VLIEGTUIG-PARADE
OM EEN KIND
De diergaarde van Vincennes in sneeuwtooi, die de geheele entourage van het verblijf der levende haven
een typisch aspect geeft
De Engelsche kanonneerboot Scorpion,
die bestemd is om dienst te gaan doen
op de rivier de Yangtse, is deze week
te Cowes te water gelaten. Het schip
verlaat de helling
we so rransche militaire vliegtuigen, die deelnamen aan de manoeuvres in de koloniën, landden deze week op Le
Bourget, waar de equipages aan president Lebrun werden voorgesteld. Een overzicht tijdens de plechtigheid
Het Lorenz-baken met de drie korte-
golf-zendmasten voor blindlanding op
het vliegveld Schiphol is gereed. Thans
worden proeven genomen
Kerstvacantie en dan zulk speelgoed is niet te
versmaden
Het praalgraf van Engelbrecht II van Nassau en Cunenberg
van Baden in de Prinsenkapel van de Groote Kerk te Breda,
dat gerestaureerd wordt en waaronder zich de grafkelder
bevindt, waarnaar thans een nader onderzoek wordt ingesteld
Het Fritz Hirsch-gezelschap voert thans in den Princesseschouwburg te Den Haag de Mozart-operette op
«Ein veilchen auf der wiese stand», waarvan hierboven een aardige scène
De Indische miWaire wielrijders hebben te Batavia
b*ii den jingsten jbarlijhschen corpswedstnjd l\un
prestaties gekend. - Een der deelnemers in aetfe
FEUILLETON
ROMAN VAN NORBERT GARAI.
Nadruk verboden.
ih)
Goed, Jimmy, als je durft. De helft van
alles, wat ik bezit is voor jou, als je mij m'n
kind brengt.
Jimmy een goeie kerel! Als hij dat ver
vloekte drinken maar had kunnen laten.
Enfin voorbij! Jimmy dan vertelt „onder
den invloed" de geheele geschiedenis aan een
vreemdeling, met wien hij samen reist. Deze
man ontvoert het kind in de hoop een los
geld machtig te zullen worden, maar Jimmy
schiet hem neer.
Hij heeft het kind, maar waar moet hij er
mee heen? Londen is wat minder eenzaam
dan het Australische bosch en een moordenaar
weet men er vlugger te vinden.
Maar tenslotte is Fred Bigs er nog. Hij
heeft zich als pachter van de cantine bij de
Estna-fabrieken weten te installeeren, waar
hij oogen en ooren goed de kost geeft. Jimmy
verneemt van hem een en ander over een
jongen ingenieur en twee meisje-studenten,
die aan het Adviesbureau voor vrouwen wer
ken.
Een adviesbureau voor vrouwen? Waarom
zou hij het kind voorloopig niet daar onder
brengen? Hij kan dan altijd nog verder zien.
Ik zit intusschen nog steeds in Calais. Reeds
sinds dagen geen brief van Jimmy.
Arme kerel! Uit het hiernamaals kan je
geen brieven meer schrijven. In de Engelsche
bladen lees ik, dat men hem heeft gevonden.
Dood. Hij had zich verscholen, of hij ergens
tn de wildernis van Australië zat
Dan schrijft Bigs. Hij heeft zich een paar
Seken geleden 's nachts in de fabriek laten
insluiten, om een microfoon in het directie
kantoor te kunnen aanbrengen. In zijn keuken
kan hij nu alle gesprekken afluisteren. Laatste
nieuws: Gordon en Reeves als deviezen-smok
kelaar. Goed gedaan, Bigs! Daarmee is de dag
der vergelding gekomen!
Fred Bigs heeft een verrassing.
Mr. Osborn heeft in het restaurant in Hyde-
park bereids zijn maaltijd genuttigd, een
mocca gedronken en de middagbladen bestu
deerd, als mr. Mitchell en Nicolle nog steeds
op zich laten wachten.
Om half drie besluit hij ten einde raad het
Carlton Hotel maar eens op te bellen, maar op
dat oogenblik stormt Nicolle geheel buiten
adem het restaurant binnen. Mr. Osborn be
merkt op den eersten blik, dat er iets in haar
veranderd is. Zij heeft een hoogroode kleur,
die van een hevige innerlijke opwinding ge
tuigt, haar oogen flikkeren onrustig en in
haar geheele gedrag legt zij een ongewone
verstrooidheid aan den dag.
„Wat is er aan de hand, Nicolle?" vraagt
de oude heer, ongerust.
Zij vertelt haastig, dat mr. Mitchell een
telegram heeft ontvangen, dat hem onmiddel
lijk naar Amsterdam riep. Hij moest vanmid
dag nog vertrekken. Mr. Mitchell heeft haar
opgedragen haar vader zijn grooten over te
brengen met de belofte, dat hij onmiddellijk
bij zijn terugkomst mr. Osborn zal opzoeken.
Het valt den ouden heer niet gemakkelijk
zijn diepe teleurstelling te verbergen. Een or
der,, welke hem meer dan 500 pond zou hebben
opgebracht, is in het water gevallen. Daaruit
blijkt al weer, dat men zich niet te gauw moet
blij maken. Zoo'n pech! Kon dat telegram uit
Amsterdam niet een dag later komen?
Hij vergeet zijn eigen leed echter spoedig,
als hij bemerkt, dat Nicolle nog steeds geheel
buiten zichzelf is en het, ondanks alle moeite,
die zij zich geeft om opgewekt te schijnen,
niet verder brengt dan een geforceerd
lachje.
Arme Nicolle! Het wekelijksch salaris van 50
dollar is een hersenschim geworden. Ja, ja,
men moet leeren teleurstellingen te dragen.
Het epos „leven" heeft nu een telkens terug-
keerend refrein: „Het is een moeilijke tijd!
M'n hemel, wat leven we in een moeilijken
tijd!"
Na een half uur staat Nicolle op, onder het
voorwendsel, dat zij nog een afspraak heeft.
Zij belooft haar vader hem om zes uur in het
kleine pension, waar hij zich geïnstalleerd
heeft te zullen opzoeken om dan nog een paar
uur samen door te brengen, daar de oude heer
morgen weer op reis denkt te gaan om zijn
district met „De gouden zweep van Poppea"
onveilig te maken. Haastig neemt Nicolle af
scheid en een oogenblik later verlaat zij het
restaurant.
Mr. Osborn staart zijn dochter hoofdschud
dend na.
Ongeveer op hetzelfde tijdstipt knoopt
rechercheur Kaynes, wien het onverwachte
opduiken van den schatrijken Amerikaan
eenigszins verdacht voorkomt, een gesprek
aan met Kitty, teneinde iets meer over dezen
geheimzinnigen vreemdeling te weten te ko
men.
Kort daarop stelt hij zich telefonisch met
inspecteur Benett in verbinding, hetgeen tot
gevolg heeft, dat deze twee rechercheurs naar
het Carlton Hotel zendt met de opdracht den
daar logeerden mr. Mitchell in het oog te
houden.
En het is ook ditzelfde middaguur, dat mr.
Gordon, gejaagd en in hooge mate nerveus
zijn privé-kantoor op en neer draaft. Coverley
heeft zijn dreigement ten uitvoer gebracht.
Aandeelen Estna-fabriekep npteeren vandaag
op de beurs inderdaad tien procent lager. Een
verdere daling van de koers is te verwachten.
Op onverklaarbare wijze zijn in verschillende
bladen berichten verschenen over den gang
van zaken bij de Estna-fabrieken, welke aller
minst vleiend voor deze firma kunnen worden
genoemd.
En op hetzelfde tijdstip ook informeert
Danny voor de derde maal bij den portier
van het Carlton Hotel, of mr. Mitchell in
middels reeds is teruggekeerd. Daar het lange,
vergeefsche wachten hem tenslotte danig be
gint te vervelen, besluit hij, zijn reeds sinds
gisteren bestaand plan den cantinehouder,
Fred Bigs, op te zoeken, eens ten uitvoer
te brengen. Deze heeft bij Danny's vertrek
van de fabriek immers zooveel belangstelling
voor de zaak-Coverley aan den dag gelegd, dat
er alle reden is voor de veronderstelling, dat
hij iets meer van deze geschiedenis afweet.
Voor het groote portaal van het fabrieks
gebouw stapt Danny van zijn motor. Een
oogenblik wordt het hem droefgeestig te
moede bij de gedachte, dat hij voor goed uit
dit geweldige industrie-complex verbannen is
Een dof, hem welvertrouwd gedreun dringt tot
hem door. Zijn oor onderscheidt maar al te
goed het ratelen der motoren, het stampen
der zuigers, het suizen der vliegwielen en het
gezoem in de groote kracht- en lichtafdeeling.
Nu, wat nog? Wat voorbij is, is voorbij! Afge-
loopen!
Brutaalweg naar de poort. Daar staat mr.
Simpson, de portier. De man verbeeldt zich,
dat hij hier directeur is en dat brengt hem er
steeds toe onbescheiden vragen te stellen.
Niet zonder reden werpt de portier een blik
op het geschilderde bord, dat aan den muur
naast de poort hangt: „Verboden toegang voor
onbevoegden". Maar Damiy doet, of deze hou
ding van den Cerberus hem ontgaat; haastig
steekt hij de binnenplaats over en verdwijnt
in de cantine.
De lage, licht geschilderde zaal telt op dit
middaguur geen andere gasten dan een paar
vliegen, die verlangend om de kaasstolp
gonzen.
Hallo. mr. Bigs", roept Danny, op de keu
kendeur kloppend. „Mr. Bigs.."
,Ja, ik kom", antwoordt een dunne heesche
stem. „Een oogenblikje". De keukendeur wordt
op een kier geopend en Big's hoofd verschijnt
om den hoek.
„Tjonge, mr. Ward, bent u het? Dat.is nog
eens een verrassing. U komt als geroepen. Wel,
wat is er voor nieuws?"
„Ja, weet je, Bigs", zegt Danny, die besloten
heeft zich zoo naïef mogelijk voor te doen, „ik
ben werkelijk geschrokken. Heb je vandaag
de bladen gelezen, over die verkeerde con
structies en zoo bij de Estna-fabrieken?"
„Nee", bromt Bigs, „ik weet van niks. Sinds
ik niet meer rijd, lees ik geen kranten meer.
Die fantaseeren toch van alles bij elkaar. Wie
weet, of er wel een woord van waar is
Even werpt hij Danny een verstolen blik
toe. „Vertelt u me liever eens, mr. Ward, hoe
het daar buiten aan de Theems staat".
„Niet best", zegt Danny snel. „Stel je voor,
Bigs, Gordon wil het kind morgen weer laten
halen. Wij hebben een brief van de politie ge
kregen. Om vijf uur morgenmiddag komen er
een paar rechercheurs".
„Pap wordt niet zoo heet gegeten, als ze
wordt opgediend. Dat weet ik uit ervaring. Ik
ben immers cantinehouder...."
Hij lacht smalend.
Reeds staat Damiy, die begint in te zien,
dat hij op deze manier niet veel verder komt,
op het punt den Gordiaanschen knoop door te
hakken en Bigs ronduit te zeggen, dat hij
veel meer van de zaak-Coverley weet dan hij
wil toegeven, als deze zich plotseling naar hem
overbuigt en hem geheimzinnig toefluistert:
„Ik heb iets voor u, mr. Ward. Dat zal u stellig
interesseeren".
Hij draalt zich om en sluipt geruischloos
op zijn viltpan tof fels naar de keuken, waar
Danny hem een paar laden hoort opentrekken.
Een paar minuten gaan voorbij, dan komt
hij weer even zacht te voorschijn, twee groote
rollen papier als tropheeën door de lucht
zwaaiend.
,Dat is wat voor u, mr. Ward".
Het blijken, als het geheel is afgerold, twee
groote vellen teekenpapier te zijn. „Alstublieft,
mr. Ward, bekijkt u dat maar eens!"
(Wordt vervolgd)