HET NIEUWE AVONDBLAD De Nassau-film Er uit. VELSEN 23e JAARGANG No. 37 DINSDAG 14 DECEMBER 1937 IJMUIDER COURANT ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand 40 cents plus 2y3 cents incasso, per kwartaal f 1.20 plus cents incasso, losse nummers 3 cents. Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden. Telel. 5301 VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE OP ZON- EN FEESTDAGEN. UITGAVE LOURENS COSTER, MIJ. VOOR COURANTUITGAVEN EN ALG. DRUKKERIJ N.V. DIRECTIE P W. PEEREBOOM EN ROBERT PEEREBOOM ADVERTENTÏëN: 1—5 regels 10.75. Elke regel meer 15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct„ elke regel meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs. ALLE ADVERTENTÏëN. OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD, WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDTITE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KEN NEMER COURANT. POSTGIRO 310791 Gratis Ongevallenverzekering voor betalende abonnés. Levenslange ongeschiktheid 2000.— overlijden 400.—verlies van hand, voet of oog ƒ200.—, beide leden duim f 100.—één lid duim ƒ50.—, alle leden wijsvinger ƒ60,- één of twee leden wijsvinger f 25—, alle leden anderen vinger 15.—, één of twee leden anderen vinger 5—, arm- of beenbreuk 30.—, enkelbreuk f 15.—, polsbreuk f 15.—. Opvarenden van visschers-, marinevaartuigen enz. 400.- bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaarttot een maximum van ƒ2000.indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés mocht tengevolge hebben. Nog afzonderlijke verzekering voor abonnés op het Geïllus treerd Zondagsblad. Alles indien het gevolg van- een ongeval en volgens gratis ten kantore van dit blad verkrijgbare Italië is nu eindelijk uit den Volkenbond. Sinds den aanvang van den Abessinischen oorlog heeft de gewone burger aller landen er zich over verbaasd, waarom ter wereld het er in bleef. Toen Japan en Duitschland er genoeg van hadden, namen zij meteen hun ontslag als lid. Toen Italië zijn Volkenbonds verplichtingen volkomen ver rak bleef het niettemin nog jarenlang lid. Zijn aanwezig heid als zoodanig is voor den Volkenbond geen aanbeveling gebleken en zijn heengaan kan voor den Bond geen verzwakking heeten omdat Italië toch niet wou meewerken. Mussolini, heeft van dit uittreden evenwel een volledig theatereffect gemaakt. Dat hij dit noodig vond is begrijpelijk. Italianen zijn geen Hollanders, zij zijn uitermate gevoelig voor een dergelijke dramatische vertooning en buitendien heeft de geschiedenis geleerd dat de dictatuur ten allen tijde behoefte heeft gehad aan glorierijke schouwspelen. Deze behoefte heeft tot tallooze oorlogen geleid. Vooral in tijden van binnenlandsche moeilijkheden moest de aandacht van de bevolking door het verwerven van fouiten- landsche successen worden afgeleid en haar geestdrift door zegepralen worden gestimu leerd. Dit is zoo verklaarbaar, dat juist op dezen grond de grootste bezorgdheid ten aan zien van een figuur als Mussolini wordt ge voeld. Men weet dat het Italiaansche volk er economisch slecht aan toe is. Men weet dat de Italiaansche staatsfinanciën ontzettend geleden hebben door den Abessynisehen oor log (en in minderen mate door het Spaan- sche avontuur). Ook is het bekend dat de koloniale ontwikkeling van het veroverde Albessinië schatten verslindt, dat de opstan digheid der bevolking de aanwezigheid van een kostbare Italiaansche troepenmacht eischt, dat het klimaat een ernstig beletsel is voor de vestiging van kolonisten en dat het nog tientallen jaren zal moeten duren eer dit veroverde land een bron van wel vaart voor de veroveraars zal worden. Die feiten leveren geen reden tot blijd schap voor de andere Europeesehe mogend heden op. Vele tegenstanders van het door Mussolini gevoerde beleid zijn geneigd er om 1 te gnuiven dat Abessynië een financieele strop voor hem is. Maar als zij hun verstand inplaats van hun gevoel gebruikten zouden zij er niet om lachen. Het ware voor Europa heel wat beter als dit keizerrijk, eenmaal veroverd zijnde, nu ook maar welvaart over Italië uitgoot. Dan immers zou Mussolini van zijn balcon aan het Palazzo Venezia de me nigte kunnen toebulderen: „Heb ik u wel vaart gebracht?" Antwoord een donderend: „Ja!" „Is de staatskas leeg?" Antwoord een dreunend: „Neen!" Nu moet hij demon stratief uit den Volkenbond stappen, waartoe hij in feit al sinds jaren niet meer behoort en roepen: „Er in?" Schallend klonk het: „Neen!" „Er uit?" „Ja!" daverde het over de Piazza. Het is te vreezen dat deze tooneelmatige zegepraal over een vijand die over geen en kel wapen beschikt, die trouwens niet alleen geen super-staat maar zelfs geen staat is en feitelijk alleen beschouwd kan worden als een vereeniging, strevend naar de schep ping van internationale rechtsverhoudingen, niet lang voldoende zal zijn om den Italiaan- schen geestdrift in laaienden toestand te houden. Dat is het onrustwekkende. Er zul len andere zegepralen op moeten volgen, liefst wat substantiëeler van aard. Het Spaansche avontuur houdt zich aan de Spaansche traditie en sleept zich eindeloos voort zonder afdoende beslissingen. Mis schien zal men dit nu weer 'gaan trachten te forceeren. Lukt dat inderdaad, dan is er kans op groote narigheid over de macht in de Middellandsche Zee. Lukt het niet, dan hangen er weer andere gevaren in de lucht. Mussolini heeft in zijn tien-minuten-du rende speech gezegd: „Italië houdt vast aan zijn grondbeginsel van internationale sa menwerking en vrede". Hij heeft even later geroepen: „Wij heb ben onze wapens, in de lucht, op dé aarde en op zee en deze zijn talrijk en geslepen door twee roemrijk gewonnen oorlogen". Het is een beetje moeilijk deze verkla ring van het grondbeginsel van internatio nale samenwerking en vrede te aanvaarden als een overtuigend bewijs. Ook het feit dat aan het slot van zijn betoog geweren werd gepresenteerd en dolken omhoog geheven kan op het buitenland geen erg vredelie- venden indruk maken. Hij stelde overigens Genève voor als een bouwvallige tempel, waarin men den oorlog voorbereidt. Dit laatste kan een menigte op de Piazza Venezia doen loeien, maar in andere landen zal men zich verbaasd afvragen: Hoe, Wanneer en op welke wijze wordt in Genève een oorlog voorbereid? Er is ons niets van bekend. Ware zooiets het geval, kon het ook maar De Joego-Slavische minister-president Stojadinowitsj, bezocht tijdens zijn verblijf in Italië in gezelschap van den Duce de Caproni vliegtuigfabrieken te Milaan. vermoed worden, dan zou niet alleen Neder land, maar dan zou een gansche reeks kleine staten onmiddellijk Genève verlaten om er nooit meer terug te keeren. Maar zulk een be schuldiging uiten is iets anders dan haar met feiten en argumenten, met bewijzen dus, te staven. De Italiaansche pers heeft haar even wel moeten herhalen en mag haar niet be twijfelen. Vandaar de geestdrift waarmee zij in Italië geloofd wordt. Hier niet. R. P. Over het verkoopen van een bouwvergunning;. Advies van B. en W. op een verzoek tot terug betaling van kosten van bestrating en rioleering. Bij besluit van 19 October j.l. stelde de Raad in handen van B. en W. om advies een adres van J. K. Mooijen inzake vordering van een bijdrage in de kosten van bestrating en rioleering. Ten aanzien hiervan deelen B. en W. thans het volgende mede: Onder dagteekening van 16 Juli 1937 kwam bij hen een vei'zoek in van J. K. Mooijen te Santpoort om hem vergunning te verleenen tot het bouwen van een woonhuis met garage, enz. op het terrein, kadastraal bekend ge meente Velsen, sectie E, nos. 030 en 631, lig gende aan den Rijksweg aldaar. Dit verzoek was zonder meer niet voor inwilliging vat baar, aangezien daardoor in strijd zou worden gehandeld met het bepaalde bij artikel 4, alinea 1, sub b, der Bouw- en Woningver ordening, krachtens welke bepaling het onder meer is verboden elders te bouwen dan aan wegen, welke aan het Rijk toebehooren, mits deze ten opzichte van de verharding en de rioleering voldoen aan de door den Raad ge stelde voorwaarden. Zooals echter in derge lijke gevallen te doen gebruikelijk is, wen- schen B. en W. aanvrager in de gelegenheid te stellen dit bezwaar uit den weg te ruimen door het betalen van een bijdrage in de kos ten van verharding en/of rioleering in casu voor een parallelweg langs den Rijksweg, waarna zij de vergunning op grond van het bepaalde bij het tweede lid van gemeld ar tikel der Bouw- en Woningverordening zou den kunnen verleenen. De hoegrootheid van deze bijdrage kon echter niet direct worden bepaald, daar die afhankelijk is van de eischen welke eventueel door het Rijk worden ge steld. In verband met een desbetreffende cir culaire van den Minister van Waterstaat d.d. 11 Mei 1931, no. no. 380 I, werd dan ook bij schrijven van 17 Juli 1937 aan den Hoofd ingenieur-Directeur van den Rijkswaterstaat in de Directie Noord-Holland te Haarlem verzocht, te willen mededeelen of er zijner zijds bezwaren tegen den bouw zouden bestaan Toen binnen een maand na het indienen van het verzoek om bouwvergunning geen bericht van gemelden Hoofdingenieur-Direc teur was ingekomen, is de termijn van be slissing daarop met een maand verlengd. In dien tusschentijd heeft adressant den hoofdopzichter van hèt Bouw- en Woning toezicht meermalen gevraagd of bij den Rijks- Waterstaat kon worden aangedrongen op spoed. Hem is toen in overweging gegeven zich rechtstreeks tot den Rijkswaterstaat te wenden. Adressant heeft dezen raad opge volgd en is na afloop van de bespreking met den betrokken ingenieur van den Rijkswater staat bij het Bouw- en Woningtoezicht ge komen met de mededeeling, dat tegen den bouw als zoodanig geen bezwaren zouden wor den gemaakt en met het verzoek hem toe te staan, een aanvang met het werk te maken, daar het nu nog slechts een kwestie van het voldoen aan enkele formaliteiten was. In antwoord op dit verzoek is hem bij monde van den hoofdopzichter van het Bouw- en Woningtoezicht medegedeeld, dat hiertegen op zichzelf geen bezwaren bestonden, doch dat dit dan beteekende, dat adressant zich reeds bij voorbaat neerlegde bij de grootte van het door hem te betalen bedrag, als bijdrage in de kosten van aanleg van bestrating en rioleering van den aangrenzenden weg. Op de vraag' van adressant of reeds kon worden opgegeven hoe groot dat bedrag zou zijn, is hem geantwoord, dat dit niet mogelijk was, doch dat dit bedrag beduidend minder zou zijn dan dat, hetwelk in rekening was ge bracht als waarborg voor de totstandkoming van den parallelweg aan de Westzijde van den Rijksweg, n.l. f 71 per Ml. Den 6en September 1937 kwam het bericht, binnen, dat bij den Hoofdingenieur-Directeur van den Rijkswaterstaat bezwaar bestond. De te betalen bijdrage is daarna bepaald op f 21 per Ml. of intotaal op f 441. Adressant werd voorts uitgenoodigd, de verklaring te onderteekenen, welk in zijn adres is opgeno men, alsmede om het gemelde bedrag in de gemeentekas te storten. Na een gehouden be spreking met den Directeur van Openbare Werken en den Wethouder voor de bedrijven heeft adressant aan de uitnoodiging gevolg gegeven. De bouwvergunning is hem daaran uitgereikt. In verband met het bovenstaande, meenen B. en W.,,dat het den Raad duidelijk zal zijn, dat hier van het „verkoopen van een bouw vergunning", zooals adressant op blz. 4 van zijn adres stelt, geen sprake is, doch dat slechts de gelegenheid voor hem is geopend om de totstandkoming van den weg, welke nog niet geheel (dus met inbegrip van een functionneerende rioleering) was aangelegd, te waarborgen, waarna de vergunning conform artikel 4, lid 2, der Bouw- en Woningverorde ning kon worden verleend. B. en W. stellen dan ook voor, op het aan het slot van het adres gestelde verzoek om te „besluiten dat genoemd bedrag uit de ge meentekas aan adressant zal worden terug gegeven", afwijzend te beschikken. BENOEMINGEN IN DEN GEMEENTERAAD. In de hedenavond te houden vergadering van den gemeenteraad zullen worden be noemd: twee leden der commissie van toezicht op de Rijks H. B. S. (vacature L. Poortenaar en aftredend J. S. Rutten-de Bruyn). Voor dracht vacature Poortenaar: 1 H. Y. Visser, 2 Ir. P. van Delden; vacature J. S. Rutten—de Bruijn: 1 J. S. Rutten-de Bruyn, 2 Ir. van Del den; één lid der commissie van toezicht op de Handelsavondschool (vacature L. Poortenaar). Voordracht: 1 J. IJzerdraat, 2, G. van Karsber- gen, één lid der commissie van toezicht op de Visscherijschool, aftreding A. van Dijk. Voor dracht: 1. J. P. Boon, 2 Mr. A. Boosman; één lid der commissie tot wering van schoolver zuim afd. Velsen, vacature P. Pleijler. B. en W. bevelen ter benoeming aan Ir. J. A. Verhoef te Velsen; vijf leden der commissie van advies voor den Gemeentelijken Dienst voor Maat schappelijk Hulpbetoon. B. en W. bevelen aan: P. J. van Geelen, Th. Moleman, A. C. Roelse- Bedijs, G. Hamburg en N. C. Hin. BRANDMELDING IN DEN POLDER. In de Raadsvergadering van 7 September heeft de heer E.1 Luikman een vraag gesteld inzake wederaanbrenging van een telefoon aansluiting in den polder ten gerieve van de bevolking bij brand, ongevallen enz. Naar aanleiding hiervan deelen B. en W. thans mede, dat zulks in 1938 zal geschie den na de automatiseering van het telefoon net Spaarndam. EEN ZOETE RECLAME. De heer Joh. de Waard alhier komt met een origineele reclame, die ongetwijfeld bij hen. die daarvan profiteeren, in den smaak zal vallen. Want eenx kerstkrans, de opvol ger van de boterletter is 'n welkom geschenk in de dagen, waarin meer dan in welk ander deel van het jaar ook, de weg naar het hart via de maag gaat. Wie komen in aanmerking voor deze -erstkrans? Allen die in de week van 13 tot en met 24 December f 10 of meer besteden. Zij krijgen speciale kassabons en kunnen dar. een kerstkrans bestellen bij een banketbak ker naar hun keuze. De kerstkrans verschijnt op den avond vóór Kerstfeest. Liefdadigheidsavond in Concordia. de ruim honderd borgen uit vroeger eeuwen is overgebleven. Als wij voor het open haardvuur zitten dan hebben wij eerst met onzen gastheer een an der vertrek bezocht, waar een gansche biblio theek is van werken betreffende ons Ko ningshuis. Dit is een unieke verzameling, zooals er wel geen tweede in het land zal zijn te vinden. Er zijn boeken over de ver schillende takken van de geslachten Nassau en Oranje, over de bezittingen enz. Oude folianten 'staan naast pas verschenen boe- ken.Lange reeksen jaargangen van tijdschrif ten vindt men er. Een prentenverzameling is hier iets, dat bijna vanzelf spreekt. En als men ziet hoeveel er direct of indirect over ons Koningshuis is geschreven in Duitsch land, België, Frankrijk en in ons eigen land, dan krijgt men door het enkele feit van het hier verzameld weten van een duizendtal banden al den indruk van een nog onbekend terrein, Herinneringen aan eeuwenoude relaties en een inzicht in de be- teekenig van ons Koningshuis. In Nassau weet men meer. Mr. Van der Hoop van Slochteren heeft zelf de ervaring gehad van die betrekkelijke on kunde. Hij vertelt ons hoe hij door een tante van zijn echtgenoote voor het eerst in Dietz is gekomen nu jaren geleden, Deze dame, mevrouw Posthumus Meijj es-Star Numan heeft destijds een comité van Nederlandsche vrouwen opgericht teneinde in Nassau een gedenkteeken te stichten ter herinnering aan Willem V, een figuur, die daar zelfs nu nog algemeen bekend is. In dien tijd, vertelt de Heer van Frayle- maborg, heb ik een reisplan gemaakt van Nassau, dat ik toen van Siegen uit ben door getrokken tot Dietz toe, waar ik den plaat selijken historicus Heek ontmoette, met wien ik nog altijd in geregelde relatie sta. Deze reis was voor mij een openbaring en de kleur sloeg mij uit van schaamte, toen ik begreep hoe weinig ik feitelijk wist van ons Koningshuis, ondanks mijn belangstel ling voor de geschiedenis er van In Nassau weet men over ons Konings huis veel meer dan wij. Het heele land is er vol herinneringen van. Prachtige musea, groote bibliotheken, kasteelen en ruïnes zijn er, waarvan de gemiddelde Nederlander het bestaan zelfs niet ver moedt. Dit bezoek is voor mij aanleiding geweest om boeken en prenten te verzamelen, ten einde daarmee te verkrijgen een werkelijk overzicht van de geschiedenis van ons Ko ningshuis Overal herinneringen. Onze gastheer vertelt verder van zijn be zoeken aan andere gebieden in Duitschland aan Luxemburg en Frankrijk (België staat nog op het programma) waar hij tal van streken bezocht om de herinneringen aan de voorzaten van onze Koningin te zoeken. En hij had een uitgestrekt terrein voor zijn onderzoekingen, want sinds in de elfde eeuw de graven van Laurenburg de burcht Nassau stichtten heeft hun geslacht zich in alle richtingen verspreid. De heer Cox in Venlo heeft in September jl. de medewerking van Mr. Van der Hoop gevraagd en hij heeft die gaarne toegezegd, omdat het reeds lang een wensch van hem was, dat er eens over ons Koningshuis een goede film zou komen. De te maken film zal ln de eerste plaats de schoonheid van de Nassausche landen naar voren brengen. Een schoonheid, die te weinig bekend is. Nederlanders trekken naar den Harz, den Rijn of Zwitserland. Maar feitelijk zou iedere Nederlander, die voor het eerst zijn neus over de grens steek, Nassau als doel van zijn reis moeten hebben, het land waar de wieg van onze vrijheid staat. Verder is het zeer positief de bedoeling in de film weer te geven de herinneringen aan ons Koningshuis, waardoor zij voor ons land van groot belang zal zijn tot beter begrip van de beteekenis van het geslacht Nassau. De leidraad voor dit hoogst belangrijke deel heb ik reeds klaar en ik heb mij aan dezen arbeid met blijdschap en toewijding gegeven. Immers dit werk zal kunnen bevorderen mijn streven om de oude relaties tusschen Nassau en Nederland (welke zich niet alleen tot ons Koningshuis beperkten, maar even zeer bestonden tusschen de inwoners van beide landen) te doen herleven. Herleefde belangstelling. Is er, vragen wij, in de laatste jaren niet reeds een toenemende belangstelling te be speuren speciaal voor Nassau? Dit is inderdaad het geval. Van 1925 af valt zij te constateeeren. Zoo maakt in 1926 de Nederlandsch Christelijke Reisvereeniglng haar vereenigingsreis daarheen. Deze massale reis is door vele andere ge volgd. Zoo maakte de K.N.A.C. het vorige jaar een clubreis naar Nassau en dit jaar het Kon. Genootschap voor Geslachts- en Wapen kunde. Waar het om gaat. Terugkomende op de te vervaardigen film wees de heer Van der Hoop van Slochteren ons er op, hoe deze naar ziin meening. als zij aan de verwachtingen beantwoordt, door een Oranje-film gevolgd moet worden. Zoo zal te treffender tot uitdrukking kun nen komen hoe het vorstenhuis goederen heeft gehad in Dir'tschiand, Luxem burg, Frankrijk, België en De Nederlanden. En dan zal de Nederlander, die op school veel te weinig over ons Koningshuis leert, bij het zien van deze films doordrongen wor den van den vèrstrekkenden invloed van het Mr. E, J. Th. a Th, v. d. Hoop van Slochteren. Nassausche geslacht. Comité voor Kleeding en Dekking. Reeds geruimen tijd voor het aanvangsuur was het bij het gebouw Concordia der Kon. Papierfabrieken Van Gelder Zonen Maandag avond een druk gerij van auto's, die de be langstellenden voorreden, voor den Uefdadig- heidsavond door het Comité voor kleeding .n dekking, afdeeling Velsen, georganiseerd. Onder de aanwezigen merkten we o.m. op het volledig comité dat in deze gemeente de hulpactie leidt. mevr. A. Groosmuller-Voet, presidente der Velser afdeeling van de Ned. Vereeniging van Huisvrouwen, de heeren M. J. Baak, dir. P. T. T.-kantoor IJmuiden, H. Unger, voorzitter der Vereeniging tot bestrij ding der Tuberculose, afd. Velsen, de heer Waardenburg, dir. van Maatschappelijk Hulp betoon, e.a. Deze laatste sprak als secretaris-penning meester van het comité een inleidend woord, waarin hij de dames Rambonnet en Suwerink in het bijzonder verwelkomde en haar dank bracht voor haar spontane medewerking. Hij sprak er zijn spijt over uit, dat de zaal slechts matig bezet was en was er van over tuigd dat de wegblijvers ongelijk gehad zullen hebben. Het kinderkoortje van mevr. Rambonnet had een groot aandeel ln het succes met een serie speelliedjes voor kleintjes en groo teren, die door hun ongekunsteldheid de sym pathie van het publiek hadden. Ellen Krijger voerde een Vlinderdansje uit; de bruidsvaart in de sneeuw was weel een aardige afwisseling door het kinderkoor. Van de costuums was veel werk gemaakt en als de jongelui nu ook nog eens gelijk zingen gaan wordt dit een koortje, waar men nog meer plezier van beleven zal. Als een Charlotte Kohier van onder het schijnwerperslicht declameerde mevr. S, Brands—v. d. Linde Andersen's sprookje van het meisje met de zwavelstokjes en dit was zeker een der beste nummers van dit bonte programma. Cath. van Rennes' Kerstcantate, ten ge- hoore gebracht door het Meisjes- en het da meskoor onder leiding van mevr. Rambonnet met piano-accompagnement, was alleszins verdienstelijk. De leidster mocht voor haar medewerking een bouquet bloemen in. ont vangst nemen. Na een uurtje gepauzeerd te hebben voor de loterij kwam het tweede gedeelte van het programma aan de orde, zoodat de nieuwe dag begonnen was toen het doek zich voor het laatst sloot. In verband met het vergevorderd uur zagen we slechts nog een fraai tableau Saksisch por- celein en hoorden we een loffelijke fluitsolo van de bekende v. Beethoven Menuet in G. en een keurige declamatie, welke deze groep vervolmaakten. Ook het Geisha-nummer mocht gezien worden, alsook de heksendans en de Bieder meier!?)-vrijage. Wij vertrouwen, dat bok het optreden van het achttal R.K. Inter Nos-dames en de Beiersche liedjes van het meisjesclubje in den smaak gevallen zijn en de kas van het co mité met een flinke bate versterkt is. W. Een gesprek met den geschiedkun~ digen leider bij de vervaardiging. (Van een 'specialen verslaggever) „Ons volk moet zijn Koningshuis ieeren kennen en op de juiste waarde schatten, wat thans niet het ge val is". Dit is het ideaal, van mr. E. J. Thomassen a Thuessink van der Hoop van Slochteren, die de historische leiding heeft aanvaard van de ter gelegenheid van het regeeringsjubi- leum van H. M. de Koningin te vervaardigen Nassaufilm. Deze smalfilm zal worden uitgebracht door de fabriek „Zuiderfilm" (W. Cox Jr.) te Venlo. Wij hebben in dit bericht aanleiding gevonden een onderhoud aan te vragen met den burgemeester van Slochteren met het gevolg, dat deze ons gisteren op Fraeylema- borg ontving. Met Menkema te Uithuizen, dat thans het eigendom is van het Gronin ger Museum, is dit huis het eenige, dat van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 1