WILD WEST IN BATAVIA. OM EEN KIND Groote beroering werd onlangs in het hartje van Batavia teweeggebracht door een wild zwijn, dat, als «gevonden» voor werp op het hoofdbureau van politie gedeponeerd zijnde, daaruit wist te ontsnappen. Na een opwindende klopjacht werd de «uitbreker» overmeesterd en naar het politiebureau teruggebracht De Chineesch Japansche strijd in het Verre Oosten. Japansche soldaten op een der poorten van Taijuan, de hoofdstad der provincie Shansi na de inname dezer stad FEUILLETON ROMAN VAN NORBERT GAR AI. Nadruk verboden. 19) ,yMr. Gordon! Wat moet er met het kind ge beuren?" Het antwoord, dat hij krijgt, klinkt aller wonderlijkst. „Verkeerde constructie! Hoe is hij daar achter gekomen?" Dan verdwijnen beide mannen in het bosch. Kit-ty en Nicolle staren hen verbluft na. Coverley heeft zich in de nabijheid opgehou den! Hij heeft geweten, dat Gordon het kind wilde meenemen! En daarom deze overval? M'n hemel, wat zal het eind zijn van dit alles? Zij luisteren, of zij nog iets van het gesprek kunnen opvangen, doch uit het bosch dringen slechts enkele woorden tot hen door. Aan de tuinpoort staat Pan, zachtjes grom mend. „Weg! Allemaal weg! Die booze mannen", jubelt Maud uitgelaten. „Pan heeft boem- boem gemaakt". Zij trekt Kitty ongeduldig aan de hand. „Pan heeft boem-boem gemaakt. En toen zijn ze allemaal weggekropen Zij trekt Kitty mee naar den dog. „Zeg dan toch wat! Zeg toch wat tegen hem!" „Lieve, goeie Pan!" zegt Kitty ontroerd, den grooten hond over den kop streelend. „Dat met dat boem-boem heb je fijn gedaan, mr. Pan!" Ontslagen! Tien minuten voor sluitingstijd treedt een klerk van de afdeeling „Personeel" het con structiebureau binnen en overhandigt Danny een brief. In dit schrijven wordt hem beleefd, maar zakelijk meegedeeld, dat de directie der Estna fabrieken zich tot haar spijt genoodzaakt ziet in verband met bezuinigingsmaatregelen Mr. Danny Ward tegen 1 October a.s. te ontslaan. Mr. Ward kan met ingang van morgen tot dien datum verlof nemen. Mechanisch onderteekent Danny de ont vangstbevestiging, welke de klerk hem voor legt. Ontslagen! Werkloos! Uit! En dat, terwijl hij gedacht had zich door eerlijk en hard werken een bestaan te kunnen verzekeren. Een- vast inkomen, vrij behoorlijke vooruitzichten, die hem over vele onaange naamheden heenhielipen, dat was het, wat hem tot dusver het leven vrij zonnig had doen inzien. En nu is dat alles voorbij. Afgeloopen! Ontslagen! Waarom? Danny probeert alle details van zijn onder houd met Gordon weer in zjjn herinnering te rug te roepen. Desondanks echter vindt hij echter geen antwoord op de vraag, die hij tel kens weer voor zichzelf herhaalt: „Ontslagen! Waarom?" Zwaar leunt hij op zijn teekentafel. „In de kantoorgebouwen is luid spreken ver boden. De directie!", leest hij op een bord, dat tegenover hem aan den muur hangt. Hij moet zich met al.le geweld beheerschen om hier in dit vertrek waar luid spreken ver boden is, zijn vraag niet uit te schreeuwen: Ontslagen! Waarom? De cantinehouder, Fled Bigs, kijkt verbaasd op als Danny hem een, slechts ten deele ge bruikt bonboekje voor de maaltijden, zwijgend over het buffet toeschuift. „Wat moet dat beteekenen, mr. Ward?" „Ontslagen Verschrikt buigt Bigs zich naar hem toe. „Ontslagen? Bent u ontslagen? Dat spijt meDat spijt me werkelijk Danny tracht zich een zoo onverschillig mo gelijke houding te geven. „Ja, vandaag ben ik aan de beurt, mr. Bigs. Ach ja, ik weet wel, dat het duizenden men- schen niet anders vergaat, maar toch1 ik kan je zeggen, dat het een beroerde gewaar wording is als je zoo plotseling buiten de deur wordt gezet. Bezuiniging op het personeel „Bezuiniging op het personeel", herhaalt Bigs, bedenkelijk het hoofd schuddend. „Ik weet hetVan afdeeling C. hebben zij er zes ontslagen, 't. Is me den tijd wel, mr. Ward Bigs' smal, met rimpels doorploegd gelaat, waarin nu een paar waterige blauwe oogen Darmy eenigszins weemoedig aanstaren, is vroeger tot ver over de grenzen van het ko ninkrijk, in kringen, die zich voor de wieler sport interesseeren, bekend geweest. In menige zesdaagsche is Fred Bigs met succes opgetreden. Zijn beenspieren zijn ook nu nog zoo hard als staal, maar zijn door te veel sportbeoefening verzwakt hart heeft zich al eenige malen zoo dreigend geopenbaard, dat Fred Bigs tegenwoordig nog slechts in zijn droomen aan zesdaagsche wielerwedstrijden kan deelnemen. Sinds korten tijd is hij nu pachter van de can tine der Estna-f abrieken en indien tijd heeft hij zich bij het personeel zeer bemind weten te maken, want hij geeft bereidwillig crediet. Met elkeen is hij goede vrienden. Het oudste, zoowel als het jongste lid van het per soneel schudt zijn hart voor hem uit, want Fred Bigs is steeds gaarne bereid om te helpen. En zoo komt het, dat hij gewoonlpk zeer veel te hooren krijgt, niet alleen kwesties van par ticulieren, maar ook van zakelijken aard. Als men wil weten, wat er in de fabriek voor nieuws is, behoeft men zich slechts tot Fred Bigs te wenden. Hij is van alles nauwkeurig op de hoogte. „Ik begrijp het niet!" piekert Bigs. „Eigen lijk kwam toch de kleine Poulsen het eerst voor ontslag in aanmerking. De chef-ingenieur mag u toch graag. Is er soms wat bijzonders gebeurd?" „Ja, er is inderdaad was gebeurd" knikt Danny. Dan vraagt hij 'plotseling zonder verdere inleiding: „Vertel me eens Bigs, heb jij wel eens iets van de zaak-Coverley ge hoord?" Bigs-kijkt verrast op. Als om tijd te winnen, neemt hij een doek, waarmee hij zorgvuldig de zinken plaat van het buffet begint schoon te vegen. Daarbij werpt hij eenige malen een snellen blik om zich heen. Rechts in den hoek van de zaal zit nog slechts een enkele gast, een monteur in een blauwe overall. „Coverley?" Bigs dempt zijn stem tot een fluistertoon. „Bedoelt u dien ingenieur, die een paar jaar geleden dat zaakje heeft uitge haald?" „Ja „Natuurlijk ken ik die 'geschiedenis, 't Heeft toch in alle kranten gestaan! Persoonlijk heb ik hem trouwens ook gekend, 't Was een pa tente kerel, dat kan ik u wèl zeggen Hij zwijgt en kijkt Danny onderzoekend aan. „Hoe komt u eigenlijk zoo plotseling op dat geval Coverley? Heeft het iets met uw ontslag te maken?" „Vermoedelijk wel Danny moet weer aan zijn onderhoud met Gordon denken en een woede stijgt hem plotseling naar de keel. „Ja, Bigs, er is iets aan de hand met het kind van Coverley „Met Coverley's kind? Wat dan? Vertelt u eens. Mr. Ward! Dat zaakje interesseert me. Onder ons gezegd, ik mocht mr. Coverley des tijds graag". De monteur in den hoek staat op, geeuwt eens smakelijk, rekt zich daarbij uit en ver laat met een luiden groet de cantine. Fred Bigs is plotseling veranderd. Als Danny niet zoo vol was geweest van zijn eigen zorgen zou hij ongetwijfeld hebben bemerkt, dat Bigs, anders de kalmte in persoon, thans geheel uit zijn gewone doen. „Gelukkig dat die eindelijk verdwijnt", zegt Bigs. terwijl hij uit een muurkast een flesch wijn opdiept. „Nu kunnen wij tenminste nog een paar minuten gezellig bij elkaar zitten. Prosit, mr. Ward, op betere tijden! En ver telt u nu eens op! Wat is er met dat kind aan de hand?" Danny, drinkt in een teug zijn glas leeg, blij, dat hij, tenminste hier nog een, poosje kan zitten. Alles wat hij op dit oogenblik wenschfc- is niet alleen te zijn. Niet naar huis te moeten gaan, naar zijn moeder. Zij zal natuurlijk van zijn gezicht lezen, dat er iets gebeurd is en net zoolang aandringen tot hij haar zijn ont slag heeft medegedeeld. En dan komt er aan de lamentaties voorloopig geen eind. Reeds het tweede glas maakt Danny wat spraakzamer. Hij vertelt van zijn weeleend-huisje, van Nicolle, van Kitty en van de kleine Maud. Voorts van den man, die het kind bij de meisjes heeft gebracht. En daarna brengt hij een getrouw verslag uit van zijn onderhoud met Gordon. Ferd Bigs luistert, een en al belangstel ling. „Tja, dat is zeker een merkwaardige ge schiedenis", zegt hij, als Danny aan het eind van zijn verhaal is gekomen en in zijn oogen ligt iets van een verborgen glimlach. „Weet u wat ik denk, mr. Ward? Dat Cover ley vandaag of morgen weer in Engeland opduikt. Let u eens op mijn woorden! Op een goeien dag staat hij plotseling voor uw neus. Als de beide meisjes nu maar goed op het kind passen, zal hij zich zeker niet van zijn zui nigsten kant laten zien „Maar Bigs", zegt Danny verontwaarddigd. „Je gelooft toch zeker niet, dat mijn verloofde geld zal aannemen van een door de politie gezochten misdadiger „Ho, ho, niet zoo haastig, mr. Ward! Zoo ver ik weet, staat het nog lang niet vast, wie wie hier de misdadiger is", orakelt Bigs. „Het laatste woord in dit zaakje zal nog gesproken moeten worden HoezooWat bedoel je daarmee?" „Ach niets, ik denk maar zoo. Bigs is plotseling van zijn hooge driepoot achter het buffet opgestaan en begeeft zich traag naar de zaal, waar hij een paar stoelen en tafels recht schuift. (Wordt vervolgd) Op Zorgvlied te Amsterdam had Dins dag de begrafenis plaats van jhr. mr. L, H. van Lennep, in leven kamerheer i.b.d. van H. M. de Koningin, Leerlingen van de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam, waarvan de overledene voorzitter was, fungeerden als slippen- dragers Ir. C. T. C. Heyning te Utrecht is be- Onder leiding van het Nederlandsch Genootschap voor Landbouwwetenschap is Dinsdag te Wageningen een Indische Landbouwweek denmRijkswaterstaat" 'to^va'ste^6 dienst begonnen welke tot Vrijdag a.s. zal duren. Een overzicht tijdens de voordracht van prof. mr. A. Neytzell de Wilde Jhr. mr. dr. A. B. G. van Rijckevorsel, commissaris der Koningin in Noord Brabant en dr. A. F. Philips tijdens den Indië-dag, welke Dinsdag door de depar tementen Oost-Noord Brabant en Breda van de Ned. Mij. voor Nijverheid en Handel te Den Bosch ge organiseerd werd De gemeente Amsterdam heeft aan den overkant van het IJ een vliegveld ter beschikking gesteld van den Bond van Neder landsche Zweefvliegclubs. De hooge zee-asters op het terrein worden afgebrand Dr. A. Coerl, die eind dezer maand zal aftreden als directeur van het Stedelijk Museum De Lakenhal te Leiden

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 8