen bekwamen in de klassieke en theologische geleerdheid dier dagen. Maar dat kleine, bewegelijke en intel ligente ventje had zijn hoofd bij heel andere zaken dan Thomas Aquinas-werken: er kwam geen fruitvrouw of bakker aan de poorten van het college of de rappe vingertjes van Louis Dominique hadden de manden der bezorgers ongemerkt wat lichter gemaakt. Messen, boe ken, linealen en dergelijk roerend goed van zyn medescholieren nam hij met het rustigste geweten in zijn bezit om ze te ruilen tegen be geerlijker voorwerpen. Zelfs de slaapmutsen van zyn kameraden waren niet veilig voor ranu °P een avond bad hij er niet minder dan izO buitgemaakt en mogelijk zou men den be drijver van dezen diefstal niet zoo gemakke- lyk hebben gevonden als Louis wat bekwamer was geweest in de kunst van „deduceeren en combineeren": de domoor, dié na zijn slag geslagen te hebben den slaap des rechtvaar digen sliep, wasde eenige. die wel een slaapmuts droeg Al doende leert men: zijn eerste proeven van geveltoerisme legde hij af, toen hij door het losbreken van de zoldering en met behulp van touwen de kostelijke potten met honing uit de bergplaats van den overste lichtte. Het was mogelijk wel de eerste, maar zeker niet de laatste maal, dat een stom toeval hem uit de handen der wrekende Nemesis redde: de ont- deugende pater-jezuïet had in strijd met zijn gelofte een groot aantal goudstukken verza meld en er een veilige bergplaats voor gevon den in de honingpotten. Zeker zou Louis toen al van het College zijn verwijderd, als de overste ruchtbaarheid aan deze euveldaad had kunnen geven, wat zijn eigen gelofte-breuk hem belette. Lang duurde het evenwel niet dat Louis de hemel mag weten wat hij toen weer bedreven had de toegang tot de kloos terschool werd ontzegd. Een van zijn broers had hem voorbereid op wat er thuis voor hem in het vet zat. Maar Louis achtte het raadzaam, zich niet in het ouderlijk huis te vertoonen en trok de wijde wereld in, roovend en bedrie gend, levend onder de zigeuners of onder de zakkenrollers die de Pont-Neuf onveilig maak ten, schooierend met een hongerigen maag en gehuld in lompen, tot zijn oom hem bij toe val ontdekte in Rouaan en medelijdend naar zijn ouders terugbracht, die dan verloren zoon met open armen ontvingen. Alles was verge ven en vergeten: Louis zou een nieuw loven beginnen. Maar dit avontuurlijke jongemensch, nau welijks zestien jaar oud, werd tot over de ooren verliefdt op een, naar de geschiedenis vertelt, bekoorlijke waschvrouw, die er niet af- keerig van was, naast de ideëele ook de stof felijke bewijzen van vereering en toewijding in ontvangst te nemen. De verschaffing van de noodige contanten kostte Louis niet véél hoofdbrekens: er waren altijd wel hier of daar beurzen, horloges en sieraden te „vinden", die onopvallend van eigenaar veranderen wil den, terwijl een welwillend heer, met wien hij zoo juist had kennis gemaakt, belangrijke diensten bewees bij het zoeken naar een af zetgebied. Deze handlanger was dezelfde, die Cartouche introduceerde in de rooversbende, waarvan hij kort daarop de leiding op zich zou nemen. Vader Bourguignon had, nadat zoonlief een inbraak had gepleegd bij den bruidegom van zijn zuster, besloten, het jongemensch eens een jaar lang onder tucht te stellen in een klooster; maar op het laat ste moment had Louis kans gezien op listige wijze te ontvluchten, daarmee het pad der burgerlijke deugdzaamheid voor goed ver latend. De eeuwig onvindbare. (P'ARTOUCHE zou hij voortaan genoemd worden, ,,'t hoofd der Gauwdieven, be rucht in 't France Lely-Ryk, door steelen, roo- ven, moorden, grieven", de man over wien heel Frankrijk de zonderlingste, ja ongeloof waardigste verhalen vertelde. Hij sprak met zijn durf, list en humor blijkbaar levendig tot de verbeelding en stond, als man-met-een- verleden, bij Vrouwe Venus niet weinig in de gunst. Menige markiezin dong naar zijn gunst en moest haar amoureus avontuur duur be talen. Nu eens noemde hij zich Baron de la Birogne, dan weer Seigneur de la Haute Tigre of Graaf de la Grinche. Maar hoe hij ook hee- ten mocht, nooit hield hij verblijf waar men hem zocht, om juist daar zijn slag te slaan, waar men hem het allerlaatst verwachtte. Zoo gebeurde het eens, dat hij met de dili gence naar Lille reisde in gezelschap van den Abt Potter, die verheugd was, in zijn mede reiziger zoo'n onderhoudend causeur te heb ben gevonden. Het gesprek kwam op Cartouche dien nietswaardigen schelm, over wien de waardige Abt nog al wat bijzonderheden scheen te weten. Zelfs liet hij doorschemeren dat hij zeer gegronde vermoedens had omtrent Cartouche's verblijfplaats en niet zou nala ten, de Parijsche politie in te lichten, zoodra hij in de hoofdstad zou zijn aangekomen. Eenige dagen later ontving de Parijsche politie een brief, waarin strikt vertrouwelijk werd medegedeeld, dat Cartouche, kort na aankomst van de diligence in Lille, den bra ven Abt om het leven had gebracht, waarna hij zich meester had gemaakt van de kleeren en papieren van het slachtoffer. Men ver zocht de politie den als Abt Potter vermomden Cartouche, die op weg was naar de hoofdstad, bij zijn aankomst onverwijld te arresteeren. Nauwelijks -*ud de postkeots op het markt plein stil, of de gendarmen omsingelden het voertuig en legden zonder moeite de hand op den vermomden priester, die natuurlijk heftig protesteerde. Eindelijk dan was de politie on zen Cartouche te slim af geweest en bevond de meest gevreesde man zich achter slot en grendel. Hoe groot was echter de ontgooche ling, toen bij het verhoor bleek, dat de ge arresteerde de eerwaarde Potter in hoogst eigen persoon was! Voor de zooveelste maal had Cartouche de politie bij den neus gehad. Terwijl de onschuldige klooster-overste in den kerker zuchtte beroofde Cartouche de een of andere markiezin, in wier boudoir hij op het ongelegenste moment in een wolk van kalk via het plafond zijn entree maakte, waar bij hij zijn. ongewenscht bezoek zóó wist in te kleeden, dat de adellijke dame zich hopeloos gecompromitteerd zou hebben als zij aan de diefstal de geringste ruchtbaarheid gegeven had. Nooit wist hij zijn publiek meer te vermaken, dan wanneer het hem weer eens gelukt was de politie om den tuin te leiden. De Parijsche politieluitenant de la Reynie kon er van mee praten, wat het zeggen wilde, als Cartouche er zijn zinnen op gezet had, de Heilige Her mandad beet te nemen. De Parijsche politie- prefectuur had een hooge geldsom uitgeloofd, uit te keeren aan dengene, die aanwijzingen zou geven, welke zouden leiden tot de arresta tie van Cartouche. Inderdaad meldde zich een te goeder naam en faam bekend staand mar kies aan met de boodschap, dat hij den poli tieluitenant onverwijld en. onder vier oogen wenschte te spreken in verband met de op sporing van Frankrijk's grootsten misdadiger. Binnengelaten trok de waardige edelman plot seling een dolk met de woorden: Meneer de la Reynie, deze dolk is vergiftig; één steek er mede en het is met U gedaan, of mijn naam is geen Cartouche meer!" Voordat de doode- lijk verschrikte commandant tot bezinning was gekomen, had Cartouche zich met de aan wezige kasgelden uit de voeten gemaakt. Een dag later ontving de politieluitenant een al lervriendelijkst schrijven, waarin hem dank werd gebracht voor de aangename ontvangst en de ter beschikking stelling van de uitge loofde belooning. Cartouche's einde. y ij ftien October 1721 schreef men, toen Pa rijs in rep en roer was: men verdrong zich in de straten en logementen en besprak opge wonden de groote nationale gebeurtenis: Car touche was gevangen genomen! Mannen en vrouwen van alle rangen en standen verza melden zich voor de gevangenis, waar Car touche was ingesloten, in de hoop, een glimp van den befaamden roover te kunnen opvan gen. Zelfs zoiï de maitresse van den Regent. Madame de Parabere zich, als grisette ver momd, naar de Chatelet hebben begeven om den man, dien men evenveel geluk als misria. den toedichtte van nabij te kunnen zien. Ruim een maand later, 26 November, sprak het gerechtshof het vonnis uit, dat den vol genden dag werd voltrokken. De marteling met de Spaansche laarzen doorstond hij mees terlijk: geen bekentenis, ja zelfs geen kreet kwam over zijn lippen. Anderdaags werd hij opnieuw in handen van den scherprechter ge steld, ditmaal om het tweede en laatste deel van het vonnis te ondergaan: het radbraken. Eerst na den elfden slag met de ijzeren staaf verstomde zijn smeeken om erbarmen en was Cartouche bewuseloos. Twintig minuten later gaf hij den geest, of zooals zijn dichter-bio- graaf zong: Cartouche eertijds de bloem der Helden door zijn daan, Verloor op 't straf schavot dus lijf, en lauwerblaan. C. J. E. DINAUX. Extra bijdragen werkloosheids- subsidiefonds niet a fonds perdu. Regeering kan de gemeenten daarin niet tegemoet komen. In de memorie van antwoord inzake de begrooting van het werkloosheidssubsidiefonds voor 1938 blijft de regeering, ook na de ken nisneming van het resultaat van de enquete, gehouden door de vereeniging van Nederland- sche gemeenten, bij haar oordeel, dat er in de ontwikkeling van den economischen toestand van Nederland aanleiding gevonden kan wor den om rekening te houden met een voorloo- pig bescheiden vermindering van de finan- cieele nooden der gemeenten. Het resultaat van de enquete, dat overigens er niet op wijst, dat bij de gemeentebesturen de verwachtin gen bepaald in tegengestelde richting gaan, behoeft niet tot een ander inzicht te voeren. Bij de beoordeeling van dit resultaat mag toch niet uit het oog verloren worden, dat de en quete is gehouden op een tijdstip, dat de ge meenten nog niet bekend konden zijn met de jongste raming van de inkomsten van het gemeentefonds, voor het uitkeeringsjaar 1938 1939. De meeste gemeentebesturen zullen waarschijnlijk de formule-uitkeering uit het gemeentefonds, alsmede de opbrengst van de opcenten op de gemeentefondsbelasting, thans op een hooger bedrag kunnen uittrekken. De regeering betreurt het, dat het, gelet op de middelen van het fonds niet mogelijk is te voldoen aan het verlangen van verscheidene leden om de extra-bijdrage aan de gemeenten, welke deze behoeven voor het volle bedrag a fonds perdu uit te keeren. Wel is de regeering bereid, om de ruimte, welke bij het voortschrijden van de vermindering der werkloosheid aan de uitgaaf zij de van de fondsbc- grooting ontstaat, allereerst te benut ten om op bedoelden-maatregel terug te komen en daaraan zelfs voorrang te geven boven dekking van het na- deelig saldo van den dienst 1935. Jubileum Louis van Tulder. Huldiging in Den Haag. In het aangevangen concertseizoen zal de tenorzanger Louis van Tulder op verschillende plaatsen in ons land gehuldigd worden, naar aanleiding van het feit. dat hij vóór 25 jaar zijn zangersloopbaan begon in een uitvoering van Joseph Haydn's „Die Jahreszeiten" bij de Koninklijke Oratoriumvereeniging te Amster dam. Spoedig na dit eerste optreden werd hij een zeer geziene medewerker op het concertpodium en hij nam daar weldra een voorname plaats in, zoowel in het binnen- als buitenland. Bij de verschillende oratoriumvereenigingen vervulde hij jaar op jaar belangrijke partijen in het kortstondig bestaan van de Nederland- sehe Opera gaf hij ook daaraan zijn beste krachten, bij de groote orkestverenigingen verleende hij geregeld zijn solistische mede werking, bij de R.K. Oratoriumvereeniging te Amsterdam en bij ,.Die Haghe-Sanghers" te 's-Gravenhage trad hij als dirigent op, ter wijl hij de ziel is van het „Hollandsch Vocaal kwartet". De partij van den „Evangelist" in de Mat- thaus-Passion werd door hem herhaaldelijk vertolkt, ook geregeld in het buitenland, in totaal minstens 225 maal en dezen zomer zong hij in het Kurhaus te Scheveningen voor de 100e maal de tenorpartij in Beethoven's 9e Symphonic. Geen wonder, dat verschillende Comité's in den lande met enthousiasme aan het werk zijn gegaan, om den populairen en sympathie ken zanger hulde te brengen bij zijn jubileum, In den Haag zal dit geschieden op 15 Decem ber a.s„ na afloop van de Toonkunstuitvoering in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschap pen, waar de „Missa Solemnis" van L. van Beethoven uitgevoerd zal worden, onder leiding van Dr. Peter van Anrooy. Deze huldiging zal gebracht worden door het geheele muzieklievende publiek van den Haag en door het publiek uit vele plaatsen in ons land, waar geen afzonderlijke huldiging zal plaats vinden. Een groot Eere-Comité heeft zich op uitnoo- diging van het Uitvoerend Comité gevormd, evenals een Aanbevelings-Comité. waarin, be halve autoriteiten op het gebied van de mu ziek, hebben zitting genomen de besturen van tal van muziekverenigingen en- instellingen in en buiten den Haag. De besturen hebben hunne volle medewer king toegezegd, dezen feestavond van Louis van Tulder te doen slagen. Van Tulder zal op dezen avond den dank ontvangen voor al het geen hij in deze vele jaren het publiek heeft geschonken in den vorm van een jubileum geschenk, dat hem dien avond aangeboden zal worden. Het Uitvoerend Comité: Mr. G. A. van Haef- ten, voorzitter; B. G. Stempels, Vice-Voorzit- ter; Mr. C. L. Modderman, Mr. J. D. Verbroek, Mevrouw A. M. in de Betoü-Paris, M. A. Staal. M. J. Binnema, Mevrouw J. S. E. Har- togOatz, Mr. J. C. Dros, Mevrouw C. C. M. JenezonDen Hertog, Secr.-Penningmeeste resse, Galileïstraat 165, Den Haag. Postreke ning No. 314382, Telefoon 391251. Spekexporl-nionopolie aan Landbouworganisaties aan geboden? Naar het Alg. Hbld. verneemt, heeft het col lege van agrarische Regeeringscommissaris- sen aan de drie centrale landbouworganisaties aangeboden, dat deze drie een lichaam zullen vormen, dat den monopolistischen spekexport van de Veehouderijcentrale zal overnemen. Den georganiseerden handel is hiervan, naar bij informatie bleek, op dit oogenblik nog niets bekend. De korte dagen en de werk verschaffing. 3 PROCENT OBLIGATIELEENING PROVINCIE ZEELAND. AMSTERDAM, 23 November. Naar wij vernemen zijn de inschrijvingen met recht van voorkeur op de 3 procent obligatieleening provincie Zeeland groot, f 2.325.000 zeer aan zienlijk geweest, waardoor dc toewijzing op de vrije inschrijvingen uiterst gering zal zijn. WUKT R0 EIKIC1ÏIN „Lichtverlet" wordt doorbetaald. De minister van Sociale Zaken heeft thans besloten een nieuwe regeling te treffen voor den arbeid in de werkverschaffingen bij de z.g. korte dagen. Aan de gemeentebesturen is hieromtrent de volgende circulaire gezon den: ,De toepassing van de tot nu toe geldende regeling inzake lichtverlet geeft in de practijk tot enkele moeilijkheden aanleiding. Tenein de nu een uniforme toepassing te verkrijgen, bericht ik u, namens den minister van So ciale Zaken, dat in het vervolg als „lichtver let" bij de werkverschaffing de navolgende regeling zal komen te gelden: Per week zal normaal 48 uren als arbeids tijd worden aangenomen. Aangezien de ervaring heeft geleerd, dat in December en Januari tengevolge van de don kerte niet langer dan 45 uren per week kan worden gewerkt, zullen de ontbrekende drie uren als „lichtverlet" worden doorbetaald op basis van de belooning voor regenverlet."* Chinecsche bandieten maakten acht slachtoffers. Onder de vermoorden bevinden zich de Nederlandsche paters "V^outers en Geerts. Het is gebleken, dat behalve mgr. Schraven, nog zeven metgezellen van den bisschop door de Chineesche bandieten vermoord zijn. Onder hen bevinden zich de Nederlandsche paters Wouters uit Breda en Geerts uit Oudenbosch. Japanners naderen Nanking. SJANGHAI, 23 November (Domei). Langs den noordelijken en den zui delijken oever van het meer Taihoe zetten de Japanners hun opmarsch voort, welke de hoofdstad Nanking als doelwit heeft. De Japansche troepen trekken langs wegen welke als gevolg van de zware reggeribuien in modderpoelen zijn veranderd. Japansche vliegtuigen laten levensmiddelen voor de troepen omlaagvallen. De Japansche bladen zinspelen op een oorlogsverklaring, die Tsang Kai Sjek de vol gende maand gedaan zou worden De Japansche regeering, zoo gaan de bla den voort, heeft thans haar nauwkeurige aandacht gewijd aan het feit, dat de Chi- neezen voornemens zijn de vijandelijkheden tegen Japan voort te zetten. Voorts wordt in Tokio vernomen, dat nüraal Soetsoegoe, de vroegere vlootcomman- dant, gisteren een onderhoud gehad heeft met den eersten minister, prins Konoye, waarin hij er op aandrong, China den oorlog te ver klaren, om den toestand krachtdadig ter hand te- nemen. LCLUB Gij behoort zooveel mogelijk rechts van den weg te rijden. Wilt ge bij een kruis punt links afslaan Steekt dan tijdig Uw linker arm uit, laat het verkeer van rechts voorgaan En overtuigt U dan alvorens over te steken, dat gij zulks veilig kunt doen. VEEMARKT. Rotterdam, 22 Nov. 1937. Aanvoer: totaal 2494. vette runderen 609, vette kalveren 190, nucht. kalveren 2, scha pen en lammeren 1083. varkens 610. Prijzen per K.G.: vette koeien le kw. 74, 2e kw. 68. 3e kw. 5256; vette ossen le kw. 72, 2e kw. 66; 3e kw. 5256; vette kalveren le kw. 115, 2e kw. 105. 3e kw. 8085; varkens (levend gewicht) le kw. 62, 2e kw. 61, 3e kw. 60; schapen le kw. 54. 2e kw. 49. 3e kw. 44; lammeren le kw. 63, 2e kw. 58, 3e kw. 53. Prijzen per stuk: schapen le kw. 30, 2e kw. 27, 3e kw. 23; lammeren le kw. 20, 2e kw. 17, 3e kw. 15. Vette koeien en ossen, aanvoer: iets kor ter, handel: vasthoudend; prijzen: onveran derd. Vette kalveren, aanvoer: gelijk v.w.; han del: vlot, prijzen iets hooger. Schapen en lammeren, aanvoer: veel rui mer, handel: tamelijk, prijzen: als v. week. Varkens, aanvoer: grooter, handel: hoog. PURMEREND. 23 November 1937. Gemeentel. Kaasbeurs. Verhandeld 18 par tijen, wegende 40.000 K.G. Handel matig. Hoogste prijs f23. Kleine Boeren 8—24 per 100 kilo met Rijks- merk. Boter 604 1,452.48 per K.G. Weiboter 1,411,42 per K.G. Runderen, totaal 475 stuks. Vette koeien 300 5868 per K.G. Gelde koeien 123 160—205 per stuk. Melk koeien 40 175— 295 per stuk. Stieren 12 50—60 per K.G. Paar den 14 75—150 per stuk. Vette kalveren 68 30— 60 per K.G. Nuchtere kalveren voor de slacht 204 816 per stuk. Nuchtere kalveren, voor de fok 1017 per stuk. Vette varkens voor de slacht 260 60—62 per K.G. Magere varkens 78 2834 per stuk. Biggen 400 15—23 per stuk. Schapen 1010 17—35 per stuk. Bokken 68 9—11 per stuk. Kipeieren 5,25—5,75 per 100 st. Eendeieren 2,70 per 100 st. Piepkuikens 6570 per K.G. Oude kippen en hanen 50 55 per K.G. Konijnen 50200 per stuk. Eenden 3050 per stuk. Duiven 40 per paar. COÖP. CENTRALE EIERVEILING PURMEREND G.A. Afdecling eieren. Aanvoer 95.000 eendeieren 2,75—3,05. 50.000 Kippeneieren 65/66 K.G. f 5,40—f 5,50; 63/64 K.G. f 5,40f 5,45; 60/62 K.G. f5,05— f5,30; 58/59 K.G. f4,95—f5,05; 56/57 K.G. f4,60—f4,75; 53/55 K.G. f 4,15—f 4,55; 50/52 K.G. f3,80—f4,10; 45/49 K.G. f3,40—f3,70. AARDAPPELMARKT ROTTERDAM. Rotterdam, 22 Nov. 1937. Brielsche Eigenheimers f 1.75—f 2 per H.L. Zeeuwsche Eigenheimers f 1.60—f 1.75 per H.L. Zeeuwsche Bonte f 2.20—f 2.50 per H.L. Zeeuwsche Blauwe f 2.20—f 2.50 per Hi. Eigenheimers Blauwe f 1.60—f 1.70 per H.L. Bonte en Blauwe Poters f 1.20—f 1.40 per Hi. Westlandsche ronde zand 3,60—4.00 Westlandsche kleine 3.00—3.20 VLASMARKT. Vlas-Aanvoer 12020 K.g. blauw, schoon 6575 per K.G. 3000 K.G. Groningsch 65—72 per K.G 20960 K.G. Hollandsch Geel 65—75 pér K.G. 3500 K.G. Dauwroot 5558 per K.G. MARKT BODEGRAVEN. Aangevoerd 185 partijen Goudsche kaas, waaronder alle met rijksmerk. Totaal 8325 stuks, wegende 74925 K.G. Prijs met R.M. le soort f 28 tot f 29. 2e soort f 26 tot f 29. Handel matig. VEEMARKT. Rotterdam, 23 Nov. 1937 Totaal aanvoer: 159 paarden, 5 veulens, 1468 magere runderen. 757 vette runderen, 40 vette kalveren, 523 graskalveren, 802 nuchtere kalveren, 391 schapen en lamme ren, 15 varkens, 112 bokken en geiten. Prijzen per K.G.: vette koeien le kw. 74, 2e kw. 66, 3e kw. 5054; vette ossen le kw. 72, 2e kw. 65, 3e kw. 5054; stieren, le kw. 66, 2e kw. 61, 3e kw. 56; vette kalveren le kw. 115, 2e kw, 105; 3e kw. 8085; schapen le kw. 54, 2e kw. 49, 3e kw. 44; lammeren le kw. 63, 2e kw. 58, 3e kw. 53; graskalveren 2e kw. 55, 3e kw. 44; nuchtere kalveren le kw. 52, 2e kw. 48. 3e kw. 44; slachtpaarden le kw. 50. 2e kw. 45. 3e kw. 40. Prijzen per stuk: schapen le kw. 30, 2e kw. 27, 3e kw. 23, lammeren le kw. 20, 2e kw. 17, 3e kw. 25: nuchtele slachtkalveren le kw. 12, 2e kw. 9, 3e kw. 7: nuchtere fokkalveren le kw. 20, 2e kw. 17. 3e kw. 15; slachtpaar den le lav. 220, 2e kw. 180, 3e kw. 120; werk paarden le kw. 340. 2e kw. 290. 3e kw. 200; hitten le kw. 200, 2e kw. 160, 3e kw. 100; stieren le kw. 300. 2e kw. 260. 3e kw. 180; kalfkoeien le kw. 280, 2e kw. 250, 3e kw. 175; melkkoeien le kw. 290; 2e kw. 255, 3e kw. 185, varekoeien le kw. 205, 2e kw. 170, 3e kw. 140; vaarzen le kw. 195. 2e kw. 150. 3e kw. 115; pinken le kw. 155, 2e kw. 125. 3e kw. 100; graskalveren le kw. 60, 2e kw. 50, 3e kw. 25; bokken en geiten le kw 11.50, 2e kw. 7.50, 3e kw. 4. Vette koeien en ossen, aanvoer: ruim, handel: kalm. prijzen: als v. week. Stieren, aanvoer: grooter, handel: matig, przen: iets hooger. Vette kalveren, aanvoer: gewoon, handel: tamelijk, prijzen: als gisteren. Schapen en lammeren, aanvoer aanv. groo ter, handel: kalm, prijzen: als gisteren. Nuchtere slacht- en fokkalveren, aanvoer: kleiner, handel: redelijk, prijzen: als v. week Paarden, aanvoer: ruimer, handel: stroef, prijzen niet hooger. Kalf- en melkkoeien, aanvoer: grooter, handel redelijk, prijzen: hooger. Varekoeien, aanvoer: als v. week, handel: tamelijk, prijzen: vast. Vaarzen en pinken, aanvoer: ruim. han del: lui. Graskalveren, aanvoer: groot, handel: ma tig, prijzen: onveranderd. Bokken en geiten, aanvoer: iets korter, handel: vlot, prijzen: iets lager. i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 7