OM EEN KIND Op Waalhaven zijn Maandag door de luchtvaartafdeeling van Soesterberg eenige Koolhoven-vliegtuigen van het type F.K. 51 overgenomen. De toestellen vóór het vertrek Het werkcomité van het comité «Oranjevreugde» te Amsterdam heeft Maandag de gereedgekomen werkstukken, die straks in vele gezinnen zullen worden uit gereikt als huldeblijk aan H. K H Prinses Juliana, in ontvangst genomen De Fascistische Raad onder voorzitterschap van Mussolini bijeen in het Palazzo Venezia te Rome, waar Zaterdagavond tot uittreding uit den Volkenbond werd besloten De terugkomst van Codos met zijn vliegtuig «Chef pilote Laurent Guerrero» na zijn Zuid Amerikaansche retourvlucht. Een foto bij de aankomst op Le Bourget Jhr. mr. L. H. van Lennep, kamerheer in b d. van H. M. de Koningin, is op51 -jar igen leeftijd overleden H. K. H. Prinses Juliana heeft den vee houder W. Koomen te Purmerland, die kort geleden ernstig getroffen werd door het verlies van zijn beide koeien tengevolge van mond- en klauwzeer, uit den nood geholpen, door hem een kalf ten geschenke te geven Voorboden van het naderend Kerstteest. - De traditioneele Kerstboomenmarkt op den Singel bij het Muntplein te Amsterdam is weer begonnen De spoorwegwerken rond Utrecht zijn Maandagnacht weder belangrijk gevorderd. Een gedeelte van de bestaande spoorbanen is aangesloten op de nieuwe lijnen, die ten behoeve van vrije onderdoor gangen voor het verkeer hooger gelegd zijn Koloman Budai, die gearresteerd werd in verband met den beraamden aan slag op Yvon Delbos, den Franschen minister van Buitenlandsche Zaken FEUILLETON ROMAN VAN NORBERT GARAI. Nadruk verboden. 18) Gordon tracht iets van een lachje op zijn verbitterd gelaat te voorschijn te roepen. „Maar Maud, wat is dat voor een begroe ting? Schaam je je niet?" Op de beide studenten maakt Gordon den indruk van een eenigszins bejaarde heer met een eerbiedwaardig voorkomen, van wien verder niets meer te zeggen is dan dat zijn koele, terughoudende verschijning onmiddel lijk een zeer onprettige stemming verwekt. Zij bemerken echter spoedig, dat Gordon tot die menschen behoort, welke gewend zijn anderen hun wil op te leggen en daarbij geen tegenstand dulden. Vormelijk betuigt hij zijn dank voor de goede zorgen, waarmee zij Maud hebben om ringd, om hun daarna echter mee te deelen, dat hij gekomen is om het kind af te halen. Onthutst staren de beide meisjes hem aan. Ook Kaynes is zichtbaar onder den indruk van deze tijding. „Wilt u Maud meenemen?" vraagt Kitty verschrikt. „Ja, nu dadelijk. Wilt u zoo goed zijn het kind aan te kleeden?" Maar Maud klemt zich met haar beide armpjes aan Kitty vast. „Ik wil niet weg! Ik wil hier blijven! Zeg hem toch, dat ik bij jouw wil blijven!" „Wat heeft dat kind toch?" vraagt Gordon, zijn voorhoofd fronsend. „Ze is totaal ver anderd". „Zij zal zich wel lief willen laten ranklee- den, nietwaar kleintje?" zegt Benett met een poging de onaangename situatie te beheer- schen. „En dan gaat ze braaf met haar pappa naar huis". „Hij is mijn pappa niet!" protesteert Maud. „Mijn pappa is in Merikaen ik wil naar mijn pappa in Merika „Wat zegt je?" vraagt Gordon, terwijl hij zich woedend tot het kind overbuigt. „Wie is je vader? Ik ben je vader Maud verschuilt zich haastig achter Kitty, die er wanhopig bij staat. Gordon richt zich op. „!t Is wat moois, wat ik hier te hooren krijg", zegt hij met verbeten woede. „Het schijnt hoog tijd te worden, dat het kind hier vandaan komt". En zich tot Benett wendend: „Onver antwoordelijk, om een kinderziel zoo te ver giftigen!" „Maar mr. Gordon!" zegt Kdtty veront waardigd. „Wij hebben met Maud geen woord over al die dingen gesprokenDe man, die haar ontvoerd heeft en haar bij ons bracht, was het, die „Ach wat" valt Gordon haar onhebbelijk in de rede. „Ik stel geen prijs op een nadere verklaring. Kleed u het kind aan, alsje blieft!". Maar nu barst Maud in een hartverscheu rend snikken uit. Men verneemt slechts enkele onsamenhangende woorden. „Hier blijven.... hier blijvenpappa Nicolle treedt op Gordon toe. „Mr. Gordon", fluistert zij, acht toe, geeft u het kind een dag tijd. Wij zullen Maud dan wel bepraten en haar morgen zelf bij u bren gen". „Dank u! Ik zal u geen gelegenheid meer geven het kind tegen mij in te nemen", ant woordt Gordon met beleedigende minachting. U lijkt mij nog wat te jong om mij te kunnen adviseeren. Maud blijft geen minuut langer hier!" „U houdt niet van het kind!" zegt Nicolle verbitterd. „Anders zoudt u wel rekening hou den met haar gemoedstoesand". „Ik mag u zeker wel verzoeken uw meening voor u te houden!" „Neen, dat zullen we niet doen!" vliegt Kitty op, die nu door dit grove antwoord alle zelfbeheersching verliest. „Hier, in tegenwoor digheid van inspecteur Benett, zeg ik u, dat die geschiedenis van de adoptie van de kleine Maud Coverley een duister zaakje is, dat den autoriteiten nog wel een en ander te doen zal geven. Dit alles is slechts een truck, om „Juffrouw Devine", interrumpeert Benett, eenigszins onrustig, „weest u voorzichtig met uw uitlatingen. Mr. Gordon zou u van een en ander rekenschap kunn envragen". „O, dat mag hij gerust doen!" geeft Kitty nog steeds buiten zichzelf, ten antwoord. „Dat zou de beste gelegenheid zijn Gordon wendt zich tot Benett. „U ziet wel, hoe goed het was, dat ik u verzocht om mee te gaan, inspecteur. Ik moet zelfs de hulp der politie inroepen om het kind te kunnen meenemen. Wilt u zoo goed zijn, inspecteur, uw maatregelen te treffen om aan deze afschuwelijke scène een einde te maken!" „Kom Maud", zegt Kitty met een wanhopige poging om de tranen in haar stem te onder drukken. „Wees hef! Laat je zoet aankleeden. Je ziet toch, dat je mee moet!" Maar Maud, die Kitty anders onmiddellijk gehoorzaamt, omklemt met beide armpjes de hals van den dog en snikt hartstochtelijk: „Pan! Pan! Maud wil hier blijven, Maud wil niet mee Hetgeen zich hierna afspeelt, is zoo roman tisch, dat Maud's kinderlijk geloof in de won derkracht van den dog „Pan" inderdaad op waarheid schijnt te berusten. Kort na elkaar klinken uit het bosch vier schoten, welke een eigenaardige, de detonaties versterkende echo hebben. Eenige oogenblikken later duikt aan den boschrand Gordon's chauffeur op, zijn fraaie livrei door vochtige aarde besmeurd. Buiten adem snelt hij op het groepje men schen in den tuin toe en overhandigt Gordon met alle teekenen van groote opwinding, een briefje, waarop met een haastige hand eenige woorden zijn geschreven. Toen mr. C.M. Gordon's auto ontmoette, stopte hij en liet zijn eigen wagen keeren. Gordon's zware Cadillac was spoedig uit het gezicht verdwenen, maar mr. C.M. kan het doel van den toch wel raden. Langzaam volgde hij het spoor van de Cadillac tot hij hij deze terugvond op het open terrein bij het huisje, dat hij zelf zoo juist had verlaten. De chauffeur zat achter het stuur, ver- diept in de lectuur van een krant. De beide andere inzittenden van den wagen waren niet te zien. Ongetwijfeld hadden zij zich naar het huisje begeven. Mr. C.M. sprong uit zijn auto en schreef haastig een paar regels op een, slechts aan één kant bedrukte bladzijde, welke hij uit den gids voor Londen scheurde. Daarna sloop hij, alsof hij zich midden in de Australische bosschen bevond, naar de Ca dillac, vloog met een geweldigen sprong den niets vermoedenden chauffeur naar den keel, trok hem uit de auto en slingerde hem op den grond, waar hij het gezicht van den man voorover in het natte mos drukte, zoodat deze zijn geheimzinnigen aanvaller niet kon zien. De chauffeur, een onmacht nabij voelde een krachtigen greep van twee handen in zijn nek. „Geen kik!" hoorde hij een gedempte stem zeggen. „Anders schiet ik je neer! Hier, breng dit briefje aan dien schurk van een chef van je, feneer den directeur-generaal, Gordon!" De twee ijzersterke handen grepen hem nu bij de schouders en trokken hem omhoog, zoo dat hij tuimelend op zijn voeten kwam te staan. Hij voelde de koude loop van een browning in zijn nek. „Als je het waagt je om te keeren, is het met je gedaan! Vooruit! Hard loopen!" En de chauffeur liep weg, liep wat hij loopen kon. Want achter hem klonk plotseling een ratelend geluid als van een machinegeweer. Hij meende de kogels om zijn hoofd te hooren fluiten. In werkelijkheid echter had mr. C.M. met revolverschoten de banden van de Cadillac doorboord. Dat klonk, alsof hij acht schoten afvuurde, want op elk schot volgde de deto natie van den springenden band. Daarop rende mr. C.M. naar zijn cabriolet, sprong er in en een oogenblik later was hij uit het gezicht verdwenen. „Ik heb u al eens gewaarschuwd", leest Gor don ontzet. „Laat Maud met rust! Voor dit maal slechts een kleine straf. Morgen notee- ren aandeelen Estna-fabrieken aan de beurs tien punten lager. Oorzaak: nieuw wagentype der Estna-fabrieken. Verkeerde constructie.' Miserabel confectiewerk!" En daaronder staat groot en duidelijk, alsof de schrijver van deze regels zich bijzondere moeite had gegeven om de onderteekening zoo opvallend mogelijk te maken: CONRAD COVERLEY. „Pardon, mag ik dat briefje misschien even lezen?" vraagt Benett, terwijl Kaynes en Brownell met den chauffeur naar de Cadillac in het bosch snellen. „Ongeloofelijk!" zegt Gordon, terwijl hij het stuk papier tot een bal ineenfrommelt. „Weet u van wien dit hier is? Van Coverley! Dat zijn toestanden als in de Wild-West! Een door de politie gezochte misdadiger houdt zich rustig midden in Londen op, doet, wat hem belieft, bespionneert me en ontziet zich niet mijn chauffeur op klaarlichten dag neer te slaan. Alles onder de oogen van de politie! „Laat u mij dat briefjes toch eens zien! dringt Benett ongeduldig aan. „Wat schrijft hij dan? Bedreigt hij u? Mr. Gordon...." Tot zijn intense verbazing bemerkt hij, dat Gordon de hand, waarin zich het briefje be vindt, in de zak van zijn colbert steekt, zich vervolgens afwendt en zonder groet vertrekt, Hoofdschuddend volgt hij hem. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 8