OM EEN KIND
Een dorado voor skiërs, Een merkwaardige opname op
2000 meter hoogte in de besneeuwde Alpen
De belangstelling van het publiek voor het
Burgerziekenhuis in de Lionaeusstraat te Am
sterdam, waarheen Z. K. H. Prins Bernhard na
het auto-ongeluk werd overgebracht, werd door
de politie in goede banen geleid
/g
De auto, waarmede H. M. de Koningin en H. K. H. Prnises Juliana Maandagavond te Am
sterdam arriveerden voor een bezoek aan Z. K. H. Prins Bernhard, na aankomst aan het
Burgerziekenhuis
Dr. Lammers, chef van
de Duitsche Rijkskanselarij,
is tot minister benoemd
Historie herleeft. In het Mui-
derslot werd Maandagavond
een reconstructie gegeven van
een samenkomst van den
«Muiderkring», waarvan hier
boven een aardig moment
r~
Tengevolge van het drukke verkeer nabij het Burgerziekenhuis te Amsterdam
reed Maandag een vrachtauto door de spoorboomen over de Linnaeusstraat
Een merkwaardige hulde in.... gloeiend staal werd den Braziliaanschen gezant, dr. Pedro de Moraes
Barros Maandag gebracht tijdens zijn bezoek aan de machinefabriek Stork te Hengelo, waar tien
dieselmotoren voor Braziliaansche vrachschepen in aanbouw zijn
Dr. C. Knapper, chirurg van het Burger
ziekenhuis te Amsterdam, door wien
Z. K. H. Prins Bernhard behandeld
wordt
FEUILLETON
ROMAN VAN NORBERT GAR Al.
Nadruk verboden
6)
„Mr. Gordon", valt Benett hem in de rede,
op elk v/oord den klemtoon leggend, „de po
litie zal alles doen, wat zij voor haar plicht
houdt".
Vorschend, bijna uitdagend ziet Gordon in
specteur Benett aan. Een seconde lang ont
moeten de blikken van beide mannen elkaar.
En gedurende dit korte oogenblik lijkt 't, als
of zij felle tegenstanders zijn. Onmiddellijk
daarna echter zitten zij weer minzaam glim
lachend tegenover elkaar, zonder een spoor
van wrok vraag en antwoord wisselend.
Als Gordon een kwartier later het bureau
heeft verlaten, wendt Benett zich tot Kaynes,
die al dien tijd tegen den muur heeft geleund,
met intense belangstelling het onderhoud vol
gend, zooals een student de boeiende voor
dracht van zijn professor.
„Nu, Ka3fnes, vertel jij me nu eens welken
indruk je van mi'. Gordon hebt gekregen!"
„Een allergoedigste man geeft Kaynes
zonder aarzelen ten antwoord.
En de ironische trek om zijn mond roept op
Benett's gelaat een glimlachje te voorschijn
waaruit duidelijk de voldoening van den
leeraax over de intelligentie van diens leer
ling blijkt.
Kitty grijpt in.
Men went aan kinderen.
Men went zelfs zeer gauw aan kinderen
Vooral dan wanneer men zich zoo eenzaam en
ongelukkig voelt als Kitty Devine.
Nóg wil zij het zichzelf niet bekennen dat
het een zeldzaam wonderlijk gevoel is zoo over
het welzijn van een klein schepseltje te mogen
waken. Dies zegt zij 's morgen vroeg, onmid
dellijk na het ontwaken, op zeer beslisten toon
tot Nicolle, dat die geschiedenis met Maud
nu direct moet worden afgedaan.
„Als we eenmaal de zorg voor het kind op
ons hebben genomen, moeten we ook bij alles
rekening met haar houden. En die weelde
kunnen wij ons niet veroorloven. Als we voor
uit willen komen, moeten we vrij en onaf
hankelijk zijn".
Vooruit komen!
Dat is Kitty's devies.
Voor haar is het leven een stuk klei, dat
men kneden kan, maar naturlijk slechts zoo
lang men jong is en elasticiteit bezit.
Het is nog geen zes uur in den ochtend.
De slaapdronken Nicolle gevoelt nog niet de
minste lust tot een discussie.
„Ach ja, dat is nu eenmaal niet anders
mompelt ze om direct daarop weer in te sla
pen. Haar roode, volle lippen zijn half ge
opend en laten twee rijen parelwitte tanden
zien. Haar ademhaling is rustig en gelijkmatig
en op haar gelaat ligt een vreedzaam glim
lachje, ondanks het hopelooze failissement
van het Adviesbureau voor Vrouwen, ondanks
de huuropzegging van de zijde van den huis
baas en ondanks de vijfhonderd pond, die
zorgvuldig in het geldkistje zijn opgeborgen.
Gelukkige Nicolle
Kitty springt haar bed uit.
In de lichtblauwe pyjama ziet de kleine
blondine er nog jonger uit den anders, als zij
door een degelijk kapsel, lange rokken en af
gemeten bewegingen een waardigen indruk
tracht te maken.
Op oloote voeten sluipt zij (voor de vierde
maal in dezen nacht) naar Maud, schudt het
kussen op. trekt de weggegleden deken recht
en weerstaat (voor de vierde maal in dezen
nacht) een opkomend verlangen om een kus
op het lieve, zorgeloozf gezichtje var liet kind
te druken.
Tien minuten latei echter is de kleine wo
ning in rep en roer.
Nicolle zit huiverend en met een zeer ver
warde coiffure op den rand van haar bed en
staart verschrikt in het ochtendblad, dat Kitty
haar met alle teekenen van de grootste opwin
ding in de hand heeft gedrukt.
Op de voorpagina is een foto van de kleine
Maud opgenomen.
Daarnaast het eonterfeitsel van een man
die ongeveer vijf-en-dertig jaar kan zijn en
wiens gelaat, niettegenstaande de oogen ge
sloten zijn, een somberen, haast dreigenden
trek heeft.
„Roofmoord!" staat in vette letters boven
de beide foto's.
En daaronder, wat kleine:
„Vierjarig kind ontvoerd!
Wie heeft de kleine Maud Gordon gezien?
Een half uur later bevinden de beide stu
denten zich op het dicht bij gelegen politie
bureau.
De brigadier, die hun met een lichtelijk ver
veeld gezicht ontving, is na een paar minuten
een en al oor. Een stortvloed van vragen daalt
op de beide meisje neer, terwijl de kleine
Maud, zonder zich ook maar in het minst be
wust te zijn van de beteekenis van haar perr
soontje op dit oogenblik, op een stoel bij het
raam zit en totaal onverschillig voor hetgeen
zich hierbinnen afspeelt, naar buiten kijkt.
Een lichtgeel gelakte auto, waarin een onge
duldige meneer herhaaldelijk de claxon laat
loeien neemt haar aandacht geheel in beslag
Uit een aangrenzend vertrek zijn nog twee
politie-agenten er bij gekomen. Ook zij stellen
diverse vragen, terwijl de brigadier eenigszins
geagiteerd met een of andere afdeeling van
Scotland Yard telefoneert. Ais hij den hoorn
weer op den haak heeft geegd, verzoekt hij
den beiden studenten een minuut of tien ge
duld te willen hebben Inspecteur Benett. die
deze zaak behandelt, zou zich onmiddellijk
hierheen begeven.
De twee agenten doen intusschen hun uiter
ste best om met Maud op goeden voet te ko
men, in de hoop een en ander over den man,
die haar ontvoerde en diens moordenaar te
zullen vernemen, maar Maud drukt zich vast
tegen Kitty aan, kijkt met groote, verschrikte
oog naar haar op en is er niet toe te bewegen
ook maar een woord uit brengen. Alle goede
bedoelingen van de beide agenten hebben ten
slotte slechts als eenig resultaat, dat Maud be
gint te huilen. Het ijle. hooge stemmetje laat
een langgerekt, klagend gehuil hooren, ver
stomt voor het onderdeel van seconden om
dan met hernieuwe kracht en een verbijste
rende hardnekkigheid wederom in te zetten.
Kitty neemt het meisje bij zich op schoot
en tracht haar tot bedaren te brengen. In
derdaad klaart het. zooeven nog door tranen
verduisterde gezichtje weer spoedig op en als
Kitty het kind op haar knie laat rijden, ver
drijft een vroolijk lachje de laatste sporen van
het groote verdriet.
Er stopt een auto voor het gebouw en on
middellijk daarna stapt inspecteur Benett met
een korten groet het vertrek binnen.
In het algemeen herhaalt hij de vragen,,
welke de brigadier en de beide agenten reeds
gesteld hebben, noteert een en ander en ver
gelijkt dan zijn aanteekeningen met die van
den brigadier.
Tenslotte vraagt hij Nicolle (Kitty consta
teert met groeiende ergernis, dat de meer
representatieve Nicolle weer eens met meer
respect wordt behandeldnatuurlijk
als je maar klein bent, wordt je niet voor vol
aangezien.... altijd en eeuwig hetzelfde
of zij de politie zou kunnen helpen aan een
lijst met de namen der cliënten van het Ad
viesbureau voor vrouwen. Het zou niet on
mogelijk zijn. dat de geheimzinnige bezoeker
door iemand die de beide dames kende, op
haar bureau opmerkzaam was gemaakt.
Dan tracht Benett Maud aan het spreken
te krijgen.
Hij laat haar de foto zien, maar het kind
kijkt er nawelijks naar en zegt, opnieuw half
huilend
„Kom, wë gaan weg. Ik wil hier niet meer'
blijven, Mammie, zeg dien mannen toch, dat
ik niet met ze praten wil
„Zegt het kind Mammie tegen u?" vraagt
Benett verwonderd.
Katty glimlacht.
„Ja, we hebben al vriendschap gesloten".
Nog eens wordt het signalement van den
man, die Maud bij de beide studenten heeft
gebracht, nauwkeurig nageggaan en genoteerd.
Dan deelt Benett mede, dat de vader van het
kind reeds van een en ander in kennis is ge
steld. Het zal waarschijnlijk wel het beste zijn
om het kind voorloopig in een of ander tehuis
onder te brengen.
Nicolle is het daarmede geheel eens. Daar
zij vandaag nog willen verhuizen, zou het kind
hun te veel last veroorzaken, als zij het nog
langer bij zich hielden.
Kitty staart peinzend voor zich uit.
Zou zij nu voor altijd afscheid van de kleine1
Maud moeten nemen. Zij voelt dat als iets
pijnlijks. Het kind zal het niet kunnen begrij
pen, dat de nieuwe „mamma" haar zoo maar
aan vreemde menschen overlaat en zich met
een leugen van haar afmaakt.
„Meneer de inspecteur", zegt zij aarzelend,
„het komt mij voor, dat het niet in het belang
van het kind zou zijn, als
Plotseling krijgt haar bevende stem meer
vastheid, „Het lijkt mij het beste, dat de vader
het kind bij ons komt halen. Wij voorkomen
daarmede, dat het nog eenigen tijd in een
vreemde omgeving zal moeten doorbrengen
Nicolle is zóózeer verbluft, dat zij geen woord
vermag uit te brengen. Haar gezicht is een
groot vraagteeken.
Wat is er in 's hemelsnaam met Kitty aan
de hand?
Had zij onderweg, toen zij zich naar het po
litiebureau begaven, niet nog gedecideerd ver
klaard, dat zij zich de weelde van een derge
lijke zorg niet konden veroorloven, dat net
de taak van het rijk was het kind fce ver
plegen? En nu plotseling deze veranderde
stemming!
(Wordt vervolgd'-