LUCHTBESCHERMINGSOEFENINGEN IN INDIË. OM EEN KIND FEUILLETON ROMAN VAN NORBERT GARA1. Nadruk verboden. 14) „Waarom neem je eigenlijk zoo zonder meer aan, dat Coverley op een of andere manier bij den moord op de heide bij Kensington betrok ken is?" Nicolle haalt de schouders op. „Dat veronderstel ik zoo maar". „Mr. Nicolle Osborn veronderstelt, dat Co verley een moordenaar is. Arme Coverley! Reeds bij voorbaat veroordeeld onthoofd en begraven...." Tegen den middag keert rechercheur Brow nell, die 's morgens op de fiets is weggereden, uit Londen terug. Aan een riem leidt hij een geweldige Deensche dog. Het is een prachtig dier, zwart met groote, witte vlekken. De hond luistert naar den sprookjesachtigen naam Pan en zijn taak zal zijn het huisje te be waken. Brownell prent, terwijl Kaynes geinteres- seert toekijkend tegen de schutting leunt, de beide vriendinnen de commando's in, waarop de dog gedresseerd is. Zonder veel ijver aan den dag te leggen alsof hij wist, dat niet hij het is. die hier iets te leeren heeft, maar de beide meisjes, rea geert Pan op de commando's: hij bromt, slaat aan, legt af en strekt alle vier zijn pooten uit, alsof hij dood is. Officieel geld de kennismaking echter pas dan voor geëindigd, als Pan, zij het dan niet alvares daartoe met een blik van Brownel toe stemming te hebben verkregen de hem door Nicolle en Kitty voorgehouden stukken vleesch heeft verorberd. Dan wordt Maud er bij gehaald. Bij het zien van het geweldige dieren, vlucht zij, door een panische schrik bevangen, naar Kitty. Het is natuurlijk dwaasheid te gelooven, dat een hond kan lachen, maar de blik, waarmee Pan door de samengeknepen oogleden het schrei- van verborgen vroolijkheid. Het gelukte Kitty echter spoedig Maud's vertrouwen voor Pan te winnen, als zij haar, geheimzinnig fluisterend, het nieuwe verhaal vertelt van den prookjesprins Pan, die zich in een grooten hond heeft veranderd om de kleine Maud te beschermen. Doch de idylle wordt helaas te vroeg ver stoord. Een agent met een rijwiel verschijnt aan den ingang van den tuin. De beide recher cheurs haasten zich naar hem toe. Op fluis terenden toon wordt even beraadslaagd, een kort excuus van Kaynes, dan spoedt het drie tal zich naar de woning van den postambte naar en enkele minuten later zien de beide meisjes Kaynes en Brownell haasting weg fietsen. Danny komt in opstand. Het valt niet mee om moeilijke, de uiterste concentratie vereischende berekeningen voor de constructieplannen van een groote spoor brug te maken, als de zon met tropischen gloed op de schrijf- en teekentafels schijnt. Dat ervaart Danny, als hij op zijn bureau in de Estna fabrieken tevergeefs zijn gedach ten bij elkaar tracht te houden, nerveus de langt rijen cijfers op een blocknote krabbelt, maar intusschen overweegt, dat daarb&iten aan de Theems elk oogenblik belangrijke ge beurtenissen kunnen plaats hebben. De zaak Coverley heeft plotseling deze _>n- rust in Danny's leven gebracht. Het is een miserabel gevoel de beide meisjes in gevaar te weten, terwijl men zelf zoo ver buiten schot moet blijven En dan is er nog iets, wat hem hindert. Kaynes. Die heeft zich daar maar rustig in de wo ning van den postambtenaar Bodkin genesteld en zit waarschijnlijk den heelen lieven dag bij Danny slaakt een diepe zucht, kluisterd en moet bovendien nog overwerken, de beide meisjes. Hij is den geheele dag aan zijn bureau ge- zoodat hij 's avonds laat doodmoe bij zijn moeder thuis komt. Om tegen het midder nachtelijk uur nog naar de Theems te rijden, heeft immers geen zin. Die verwenschte brug! Wat doet hij hier nu eigenlijk? Eiken dag hetzelfde mechanische werk. Met nog drie andere collega's onder voortdurend toezich van de hoofdingenieurs cijfertjes zetten op de daar voor bestemde plaats. Het is goed beschouwd, niet veel anders dan een groote excercitie, waarbij je in het gunstigste geval als korpo raal mag fungeeren. Jaren gaan voorbij vóór je een kans maakt op eenige promotie. Maar ja een mensch doet zijn plicht. Hij heeft er maar voor te zorgen, dat het geen enkel cijfer gelukt te deserteeren of, louter om hem dwars te zitten, naar een andere sectie van den troep overloopt. Ingenieur Poulsen, door Kitty „de lilli putter" genoemd, schudt het hoofd. „Wat is er toch aan de hand, Danny? Je trekt een ge zicht of je in een citroen hebt gebeten". Ze zitten in de cantine van de fabriek. De middagpauze zal direct voorbij zijn en nog steeds staat Danny's maal bijna onaan geroerd voor hem op tafel. „Heb je ooit zooiets meegemaakt!' bromt Danny geërgerd. „Anders zie je den baas eiken dag en nu is hij voortdurend op reis". „De baas? Verlang je naar hem?" „Verlangen?" lacht Danny. „Ik zou wel eens willen weten, die hier in de fabriek verlangt naar directeur Gordon! Nee boy maar ik heb een belangrijke kwestie met hem te be,- spreken". „Wat Heb jij wat met den baas te be spreken?", vraagt Poulsen verbaasd. „Ja! Ik wil verlof hebben en een behoorlijke salarisverhooging „Zonnesteek?" Als Danny oprecht was, zou hij moeten toe geven, dat er den laatsten tijd werkelijk iets niet met hem in orde is. Want normaal is het zeker wel allerminst als iemand, die gewoonlijk over een kernge zonde slaap beschikt, plotseling de gekste din gen bij elkaar droomt. Was hij niet nog van nacht in zijn slaap met rechecheur Kaynes aan het vechten geweest, hetgeen tot gevolg had gehad, dat Kaynes in een angstwekkend toete renden Roode Kruiswagen moest worden weg- 1 gebracht? „Ik heb vandaag een motor gezien", zegt Danny, zonder verdere inleiding. ,.Een pracht ding! Kost een krats. Tiei. pond con tant en de rest op afbetaling in maandelijk- sche termijnen van ander half pond. Als ik dat ding koop, kan je bij gelegenheid nog eens een keertje mee om je aangebeden Kitty een bezoek te brengen". „Aardig kind, die Kitty", zegt Poulsen in ge dachten. „Gaat wel. Jammer, dat ze zoo'n grooten mond heeft „Dat lijkt maar zooPoulsen begint Kitty met een, hem totaal vreemde neiging te verdedigen „Dat is nu eenmaal haar aard. Tegen mij is zij altijd even voorkomend en vriendelijk. Alleen als jij er bij komt, schijnt ze nlotseling gehee1 anders. Eigenaardig! On-i der ons gezegd, Danny, ik geloof bepaald, dat «ze iets tegen je heeft „M'n zorg! Ik heb wel wat anders aan m'n hoofd. Weet je, Poulsen, die motor Een schel klinkt ratelend door de cantine. De middagpauze is geëindigd. Haastig slikt Danny de rest van zijn maal naar binnen, dan rent hij de anderen achter na. En na kantoortijd besluit Danny, zij het met een bloedend hart, omdat hij elke cent spaart om Nicolle eens behoorlijk als zijn vrouw onderdak te kunnen brengen, het koopcon tract voor de motor te onderteekenen. Van morgen af zal hij nu eiken avond naar zijn huisje kunnen tuffen, zoodat hij er ten- müis te een paar uur voor kan waken, dat Kaynes, „die vervelende snijboon" met zijn „röntgenblik" die „idiote Nicolle" niet heele- maal inpalmt. Om zeven uur 's avonds de schemer is reeds gevallen bezoekt Kaynes de beide stu denten. Zij zitten bij het schijnsel van een petro leumlamp en zijn verdiept in hun studieboe ken. Maud slaapt reeds. Fluisterend, om de slaap van het kind niet te soren, deelt Kaynes den beiden meisjes mede, dat men in het bosch een man dood heeft gevonden en dat deze ongetwijfeld iden tiek is met den vluchteling, wien het na den overval door de beide agenten gelukt is zich door de Theems over te zwemmen, in veilig heid te brenger (Wordt vervolgd). In de Apollohal te Amsterdam wordt van 10 tot 12 December a.s. de inter- ne houten oaalties tusschen riiwieload en riiweq op den Bodenqraven- n i j 1,11.11 i-i nationale pluimvee- en konijnententoonstelling, «Avicorni», gehouden, waarvoor schestraatwea te Gouda ziin één voor één aan het snelverkeer ten ?aar een ?°ne d j exP'oitatie niet mfer mogelijk is, wordt de wieier- de eerste -ga,ten. reed. zijn ondergebracht ichestraatweg te l^ouda z,jn een vooreen snelverlceer ten baan aan den Bodengravenschestraatweg ta Gouda na een vijfjarig u bestaan afaebroken Het koppel Slaats Pellenaars won den zesdaagsche te Kopenhagen. De twee Nederlandsche wielrenners na hun overwinning Ook in Indië worden luchtbeschermingsoefeningen gehouden. Een foto van een te Madioen gehouden luchtbeschermingsdag. Na den gas-aanval worden de straten met chloorkalk bestreken en bespoten Het albasten grafmonument van graaf Engelbrecht II van Nassau in de Groote Kerk te Breda, waaronder zich de toegang bevindt tot den zoojuist ontdekten grafkelder, waarin zich waarschijnlijk de stoffelijke resten van de eerste graven van Nassau bevinden Onder de Prinsenkapel in de Groote- of O. L. Vrouwekerk te Breda is een grafkelder ontdekt, waarin een vijftal kisten werd gevonden, die waarschijnlijk de stoffelijke resten van de eerste graven van Nassau bevatten. Een exterieur-toto van de Groote Kerk De greep naar den bal tijdens den traditioneelen rugby- wedstr ijd Oxford Cambridge

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 5