Eén spelling spoedig te wachten.
w,
D
Dapper reddingswerk van 50 jaar geleden.
DONDERDAG 9 DECEMBER 1937
Wettelijke regeling in overweging.
Minister tegen verlenging
van den leerplicht.
Bescherming van den architectentitel
Wij ontleenen aan de Memorie van Ant
woord op het voorloopig verslag der Tweede
Kamer over de begrooting van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen voor 1938:
Eep ontwerp van wet inzake de onderwij
zersopleiding is (bereids in handen van den
Raad van State. Het is gebouwd op een
systeem, waardoor, zonder dat de kosten noe
menswaard worden verzwaard, de opleidings
kansen der aanstaande onderwijzers intellec
tueel, paedagogisch en practisch belangrijk
beter zullen worden. Het brengt tevens de
financieele gelijkstelling tusschen de Rijks
kweekscholen en de gesubsidieerde bijzondere
kweekscholen.
Met betrekking tot het middelbaar en voor
bereidend hooger onderwijs leven een aantal
wenschen, wier vervulling geen verzwaring
van kosten behoeft mede te brengen, naast
zoodanige, waarvan het tegendeel geldt. De
minister hoopt in elk geval te bereiken, dat
de eerstbedoelde onderwerpen wettelijk ge
regeld zullen worden.
Hoewel de minister niet vergeet, dat de po
ging om tot een wet te komen, regelende het
middelbaar en het voorbereidend hooger on
derwijs, reeds in 1921 is begonnen en ten ge
volge van een aantal wederwaardigheden tot
heden nimmer is geslaagd, zal (hij zijn krach
ten inspannen om ditmaal positief resultaat
te bereiken.
De minister acht het onder de huidige fi
nancieele omstandigheden plicht om de uit
gaven, waar dit maar eenïgszins kan, te.ver
minderen. De onderhavige begrooting geeft,
naar zijn meening. van dit streven voldoen-
de blijk.
De spelling.
De Regeering ls overtuigd, dat de
toestand, waarbij de Regeering de
eene, de jeugd een andere spelling
toepast, niet bestendigd kan blijven.
Zij meent derhalve, dat Regeering en
school in beginsel dezelfde schrijf
wijze moeten gaan volgen.
Zij is intusschen eveneens overtuigd, dat
de keuze, waarvoor zij staat niet kan wor
den gedaan zonder dat zekerheid verkregen
ls omtrent hetgeen ter sake in België kan
worden verwacht.
Zonder zich te willen binden aan elders te
nemen besluiten en overtuigd van haar taak
om een zelfstandige keuze te doen, is niette
min de regeering van oordeel, dat gelijk
eenige leden het uitdrukken „de cultu-
reele band tusschen Nederland en de Vla
mingen" zoo eenïgszins mogelijk niet door
een verschillende schrijfwijze van de ge
meenschappelijke taal moet worden ge
schaad. De Regeering vertrouwt, dat zij wel
dra zekerheid zal kunnen verkrijgen omtrent
het standpunt, dat de Belgische regeering te
dezer zake inneemt, waarna zij onverwijld
haar verdere houding zal bepalen.
Het denkbeeld, om de spelling in
hoofdlijnen bij de wet vast te stellen,
is bij de Regeering in overweging.
Het ligt echter niet in de bedoeling
om met een beslissing over de thans
langende vragen te wachten totdat
deze overweging tot een resultaat
heeft geleid.
Lager onderwijs.
Het zal den minister verheugen, wanneer het
Hogelijk blijken zal. een wijziging in de thans
geldende leerlingenschaal aan te brengen.
Echter moet hij er, evenals verleden jaar, op
wijzen, dat de groote arbeidsreserve van onder
wijzers en onderwijzeressen maar voor een
klein gedeelte het gevolg is van de jongste
verscherping in 1936 van de leerlingenschalen.
Naast de werking van de leerlingenschaal
1932 moet ter verklaring van de vergrooting
ider klassen, bepaaldelijk gewezen worden op
de omstandigheid, dat veel minder dan vroe
ger boventallige .leerkrachten in de scholen
werkzaam zijn.
Ongetwijfeld kan men een leerlin
genschaal ontwerpen die eenige dui
zenden werklooze onderwijzers een
plaats in de school zou verzekeren. In
voering daarvan is echter om finan
cieele redenen op dit oogenblik niet
mogelijk.
Uit een ingesteld onderzoek is den minister
gebleken, dat door de ontworpen schalen het
aantal leerkrachten zou toenemen met 3892
aan de scholen voor gewoon en met 154 aan
die voor uitgebreid lager onderwijs. Daar als
gemiddeld salaris gerekend moet worden op
resp. f 1899 en f 2886 en de pensioenlast 4y2
pet, bedraagt, komen de kosten op den duur
op 8,2 millioen gulden.
Omtrent het tuchtrecht merkt de minister
op, dat het woord thans allereerst is aan ge
meentebesturen en schoolbesturen, die in de
instructies der onderwijzers de reeds bestaande
bevoegdheid nader kunnen regelen op het
punt van schoolblijven, weg-sturen, strafwerk
en dergelijke; waardoor het gebruik van deze
middelen zal worden vergemakkelijkt en in
goede banen geleid, terwijl tevens nog eens de
bevoegdheid zelf nadrukkelijk wordt uitge
sproken. Eerst wanneer langs dezen weg een
bevredigende toestand niet kan verkregen
worden kan er aanleiding zijn te onderzoeken,
in hoeverre de wetgever de materie moet ter
band nemen.
Van den minister is geen voorstel te
wachten tot verlenging van den leer
plicht.
Kunsten en Wetenschappen
De minister blijft alle aandacht geven aan
de moeilijkheden, waarin onder de huidige
omstandigheden in het bijzonder onze kunste
naars zich bevinden.
Tegen het denkbeeld van een wette
lijke regeling der bescherming van den
architectentitel heeft de minister, zoo
als hij vroeger al uitsprak, zekere be
denkingen. Hij bereidt voor het oogen
blik evenwel voor de instelling van een
kleine commissie, die tot taak zal krij
gen hem omtrent die bedenkingen
nader in te lichten, waarna hij zijn
houding zal bepalen.
|t Het vraagstuk van het voortbestaan, der
De Vaccinatie-kwestie.
Nadere uiteenzettingen van de bedoeling der
regeering.
De minister van Sociale Zaken merkt in
zijn memorie van antwoord aan de Tweede
Kamer in zake het wetsontwerp tot verlen
ging van den geldigheidsduur van tijdelijke
bepalingen betreffende de vaccinatie het vol
gende op:
Uit hetgeen in het voorloopig verslag is
medegedeeld, is het den minister duidelijk
geworden, dat de bedoeling, die bij de regee
ring voorzit met de instelling eener staats
commissie ter bestudeering van het vaeeïna-
tievraagstuk, in meer dan één opzicht is mis
verstaan.
Het is de bedoeling, aan de in te stellen
staatscommissie op te dragen, haar arbeid
met grooten spoed te verrichten. Minder dan
een half jaar kan haar daarvoor echter be
zwaarlijk worden gelaten, wanneer het al
mogelijk zal blijken in dat tijdsbestek haar
taak te volbrengen. Indien men dan voorts
rekening houdt met den tijd, dien de over
weging der voorstellen van de staatscommis
sie aan de regeering zal kosten en met den
tijd, die met de behandeling van een nieuwe
wettelijke regeling gemoeid zal zijn, dan
moet het zeer betwijfeld worden, of deze
nieuwe regeling inderdaad op 1 Januari 1939
in werking zal kunnen treden.
Daarom heeft de minister het voorzichtig
heidshalve wenschelijk geacht, den termijn
van de opschorting thans op twee jaar te
stellen. Het spreekt intusschen vanzelf, dat
hij al hetgeen in zijn vermogen is zal doen
om dien termijn zooveel mogelijk te verkorten.
De meening van vele leden, dat de instel
ling van een staatscommissie overbodig zou
zijn, omdat de medisch-hygienische zijde van
deze aangelegenheid voor een beslissing vol
komen rijp zou zijn, kan de minister niet
deelen. Wel bestaat er bij een zeer groote
meerderheid der medici eenstemmigheid over
de wenschelijikheid van .de vaccinatie^, maar
die eenstemmigheid strekt zich allerminst uit
tot de vraag, op welke wijze een behoorlijke
vaccinatie-toestand van ons land kan worden
verkregen. Bovendien is deze laatste vraag
niet alleen van medisch-hygienischen aard,
doch heeft zij ook zeer belangrijke staatkun
dige en staatsrechtelijke kanten.
orkesten in Nederland is moeilijk en verdrie
tig. Het is geenszins uitsluitend van culturee-
len aard, ook sociale belangen zijn er bij be
trokken. Degenen evenwel, die de remedie
eenvoudig meenen te mogen zoeken in verhoo
ging van den rijkssteun, vinden den minister
niet aan hun zijde.
Nooit wachten bij ver
koudheid of rheuma-
tiek, maar onmiddel
lijk ASPIRIN-tabletten
nemen - en hoe eer
der hoe beter!
Aspirin
is een »'öóy©*« - product.
Ora/ijebanden»öay«*«-kruis
waarborgen de werkzaam
heid ën onschadelijkheid
(Adv. Ingez. Med.J
Vrachtauto na aanrijding in sloot
terechtgekomen.
ij besteden gaarne zoo groot
mogelijken zorg aan de annonces.
Het spreekt echter vanzelf dat dit
in het gedrang moet komen, als
plaatsingsopdrachten ons op het
laatste oogenblik bereiken.
aarom, in het belang van de
adverteerders zelf, verzoeken wij
vriendelijk doch dringend plaat
singsorders tijdig in te zenden. Dat
wil zeggen: voor Zaterdag uiterlijk
9 uur in den ochtend, oo andere
dagen uiterlijk 10 uur in ons bezit.
Dan kan het nog net met zorg ge
beuren, maar beter is natuurlijk, ze
nog aanmerkelijk vroeger te zenden.
Bestuurder en mede-inzittende gewond.
Woensdagavond omstreeks zes uur reden op
den Rijksstraatweg te Nieuwerbrug een per
sonenauto en een met kisten appels beladen
vrachtauto achter elkaar in de richting Bo
degraven.
Bij het passeeren van de vrachtauto, raakte
het achterspatbord van de personenauto, door
dat de bestuurder het stuur te vroegtijdig naar
rechts draaide, het linkervoorwiel van den
vrachtwagen.
De bestuurder van laatstgenoemde auto. de
heer A. Bakker uit Voorburg, verloor daardoor
de macht over het stuur en reed een tweetal
boompjes omver, waarna de auto over den kop
sloeg en in de langs den weg loopende sloot
terechtkwam.
De bestuurder en de mede-inzittende heer
B. A. Simonis uit Voorburg, klommen met snij-
wonden aan gelaat en ledematen uit de deer
lijk gehavende auto en klauterden op den
kant, waar de bestuurder van de personen
auto, de heer H. Zwart uit Leiden, en enkele
voorbijgangers, hulp verleenden en de beide
;ewonden bij omwonenden binnenbrachten.
Nadat de wonden door doktoren waren ver
bonden, zijn de slachtoffers naar hun woning
vervoerd.
LIJK VAN EEN VERDWENEN ROTTERDAM
MER GEVONDEN.
Eenige weken geleden is uit zijn woning
aan de Tweede Wandeloordstraat te Rotter
dam verdwenen de 53-jarige J. Heemskerk,
die op een middag zijn woning onder normale
omstandigheden had verlaten, maar die daar
in niet meer is teruggekeerd. Men. vermoedde,
dat den man, die vrij doof is en ook niet al te
best kon zien, een ongeluk was overkomen,
welk vermoeden juist is gebleken. Men heeft
zijn stoffelijk overschot gevonden in een vaart
in een polder onder Hoofddorp nadat men
het lichaam als dat van den verdwenen Rot
terdammer had geïdentificeerd, is dit naar
Rotterdag overgebracht, waar het ter aarde
is besteld.
Wat den man precies is overkomen, heeft
men niet kunnen vaststellen. Toen de man zijn
woning verliet had hij vijf gulden op zak,
waarvan nog slechts 26 cent in zijn bezit werd
gevonden. Men vermoedt dat H., die in de
buurt van Haarlemmermeer afkomstig is hij
is te Uithoorn geboren door de duisternis
misleid, te water is geraakt. Volgens verklaring
van een dokter moet het lichaam van H. onge
veer drie weken in de vaart hebben gelegen.
Geen onbekende graven te Breda.
Bestaan was bekend.
Door aanwijzingen van wichelroedeloopster
de aandacht er weer op gevestigd.
De ontdekking door middel van den wichel
roede van een onderaardschen gang in de z.g.
Prinsenkapel van de Onze Lieve Vrouwekerk
te Breda mag een merkwaardig feit genoemd
worden, doch even merkwaardig is zeker de
wijze, waarop door velen op deze ontdekking
is gereageerd. Bij lezing van de eerste be
richten zou men den indruk krijgen, dat door
toevallige omstandigheden het mausoleum van
de directe voorvaderen van Prins Willem van
Oranje is ontdekt. Doch reeds jaren geleden is
men bekend geweest met het feit, dat zich on
der het praalgraf van Engelbrecht II van Nas
sau vijf later-overleden familieleden van dezen
Engelbrecht rust. Dr. C. F. Xavier Smits heeft
naar de Maasbode meldt, hierop bijv. in een
artikel in „De Katholiek" in 1923, geschreven
bij gelegenheid van het zilveren regeerings-
jubilé van H.M. de Koningin, gewezen. Men
mag nu dus in geen geval spreken van ontdek
king van onbekende graven. De wetenschap,
dat de graven er waren, is echter blijkbaar
slechts in kleinen kring bekend geweest, want
in een officieel communiqué van den burge
meester van Breda naar aanleiding van deze
heele kwestie wordt gezegd, dat men, op grond
van de ervaringen door een wichelroede-loop
ster opgedaan, een officieel onderzoek heeft
ingesteld en dat de kerkvoogdij daarmee voet
stoots accoord is gegaan.
Door de aanwijzingen van mevr. Klein
Sprokkelhorst is dus in hreeden kring be
kend geworden, wat enkelen al sinds jaren
wisten.
Het officieel communiqué luidt:
„Reeds eenigen tijd bestond het vermoeden,
dat in een hoek van de Prinsenkapel van de
Groote Kerk een ingang moest zijn van een
onderaardsche gang. Bij een daarna met de
wichelroede door mevrouw Klein-Sprokke 1 -
horst maanden geleden ingesteld onderzoek,
wees ook zij op het bestaan van dit ingang.
Naar aanleiding daarvan is een nieuw on
derzoek ingesteld, dat een trapje blootlegde,
hetwelk voerde naar een grafkelder. In dien
grafkelder zijn twee kisten aangetroffen en
in een bijnis nog drie kisten. Deze kisten
waren, ofschoon samengesteld uit lood en
overdekt met hout, niet in goeden staat. De
kelder is onmiddellijk afgesloten, in verband
met de mogelijkheid, dat de kisten de over
blijfselen bevatten van personen verwant aan
het Vorstelijk Huis.
In verband hiermede is van de vondst ken
nis gegeven aan H.M. de Koningin en heeft
de Kerkvoogdij van de Groote Kerk aan HM.
de voorloopige beschikking over den graf
kelder aangeboden. Op 7 December zijn in
opdracht van H.M. de de grootmeester van
Haar Huis, J. H. F. graaf DuMonceau. en dr
N. Japikse, directeur van het Koninklijk Huis
archief, naar Breda gekomen om met den
burgemeester, den voorzitter van de Kerk
voogdij en den gouverneur van de Kon. Mil
Academie een onderzoek in te stellen, Bij dat
onderzoek waren ook de directeuren van Open
bare Werken en van den Gezondheidsdienst
aanwezig. De toestand, waarin de kelder zich
bevond, is vastgesteld en nader zal onderzocht
worden van wie de resten zijn, die zich in den
kelder bevinden. Dit kan thans nog niet wor
den aangegeven".
DE INVOER VAN BOTER IN BELGIë.
Men deelt ons van bevoegde izijde mede,
dat het aan Nederland toekomende aandeel
in het algemeen contingent voor den invoer
van boter in België gedurende December
1937 68.750 K.G. bedraagt, welke hoeveelheid
uiterlijk 31 December in België moet zijn
ingevoerd.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
met ingang van 4 December jl„ de taxe de
license is verhoogd van 4 franc op 5.50 Belg.
francs.
Het aan Nederland toekomende aandeel
in den invoer gedurende de maand Novem
ber werd geheel verbruikt, zoodat hiervan
geen overschot beschikbaar is.
Bij den ondergang van de „Renown".
IJitersf moedige arbeid onder
eiding van Dorus Rijkers.
Heden is het een halve eeuw geleden, dat
de naam Dorus Rijkers voor het eerst op
ieders lippen kwam.
In den vroegen ochtend van den 9den De
cember 1887 tusschen vier en vijf uur strand
de bij ruw weer met harde stormvlagen uit
W.Z.W., de Duitsche bark „Renown", met een
lading rijst op weg van Bangkok naar Bre
men, te Nieuwediep nabij de Keizersbult. Drie
dagén lang beukten de wilde golven het schip
het land volgde in angstige
spanning de heldhaftige reddingspogingen,
die door de roeiers onder leiding van Dorus
Rijkers, die ruim een jaar tevoren zijn loop
baan als bootsman begonnen was, onder
uiterst moeilijke omstandigheden werden uit
gevoerd. Men slaagde erin 23 van de 25 opva
renden aan wal te brengen. De tweede stuur
man verdronk, terwijl een lid der bemanning
door uitputting bezweek.
Het verslag der N. Z. H. R. M. over 1887 ver
meldt over deze redding een der zeer hache
lijke in de geschiedenis der maatschappij
o.m. de volgende bijzonderheden:
Des morgens ongeveer te vijf uur ontving
het plaatselijk bestuur te Nieuwediep telefo
nisch bericht uit den lichttoren te Kijkduin,
dat in de richting van het Westgat noodsei
nen gezien werden. De reddingsboot werd di
rect gereed gemaakt en door de sleepboot
„Hercules" naar de strandingsplaats ge
sleept, die omstreeks acht uur werd bereikt
Het gestrande schip bevond zich toen reeds
met het bovendek onder water in zulk een
toestond dat de opvarenden in groot levens
gevaar verkeerden. De grootmarssteng en de
voorbramsteng gingen bij aankomst der „Her
cules" juist overboord, en de hooge branding,
die in woeste vaart over de geheele lengte
van het schip liep, bedolf bijna voortdurend
den geheelen romp onder de schuimende gol
ven, terwijl de hevig stootende vleet van het
overboord liggende tuig, een nadering met de
reddingboot uiterst moeilijk en gevaarlijk
maakte. Toch mocht het na eenige uren van
buitengewone krachtsinspanning gelukken elf
schipbreukelingen, waaronder den kapitein
met de reddingboot van het wrak te halen,
doch de pogingen om daarna de veertien
overigen, die reeds in de bezaanmast waxen
gevlucht, te redden, mislukten herhaaldelijk
en moesten eindelijk worden opgegeven.
Met het doorkomen van den vloed, was na
melijk de zee dermate toegenomen, dat nabij
't nu geheel onder water liggende wrak geen
lijk meer te vinden was en de reddingboot
zou met haar uitgeputte bemanning, bij de
pogingen om op zijde te komen, het groote
gevaar loopen boven het wrak of de vleet te
komen, waar een gewisse ondergang boot en
bemanning te wachten stond. Daarom werd
besloten terug te keeren om met andere
roeiers de redding te kunnen voortzetten, in
dien de gelegenheid slechts eenige kans tot
slagen aanbood.
Te twee uur des middags werd de haven
bereikt en reeds te half drie kon de redding
boot met een geheel nieuw stel roeiers, doch
wederom onder commando van Th. Rijkers,
naar buiten gesleept worden.
Alle pogingen echter om, met eenige kans
van succes, het wrak te naderen bleven we
der vruchteloos, zoodat, toen met de inval
lende duisternis iedere kans om hulp te ver-
Ie enen was verdwenen, onverrichterzake
moest worden teruggekeerd.
Den volgenden morgen stoomde de „Her
cules" weder met de reddingboot naar het
wrak. De wind was nu naar het W.N.W. ge-
loopen met een gereefde marszeilkoelte, doch
daar het den geheelen nacht gestormd had,
liep de branding niet minder hoog, terwijl de
groote en fokkemast, die in den afgeloopen
nacht over boord waren geslagen, met al het
tuig in de nabijheid van het wrak een gewel
dig stootende vleet vormden, waardoor het
naderen met de reddingboot een uiterst ge
vaarlijk werk bleef.
Met de grootste krachtsinspanning slaagde
Th. Rijkers er nu in de boot zoo dicht bij het
achterschip van het wrak te houden, dat nog
zeven schipbreukelingen, die zich een voor
een langs de gaffelgeerden tot op het water
lieten zakken,, met behulp van toegeworpen
lijnen in de reddingboot konden gehaald wor
den. Toen werden de omstandigheden echter
weder zoo ongunstig, dat, ondanks het feit,
dat met de grootste krachtinspanning tot des
avonds laat werd gewerkt, voorloopig nog
vijf schipbreukelingen aan hun lot moesten
worden overgelaten. De tweede stuurman van
het gestrande schip verdronk bij deze red
ding, terwijl een man der equipage van koude
en uitputting was bezweken.
Den daarop volgenden nacht werd het we
der wat handzamer, zoodat de bazaanmast
in het wrak staan bleef en de vierde tocht
met de reddingboot, die den volgenden mor
gen vroegtijdig werd aangevangen, met sue
ces bekroond werd. De vijf overgebleven schip
breukelingen werden nu van het wrak ge
haald, altijd nog onder hoogst gevaarlijke om
standigheden en op dezelfde wijze als dit den
vorigen dag had plaats gehad. De schipbreu
kelingen, die vreeselijk geleden hadden, doch
gelukkig allen veel hoop op herstel gaven,
werden eindelijk des voormiddags te half
twaalf behouden binnengebracht.
Van verschillende zijden mochten de red
ders blijken ontvangen, dat hun menschlie-
vende pogingen op hoogen prijs werden ge
steld en de onderscheiding, den bootsman en
bestuurder der reddingboot Th. Rijkers te
beurt gevallen van bij koninklijk besluit te
worden benoemd tot broeder in de Orde van
den Nederlandsehen Leeuw, mocht zeker wel
verdiend heeten, vanwege de maatschappij
werden aan de redders, behalve de hoogste
premie, de navolgende belooningen toege
kend: aan genoemden bootsman (die op alle
tochten naar de „Renown" het bevel over de
reddingboot voerde) de gouden medaille, aan
vier roeiers de zilveren en aan vijf de bron
zen, terwijl aan de overigen het getuigschrift
werd uitgereikt.
Bij zijn aftreden als schipper schreef de
toenmalige secretaris van de N. Z. H. R. M..
de heer H. de Booy, o.m. het volgende:
Rijkers gebruikte niet zooveel woorden als
het verslag als hij vertelt van de „Renown"
Het was jammer van dien stuurman, meneer,
we hadden hem al aan de lijn, maar hij liet
los. 't Was een man met een zwarte olie jekker
aan en een licht snorretje had hij. Ik zie hem
nog voor mij. Zoo verdronk hij voor mijn
oogen. Een jongen, die van kou was omge
komen, want het vroor hard, hadden zeover-
boord gezet, uit de mars in zee. Ze zaten alle
maal in de bezaansmast achter een zeil, dat
ze voor beschutting hadden vastgebonden.
Daar hadden die laatsten dus over de 50 uren
gezeten toen wij ze redden. Toen dacht ik, nu
of nooit, nou moet ik ze hebben en ik liep
met de boot naar boven op het wrak. De
roeiers zijn toen in het want geklommen om
die mannen uit de mast te halen. Zoo hebben
ze die menschen naar beneden gedragen want
ze konden niet meer loopen".
„Jawel, het waren allen Duitschers, op den
kok na, die kwam van Vlissingen. Telkens als
wij weer met een partijtje binnenkamen, dan
stonden er wagentjes klaar en werden ze naar
het hospitaal gebracht.
Daar heb ik dien kok nog dikwijls opge
zocht, hij is er niet bovenop gekomen en wij
zijn als „redders" bij de begrafenis geweest".
Na 1887 is de gouden draagmedaille van de
N. Z. H. R. M. slechts tweemaal uitgereikt,
n.l. in 1919 aan Jan van Kan te Noordwijk
aan Zee en in 1935 aan M. Toxopeus te Oost-
mahorn.
Erfenis brengt (lrie menschen in
bel gevang.
Knoeierijen en poging tol. doodslag
Een erfenis brengt niet steeds geluk Wrm
dagmorgen veroordeelde de Amsterdam^"
rechtbank twee leden eener familie die
erfenis te verdeelen had, tot anderhalf i6611
met aftrek van voorarrest wegens knoeierb
bij de afwikkeling als executeurs-testamenSi
De rest van de familie had een klacht teo
dit tweetal ingediend en medegedeeld do?en
veel meer geld moest zijn, dan was op^eeeL?
Inderdaad kwam er nog meer dan een hal
ton te voorschijn. De broer van één van ha h
executeurs stond Woensdag terecht. Het-
lid der familie, dat door de erfenis in het w
dachtenbankje terecht is gekomen....
Hij had zich in den tijd van de ve'rd
van de erfenis hevig opgewonden, omdat h-
op goede gronden vermoedde, dat hij door'?\S,
broer en zijn zwager werd bedrogen.
Op 9 Augustus verscheen hij voor de wonlno
van zijn zwager, die zich in het huis van hÓ
waring bevond. De"
Scheldende en tierende sloeg hij de ruifa
van de voorkamer in, trok de gordijnen na
beneden en dreigde de vrouw en haar tw
dochters te zullen vermoorden. Plotselit?
haalde hij een revolver voor den dag en schnl
in de richting van zijn vluchtende familie Sa
een toevlucht in den tuin zocht.
Nogmaals viel een schot.gelukkig wen
niemand getroffen en tenslotte kalmeerde T
woesteling. Hij gromde nog eenige scheldwoo?
den. om tenslotte te verdwijnen. Zelf meldda
hij zich bij de politie aan en enkele uren later
zat ook hij in het huis van bewaring Later k
hij op verzoek van zijn verdediger in vrijheid
gesteld. u
Verdachte, een timmerman, stond terecht
wegens poging tot doodslag en wegens vernie
ling. Verd. zeide nooit de bedoeling te hebhpn
gehad iemand te raken. Hij had zijn familie
slechts bang willen maken. Een revolver hJ
hij toevallig bij zich. aa
Deze familie aldus de officier van justitie
mr. de Muinck Keizer richt zich ten "ronde'
omdat de leden ervan elkaar het licht in dè
oogen niet gunnen. Deze man is buiten zich
zelf gebracht door het gedrag van zijn broer
en zwager, die hem ernstig dupeerden.
De officier vorderde tenslotte een f
nisstraf van acht maanden.
ARBEIDSONGEVALLEN BIJ DE \ED
SCHEEPSBOUW MAATSCHAPPIJ.
Op de terreinen van de Ned. Scheepsbouw
Maatschappij hebben Woensdagmiddag twee
ongevallen plaats gehad. Een arbeider is in
de gang van een in aanbouw zijnde boot uit
gegleden. Hij viel zoo ongelukkig, dat hij met
een hersenschudding naar het Binnengast
huis moest worden vervoerd.
Een tweede arbeider kreeg op een andere
boot een slag van een slingerde ketting tegen
het hoofd. Ook dit slachtoffer liep een her
senschudding op. Hij is eveneens in het Bin
nengasthuis opgenomen.
GOEDKOOPE KERST- EN NIEUWJAARS-
TELEGRAMMEN.
Van 14 December 1937 tot en met 6 Januari
1938 (met Bulgarije en Joegoslavië tot en met
19 Januari) kunnen wederom Kerst- en
Nieuwjaarstelegrammen tegen verlaagd tarief
worden gewisseld. Deze telegrammen mogen
uitsluitend een Kerst- of Nieuwjaarswensc'n
of beide bevatten. Voor deze telegrammen
bestaan vaste teksten. De afzenders kunnen
ook een door hen zelf opgestelde vrije tekst
gebruiken.
WEEK-END CONFERENTIE V. D. J. 0. TE
PETTEN.
Zaterdag en Zondag a.s. zal door de Vrijzin
nig Democratische Jongeren Organisatie een
week-end conferentie worden gehouden in
het kamphuis „De Boksdoom" te Petten
(N.-H.)
Als sprekers zullen optredende heer D. J.
A. Geluk uit Haarlem, voorzitter van het
hoofdbestuur, over „propaganda", dr. A. -J.
van Leusen uit Velsen over: „Godsdienst en
politiek" en Jan Schilthuis, lid van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal over: „Het Vrij
zinnig-democratische standpunt ten aanzien
van het defensievraagstuk".
Slippende auto totaal vernield.
Achtjarige jongen gedood.
Woensdagmiddag te ongeveer kwart over
twee is op de Jachtlaan te Apeldoorn, '.er
hoogte van den Zanderijweg. een ernstig
auto-ongeluk gebeurd. Een vier-persoons ge
sloten Ford is op dit punt, vermoedelijk door
de gladheid van den weg, geslipt en jervol-
gens tegen drie boomen gebotst. De auto werd
bestuurd door den heer S. uit Utrecht, die
met zijn vrouw en vier kinderen op weg was
naar het bisschoppelijk klein seminarie aan
den Arnhemschewèg te Apeldoorn, waar ni]
voornemens was een bezoek te brengen aan
zijn zoon, die Woensdag zijn verjaardag
vierde. Bij de hevige botsing tegen den derden
boom werd de achtjarige L. S. uit den wa
gen geslingerd. De jongen bleef zwaar gewond
op den weg liggen. Nadat hij bij omwonenden
was binnengedragen, is het jeugdige slacht-
offer kort daarop overleden.
De overige inzittenden werden door glas
scherven gewond. De wagen werd totaal ver
nield.
De fraude door steuntrekkende
musici.
Reeds 60 personen er bij betrokken.
Naar men zich herinnert, is er in het begin
van de maand November een fraude aan het
licht gekomen, gepleegd door Amsterdamscne
musici, die ondersteund werden door maat-
schappelijken steun. Naar het toen aan net
licht gekomen geval van misdrijf werd een
onderzoek ingesteld, dat, naar men schatte,
eenige maanden in beslag zou nemen. Van net
politiebureau aan de Stadhouderskade wer
den de inspecteur Vorstman en de rechercheur
van Beurden voor zes maanden uit den ge
wonen dienst genomen en met dit bijzondere
opsporingswerk belast. Thans zijn zes a acnt
gevallen in behandeling, doch door de .os-
lippigheid van tal van verhoorde personen is
dit getal gegroeid tot een zestigtal, zooaat
men thans vermoedt, dat alle tachtig steun
trekkende musici aan dit onrechtmatig
steun trekken schuldig zijn.
Het onderzoek gaat over de laatste jaren
terwijl de bedragen die onrechtmatig
steun werden genoten, tusschen de 2(?u .n
800 gulden varieerden. Men is echter no»
maar aan het begin van een zaak, die zeei;
uitgebreide naspeuringen zal vergen.