NA HET AUTO-ONGELUK OM EEN KIND Minister prof. drJ. R. Slotemaker de Bruïne heeft Dinsdag het nieuwe Rijksmuseum yoor Volkenkunde te Leiden geopend. De minister in een der zalen Een roode vlag is geplaatst bij het punt, waar de zandauto's den Muiderstraatweg oprijden ter hoogte van de plek, waar Z. K. H. Prins Bernhard Maandag een auto-ongeluk overkwam De heer R. P. van Royen nam Dinsdag afscheid als directeur der Amsterdamsche Gemeente Waterleidingen De nieuwe groote verkeersvliegtuigen voor de Deutsche Luft hansa zijn viermotorig en hebben een gemiddelde snelheid van 330 K.M. per uur Ook Dinsdag stond het Burgerzieken huis te Amsterdam heel den dag in het middelpunt der publieke belang stelling. leder gesprek behandelde den toestand van Z. K. H. Prins Bernhard Anthony Eden arriveert In Downing- street te Londen voor de Engelsch Fransche besprekingen Te Scheveningen werd Dinsdag op de plaats waar vóór 124 jaar Prins Willem van Oranje landde, dit feit herdacht door het 3de halfregiment huzaren. Een overzicht tijdens de herdenkingsrede die ritmeester P. W. Pieters hield Bij het punt op den Muiderstraatweg, waar Maandag Z. K. H. Prins Bernhard een ongeluk met zijn auto overkwam, is thans ten behoeve van de automobilisten een waarschuwingsbord geplaatst FEUILLETON ROMAN VAN jNORBERT GARAI. Nadruk verboden. 7) Inspecteur Benett kijkt Kitty zoo doordrin gend aan, alsof hij haar op den bodem van haar ziel wil lezen. Op opvallend ambtelijken toon maakt hij haar er op attent, dat de 500 pond, die zij gisteren van den vreemdeling heeft ontvangen, voorloopig door de politie in beslag moeten worden genomen. De mogelijk heid is namelijk niet uitgesloten, dat dit geld den vermoorde ontroofd is. In verband hier mede, zouden de dames zich dus voor een vergoeding van eventueele onkosten, welke de verzorging van het kind met zich zou bren gen, uitsluitend tot mr. Gordon, den vader van het kind kunnen wenden. „Aha", zegt Kitty en zij wordt zoowaar rood van kwaadheid „u denkt dus, dat wij om die vijfhonderd pon Haastig opent zij haar taschje en grabbelt naar het stapeltje bankbiljetten, dat zij met een demonstratief gebaar op het schrijfbu reau deponeert. .Alstublieftvijfhonderd pondtelt u het maar even na en geeft u mij dan een kwitantie voor dat bedrag!" „Pardon, pardon!" haast Benett zich het Pijnlijke moment op te heffen. „Het lag niet m mijn bedoeling u te beleedigen. Het is slechts mijn plicht u de situatie duidelijk te maken Hij glimlacht, bhans een en al welwillend heid. „Natuurlijk kan het kind zoo lang bij u blijven tot de vader het afhaalt. Het is bui tengewoon vriendelijk van u, dat u zich zoo vel moeite wilt geven" En als Kitty dan even later met Maud aan haar hand, maar zonder de vijfhonderd pond, het politiebureau verlaat, zegt Nicolle ver wijtend: „Maar Kitty, dat begrijp ik niet. Wij weten zelf niet hoe we het hoofd boven water moeten houden, waarvan we morgen moeten leven en jij...." „Ach ja", valt Kitty haar snel in de rede, „dat is nu eenmaal niet anders. Je mag het vertrouwen van een mensch niet beschamen, ook dan niet, wanneer het maar een kind be treftEigenaardig: men zegt zoo vaak, dat het beter zou zijn als arme menschen geen kinderen hadden. Maar het is toch zoo mooi zoo'n klein wezentje te bezitten. Maar hoe zou jij dat ook kunnen begrijpen, Ni colle?!" Zij maakt een wegwerpende handbeweging. „Jij hebt immers Danny Nicolle verdwijnt in een publieke telefoon cel en laat zich met de fabriek van Danny ver binden. Natuurlijk moet zij hem onmiddellijk van haar onderhoud met inspecteur Benett op de hoogte stellen. „Zoo!" zegt Danny. „En de vijhonderd pond?" ,Die hebben we natuurlijk netjes moeten achterlaten. Voorloopig heeft de politie er be slag opgelegd". „Dat wist ik vooruit, dat het zoo zou loo- pen". Danny schijnt zeer teleurgeste.J. „Met jullie, vrouwen, doen ze ook, wat ze willen! Ik had mee moeten gaan. Ik zou dien inspec teur wel even verteld hebben Ben oogenblik schijnt hij te aarzelen; dan besluit hij nuchter: „Nou ja, 't komt er ook niet op aan!" Nog eenige minuten lang discussieert het tweetal over de verdwenen vijfhonderd pond. doch dan wordt het tijd om aan hun toe komstplannen te denken. Danny zal vanmid dag verlof moeten vragen om de meisjes bij haar installatie in zijn week-endhuis behulp zaam te zijn. Zij hebben den wagen van den groenteboer, mitsgaders Jenny, de oude schimmel gecharterd En dan is er nóg een kwestie te bespreken. Nicolle heeft in de krant een advertentie gelezen, waarin een steno-typiste wordt ge vraag, goed op de hoogte van Fransch en Duitsch. Zou zij zich bij die firma aanmelden en probeeren tijdens de vacantie van de uni versiteit wat geld te verdienen? Danny is er sterk tegen. „Dwaasheid", meent hij ongeduldig. Van daag aan den dag krijg je niet zoo gemakke lijk meer een betrekking. En hoe vaak moest hij nu nog zeggen, dat zij het niet noodig had zich door vreemden te laten commandee- ren! Als ze een beetje zuinig waren, zouden ze best samen van zijn salaris kunnen rondko men. Maar natuurlijk moesten zij dan zoo spoedig mogelijk trouwen en samen gaan wo nen. Overigens moest hij nu hun telefoongesprek beëindigen om niet van een of anderen chef een uitbrander te krijgen. Met een zucht legt Nicolle de hoorn op de haak. Met Danny samen gaan wonen, dat betee- kent bij Danny's moeder intrekken, in een klein burgerlijk millieu verzinken. Want Danny's moeder is een vrouw, die bij een verbazingwekkende lichaamsomvang een zeer begrensde horizon bezit. Haar voornaam ste bezigheid is schoonmaken, schoonmaken op elk uur van den dag. Haar geestelijke ont spanning bepaalt zich tot buurpraatjes. Sinds het overlijden van haar man heeft zij zich aangewend op een irriteerende huilerigen toon te spreken. Zij vermag urenlang voor drachten te houden over de geheimen van de wasch, over het inmaken van vruchten en het braden van een kalkoen. Bij een enkel bezoek kan men tenslotte nog wel zooveel geduld bijeen garen om zwijgend en schijnbaar belangstellend te luisteren. Maai haar gansche leven lang weerloos aan deze attaques eener ongelooflijke welbe spraaktheid te zijn overgeleverd....? Neen! Dan maar liever steno-typiste! Druk beraadslagend slenteren de beide meisjes door de volle winkelstraten, Maud tus- schen hen in. De nieuwsgierige, heldere kln- deroogen staren naar de huizen, menschen, auto's en trams. Den eersten indruk, dien dit kleine menschenkind op dit oogenblik van Londen krijgt, is een zoo overweldigende, dat het stom is van verbazing. „Hoor eens",, zegt Nicolle, „er moet iets ge beuren. Tot den herfst kunnen wij buiten wo nen, maar wat dan? We moeten immers toch weer naar de stad terug? Op de een of andere manier moeten wij trachten geld te ver dienen"" Wat hebben zij al niet geprobeerd om geld te verdienen! Met uitzondering van de vijf pond, die Kitty drie weken geleden van een damestijdschrift voor twee bijdragen over „de hygiëne van de ziel" heeft ontvangen, is de dans van de beide meisjes om het gouden kalf tot dusver zonder resultaat gebleven. „Ja, ja", meende Kitty verstrooid, „er moet iets gebeuren. Natuurlijk moet er iets ge beuren!" En plotseling als uit haar gedachten op schrikkend, zegt hij, zoo zachtjes, dat Maud het niet kan hooren: „Dat arme schaap, nu moet het weer terug naar die Marthe. Ach Nicolle, zou het kind nu niet te helpen zijn? ALs wij eens met den vader spraken? Als wij hem eens vertelden dat het kind totaal ver eenzaamd is! Wat zou je er van zeggen, als ik dien grooten mr. Gordon nu eens een lesje gaf over de psyche van het kind „Nou misschien engageert hij je dan wel als kindermeisje", antwoordt Nicolle met een ironisch lachje. Zij zijn op den hoek van Liberty street ge komen. Kitty zal met de kleine Maud op een bank in het nabij gelegen park wachten, ter wijl Nicolle alleen haar weg vervolgt om zich bij de Syntax Corporation als steno typiste aan te bieden. Een oogenblik later zit zij met ongeveer vijftien andere meisjes in een kale wacht kamer, die slecht geventileerd is en naar stijf sel en muffig behang ruikt. Een uit zijn kracht gegroeide jongen voelt zich vandaag de steun pilaar van de zaak. Telkens, als de bel uit de kamer van den chef klinkt, vraagt hij ge wichtig: „Wie volgt van de dames?" En een voor een verdwijnen de wachtende meisjes, van wie er enkelen ondervoed uitzien, in de kamer van den chef. 't Gesprek duurt ge woonlijk niet langer dan vijf minuten. Allen krijgen zij hetzelfde antwoord: „Wij zullen u dezer dagen berichten". Nu er zooveel zonder betrekking zijn is het immers niet noodig zoo snel te besluiten. Slechts zij, die genoodzaakt zijn urenlang in wachtkamers te antichambreeren en hun laat ste stuiver te vertrammen om een armzalige kans na te jagen, slechts zij weten hoe ver schrikkelijk het is deze mechanisch uitge sproken woorden te moeten aanhooren: „Wij zullen u dezer dagen berichten!" „Over een paar dagen krijg ik bericht", zegt Nicolle zonder veel optimisme, terwijl zij naast Kitty op de bank plqats neemt. „Wat ze niet allemaal van me wilden weten Ik geloof, als ik wat toebetaald had, dat zij mij dan be slist genomen zouden hebben". „Waar ben je geweest?" vraagt Maud nieuwsgierig. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 5