WENSCHT-
iJMUIDER COURANT
Dienstplichtwet aangenomen.
Haarlemsch tafreel
Meerderheid voor spelling
1934.
GELUKKIG NIEUWJAAR
Kunst in Haarlem en
daarbuiten.
\\r OEN S D A G 1.' D ECEMEER 1937
Gij kunt poëzie, mijn vrinden,
Overal op aarde vinden,
Ook in onze goede stad;
'k Wil er u eens iets van toonen,
Als de stad, die wij bewonen,
Niets dan proza voor u had.
Plaats van handling: een der vele
Spaarnesteedlijke bureelen,
Waar u dikwijls langs zult gaan;
Waar u soms zult binnentreden,
En, als velen vóór u deden,
Dan uw fiets laat buiten staan.
Soms komt ook een jonge moeder
En die laat dan den behoeder
Van den stalen-rossen stal,
Even op haar baby letten,
Terwijl zij aan de loketten
Haar besognes reeglen zal.
Voor de fiets moet men betalen,
Als men later haar komt halen,
Twee-en-halve cent per fiets;
Wat de wachter denkt te vragen
Voor het kind plus kinderwagen?
Het tarief meldt daarvan niets.
Trouwens, wie kan het bewaken
Van een baby factor maken
In een nuchter kille lijst;
Dit moet onbetaalbaar wezen,
Babies worden wel geprezen,
Maar ze worden niet geprijsd.
De bewaker moet bij tijden
Zacht ze heen en weder rijden,
Want zoo blijft het kindje zoet
En het is nu niet zoo noodig,
Zelfs volslagen overbodig,
Dat hij dit met fietsen doet.
Maar zoo'n kleuter, lief onschuldig,
Wordt van stilstand ongeduldig,
En wil wiegen, op en neer,
Suja, suja, poppedeine,
Lach eens tegen oome, kleine,
Moeder is er daadlijk weer.
Zeg eens, vindt u dit tafreeltje,
Niet een aardig stadstooneeltje.
Op een hoog poëtisch plan?
En dien braven wachter moeten
Wij in waren zin begroeten,
Als een zeer oppassend man
P. GASUS.
TWEEDE KAMER
Tegenslagen voor minister Slotemaker de Bruine.
Weer twee jaar geen inentingsdwang.
DEN HAAG Dinsdag.
Het begon goed voor de Regeering. Immers,
met een fiksche meerderheid (63—32) zag zij
haar voorstellen tot wijziging van de dienst
plichtwet aamiemen, zoodat de eerste vijf jaar
het jaarlijksch contingent in plaats van 19.500
niet minder dan 32.000 man, daarna 27.500 zal
bedragen, terwijl de eerste oefentijd voortaan
in plaats van 5J/2 maand, liefst 11 maanden
zal duren. Tenminste, indien wat voor de
hand ligt ook de Eerste Kamer zich hiermee
zal vereenigen. Mr. Oud (v.d.) verklaarde, dat
zijn fractie, nu haar amendementen (8 maan
den voor den eersten oefentijd en terstond een
jaarlijksch contingent van 27.400 man) waren
verworpen, tegen zou stemmen, wat voorts ook
de sociaal-democraten, de communisten en de
christen-democraten deden.
Na deze beslissing had Minister Slotemaker
de Bruine twee nederlagen te boeken. Zoo
toch moet men wel
het feit beschouwen,
dat de Kamer de
motie-Moller, die
zich richtte tegen
het nog eens com
missoriaal maken
van de spellings
kwestie met 6728,
en vervolgens een
tweede motie van
denzelfden afge
vaardigde hij had
overeenkomstig 's
Ministers de vorige
week gedane ver
zoek zijn oorspron
kelijke motie in
tweeën gesplitst 57 van de 95 uitgebrachte
stemmen haalde, waarmee de Kamer kenbaar
maakte, dat althans een niet twijfelachtige
meerderheid voor terugkeer tot de spelling-
1934 (spelling-Marchant) was, en tevens voor
toepassing daarvan ook in de Regeeringsstuk-
ken. Met belangstelling zal zeker heel ons volk
nu uitzien naar wat het Kabinet zal beslissen.
Het kan, gelijk al eerder op spellingsgebied is
gebeurd, deze moties heelemaal naast zich
neerleggen, doch het is de vraag of het dat
ook nu weer zal doen.
Na de moties volgde eenige emotie. Dit was
te danken aan het optreden van de nat. soc.
afgevaardigden Dieters en Mr. Rost v.
Ton li in gen, die in opvolging elk een ge
deelte voorlazen van een door anti-semitisme
ingegeven betoog naar aanleiding van een
reeks naturalisatie-voorstellen. Mr. Wende-
laar (lib.), Ir. Albarda (s.d.) en de com
munist de Visser namen dit tweetal duch
tig onder handen in hun felle protesten. Ds.
Kersten (St. Ger.) 1vas het in zooverre met
de nat. soc. sprekers eens, als deze zich verzet
hadden tegen opneming in ons staatsverband
van zoovele, die daarvan geen deel hadden
uitgemaakt als de Regeering nu voorstelde.
Doch van de op ras-bloed-enz. gebaseerde be
zwaren, welke de nat. soc. afgevaardigden op
den voorgrond hadden geplaatst, wenschte hij
zich geheel los te maken.
Minister Goseling verklaarde zich bereid
om te overwegen of in den vervolge de natu
ralisatie-aanvragen van personen, die eer
tijds Nederlander waren, maar welke die na
tionaliteit hadden verloren en haar weer wil
len verkrijgen, wellicht niet in één wetsont
werp zouden zijn samen te vatten, gelijk de
heer Dieters had gevraagd. Na nog even te
hebben doen uitkomen, welke dwaasheden
van zakelijken aard de heer Dieters overigens
had verkocht, critiseerde de Minister de be
weringen der beide nat. socialisten zeer sterk.
Alleen al de omstandigheid, dat dit Kabinet
op positief-christelijken grondslag staat
maakt, dat de Regeering zich pal stelt te
genover alles «wat zelfs maar op anti-semi-
tisme lijkt, want dat is met de positief-chris
telijke opvattingen ten eenen male onver-
eenigbaar. En met bewogen stem bracht de
Minister in herinnering, hoe juist in dezen
tijd, nu Kerstmis nadert, veler gedachten
uitgaan naar Hem. die door millioenen en
millioenen in de wereld gezien wordt als de
Verlosser, en die zelf een Jood was, geboren
uit een Joodsche moeder.
Een lang aplaus op alle banken, zooals men
bijkans nooit in ons Parlement kan hooren,
toonde, dat bijna heel de Kamer het met deze
woorden eens was.
Met 836 (Nat. Soc. en St. Gereformeer
den) ging het eerste van de 71 naturalisatie-
ontwerpen er door, waarop de rest stemming
loos werden aangenomen.
Dit geschiedde tenslotte eveneens met het
wetsontwerp tot verlenging van de tijdelijke
opschorting van den indirecten vaccinatie-
dwang. Waarmee echter niet gezegd zij, dat
elk verzet ontbrak. Vooral mevr. de Vries-
Bruins (s.-d.) vond twee jaar veel te lang
aChtte ook eigenlijk een staatscommissie, die
het inentingsprobleem nu nog eens zal moe
ten toekijken, niet noodig, wat Mr. Terpstra
(a.-r.) ten eenen male bestreed. Waarna ook
Dr. Vos (lib.) erkende best te begrijpen, dat
de bewindsman van Sociale Zaken zich nog
wel eens door een veelzijdig samengestelde
commissie wil laten voorlichten. Doch op dat
advies behoefden we toch geen twee jaar te
wachten en in elk geval hoopte hij, dat men
inmiddels op groote schaal tot vrijwillige
vaccinatie zal overgaan, want 2 millioen on-
ingeëënten in ons land ten daaraan zijn we
nu al toe) achtte hij wel gevaarlijk. Deze me
dicus wees er overigens nog eens op, dat
praktisch gesproken aan inenting van kin
deren beneden het jaar, geen risico verbon
den is. Nadat Ds. Kersten (St. Ger.) zijn be
kende principieele anti-vaccinatie-betoog
ten beste had gegeven, en Mi-. Oud (v.-d.)
had opgemerkt, dat het beter zou zijn, dat
de Minister nu maar den knoop zou door'
hakken en hij zeker niet moest probeeren
een definitieve beslissing door middel van
een Staatscommissie op de lange baan te
schuiven (een commissie behoefde er niet
langer dan een half jaar mee bezig te zijn),
verklaarde Minister Romme allerminst de
neiging te koesteren om een beslissing te ont
wijken. Alleen durft hij op dit oogenblik nog
niet een beslissing aan. Tenslotte zitten er
aan de gansche
kwestie zoowel me
dische, staatsrech
telijke als politieke
kanten. Die nu zal
een (Staatscommis
sie in onderling
verband moeten
bekijken. Hoe lang
zij daarvoor noo
dig zal hebben,
kon nog niet ge
zegd, doch de Mi
nister zou op spoed
aandringen en in
dien eenigszins mo
gelijk hoopte hij
heel wat eerder
dan over twee jaar met een voorstel tot defi
nitieve regeling bij de Kamer te komen: de nu
goed te keuren opschortingstermijn moest
men als een uiterste termijn beschouwen.
Reden te meer vond mevrouw de Vries-
Bruins (s.-d.) om te trachten met behulp van
een amendement er een jaar af te doen,
denkbeeld waarvoor met de rechterzijde, ook
de nat. socialististen en de St. Gereformeer-
dan niets bleken te voelen, zoodat het amen
dement er met 49—30 aanging.
Zoodra hierop het ontwerp zelf er z.h.st.
door was, kwam Minister Slotemaker de
Bruïne aan bod. Eerst om met succes het
voorstel te verdedigen, waardoor de staat met
een bedrag van 200.000 gulden bij zal sprin
gen voor de voltooiing van den bouw en de
inrichting van het Nederlandsche Studen
tenhuis (Julianahuis) in de Cité universi
taire te Parijs, waar een groot aantal landen
elk met eigen studentenhuizen een interna
tionale studie- en universiteitsstad tot stand
hebben doen komen. Dr. Moller (R.-K.) voel
de voor een dergelijke uitgave niets, maar
dr. Vos (lib.) wees er op, dat onze nationale
eer eischt, dat het nog altijd niet gereed zijn
de gebouw voltooid worde; het ontbrak im
mers aan voldoende geld hiervoor, al hebben
de particulieren, welke in deze aangelegen
heid destijds het initiatief namen, zelf vor
stelijke giften opgebracht. Het viel den Mi
nister niet moeilijk het ontwerp te verdedi
gen, dat dan ook met 5419 werd aange
nomen. En toen kwam eindelijk de Onder
wijsbegroting weer aan de orde, met name
de afdeeling Hooger Onderwijs. Na 4 jaar
geen collegegeld meer betalen, behoorlijke
opleiding in tandheelkundige hygiëne be-
Mevr. A. E. J. de
Vri»—Bruins
uw vrienden en clientèle een
door middel van de
Ook dit jaar zullen wij in ons nummer van VRUDAG
31 DECEMBER weder gaarne NIEUWJAARSWENSCHEN
in de Dmuider Courant opnemen volgens het tarief van
25 cent voor het minimum van drie regels, elke regel
meer 10 cent. Men zende ons slechts de plaatsings
opdracht, vergezeld van het verschuldigde bedrag en
wij doen de rest, veel goedkooper en tevens op veel
grooter schaal dan U langs welken anderen weg ook
uw wenschen zoudt kunnen overbrengen.
Reeds is ons een belangrijk aantal ter plaatsing op
gegeven. Wanneer gij dit nog niet hebt gedaan, doet
het dan nu.
NIEUW3AARSADVERTENTIëN worden aangenomen
I3MUIDENKantoor Dmuider Courant, Kennemer-
laan 42; A. POSTHUMUS, Schoolstraat 15; X DE VLUGT,
Alex. Bellstraat 21.
UMUIDEN-OOSTA. PALS, Groeneweg 54; K. WESSE-
LIUS Jr., Zeeweg 55 rood; J. VISSER, Alb. Cuypstraat 17.
SANTPOORTR. PALS, Hofgeesterweg 2 C. SLINGER,
Kerkpad 26.
VELSEN-NOORDA. DDKSTRA, Wijkerstraatweg 281.
pleitte o.m. dr. Vos (lib.), terwijl mr. Oud
(v.d.) en de heeren Mr. Zijlstra (a.-r.) en
Dr. Moller (r.-k.) het aan den stok kre
gen over de voor eerstgenoemde verwerpe
lijke financieele gelijkstelling tusschen Hoo
ger Openbaar en Hooger Bijzonder Onder
wijs. Op een en ander komen we na 's Mi
nisters rede nog wel even terug.
AVONDVERGADERING.
Begrooting van Waterstaat.
Ver na middernacht daalde meer dan één
afgevaardigde af in de staatsmijnen in
overdracht-elijken zin natuurlijk ten einde
lofzangen op de staatsexploitatie aan te hef
fen. Waarmee meteen gezegd zij, dat het weer
ontzaggelijk laat werd. Doch men kreeg deze
begrooting dan ook af.
Intusschen hadden de algemeene beschou
wingen over dit Hoofdstuk verschillenden
sprekers gelegenheid gegeven op te tornen
tegen het euvel van de lintbebouwing en in
dat verband ook over veel verkeersongeluk
ken te klagen. Daarnaast zijn er nog wel an
dere factoren, die het veilig verkeer in het
gedrang doen komen. Zoo b.v. automobilisten,
die zich aan alcohol te buiten zijn gegaan.
Minister v. B u u r e n verzekerde, dat hij voor
streng optreden tegen dergelijke lieden is en
wees er op hoe in dit jaar reeds in 120 ge
vallen om die reden tot ontneming van het
rijbewijs is overgegaan.
Wat de lintbebouwing betreft, was hij be-
Een kippenhistorie van Verlat, uit
het F odor-museum.
Na Melchior de Hondecoeter, die in de ze
ventiende eeuw onze grootste portrettist der
vogels van diverse pluimage genoemd mag
worden (der hennen en hanen, pauwen en
faisanten, nuttige en siervogels die tezamen
de buitenplaatsen en tuinen der rijken opvroo-
lijkten) na dezen uiterst kundigen kenner van
den „bassecour" hebben wij in Holland feitelijk
geen opvolger voor hem gehad. In den moder
nen tijd is hier een Van Hoytema een groot
teekenaar dier dieren geweest, maar deze was
niet in de eerste plaats schilder. En verder
hebben ontelbaar vele artisten hun werk met
vogels en pluimvee gestoffeerd men denkt
dan dadelijk aan de eenden van Willem Maris
bij voorbeeld en anderen en prachtige stil
levens uit gebrouwen, als de geplukte kip van
Verster en de ongeplukte, doch eveneens doode
soortgenooten door De Zwart, doch een spe
cialiteit heeft, als wij er in ons geheugen naar
zoeken, eigenlijk niemand er hier van gemaakt.
Eerst in het laatst der vorige eeuw vindt men
in de omgeving der schilders van Barbizon
weer een typische specialist in Charles Jacque,
wiens van kleur fonkelende kleine doeken met
trotsche vertegenwoordigers uit de eigen fok
kerij, vol leven in de eigen omgeving, door de
schilderijlievende verzamelaars gaarne tus
schen hun Corot's, Dupré's etc. werden opge
hangen. Charles Jacque was een echte buiten-
man-artist, die weinig in de stad kwam en het
leven van een kleine pachter leidde. Intus
schen aan zijn kunst zich zonder zorg kon
wijden, zijn modellen steeds om zich heen, en
zijn inspiratie bij de hand had. Technisch bo
vendien wonderlijk ontwikkeld, niet alleen als
schilder, maar ook als etser. Zijn kleine etsen
met gelijksoortige voorstellingen zijn ware ju
weeltjes, waarvan een uitnemend kenner als
Jan Vetii een prachtige verzameling bijeenge
bracht had.
De Antwerpenaar Charles Verlat, wiens
„Kippenhok" uit Fodor wij vandaag afbeelden,
heeft het werk van Jacque, die iets ouder was,
zeker gekend. En al heeft Verlat zich dan ook
niet zóó zeer op het schilderen van huisdieren
en pluimvee gespecialiseerd, er is toch een goed
deel van zijn levenswerk daaraan gewijd ge
weest.
Verlat is van 1885 tot 1890 directeur en
daarvóór hoofdleeraar aan de Antwerpsche
Akademie, en in die qualiteit heeft menig Hol-
landsch schilder hem leeren kennen, want de
cran°- naar Antwerpen was een halve eeuw ge
leden voor de jongere Hollanders zeer gebrui
kelijk. Hij genoot bij zijn leven een grooten
roem: dat een verzamelaar als Fodor hem in
zijn collectie opnam met een vrij omvangrijk
en representatief doek, bewijst dat ten over
vloede. Voor de tegenwoordige generatie is die
roem alweer getaand, zooals dat ook met Ver-
boeckhoven, en, in ons land, met Louis Meyer,
Koekkoek en Hanedoes het geval is. Toch be
vreemdt het eenigszins dat in de jongste
Noord- en Zuid-Nedeiiandsche kunstgeschie
denis de naam Verlat al niet eens meer ver
schijnt.
De betrekkelijkheid van den roem wordt er
nogmaals door bewezen, zoo dat noodig mocht
zijn.
Charles Verlat was in 1824 geboren, was dus
een tijdgenoot van Jongkind. Jozef Israels,
Jan Weissenbruch etc. bij ons. Behalve zijn
dierschilderingen heeft hij ook genre, portret
en historiestukken gemaakt en was dus door
zijn veelzijdigheid wel voorbestemd om docent
te worden. Op zijn vijf en veertigste jaar
maakt men hem professor in Weimar, maar
eenige jaren later legt zijn vaderstad Antwer
pen weer beslag op hem. Daar heeft onder
anderen Vincent van Gogh hem als leeraar
gekend.
Bezien wij nu ons plaatje dan zal het ons
willen voorkomen dat zulk werk dichter bij de
zeventiende eeuw dan bij onzen tijd staat,
hoewel het in jaren uitgedrukt, ons toch vrij
nabij is. Na de evoluties die de schilderkunst
de laatste vijftig jaar heeft doorgemaakt
en wij met haar lijkt Verlat al een antiqui
teit, een echt museumding. Toch is het maar
weer betrekkelijk waar. Kunst die waarlijk
kunst is, heeft qualiteiten, die in antiek en
modern dezelfde zijn, waarom men wel zou
willen zeggen dat het onnoodig en misleidend
is, bij kunstwerken van oud en modern te spre
ken. De romantiek die in het „arrangement"
van deze kippenhistorie zit, brengt ons op een
dwaalspoor. Want die is niet de hoofdzaak.
Deze vindt men in de wijze waarop een rood
van den hanenkam sterk en feilloos is neer
gezet in de doorvoede bruine en goudgele kleu
ren der beesten, in de krachtig in de verf ge-
teekende lichamen der dieren. En als dat dan
tot ons is doorgedrongen, dan staat feitelijk
een Breitner daar niet meer zóó ver van af.
J- H. DE BOIS.
its
-X&
Laat ons toch ver
standig zijn en bij
een opkomende
verkoudheid
zonder aarzelen
direct
ASPIRIN nemen.
Aspirin
is een »8ayct. - product.
Oranjebanden >0ayet«.kruis
waarborgen de werkzaam
heid en onschadelijkheid
(Adv. Lngez. Medj
reid om met zijn ambtgenoot van Binnen-
landsche Zaken eens te overleggen om bepa
lingen daartegen ook van toepassing te ma
ken op andere dan Rijkswegen. We vernamen
o.m. nog, dat de minister ook de belangen
van de voetgangers wenscht te behartigen,
dat hij met den Minister van Justitie hoopt
te onderzoeken of er verder kan worden ge
gaan in de richting van een speciale ver
keerspolitie.
Naar aanleiding van de klachten van de
heeren E d e 1 s (v.d.)K r ij g e r (c.h.) en Ir.
v. d. Waerden (s.d.) over het Centrale
Baggerbedrijf met zijn monopolistische posi
tie, merkte de Minister op, dat men hier nu
eenmaal te doen heeft met een organisatie
van particulieren, zoodat het niet op den weg
van de Regeering ligt om in te grijpen, ten
zijhet algemeen belang door het optre
den van die onderneming geschaad zou
worden.
Tenslotte zij uit het vele, dat hedenavond
en vannacht nog ter sprake kwam, alleen
aangestipt, dat minister v. Buuren den heer
Krijger de geruststellende verzekering gaf,
dat hij met betrekking tot waterwegen-aan
gelegenheden met België de noodige voor
zichtigheid in acht zal nemen. Trouwens, de
heer Krijger hoefde ook al om een andere
reden niet bang te zijn voor v. Buurenlijk-
sche avonturen op dit terrein, aangezien dstir
immers het bordje staat: alleen toegang
voor het Kabinet. Want deze aangelegenhe
den vallen onder de zaken, waar niet slechts
het inzicht van één lid van het Kabinet be
slissend zou zijn, doch waarop Kabinetspoli-
tiek van toepassing is.
E. v. R.
De handel van Zuid-Afrika stijgt
sterk.
Ook het Nederlandsche aandeel neemt toe.
Blijkens de handelsstatistiek der unie van
Zuid-Afrika over de eerste negen maanden
van 1937 bedroeg de waarde van den Neder-
landschen invoer van handelsgoederen pon
den 929.414, tegen ponden 677.451 in de over
eenkomstige periode van 1936. hetgeen een
stijging beteekent van ruim 37 pet. De posi
tie van Nederland als leverancier is hiermede
tevens van 1.2 pet. tot 1.3 pet. gestegen. De
waarde van den totalen invoer in de Unie
bedroeg ponden 70.859.038. Van den uitvoer
van Zuid-Afrikaansche producten bedroeg
de waarde gedurende de genoemde periode
Donden 82.426422 waarbij voor ponden
61.230.239 aan baargoud en ponden 1.996.015
aan ruwe diamant.
De cijfers geven een belangrijke stijging
van den handel aan sedert 1936. gedurende
welk jaar het invoercijfer over de eerste
maanden ponden 58.743.822 bedroeg en het
uïtvoercijfer ponden 81.671.432