HET NIEUWE AVONDBLAD
De Nassau-film
Er uit.
VELSEN
23e JAARGANG No. 37
DINSDAG 14 DECEMBER 1937
IJMUIDER COURANT
ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand
40 cents plus 2y3 cents incasso, per kwartaal f 1.20
plus cents incasso, losse nummers 3 cents.
Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden. Telel. 5301
VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE OP ZON- EN FEESTDAGEN.
UITGAVE LOURENS COSTER, MIJ. VOOR COURANTUITGAVEN EN ALG. DRUKKERIJ N.V.
DIRECTIE P W. PEEREBOOM EN ROBERT PEEREBOOM
ADVERTENTÏëN: 1—5 regels 10.75. Elke regel meer
15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten
ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct„ elke regel
meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs.
ALLE ADVERTENTÏëN. OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD, WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDTITE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KEN NEMER COURANT. POSTGIRO 310791
Gratis Ongevallenverzekering voor betalende abonnés. Levenslange ongeschiktheid 2000.— overlijden 400.—verlies van hand, voet of oog ƒ200.—, beide leden duim f 100.—één lid duim ƒ50.—, alle leden wijsvinger ƒ60,-
één of twee leden wijsvinger f 25—, alle leden anderen vinger 15.—, één of twee leden anderen vinger 5—, arm- of beenbreuk 30.—, enkelbreuk f 15.—, polsbreuk f 15.—. Opvarenden van visschers-, marinevaartuigen enz. 400.-
bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaarttot een maximum van ƒ2000.indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés mocht tengevolge hebben.
Nog afzonderlijke verzekering voor abonnés op het Geïllus treerd Zondagsblad. Alles indien het gevolg van- een ongeval en volgens gratis ten kantore van dit blad verkrijgbare
Italië is nu eindelijk uit den Volkenbond.
Sinds den aanvang van den Abessinischen
oorlog heeft de gewone burger aller landen
er zich over verbaasd, waarom ter wereld het
er in bleef. Toen Japan en Duitschland er
genoeg van hadden, namen zij meteen hun
ontslag als lid. Toen Italië zijn Volkenbonds
verplichtingen volkomen ver rak bleef het
niettemin nog jarenlang lid. Zijn aanwezig
heid als zoodanig is voor den Volkenbond
geen aanbeveling gebleken en zijn heengaan
kan voor den Bond geen verzwakking heeten
omdat Italië toch niet wou meewerken.
Mussolini, heeft van dit uittreden evenwel
een volledig theatereffect gemaakt. Dat hij
dit noodig vond is begrijpelijk. Italianen zijn
geen Hollanders, zij zijn uitermate gevoelig
voor een dergelijke dramatische vertooning
en buitendien heeft de geschiedenis geleerd
dat de dictatuur ten allen tijde behoefte
heeft gehad aan glorierijke schouwspelen.
Deze behoefte heeft tot tallooze oorlogen
geleid. Vooral in tijden van binnenlandsche
moeilijkheden moest de aandacht van de
bevolking door het verwerven van fouiten-
landsche successen worden afgeleid en haar
geestdrift door zegepralen worden gestimu
leerd. Dit is zoo verklaarbaar, dat juist op
dezen grond de grootste bezorgdheid ten aan
zien van een figuur als Mussolini wordt ge
voeld. Men weet dat het Italiaansche volk er
economisch slecht aan toe is. Men weet dat
de Italiaansche staatsfinanciën ontzettend
geleden hebben door den Abessynisehen oor
log (en in minderen mate door het Spaan-
sche avontuur). Ook is het bekend dat de
koloniale ontwikkeling van het veroverde
Albessinië schatten verslindt, dat de opstan
digheid der bevolking de aanwezigheid van
een kostbare Italiaansche troepenmacht
eischt, dat het klimaat een ernstig beletsel
is voor de vestiging van kolonisten en dat
het nog tientallen jaren zal moeten duren
eer dit veroverde land een bron van wel
vaart voor de veroveraars zal worden.
Die feiten leveren geen reden tot blijd
schap voor de andere Europeesehe mogend
heden op. Vele tegenstanders van het door
Mussolini gevoerde beleid zijn geneigd er om 1
te gnuiven dat Abessynië een financieele
strop voor hem is. Maar als zij hun verstand
inplaats van hun gevoel gebruikten zouden
zij er niet om lachen. Het ware voor Europa
heel wat beter als dit keizerrijk, eenmaal
veroverd zijnde, nu ook maar welvaart over
Italië uitgoot. Dan immers zou Mussolini van
zijn balcon aan het Palazzo Venezia de me
nigte kunnen toebulderen: „Heb ik u wel
vaart gebracht?" Antwoord een donderend:
„Ja!" „Is de staatskas leeg?" Antwoord een
dreunend: „Neen!" Nu moet hij demon
stratief uit den Volkenbond stappen, waartoe
hij in feit al sinds jaren niet meer behoort
en roepen: „Er in?" Schallend klonk het:
„Neen!" „Er uit?"
„Ja!" daverde het over de Piazza.
Het is te vreezen dat deze tooneelmatige
zegepraal over een vijand die over geen en
kel wapen beschikt, die trouwens niet alleen
geen super-staat maar zelfs geen staat is en
feitelijk alleen beschouwd kan worden als
een vereeniging, strevend naar de schep
ping van internationale rechtsverhoudingen,
niet lang voldoende zal zijn om den Italiaan-
schen geestdrift in laaienden toestand te
houden. Dat is het onrustwekkende. Er zul
len andere zegepralen op moeten volgen,
liefst wat substantiëeler van aard. Het
Spaansche avontuur houdt zich aan de
Spaansche traditie en sleept zich eindeloos
voort zonder afdoende beslissingen. Mis
schien zal men dit nu weer 'gaan trachten
te forceeren. Lukt dat inderdaad, dan is er
kans op groote narigheid over de macht in
de Middellandsche Zee. Lukt het niet, dan
hangen er weer andere gevaren in de lucht.
Mussolini heeft in zijn tien-minuten-du
rende speech gezegd: „Italië houdt vast aan
zijn grondbeginsel van internationale sa
menwerking en vrede".
Hij heeft even later geroepen: „Wij heb
ben onze wapens, in de lucht, op dé aarde en
op zee en deze zijn talrijk en geslepen door
twee roemrijk gewonnen oorlogen".
Het is een beetje moeilijk deze verkla
ring van het grondbeginsel van internatio
nale samenwerking en vrede te aanvaarden
als een overtuigend bewijs. Ook het feit dat
aan het slot van zijn betoog geweren werd
gepresenteerd en dolken omhoog geheven
kan op het buitenland geen erg vredelie-
venden indruk maken.
Hij stelde overigens Genève voor als een
bouwvallige tempel, waarin men den oorlog
voorbereidt. Dit laatste kan een menigte op de
Piazza Venezia doen loeien, maar in andere
landen zal men zich verbaasd afvragen: Hoe,
Wanneer en op welke wijze wordt in Genève
een oorlog voorbereid? Er is ons niets van
bekend.
Ware zooiets het geval, kon het ook maar
De Joego-Slavische minister-president Stojadinowitsj, bezocht tijdens zijn verblijf
in Italië in gezelschap van den Duce de Caproni vliegtuigfabrieken te Milaan.
vermoed worden, dan zou niet alleen Neder
land, maar dan zou een gansche reeks kleine
staten onmiddellijk Genève verlaten om er
nooit meer terug te keeren. Maar zulk een be
schuldiging uiten is iets anders dan haar met
feiten en argumenten, met bewijzen dus, te
staven. De Italiaansche pers heeft haar even
wel moeten herhalen en mag haar niet be
twijfelen. Vandaar de geestdrift waarmee zij
in Italië geloofd wordt. Hier niet.
R. P.
Over het verkoopen van een
bouwvergunning;.
Advies van B. en W. op een verzoek tot terug
betaling van kosten van bestrating en
rioleering.
Bij besluit van 19 October j.l. stelde de
Raad in handen van B. en W. om advies
een adres van J. K. Mooijen inzake vordering
van een bijdrage in de kosten van bestrating
en rioleering.
Ten aanzien hiervan deelen B. en W. thans
het volgende mede:
Onder dagteekening van 16 Juli 1937 kwam
bij hen een vei'zoek in van J. K. Mooijen te
Santpoort om hem vergunning te verleenen
tot het bouwen van een woonhuis met garage,
enz. op het terrein, kadastraal bekend ge
meente Velsen, sectie E, nos. 030 en 631, lig
gende aan den Rijksweg aldaar. Dit verzoek
was zonder meer niet voor inwilliging vat
baar, aangezien daardoor in strijd zou worden
gehandeld met het bepaalde bij artikel 4,
alinea 1, sub b, der Bouw- en Woningver
ordening, krachtens welke bepaling het onder
meer is verboden elders te bouwen dan aan
wegen, welke aan het Rijk toebehooren, mits
deze ten opzichte van de verharding en de
rioleering voldoen aan de door den Raad ge
stelde voorwaarden. Zooals echter in derge
lijke gevallen te doen gebruikelijk is, wen-
schen B. en W. aanvrager in de gelegenheid
te stellen dit bezwaar uit den weg te ruimen
door het betalen van een bijdrage in de kos
ten van verharding en/of rioleering in casu
voor een parallelweg langs den Rijksweg,
waarna zij de vergunning op grond van het
bepaalde bij het tweede lid van gemeld ar
tikel der Bouw- en Woningverordening zou
den kunnen verleenen. De hoegrootheid van
deze bijdrage kon echter niet direct worden
bepaald, daar die afhankelijk is van de eischen
welke eventueel door het Rijk worden ge
steld.
In verband met een desbetreffende cir
culaire van den Minister van Waterstaat d.d.
11 Mei 1931, no. no. 380 I, werd dan ook bij
schrijven van 17 Juli 1937 aan den Hoofd
ingenieur-Directeur van den Rijkswaterstaat
in de Directie Noord-Holland te Haarlem
verzocht, te willen mededeelen of er zijner
zijds bezwaren tegen den bouw zouden bestaan
Toen binnen een maand na het indienen
van het verzoek om bouwvergunning geen
bericht van gemelden Hoofdingenieur-Direc
teur was ingekomen, is de termijn van be
slissing daarop met een maand verlengd.
In dien tusschentijd heeft adressant den
hoofdopzichter van hèt Bouw- en Woning
toezicht meermalen gevraagd of bij den Rijks-
Waterstaat kon worden aangedrongen op
spoed. Hem is toen in overweging gegeven
zich rechtstreeks tot den Rijkswaterstaat te
wenden. Adressant heeft dezen raad opge
volgd en is na afloop van de bespreking met
den betrokken ingenieur van den Rijkswater
staat bij het Bouw- en Woningtoezicht ge
komen met de mededeeling, dat tegen den
bouw als zoodanig geen bezwaren zouden wor
den gemaakt en met het verzoek hem toe
te staan, een aanvang met het werk te maken,
daar het nu nog slechts een kwestie van het
voldoen aan enkele formaliteiten was. In
antwoord op dit verzoek is hem bij monde
van den hoofdopzichter van het Bouw- en
Woningtoezicht medegedeeld, dat hiertegen
op zichzelf geen bezwaren bestonden, doch
dat dit dan beteekende, dat adressant zich
reeds bij voorbaat neerlegde bij de grootte van
het door hem te betalen bedrag, als bijdrage
in de kosten van aanleg van bestrating en
rioleering van den aangrenzenden weg. Op
de vraag' van adressant of reeds kon worden
opgegeven hoe groot dat bedrag zou zijn, is
hem geantwoord, dat dit niet mogelijk was,
doch dat dit bedrag beduidend minder zou
zijn dan dat, hetwelk in rekening was ge
bracht als waarborg voor de totstandkoming
van den parallelweg aan de Westzijde van
den Rijksweg, n.l. f 71 per Ml.
Den 6en September 1937 kwam het bericht,
binnen, dat bij den Hoofdingenieur-Directeur
van den Rijkswaterstaat bezwaar bestond.
De te betalen bijdrage is daarna bepaald op
f 21 per Ml. of intotaal op f 441. Adressant
werd voorts uitgenoodigd, de verklaring te
onderteekenen, welk in zijn adres is opgeno
men, alsmede om het gemelde bedrag in de
gemeentekas te storten. Na een gehouden be
spreking met den Directeur van Openbare
Werken en den Wethouder voor de bedrijven
heeft adressant aan de uitnoodiging gevolg
gegeven. De bouwvergunning is hem daaran
uitgereikt.
In verband met het bovenstaande, meenen
B. en W.,,dat het den Raad duidelijk zal zijn,
dat hier van het „verkoopen van een bouw
vergunning", zooals adressant op blz. 4 van
zijn adres stelt, geen sprake is, doch dat
slechts de gelegenheid voor hem is geopend
om de totstandkoming van den weg, welke
nog niet geheel (dus met inbegrip van een
functionneerende rioleering) was aangelegd,
te waarborgen, waarna de vergunning conform
artikel 4, lid 2, der Bouw- en Woningverorde
ning kon worden verleend.
B. en W. stellen dan ook voor, op het aan
het slot van het adres gestelde verzoek om te
„besluiten dat genoemd bedrag uit de ge
meentekas aan adressant zal worden terug
gegeven", afwijzend te beschikken.
BENOEMINGEN IN DEN GEMEENTERAAD.
In de hedenavond te houden vergadering
van den gemeenteraad zullen worden be
noemd: twee leden der commissie van toezicht
op de Rijks H. B. S. (vacature L. Poortenaar
en aftredend J. S. Rutten-de Bruyn). Voor
dracht vacature Poortenaar: 1 H. Y. Visser, 2
Ir. P. van Delden; vacature J. S. Rutten—de
Bruijn: 1 J. S. Rutten-de Bruyn, 2 Ir. van Del
den; één lid der commissie van toezicht op de
Handelsavondschool (vacature L. Poortenaar).
Voordracht: 1 J. IJzerdraat, 2, G. van Karsber-
gen, één lid der commissie van toezicht op de
Visscherijschool, aftreding A. van Dijk. Voor
dracht: 1. J. P. Boon, 2 Mr. A. Boosman; één
lid der commissie tot wering van schoolver
zuim afd. Velsen, vacature P. Pleijler. B. en W.
bevelen ter benoeming aan Ir. J. A. Verhoef te
Velsen; vijf leden der commissie van advies
voor den Gemeentelijken Dienst voor Maat
schappelijk Hulpbetoon. B. en W. bevelen aan:
P. J. van Geelen, Th. Moleman, A. C. Roelse-
Bedijs, G. Hamburg en N. C. Hin.
BRANDMELDING IN DEN POLDER.
In de Raadsvergadering van 7 September
heeft de heer E.1 Luikman een vraag gesteld
inzake wederaanbrenging van een telefoon
aansluiting in den polder ten gerieve van
de bevolking bij brand, ongevallen enz.
Naar aanleiding hiervan deelen B. en W.
thans mede, dat zulks in 1938 zal geschie
den na de automatiseering van het telefoon
net Spaarndam.
EEN ZOETE RECLAME.
De heer Joh. de Waard alhier komt met
een origineele reclame, die ongetwijfeld bij
hen. die daarvan profiteeren, in den smaak
zal vallen. Want eenx kerstkrans, de opvol
ger van de boterletter is 'n welkom geschenk
in de dagen, waarin meer dan in welk ander
deel van het jaar ook, de weg naar het hart
via de maag gaat.
Wie komen in aanmerking voor deze
-erstkrans?
Allen die in de week van 13 tot en met
24 December f 10 of meer besteden. Zij
krijgen speciale kassabons en kunnen dar.
een kerstkrans bestellen bij een banketbak
ker naar hun keuze. De kerstkrans verschijnt
op den avond vóór Kerstfeest.
Liefdadigheidsavond in
Concordia.
de ruim honderd borgen uit vroeger eeuwen
is overgebleven.
Als wij voor het open haardvuur zitten dan
hebben wij eerst met onzen gastheer een an
der vertrek bezocht, waar een gansche biblio
theek is van werken betreffende ons Ko
ningshuis. Dit is een unieke verzameling,
zooals er wel geen tweede in het land zal
zijn te vinden. Er zijn boeken over de ver
schillende takken van de geslachten Nassau
en Oranje, over de bezittingen enz. Oude
folianten 'staan naast pas verschenen boe-
ken.Lange reeksen jaargangen van tijdschrif
ten vindt men er. Een prentenverzameling is
hier iets, dat bijna vanzelf spreekt. En als
men ziet hoeveel er direct of indirect over
ons Koningshuis is geschreven in Duitsch
land, België, Frankrijk en in ons eigen land,
dan krijgt men door het enkele feit van het
hier verzameld weten van een duizendtal
banden al den indruk van een nog onbekend
terrein,
Herinneringen aan eeuwenoude
relaties en een inzicht in de be-
teekenig van ons Koningshuis.
In Nassau weet men meer.
Mr. Van der Hoop van Slochteren heeft zelf
de ervaring gehad van die betrekkelijke on
kunde. Hij vertelt ons hoe hij door een tante
van zijn echtgenoote voor het eerst in Dietz
is gekomen nu jaren geleden, Deze dame,
mevrouw Posthumus Meijj es-Star Numan
heeft destijds een comité van Nederlandsche
vrouwen opgericht teneinde in Nassau een
gedenkteeken te stichten ter herinnering
aan Willem V, een figuur, die daar zelfs nu
nog algemeen bekend is.
In dien tijd, vertelt de Heer van Frayle-
maborg, heb ik een reisplan gemaakt van
Nassau, dat ik toen van Siegen uit ben door
getrokken tot Dietz toe, waar ik den plaat
selijken historicus Heek ontmoette, met wien
ik nog altijd in geregelde relatie sta.
Deze reis was voor mij een openbaring
en de kleur sloeg mij uit van schaamte, toen
ik begreep hoe weinig ik feitelijk wist van
ons Koningshuis, ondanks mijn belangstel
ling voor de geschiedenis er van
In Nassau weet men over ons Konings
huis veel meer dan wij. Het heele land
is er vol herinneringen van. Prachtige
musea, groote bibliotheken, kasteelen en
ruïnes zijn er, waarvan de gemiddelde
Nederlander het bestaan zelfs niet ver
moedt.
Dit bezoek is voor mij aanleiding geweest
om boeken en prenten te verzamelen, ten
einde daarmee te verkrijgen een werkelijk
overzicht van de geschiedenis van ons Ko
ningshuis
Overal herinneringen.
Onze gastheer vertelt verder van zijn be
zoeken aan andere gebieden in Duitschland
aan Luxemburg en Frankrijk (België staat
nog op het programma) waar hij tal van
streken bezocht om de herinneringen aan
de voorzaten van onze Koningin te zoeken.
En hij had een uitgestrekt terrein voor zijn
onderzoekingen, want sinds in de elfde eeuw
de graven van Laurenburg de burcht Nassau
stichtten heeft hun geslacht zich in alle
richtingen verspreid.
De heer Cox in Venlo heeft in September
jl. de medewerking van Mr. Van der Hoop
gevraagd en hij heeft die gaarne toegezegd,
omdat het reeds lang een wensch van hem
was, dat er eens over ons Koningshuis een
goede film zou komen.
De te maken film zal ln de eerste plaats
de schoonheid van de Nassausche landen
naar voren brengen. Een schoonheid, die te
weinig bekend is. Nederlanders trekken naar
den Harz, den Rijn of Zwitserland. Maar
feitelijk zou iedere Nederlander, die voor het
eerst zijn neus over de grens steek, Nassau
als doel van zijn reis moeten hebben, het
land waar de wieg van onze vrijheid staat.
Verder is het zeer positief de bedoeling in
de film weer te geven de herinneringen aan
ons Koningshuis, waardoor zij voor ons land
van groot belang zal zijn tot beter begrip
van de beteekenis van het geslacht Nassau.
De leidraad voor dit hoogst belangrijke deel
heb ik reeds klaar en ik heb mij aan dezen
arbeid met blijdschap en toewijding gegeven.
Immers dit werk zal kunnen bevorderen
mijn streven om de oude relaties tusschen
Nassau en Nederland (welke zich niet alleen
tot ons Koningshuis beperkten, maar even
zeer bestonden tusschen de inwoners van
beide landen) te doen herleven.
Herleefde belangstelling.
Is er, vragen wij, in de laatste jaren niet
reeds een toenemende belangstelling te be
speuren speciaal voor Nassau?
Dit is inderdaad het geval. Van 1925 af
valt zij te constateeeren. Zoo maakt in 1926
de Nederlandsch Christelijke Reisvereeniglng
haar vereenigingsreis daarheen.
Deze massale reis is door vele andere ge
volgd. Zoo maakte de K.N.A.C. het vorige
jaar een clubreis naar Nassau en dit jaar het
Kon. Genootschap voor Geslachts- en Wapen
kunde.
Waar het om gaat.
Terugkomende op de te vervaardigen film
wees de heer Van der Hoop van Slochteren
ons er op, hoe deze naar ziin meening. als zij
aan de verwachtingen beantwoordt, door een
Oranje-film gevolgd moet worden.
Zoo zal te treffender tot uitdrukking kun
nen komen hoe het vorstenhuis
goederen heeft gehad in Dir'tschiand, Luxem
burg, Frankrijk, België en De Nederlanden.
En dan zal de Nederlander, die op school
veel te weinig over ons Koningshuis leert,
bij het zien van deze films doordrongen wor
den van den vèrstrekkenden invloed van het
Mr. E, J. Th. a Th, v. d. Hoop van Slochteren. Nassausche geslacht.
Comité voor Kleeding en Dekking.
Reeds geruimen tijd voor het aanvangsuur
was het bij het gebouw Concordia der Kon.
Papierfabrieken Van Gelder Zonen Maandag
avond een druk gerij van auto's, die de be
langstellenden voorreden, voor den Uefdadig-
heidsavond door het Comité voor kleeding .n
dekking, afdeeling Velsen, georganiseerd.
Onder de aanwezigen merkten we o.m. op
het volledig comité dat in deze gemeente de
hulpactie leidt. mevr. A. Groosmuller-Voet,
presidente der Velser afdeeling van de Ned.
Vereeniging van Huisvrouwen, de heeren M.
J. Baak, dir. P. T. T.-kantoor IJmuiden, H.
Unger, voorzitter der Vereeniging tot bestrij
ding der Tuberculose, afd. Velsen, de heer
Waardenburg, dir. van Maatschappelijk Hulp
betoon, e.a.
Deze laatste sprak als secretaris-penning
meester van het comité een inleidend woord,
waarin hij de dames Rambonnet en Suwerink
in het bijzonder verwelkomde en haar dank
bracht voor haar spontane medewerking.
Hij sprak er zijn spijt over uit, dat de zaal
slechts matig bezet was en was er van over
tuigd dat de wegblijvers ongelijk gehad zullen
hebben.
Het kinderkoortje van mevr. Rambonnet
had een groot aandeel ln het succes met
een serie speelliedjes voor kleintjes en groo
teren, die door hun ongekunsteldheid de sym
pathie van het publiek hadden.
Ellen Krijger voerde een Vlinderdansje
uit; de bruidsvaart in de sneeuw was weel
een aardige afwisseling door het kinderkoor.
Van de costuums was veel werk gemaakt en
als de jongelui nu ook nog eens gelijk zingen
gaan wordt dit een koortje, waar men nog
meer plezier van beleven zal.
Als een Charlotte Kohier van onder het
schijnwerperslicht declameerde mevr. S,
Brands—v. d. Linde Andersen's sprookje van
het meisje met de zwavelstokjes en dit was
zeker een der beste nummers van dit bonte
programma.
Cath. van Rennes' Kerstcantate, ten ge-
hoore gebracht door het Meisjes- en het da
meskoor onder leiding van mevr. Rambonnet
met piano-accompagnement, was alleszins
verdienstelijk. De leidster mocht voor haar
medewerking een bouquet bloemen in. ont
vangst nemen.
Na een uurtje gepauzeerd te hebben voor
de loterij kwam het tweede gedeelte van het
programma aan de orde, zoodat de nieuwe
dag begonnen was toen het doek zich voor
het laatst sloot.
In verband met het vergevorderd uur zagen
we slechts nog een fraai tableau Saksisch por-
celein en hoorden we een loffelijke fluitsolo
van de bekende v. Beethoven Menuet in G.
en een keurige declamatie, welke deze groep
vervolmaakten.
Ook het Geisha-nummer mocht gezien
worden, alsook de heksendans en de Bieder
meier!?)-vrijage.
Wij vertrouwen, dat bok het optreden van
het achttal R.K. Inter Nos-dames en de
Beiersche liedjes van het meisjesclubje in den
smaak gevallen zijn en de kas van het co
mité met een flinke bate versterkt is.
W.
Een gesprek met den geschiedkun~
digen leider bij de vervaardiging.
(Van een 'specialen verslaggever)
„Ons volk moet zijn Koningshuis
ieeren kennen en op de juiste waarde
schatten, wat thans niet het ge
val is".
Dit is het ideaal, van mr. E. J. Thomassen
a Thuessink van der Hoop van Slochteren,
die de historische leiding heeft aanvaard van
de ter gelegenheid van het regeeringsjubi-
leum van H. M. de Koningin te vervaardigen
Nassaufilm.
Deze smalfilm zal worden uitgebracht door
de fabriek „Zuiderfilm" (W. Cox Jr.) te
Venlo. Wij hebben in dit bericht aanleiding
gevonden een onderhoud aan te vragen met
den burgemeester van Slochteren met het
gevolg, dat deze ons gisteren op Fraeylema-
borg ontving. Met Menkema te Uithuizen,
dat thans het eigendom is van het Gronin
ger Museum, is dit huis het eenige, dat van