OM EEN KIND FEUILLETON ROMAN VAN NORBERT GAR Al. Nadruk verboden. 13) „Ik weet niet, wat me vandaag scheelt. Mijn maag lijkt lijkt wel een gummislang. Ik geloof, dat ik nooit genoeg krijg. Geef mij dat spek eens aan, Conny! En het brood! En die lams bout, Conny, die lamsbout Hij glimlacht zielig. „Overigens, Conny, als je me vraagt, hoe ik die kleine meid van je vindeen lief kind, een pracht van een meisje! Als ze eenmaal groot is, zal menige Jack of Jimmy uit Sydney of Melbourne het vuur uit zijn sloffen loopen om haar te krijgen! Ze heeft direct vertrou wen in me gehad, die kleine. Ik heb haar ver teld. dat we naar haar vader gingen en toen heeft ze groote oogen opgezet, maar ze ging direct mee.... Geef me nog een borrel, Conny! Ik sterf van de dorsten toen heb ik haar meteen verteld, dat ze een nieuwe moeder zou krijgen. Hahaen nu zit ze bij een blond, aardig meisje, een klein ding, maar eentje, die weet wat ze wil. Je moet er heen gaan, Conny; je moet eens met dat meisje gaan praten! Geef me alsjeblieft nog wat te eten, Conny!" Een lach schiet hem naar de keel. „Weet je, Conny, dat varken van een grmgo heeft de kleine Maud gestolen. Hij dacht een hoop geld voor haar los te kunnen krijgen. Maar dat is hem niet meegevallen! Die schurk zal voor een tweeden keer zulke grappen niet meer uithalen! Ik hem hem ergens in de hei gelokt door hem wat geld te belooven. En toen ach Conny, laat je dit- gezegd zijnik heb nog nooit iemand zoo goed geraakt. Eén schot en weg was hijWat heb je nog meer, Conny? Ik word gek van honger. Een ham Kerel geef hier. Tjonge, dat smaaktja, Conny, dat met die gringo heb ik wel goed klaar gespeeld. Maar om daarna met de kleine Maud door heel Londen te loopen, waar ze me allen zochten, dat was me toch te ris kant Kuchend gaat zijn adem. Steeds moeilijker valt hem het spreken. Zijn woorden klinken nog slechts als een gesteun. ,.Ja, Connygeloof me, je moet zelf naar Engeland gaanOnder ons gezegdik geloof... dat ik er wat opgeloopen heb weet jein de TheemsZij hebben mij er in gejaagd.gejaagd als een kangeroe Weet je, Connyjij bent altijd een fatsoen lijke kerel geweest.... maar.... waarachtig het spijt meik kan je niet meer helpen, Connymet mijmet mij is 't ge daan En de stervende laat zich achterover vallen. Zijn brekende oogen staren in de verte. Een welwillend lachje glijdt over zijn ingevallen ..Eindelijk, Connyeindelijkheb ik genoeg ...genoegdie krankzinnige hon ger... Neelaat me maar, Connyik wil nu eerst een beetje slapenik ben nu, wat je noemt verzadigd 't ligt me zelfs wat zwaar op de maagHeerlijkweer eens een keer flink te hebben gegeten.... Nee, dank jeook geen whiskey meerslapen Wil ikslapenIk ben doodmoe, Conny laat meslapen Lokaas. Rechts van Danny's weekend-huisje strekt zich lang den oever van de Theems, een per ceel grond uit, waarop reeds sedert het voor-, jaar verscheidene wagenladingen tegels liggen opgestapeld. De kelder van de groote villa, welke hier zou verrijzen, is reeds gemetseld. De bouw is echter uitgesteld, omdat de eigenaar van het perceel wegens gepleegde malversaties tot acht maanden gevangenisstraf is veroordeeld. Het kleine huisje links behoort aan een postambtenaar, een hartochtelijk hengelaar, die al zijn vrije uren aan den waterkant voor zijn woning doorbrengt. Door bemiddeling van het gemeentebestuur van het kleine plaatsje heeft Kaynes, de „recherche baby" zich met den postambtenaar in verbinding gesteld en daarbij is hij er in geslaagd het huisje te huren om er met zijn collega rechercheur Brownell, zijn intrek te nemen. Beiden houden thans een wakend oog op Danny's woning. Overdag blijven zij in het optrekje, van waar zij een ruim uitzicht hebben over de ge- heele omgeving; 's avonds brengen zij den beiden meisjes levensmiddelen en klein gehakt hout en nemen zij het verlanglijstje voor den volgenden dag in ontvangst. In de schutting tusschen Danny's woning en die van den postambtenaar wordt een deur gemaakt. Voorts wordt een schelleiding aan gelegd, zoodat van Danny's weekendhuisje uit onmiddellijk de beide rechercheurs kunnen worden galarmeerd. Dat zijn wonderlijke en eenigszins veront rustende veiligheidsmaatregelen, die de beide meisjes met de noodige zorg vervullen. Zij durven den kleinen tuin nu niet meer te ver laten. De, hun langzamerhand als een figuur uit een sprookje schijnende Conrad Coverley, houdt hun fantasie steeds meer bezig. Op het bevel tot inhechtenisneming, dat Kaynes haar laat zien, is een foto geplakt van een ongeveer vijf endertig-jarigen man, die met een openharti- gen blik de wereld inkijkt. J Het gezicht is ongetwijfeld prettig en sym pathiek. Kitty constateert onmiddellijk, dat Maud sprekend op haar vader lijkt en haat gevoelens jegens dezen, haar nog onbekenden man, worden uiteraard te zijnen gunste be ïnvloed door het feit, dat zij zich van dag tot dag meer tot zijn kind aangetrokken gevoelt. Met Nicolle staat de zaak echter anders. Van haar vader heeft zij een uitermate sterk karakter en een, alle zijpaden schuwende oprechtheid geërfd. Haar houding is steeds duidelijk omlijnd. Verduistering van fabrieksgeheimen is een misdaad. Coverley mag zijn straf niet ontgaan. Voor zoo'n man kan zij niet de minste sympathie gevoelen, ook al houdt zij dan ook van zijn, door een toeval bij haar ondergebracht kind. Op een ochtend, als Maud dapper aan het scheppen is in een, speciaal voor haar getim merde zandbak, ontwikkelt zich tusschen de beide vriendinnen, Nicolle en Kitty, een ge sprek, waaruit voor het eerst hun verschil van inzicht blijkt. Kitty zit op een groote houtkist, de handen om de opgetrokken knieën geslagen. Zij draagt een blauw trainingspak, waarin zij er uitziet als een kleine, blonde page. „Stel je voor, Nicolle, we krijgen er nog een waker bij. Een hond! Mr. Brownell zou hem vandaag uit Londen meebrengen". Nicolle maait men een korten sikkel de wei nige vierkante meters gras voor het huis. Zij draagt een eenvoudige tuinjurk. „Prachtig! Een hond, een waakhond ont breekt hier allang". „Vannacht schoot me plotseling wat te bin nen", piekert Kitty. „Het heeft me een beetje ongerust gemaakt. Hoe meer ik er over nadenk hoe eigenaardiger ik het vind. Ik moet je eer lijk zeggen, Nicolle die heele geschiedenis hier Zij wijst, op de woning van den postambte naar. Die bewaking en zoo.Als je het goed bekijkt, schuilt er iets barbaarsch in". „Hoezoo barbaarsch?" „Ach, je moet er goed over nadenken. Eingelijk wordt een klein, hulpeloos kind als lokaas gebruikt „Hemel, Kitty, wat druk jij je romantisch uit. Een hulpeloos kind als lokaas „Nou, is het soms niet zoo? Waarom laten zij dan het kind bij ons? Heeft inspecteur Benett niet uitdrukkelijk verklaard, dat men verwacht den vader van Maud binnenkort hier te zullen zien, daar deze zeker een poging zal doen om zijn kind te ontmoeten? En van die gelegenheid zal men dan gebruik maken om eindelijk de hand op hem te kunnen leg gen. Er wordt dus zuiver gespeculeerd op het vaderlijke gevoel van dien Coverley. Ik vind die methode vrij laag en wij moesten ons toch eigenlijk schamen om daaraan mee te doen! „Breng dat gras liever even bij de konijnen in plaats van je te schamen!" antwoordt Ni colle, kalm als steeds, wanneer haar vriendin haar temperament wat al te veel den vrijen teugel laat, „Als je werkelijk nuchter beschouwt, staat de zaak heel anders. Mr. Gordon heeft een brief ontvangen waarin men hem met den dood bedreigt als het kind niet bij ons laat. De man is begrijpelijkerwijze door deze dreig brieven nerveus geworden. Daarom laat hij het kind ook hier en voor het overige zorgt hij er slechts voor, dat alle noodige maat regelen worden getroffen. Nicolle richt zich op. De sikkel, welke zij nog in de hand houdt, blinkt in de zon. „Je schijnt heelemeal te vergeten, Kitty, dat reeds één mensch in deze geschiedenis er het. leven bij heeft ingeschoten. Het- is dui delijk, dat de politie alles moet doen om een tweeden moord te voorkomen, waarbij die Co verley de hand ln het spel zou kunnen heb- ben". Wordt vervolgd). Het Russisch Ballet van Monte Carlo onder leiding van den heer René Blum, broeder van den Franschen minister Leon Blum, zal van 8 tot 13 December te Amsterdam een reeks balletten uitvoeren. Een der scènes De opmarsch der Japanners in China gaat met groote moeilijkheden gepaard, zooals bovenstaand snapshot duidelijk toont. Een afdeeling baant zich een weg door een onherbergzame streek De staltrompetters van het Korps Rijdende Artillerie, die aan de beide B.V.L-avonden te Amsterdam hun medewerking verleenden, brachten Dinsdag een bezoek aan Artis De Justitie deed Dinsdag een inval in een perceel aan de Spuistraat te Am sterdam in verband met den juweelen diefstal in de Har ingvlietstraat. - De substituut-officier mr. A. S. de Muinck Keizer en de rechter-commissaris mr. B. de Gaay Forman verlaten de woning Door het winnen van de 25ste partij behaalde dr. Aljechin (met krans) Dinsdagavond in den Haagschen Dierentuin een voor dr. Max Euwe (links) onbereikbaar aantal punten en veroverde hiermede ten tweeden male het wereldkampioenschap schaken Dr. Aljechin wordt door zijn echtgenoote gefeliciteerd met het behalen van het wereldkampioenschap schaken na zijn overwinning in de 25ste partij in den Haag schen Dierentuin Yvon Delbos, de Fransche minister van Buitenlandsche Zaken, te Warschau in gezelschap van kolonel Beek (rechts) en diens echtgenoote (links) De begrafenis van René Doumic, lid der Academie Frangaise en directeur van de «Revue des deux mondes». Firmin Roze tijdens zijn rede namens de «Société des Gens de Lettres»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 5